donderdag 31 augustus 2017

Doe mee met Keep It Clean Day 2017

Al ruim 8.000 mensen hebben zich aangemeld voor de Keep It Clean Day op vrijdag 15 september aanstaande. Rotterdam doet voor de vierde keer mee aan dit landelijke initiatief tegen zwerfvuil.
Dagelijks maakt en houdt de gemeente Rotterdam de stad schoon met de inzet van honderden reinigers en vuilophalers. Een keer per jaar roept de gemeente alle Rotterdammers op zich aan te melden voor de Keep It Clean Day en bij te dragen aan een zwerfvuilvrije stad.

Met name scholen zijn actief. Van de ruim 8.000 deelnemers is ongeveer een derde een onderwijsinstelling. Ook BSO’s en bewonersverenigingen hebben zich in groten getale ingeschreven.
Mensen die zich niet in groepsverband maar alleen hebben aangemeld zijn ook geen uitzondering. De heer Van de Werff (71) uit Charlois: ‘Ik heb me in mijn eentje aangemeld omdat ik het een belangrijk initiatief vind en graag de buurt schoon houd. Ik ruim overigens niet alleen tijdens de Keep It Clean Day zwerfvuil op, maar ga er meerdere keren per week op uit. Ik vind het namelijk ook een verantwoordelijkheid van burgers, niet alleen van de gemeente.’
Deelnemers komen uit heel groot Rotterdam, maar het overgrote deel van de mensen die zich nu hebben ingeschreven komt uit de gebieden Overschie, Feijenoord en IJsselmonde. Het gebied dat op 15 september het meeste zwerfvuil ophaalt, wordt tot winnaar uitgeroepen en krijgt aan het einde van de dag door wethouder Eerdmans de gouden knijper uitgereikt.

Inschrijven kan nog tot 8 september aanstaande via www.rotterdam.nl/keepitclean010. Na 8 september kan dit ook nog, maar kan de gemeente niet meer faciliteren met schoonmaakmaterialen. Snel aanmelden dus!

woensdag 30 augustus 2017

Voorkom contact met lood uit de bodem

Op verschillende plekken in de provincie Gelderland zit lood in de bodem. Lood in de bodem kan een risico zijn voor de gezondheid. Vooral jonge kinderen zijn gevoelig voor lood. De Gelderse GGD-en en gemeenten hebben daarom een folder uitgebracht met tips om mogelijke risico's te voorkomen en beperken.

Activiteiten in het verleden hebben geleid tot bodemverontreinigingen. Dit geldt vooral voor vooroorlogse wijken en dorpskernen. Ook in de bodem van voormalige industriegebieden kan nog lood zitten. Veel verontreinigingen zijn al opgeruimd. Door het verbod op lood in benzine en het vervangen van loden drinkwaterleidingen, krijgen mensen tegenwoordig al veel minder lood binnen dan vroeger. Maar mensen kunnen nog wel lood binnen krijgen door contact met bodem waar lood in zit.

Vooral jonge kinderen zijn gevoelig voor lood. De gezondheidstips moeten eraan bijdragen dat kinderen zo min mogelijk risico lopen. Jonge kinderen steken vingers en voorwerpen in hun mond. Als kinderen spelen op een bodem die verontreinigd is met lood krijgen ze zo lood binnen. Met een paar eenvoudige maatregelen zorgen ouders er voor dat kinderen zo min mogelijk in contact komen met lood.

Ook door het eten van groenten uit eigen tuin, kunt u lood binnen krijgen. Was zelfgekweekte groenten of fruit zorgvuldig af voor consumptie. Of kweek ze in bakken met schone grond (potgrond of tuinaarde).

dinsdag 29 augustus 2017

In Zuid- en Oost-Nederland kans op smog door ozon

Op dinsdag 29 augustus 2017 is in de provincies langs de Duitse grens en in Noord-Brabant een kleine kans op smog door ozon. De verwachting is dat de luchtkwaliteit hier lokaal slecht kan zijn volgens de Nederlandse Luchtkwaliteitsindex. Het RIVM adviseert mensen die last hebben bij smog om binnen te blijven en om zware lichamelijke inspanning te beperken.

Het advies geldt voornamelijk in de middag en vroege avond, omdat de ozonconcentraties buiten dan het hoogst zijn en binnenshuis de concentraties lager zijn.

Bij smog door ozon kunnen mensen last krijgen van irritatie van ogen, neus en keel, toename van luchtwegklachten zoals hoesten en kortademigheid, verergering van astmaklachten en afname van de longfunctie. Dit geldt vooral voor mensen met luchtwegaandoeningen, kinderen, ouderen en mensen die zich inspannen in de buitenlucht. Raadpleeg bij klachten de huisarts of GGD.

Vanaf vanavond zal er vanuit het noordwesten schone lucht en regen over het land trekken. Om die reden geldt er morgen 30 augustus geen waarschuwing meer, maar kan de luchtkwaliteit in het zuidoosten nog wel ‘onvoldoende’ zijn volgens de Nederlandse Luchtkwaliteitsindex.
 Smog door ozon ontstaat bij ophoping van luchtvervuiling op zonnige dagen. Dit is het geval in het voorjaar en in de zomer als er weinig (veelal zuidoostelijke) wind staat. De vervuilende stoffen, zoals stikstofoxiden en vluchtige organische stoffen worden onder invloed van zonlicht omgezet tot ozon en zorgen dan voor verhoogde ozonniveaus. Dit wordt ook wel zomersmog genoemd. In de andere seizoenen is de invloed van de zon te klein om hoge ozonconcentraties te laten ontstaan.

In Europa zijn voor ozon een informatie- en een alarmdrempel vastgesteld. De EU-informatiedrempel is 180 microgram ozon per kubieke meter. Bij (dreigende) overschrijding van deze waarde kunnen gevoelige mensen klachten krijgen en waarschuwt het RIVM. De luchtkwaliteit is dan ’slecht’ volgens de Nederlandse Luchtkwaliteitsindex. De EU-alarmdrempel is 240 microgram ozon per kubieke meter lucht (’zeer slecht’ volgens de Nederlandse luchtkwaliteitsindex) Wanneer deze waarde overschreden wordt, kan iedereen klachten krijgen. Als dit dreigt te gebeuren, zet het RIVM de waarschuwing om in een alarm.

RIVM: Risico’s leefomgeving niet in één maat uit te drukken

Luchtverontreiniging, chemische stoffen, geluid en andere risico’s vanuit de leefomgeving zijn niet eenvoudig in één maat uit te drukken. Doordat risicovraagstukken specifiek zijn, is voor oplossingen altijd maatwerk nodig. Wel kan consistentie in dat maatwerk worden bevorderd. Dit staat in een rapport van het RIVM.

Het RIVM heeft een inventarisatie gemaakt van de bedreigingen en de effecten ervan op gezondheid, milieu, economie en maatschappij. Dit levert een gevarieerd beeld op van de ernst en omvang van risico’s. De kwaliteit van de gegevens over ernst en omvang van risico’s blijkt sterk te verschillen. De gewenste gegevens zijn ook niet altijd beschikbaar. Bewijs voor gezondheidseffecten of schade is daardoor niet altijd te leveren, wat niet automatisch wil zeggen dat er geen effecten zijn.

Verder zijn ‘nieuwe risico’s’ niet altijd eenvoudig te vergelijken met bekende risico’s door een gebrek aan gegevens over de aard en omvang ervan. Dat geldt bijvoorbeeld voor drones, nanomaterialen en zelfsturende auto’s. De risico’s zijn dan onzeker.

Samenwerking tussen inhoudelijke disciplines kan bijdragen aan consistentie in het verzamelen, bewerken, duiden en presenteren van veiligheidsinformatie. Bij het beschrijven, beoordelen en vergelijken van risico’s en onzekerheden is het onvermijdelijk dat betrokken partijen afwegingen maken vanuit uiteenlopende maatschappelijke waarden en belangen.

Het RIVM heeft dit onderzoek uitgevoerd in opdracht van het ministerie van Infrastructuur en Milieu, in het kader van het beleidsprogramma Bewust Omgaan met Veiligheid.

maandag 28 augustus 2017

Voorbereidingen om VN-klimaatbureau naar Gelderland te halen

Het nieuwe internationale Klimaatbureau vestigt zich in Nederland en het Rijk roept op om met voorstellen voor huisvesting te komen. Gedeputeerde Staten informeren Provinciale Staten (PS) dat zij aan een voorstel hiervoor werken. GS willen voor de huur van het kantoor de komende 10 jaren maximaal 4 miljoen euro beschikbaar stellen.

Voorstellen voor huisvesting waar dit instituut zich kan vestigen moeten vóór 1 september bij het Rijk zijn ingediend. Dan is ook duidelijk welke locaties provincie Gelderland voorstelt. PS hebben nu 5 dagen om wensen en bedenken in te dienen tegen de voorstellen van GS. PS nemen naar verwachting op 27 september 2017 een definitief besluit over het beschikbaar stellen van de kosten voor de huur en de dekking. Dit onder de voorwaarde dat het VN-bureau naar Gelderland komt.

De officiële naam van dit VN-bureau is Global Center for Excellence on Climate Adaptation (GCECA). Oprichters zijn Japan, de Verenigde Naties én Nederland. Het bureau gaat kennis delen over klimaataanpassingen en helpt onder andere ontwikkelingslanden bij projecten voor klimaatadaptatie vanuit het VN-Climate Fund. De vestiging van het bureau in Gelderland draagt bij aan de provinciale doelen voor energietransitie en klimaatadaptatie. Daarnaast verwachten we dat het een aanzuigende werking zal hebben op andere bedrijven die zich met klimaatadaptatie bezig houden. Het centrum brengt een breed netwerk van internationale partners samen; niet alleen kennisinstituten, maar ook bedrijven, overheden, internationale organisaties en de financiële sector.

Naar verwachting komt er in oktober duidelijkheid waar in Nederland het VN-klimaatbureau wordt gehuisvest. In februari 2018 gaat het VN-klimaatbureau op haar nieuwe locatie van start.

vrijdag 25 augustus 2017

Marjolein Demmers nieuwe directeur Natuur & Milieu

Marjolein Demmers (49) treedt op 1 november a.s. aan als directeur van Natuur & Milieu. Zij volgt hiermee Tjerk Wagenaar op, die afgelopen voorjaar terugtrad uit deze functie. Demmers is momenteel directeur van De Groene Zaak, die voornemens is om binnenkort samen te gaan met MVO Nederland.

Demmers: ‘Ik kijk ernaar uit om leiding te mogen geven aan een organisatie die zich vol inzet voor de verduurzaming van onze samenleving op het gebied van energie, voedsel, grondstoffen en mobiliteit. Deze onderwerpen liggen mij na aan het hart en milieu-impact is de rode draad geweest in mijn loopbaan. De verbindende, oplossingsgerichte aanpak van Natuur & Milieu past goed bij mij. In mijn nieuwe rol wil ik me toeleggen op het behartigen van het milieubelang en het behalen van concrete resultaten, samen met de collega’s en partners van Natuur & Milieu.’

Zowel de Raad van Toezicht als het managementteam van Natuur & Milieu zijn bijzonder verheugd met het aantreden van Demmers: ‘Marjolein heeft zowel de noodzakelijke inhoudelijke kennis als veelzijdige ervaring in managementfuncties. Daarnaast beschikt ze over een uitgebreid bestuurlijk en maatschappelijk netwerk. Met haar grote betrokkenheid bij de actuele milieu- en natuurbelangen is zij bij uitstek geschikt om Natuur & Milieu de impact te geven die nodig is in het huidige tijdsgewricht. We zijn erg blij met haar komst,’ aldus Marike van Lier Lels, voorzitter van de Raad van Toezicht.

Voordat Demmers de leiding kreeg bij De Groene Zaak werkte zij als internationaal directeur Duurzaamheid en Integriteit bij Royal HaskoningDHV. Eerder (2004) leidde zij bij DHV jarenlang de businessunit voor milieu- en duurzaamheidsadvisering. Voordien was Demmers o.a. werkzaam bij Essent waar ze als operationeel directeur de duurzame energie-activiteiten heeft uitgebouwd en als strateeg de afvalactiviteiten fuseerde en voorzag van een nieuwe strategie voor grondstof-terugwinning. Hiervoor werkte zij o.a. bij McKinsey & Company en behaalde zij haar MBA aan INSEAD in Fontainebleau. Demmers is sinds 2012 raadslid bij de Raad voor de leefomgeving en infrastructuur (Rli).

donderdag 24 augustus 2017

Gevolgen overstromen afvalwaterput in Bladel beperkt gebleven

Door adequaat optreden van medewerkers van Waterschap De Dommel en de gemeente Bladel zijn de gevolgen van het overstromen van een afvalwaterput bij composteringsbedrijf Orgamex in Bladel beperkt gebleven.

Het waterschap constateerde dinsdagmiddag 22 augustus een hoog ammoniumgehalte in het rioolwater dat de zuiveringsinstallatie in Hapert bereikte. De pompen werden stilgelegd en samen met de gemeente Bladel is direct onderzocht waar de vervuiling vandaan kwam. Dat bleek het bedrijf Orgamex te zijn, waar een tank was overstroomd waarin mestvocht en spuiwater wordt opgevangen. Deze afvalproducten worden normaliter overgepompt in een tankwagen en afgevoerd.

Volgens het waterschap zijn de gevolgen voor de waterzuivering beperkt gebleven en functioneert de installatie weer normaal. Onder begeleiding van gemeente en waterschap heeft Orgamex inmiddels het nabijgelegen deel van het riool schoongemaakt. De provincie zal het bedrijf aanspreken vanwege het niet tijdig melden van het incident.

Diederik Samsom presenteert onderzoek naar sanering Thermphos-terrein

Gisteren maakte Diederik Samsom de resultaten van zijn onderzoek naar de sanering van de failliete fosforfabriek Thermphos in Vlissingen bekend. Samsom is door het Nederlandse kabinet aangesteld om over de veiligstelling en de sanering van het met fosforresten en licht radioactief materiaal vervuilde gebouwen en terrein advies te verstrekken. Het advies is dat zowel het Nederlandse Rijk, de provincie Zeeland als Zeeland Seaports elk 27,7 miljoen euro voor hun rekening zouden nemen. Dit gezamenlijke bedrag – 83 miljoen euro - is beduidend lager dan eerdere, hogere, ingeschatte bedragen.

Deze resultaten kunnen van belang zijn voor de voorgenomen fusie tussen Zeeland Seaports en het Havenbedrijf Gent en kunnen ook de aandeelhouders een houvast bieden inzake de financiële gevolgen van de saneringsoperatie. Gezien de omvang van de bijdrage zullen beide havenbedrijven zich beraden over de resultaten van het onderzoek en constructieve gesprekken voeren over hoe daar mee om te gaan in het kader van de voorgenomen fusie. Het dossier Thermphos is immers een opschortende voorwaarde om tot een fusie te komen.   

woensdag 23 augustus 2017

Zeer zorgwekkende stoffen belemmeren recycling

Zeer zorgwekkende stoffen (ZZS) kunnen het veilig recyclen van afvalstromen belemmeren in Nederland. Deze stoffen komen voor in een breed spectrum van afvalstromen. Voorbeelden zijn vlamvertragers in plastics, kleurstoffen in textiel of zware metalen in reststromen van de landbouw. Dit blijkt uit een verkennende studie van het RIVM.

ZZS worden door de Nederlandse overheid met voorrang aangepakt, omdat ze gevaarlijk zijn voor mens en milieu. Het gaat daarbij om stoffen die kankerverwekkend zijn, de voortplanting belemmeren of zich ophopen in voedselketens. ZZS kunnen in afvalstromen zitten omdat ze bewust aan het proces of product zijn toegevoegd, of het kunnen verontreinigingen zijn.
Het is lastig om een compleet beeld te krijgen van ZZS in afvalstromen, omdat vaak informatie ontbreekt over de werkelijke concentraties ervan in het afval. Het RIVM doet aanbevelingen om aan te geven welke ZZS en afvalstromen als eerste aandacht moeten krijgen (prioriteren). Ook adviseert het RIVM om een afwegingskader te ontwikkelen om de meest geschikte afvalverwerkingsoptie te selecteren.

Het Rijksbrede beleidsprogramma ‘Nederland circulair in 2050’ benoemt vijf prioritaire ketens en sectoren voor de overgang naar een circulaire economie in Nederland: biomassa en voedsel, kunststoffen, de maakindustrie, de bouw en consumptiegoederen. Het RIVM onderzocht belangrijke afvalstromen in deze sectoren op de mate waarin ZZS voorkomen.
De resultaten zijn bruikbaar voor de uitvoering van het Landelijke Afvalstoffen Plan (LAP), dat gericht is op risicomanagement zo lang ZZS nog in gebruik of in omloop zijn. Het langere termijn streven moet zijn om veilige alternatieven voor ZZS te ontwikkelen, zodat ketens, ongeacht de latere toepassingen, op voorhand veilig zijn.

maandag 21 augustus 2017

TNO wil luchtkwaliteit in operatiekamers optimaliseren

Sinds eind 2014 zijn nieuwe richtlijnen van kracht die scherpe eisen stellen aan de luchtkwaliteit in operatiekamers. Sinds begin dit jaar toetst en handhaaft de Inspectie voor de Gezondheidszorg hierop. Ziekenhuizen moeten aan de geformuleerde prestatie-eisen voldoen, maar deze hebben ook gevolgen voor de fabrikanten, leveranciers en installateurs van luchtbehandelingssystemen. TNO ondersteunt bedrijven in de sector met de nieuwste kennis op het gebied van contaminatie control in de zorg.

Dat gebeurt in nauwe samenwerking met de brancheorganisatie Vereniging Contamination Control Nederland. Met een groep van tien VCCN-leden vormde TNO een zogeheten technologiecluster om tot nieuwe inzichten te komen en alternatieve meetmethoden te ontwikkelen. Die moeten efficiënter (beter en tegen lagere kosten) vaststellen of de luchtkwaliteit in de ok aan de prestatie-eisen voldoet en welke maatregelen nodig zijn.

“Door de nieuwe meetmethodiek die we gezamenlijk hebben ontwikkeld zijn de prestaties rond de luchtkwaliteit veel duidelijker vast te stellen”, vertelt TNO-expert Stefan van Heumen. “Vroeger bevatte een richtlijn als deze heel precieze technische voorschriften. Nu ligt het accent juist op de uiteindelijke prestatie van het systeem. Het is een gedeelde verantwoordelijkheid van leverancier en ziekenhuis om aan de prestatie-eisen te voldoen.”

Ziekenhuizen moeten aantonen hoe het met de luchtkwaliteit is gesteld en op welk niveau de operatiekamer is geclassificeerd. Afhankelijk van het type ingreep geven de wetenschappelijke verenigingen van medisch specialisten aan op welk niveau de ok’s geclassificeerd moeten zijn om specifieke ingrepen te mogen uitvoeren. Hierbij speelt het zogeheten ‘beschermde gebied’ een belangrijke rol. Dat is een afgebakend gebied binnen de ok waarin zich de operatietafel, de steriele instrumenten en het chirurgisch team bevinden. De metingen volgens de nieuwe methodiek stellen vast hoe groot dit beschermde gebied is en of het aan de prestatie-eisen voldoet.

Het Greenhouse Emission Model geschikt voor beoordeling van gewasbeschermingsmiddelen

Restanten van gewasbeschermingsmiddelen die in kassen worden gebruikt, kunnen in het oppervlaktewater terechtkomen en het waterleven aantasten. Uit RIVM-onderzoek blijkt het Greenhouse Emission Model (GEM) goed in staat om te berekenen in welke concentraties de stoffen in te lozen restwater terechtkomen. Deze berekeningen worden gebruikt bij de beoordeling van gewasbeschermingsmiddelen.

Om te weten of de berekeningen overeenkomen met de daadwerkelijke concentraties heeft het RIVM het Greenhouse Emission Model in de praktijk getoetst met drie gewasbeschermingsmiddelen. Daarbij zijn de gewasbeschermingsmiddelen in een pilotopstelling toegevoegd aan het water dat aan een komkommergewas op steenwol wordt toegediend. Vervolgens zijn gedurende zes dagen de concentraties van de werkzame stoffen gemeten in zowel het water dat wordt toegediend als het water dat wordt hergebruikt. Dit is lang genoeg om het hergebruik van water en de opname van stoffen door planten, te onderzoeken. Van twee stoffen blijken de berekende concentraties in het drainwater na ongeveer 36 uur gelijk aan de gemeten concentraties. Bij de derde stof was dit na ongeveer 80 uur het geval. De stoffen verdwenen voornamelijk uit het water door de opname door planten; afbraak speelde in dit experiment geen rol van betekenis.

Het Greenhouse Emission Model wordt gebruikt om de effecten van gewasbeschermingsmiddelen op het milieu in kaart te brengen voordat deze middelen mogen worden gebruikt. Het model is ontwikkeld door het RIVM in samenwerking met Wageningen Environmental Research en Wageningen Plant Research.

vrijdag 18 augustus 2017

1 miljoen boete geëist tegen Aluchemie

Het Openbaar Ministerie (OM) heeft in de rechtbank Rotterdam een boete van 1 miljoen euro geëist tegen Aluminium & Chemie Rotterdam B.V.(Hierna: Aluchemie). Het OM verwijt het chemiebedrijf dat het sinds 2012 meer zwaveldioxide en waterstoffluoride heeft uitgestoten dan is toegestaan volgens de vergunning. Daarnaast  zouden vier incidenten niet op tijd zijn gemeld aan het bevoegd gezag.
 
De fabriek in het Botlekgebied vervaardigt een soort koolstof-blokken (anoden) die gebruikt worden bij de aluminiumproductie. Uit onderzoek door de omgevingsdienst DCMR komt naar voren dat het bedrijf de afgelopen jaren meer zwaveldioxide en waterstoffluoride uitstootte dan volgens de vergunning is toegestaan. Het bedrijf had hiervoor al een last onder dwangsom opgelegd gekregen door de omgevingsdienst. Het bedrijf beloofde daarna beterschap, maar desondanks blijkt uit onderzoek dat na 2012 de normen vaker zijn overschreden. Daarnaast wordt het bedrijf verweten dat zij ongewone voorvallen niet op tijd heeft gemeld. Het betrof 4 incidenten in 2013, waaronder een brand en lekkages of morsingen die tot bodemverontreiniging hadden kunnen leiden. Het niet melden van ongewone voorvallen vindt het OM ernstig, want door tijdige melding wordt het bevoegd gezag in de gelegenheid is gesteld om – indien nodig- adequate maatregelen te nemen om mens en milieu te beschermen.

De officier van justitie benadrukte op zitting de maatschappelijke verantwoordelijkheid van bedrijven waar gewerkt wordt met gevaarlijke stoffen: “Van een zo groot en zo milieubelastend bedrijf als Aluchemie mag stipte naleving van de vergunningvoorschriften verwacht en verlangd worden. Een milieuvergunning is geen streefmodel waaraan je mag proberen te voldoen, geen stip aan de horizon waarnaar je in eigen tempo en op eigen wijze op af mag koersen. Nee, het is een tussen alle maatschappelijke betrokken partijen tot stand gekomen kader waarbinnen jij, als bedrijf, een milieubelastende activiteit mag uitvoeren.” Hij vervolgde: “Ook al zijn investeringen om binnen de kaders van de milieuvergunning te blijven kostbaar, de investeringen moeten wel gedaan worden. Door de benodigde investeringen niet te doen kiest Aluchemie consequent voor eigen gewin en legt de met de niet-toegestane vervuiling gemoeide kosten, neer bij de maatschappij.”  Mede daarom vindt het OM een boete van 1.000.000 euro passend. De rechtbank doet over twee weken uitspraak.

De toenmalige manager milieu en veiligheid van het bedrijf heeft een door het OM aangeboden transactie in de vorm van een werkstraf geaccepteerd. Het OM verwijt de manager het feitelijk leidinggeven aan het overschrijden van de normen.


donderdag 17 augustus 2017

Verwerking van fipronil mest vergt meer tijd

Op aanwijzing van het ministerie van Economische Zaken en de NVWA wordt sinds ruim een week bij energiecentrale BMC Moerdijk pluimveemest verwerkt, die het bestrijdingsmiddel fipronil bevat. Na de eerste ervaringen met de verwerking van deze mest is besloten de dagelijks te verwerken hoeveelheid fipronil mest te beperken. Getroffen pluimveehouders kunnen daarom vanaf 21 augustus op werkdagen maximaal 200 ton pluimveemest per dag naar BMC Moerdijk laten afvoeren.

BMC Moerdijk krijgt met de aangeleverde fipronil mest een groter gehalte aan leghennenmest, vergeleken met de mest die BMC afneemt van de bij Coöperatie DEP aangesloten pluimveehouders. Operationeel directeur Luc Westdorp: “Leghennenmest bevat meer fosfaat en dat heeft invloed op het verwerkingsproces en op de kosten daarvan. Er zijn verschillende  manieren om daarmee om te gaan. Wat we níet willen is de kosten voor getroffen pluimveehouders verder op laten lopen. Onze intentie is te helpen bij de problemen die fipronil in de gehele pluimveesector veroorzaakt. We hebben besloten de hoeveelheid fipronil mest die we per dag verwerken aan te passen en hebben dat afgestemd met EZ. ”

Algemeen directeur Kees de Regt vult aan: “We verwerken die fipronil mest dus wel, alleen het duurt wat langer dan gehoopt.” De Regt vindt de kritiek dat BMC Moerdijk zou willen profiteren van de fipronil crisis onterecht: “In 2006 hebben ongeveer 600 pluimveehouders besloten fors te investeren in hun eigen duurzame verwerking van pluimveemest. Het is niet meer dan logisch dat -wanneer EZ en NVWA besluiten dat fipronil mest bij BMC moet worden verwerkt-  niet-aangesloten pluimveehouders daar een toeslag voor betalen.” 

De Regt vervolgt: “We zijn niet verplicht dit te doen. Vertegenwoordigers van de sector hebben ons gevraagd of BMC kan helpen, en voor ons is dit een gebaar van goede wil.” Kees de Regt wijst tot slot op de tarieven die afvalverwerkers rekenen: “De tarieven variëren van minimaal €75 tot €100 per ton. Dat is drie- tot viermaal het bedrag dat BMC aan niet-aangesloten pluimveehouders in rekening brengt. Uiteindelijk is het natuurlijk de overheid die bepaalt wat de meest-verantwoorde manier is om fipronil mest te verwerken en waar dat dient te gebeuren. Daarbij is de keuze op onze energiecentrale gevallen. BMC neemt de taak om dit zo snel als mogelijk en tegen reële kosten te verzorgen uiterst serieus.” 

Nederlandse biodiversiteit lijdt onder druk van stikstofdepositie

Stikstofdepositie is naast de uitstoot van broeikasgassen en habitatvernietiging de belangrijkste factor waarmee de mensheid de natuur wereldwijd beïnvloedt. De recente inzichten over bedreigingen voor de biodiversiteit en wegen naar herstel zijn nu gebundeld in een themanummer van het tijdschrift Biological Conservation. Voor het Nederlandse beleid ten aanzien van stikstof alle reden voor bezinning.



Met de uitvinding van kunstmest en in mindere mate door industrialisatie en verkeer heeft de mensheid de wereldwijde stikstofstroom enorm versterkt. Naar schatting wordt er via kunstmest twee- tot driemaal zoveel reactieve stikstof in de omgeving gebracht als door natuurlijke binding van stikstof in ecosystemen. De meststof verspreidt zich via de lucht en slaat elders weer neer, ook in natuurgebieden. Dit heeft een ingrijpende invloed op het functioneren en de soortenrijkdom van ecosystemen.

De afname van de biodiversiteit is het best bekend van plantengemeenschappen, maar blijkt ook door te werken naar diersoorten. “Bij vlinders nemen soorten uit stikstofrijke omgeving toe ten opzichte van soorten uit stikstofarme milieus,” zegt Michiel Wallis de Vries, buitengewoon hoogleraar aan Wageningen University & Research en redacteur van het themanummer, samen met senior-onderzoeker Roland Bobbink van Onderzoekcentrum B-WARE (Radboud Universiteit Nijmegen).

“Dat leidt tot een sterke afname in de soortenrijkdom, omdat maar heel weinig soorten zijn aangepast aan die stikstofovervloed en doorwerkingen ervan in het voedselweb.” In het twaalf artikelen tellende themanummer wordt nader ingegaan op de sturende mechanismen achter deze veranderingen en de wegen naar herstel. Stikstof werkt niet alleen door als meststof op de productie maar ook als verzurende factor in voedselarme bodems. Hoger in de voedselketen kan er een onbalans ontstaan tussen stikstof en andere essentiële voedingsstoffen. Bij het uitvoeren van herstelmaatregelen moet worden voorkomen dat deze onbalans wordt vergroot. Vooral bij plaggen op droge heide blijkt dat een serieus probleem. Voor de fauna en het bodemleven zijn er echter nog veel vragen op te lossen over de doorwerking van stikstofinvloed en effectieve herstelmaatregelen.

In Nederland wordt er sinds 2015, de Programmatische Aanpak Stikstof (PAS), door het Ministerie van Economische Zaken en het Kennisnetwerk OBN aan gewerkt om de negatieve effecten van de stikstofdepositie op de biodiversiteit om te buigen naar herstel. Tegelijkertijd wordt daarbij geprobeerd om de landbouw zoveel mogelijk ruimte voor verdere ontwikkeling te bieden. Het laatste artikel gaat in op de haalbaarheid van deze aanpak en concludeert dat deze ook juridische risico’s met zich meebrengt. “Gezien de grote effecten, lijkt het in Nederland absoluut noodzakelijk om ervoor te zorgen dat de uitstoot van reactieve stikstof naar de atmosfeer sterker wordt teruggeschroefd dan nu het geval is”, stelt stikstofdeskundige Roland Bobbink. Omdat de ammoniakbelasting de laatste jaren niet verder daalt, lijkt het dus noodzakelijk om sterker in te zetten op vermindering van de stikstofuitstoot door verduurzaming van de landbouw.

woensdag 16 augustus 2017

Hoe verplaatst luchtvervuiling zich op zeer grote hoogte in Azië?

Het Aziatische moesson-systeem is een van de grootste en meest energieke weersystemen ter wereld, met regens die een cruciale rol spelen in de voedselvoorziening van meer dan een miljard inwoners van Azië. De Utrechtse onderzoeker Thomas Röckmann maakt deel uit van een internationaal team van wetenschappers die nu de eerste wetenschappelijke missie uitvoeren naar de bovenste niveaus van het moessonsysteem, met behulp van een speciaal onderzoeksvliegtuig dat vanuit Nepal naar zeer grote hoogte vliegt. Het onderzoek helpt ons beter te begrijpen hoe dit weersysteem het wereldwijde klimaat beïnvloedt en hoe het in de toekomst kan veranderen.

Op 27 juli voerde het Russisch onderzoeksvliegtuig M55 Geophysica vanuit Kathmandu (Nepal) zijn eerste wetenschappelijke missie uit op een hoogte van meer dan 20 km, ongeveer twee keer de maximale vlieghoogte van normale vliegtuigen. Thomas Röckmann ontwikkelde de sampler die op deze vluchten wordt gebruikt om luchtmonsters uit de stratosfeer te nemen. “De luchtdruk op een hoogte van 20 km is heel laag, ongeveer eenvijftiende van de luchtdruk op de grond,” legt hij uit. “We gebruiken twee speciale compressoren om de lucht samen te persen, waardoor we kleine stalen glascylinders tot een druk van 4,5 keer de normaaldruk kunnen vullen.” Terug op de grond gaat de onderzoeksgroep van Röckmann metingen uitvoeren op de luchtmonsters, om de isotoopsamenstelling van broeikasgassen te bestuderen. “Daarmee kijken we naar transport van luchtvervuiling van de grond naar grote hoogtes, en hopen we de bronnen van deze vervuiling te identificeren."

Tijdens de zomer is de Aziatische moesson niet alleen belangrijk voor Azië, maar voor de weerpatronen van het hele noordelijk halfrond. De moesson fungeert als een lift, die enorme hoeveelheden lucht en verontreinigende stoffen vanaf het aardoppervlak tot niveaus boven 16 km hoogte vervoert. Dat is zo hoog dat de moessonlucht dan opstijgt naar de stratosfeer, de stabiele laag waarin de ozonlaag zich bevindt. Eenmaal in de stratosfeer verspreidt de moessonlucht zich over de hele wereld en houdt daar jarenlang stand. Satellietbeelden tonen een grote wolk aerosolen – kleine druppels of stofdeeltjes – recht boven het gebied van de Aziatische moesson, die zich uitstrekt van het Arabisch Schiereiland tot de oostkust van China.

Over de vorming en eigenschappen van de aerosolwolk boven de moesson weten klimaatwetenschappers nog weinig, en potentiële toekomstige veranderingen vormen een van de grootste onzekerheden voor klimaatvoorspellingen. Aerosolen kunnen het aardoppervlak verwarmen of afkoelen, afhankelijk van hun samenstelling en het samenspel met wolkenvormingsprocessen. Het is ook nog onduidelijk hoe de regenval van de moesson reageert op veranderingen in uitstoot van verontreinigende stoffen en op klimaatverandering.

Een internationaal team van wetenschappers onder leiding van het Alfred Wegener Instituut gaat nu aan de slag om meer kennis op te doen over deze processen. Teams van 37 onderzoeksinstellingen uit 11 Europese landen, de Verenigde Staten, Bangladesh, India en Nepal nemen deel aan het StratoClim-project, dat een belangrijke mijlpaal vormt in internationale onderzoekssamenwerking in de regio. Het Instituut voor Marien en Atmosferisch Onderzoek Utrecht (IMAU) is een van de betrokken instituten. Het StratoClim-project is het eerste project dat de hoogste punten van de moesson zal bestuderen.

dinsdag 15 augustus 2017

De angst voor fipronil? Pure chemofobie

We zijn overdreven bang, onwetend en hypocriet als het om ons eten gaat. Dat vindt hoogleraar Frans van Knapen, die niet kan geloven dat we en masse griezelen over een beetje fipronil in onze eieren. ‘Dit is pure chemofobie.’ In zijn huis in Amersfoort gebruikt Frans van Knapen fipronil. Elke maand, en dan komt het spul ook nog eens op zijn blote handen. De hoogleraar, ooit dierenarts, zegt het gekscherend over het vlooienmiddel voor zijn hond. ,,Ik smeer het in zijn nek, het komt altijd op mijn vingers.’’ Terwijl hij daarna braaf zijn handen wast ziet hij nu hoe Nederland steeds verder in een kramp schiet, over precies de stof die hij wegspoelt. ,,We zijn zo overdreven bang.’’

maandag 14 augustus 2017

Milieubelastingen brengen ruim 25 miljard euro op

De overheid heeft 25,3 miljard euro aan milieubelastingen en -heffingen ontvangen in 2016. Dit is 3,0 procent meer dan in 2015. Huishoudens dragen bijna twee derde van de lasten. Dat blijkt uit nieuwe cijfers van het CBS.

De accijns op brandstof, de motorrijtuigenbelasting en de energiebelasting waren in 2016 respectievelijk 8,1 miljard euro, 5,6 miljard euro en 5,0 miljard euro. De opbrengsten van de energiebelasting zijn met 10,7 procent het hardst gestegen ten opzichte van een jaar eerder.

De opbrengst van de belasting op nieuw aangeschafte personenauto's en motorrijwielen (BPM) steeg met 6,1 procent ten opzichte van 2015 tot 1,6 miljard euro. Huishoudens brachten 28 procent meer BPM op, producenten 7 procent minder. Tariefverhogingen zijn één van de oorzaken van deze stijging. Voor de BPM zijn in 2016 de CO₂-grenzen aangescherpt voor benzine- en dieselauto’s en zijn de tarieven van de drie hoogste categorieën van CO₂-uitstoot verhoogd.

De opbrengst van de kolenbelasting daalde van 195 miljoen euro (2015) naar 3 miljoen euro (2016). Kolen die worden gebruikt in kolencentrales voor de opwekking van elektriciteit zijn vanaf 2016 vrijgesteld van kolenbelasting.

De afgelopen vijf jaar is het aandeel van milieubelastingen en -heffingen ten opzichte van de totale belastingopbrengsten gedaald van 17,1 procent (in 2011) naar 15,3 procent (2016). De opbrengsten van de milieubelastingen en -heffingen zijn minder hard gestegen dan de inkomsten uit andere belastingen.

vrijdag 11 augustus 2017

Slimme monitor controleert luchtkwaliteit

Met de Air Monitor begeeft Acer zich op de Smart Home markt. Het apparaat kan in realtime de luchtkwaliteit in de gaten houden. Zes indicatoren geven informatie over de kwaliteit van de binnenlucht. Ze worden getoond aan de hand van de kleuren van het LED-lichtsysteem van het apparaat. Of je kan ze aflezen in de speciale smartphone-app. De sensoren in de Acer Air Monitor kunnen het volgende meten: VOS (vluchtige organische stoffen), Kooldioxide (CO2), Pm2,5- en PM10-deeltjes, luchtvochtigheid en temperatuur.

donderdag 10 augustus 2017

Rechter zet opnieuw streep door nieuwe fosfaatregels

De rechter in Den Haag heeft opnieuw een streep gezet door de nieuwe fosfaatregels van de regering. Boeren die na het opheffen van het melkquotum hun bedrijf hebben uitgebreid, dreigden door de nieuwe regels koeien te moeten slachten omdat er door hun bedrijf te veel mest werd geproduceerd. Bioboer Henk Aa uit Heino is tevreden: hij vocht eerder dit jaar met een aantal collega's al met succes het fosfaatreductieplan aan. Na dit eerste proces stapten honderden andere melkveehouders ook naar de rechter, omdat ze vinden dat ze in dezelfde lastige positie als Aa zitten. De rechter heeft nu bepaald dat ook zij niet aan de regels hoeven te voldoen.

Augustus is vliegende insectenmaand

Wespen, mieren, muggen en (fruit)vliegen komen in augustus massaal tevoorschijn. 1 op de 5 Nederlanders grijpt naar chemische middelen om klein ongedierte te bestrijden, zo blijkt uit onderzoek van Milieu Centraal. 6 tips om zoemers uit je buurt te houden zonder gif. 

1. Houd vliegdiertjes buiten de deur

Plaats horren en vliegengordijnen om wespen, muggen en vliegen buiten de deur te houden. Dicht ook kieren en naden zodat ongedierte niet toch je huis binnendringt. Een klamboe beschermt je tijdens je slaap tegen prikkende zoemers.

2. Geef zzzoetekauwen niets te snacken

Wespen zijn dol op vlees bij de barbecue, ijsjes en frisdrank. Voor mieren zijn een paar koekkruimels of een kleverig jampotje al een feestmaal. Voedselresten trekken ook fruitvliegjes aan. Wil je geen beestenboel in huis? Laat afwas niet staan, ruim etensresten direct op en haal dagelijks een doek met een sopje over je aanrecht en eettafel. Eet je fruit op tijd op of bewaar het in de koelkast, zodat het niet overrijp wordt.

3. Bied ze geen broedplaats

Muggen broeden in stilstaand water. Dek je regenton af, leeg je verstopte dakgoot en ruim plasjes water in en rond je huis op. Denk ook aan kruipruimtes, afvoerputjes en bloembakken. Heb je een vijver in je tuin? Zet er planten in die natuurlijke vijanden van muggen aantrekken zoals: kikkers, libellen, vissen en salamanders.

4. Zet afval niet in het zonnetje

Last van fruitvliegjes, maden of schimmel in je afvalbak? Ververs regelmatig de vuilniszak en houd de bak goed schoon en droog. Vooral gft-containers kunnen een ware broedplaats van fruitvliegjes en maden zijn. Zet deze zo vaak als het kan aan de straat en plaats hem bij voorkeur niet vlakbij je huis of in de volle zon. Ga je op vakantie? Laat zowel je vuilnisemmer binnen als je container buiten schoon en droog achter.

5. Zoete inval voor wespen

In augustus pikken wespen massaal een terrasje. Maak een wespenval van een halve, in elkaar geschoven PET-fles met daarin een paar centimeter limonadesiroop. De wespen kunnen de val wel binnenvliegen, maar komen er moeilijk uit. Hang de wespenval op een afstandje van het terras.

6. Laat maar lekker waaien 

Last van zinderende hitte én zomerse zoemers? Combineer het nuttige met het aangename en laat het lekker waaien door je huis. Muggen, fruitvliegjes en wespen vinden het minder fijn vliegen bij tocht of in de luchtstroom van een ventilator.

Opsteker

Als je je ergert aan beestjes rondom je huis, realiseer je dan dat elk beestje nut heeft. Zo ruimen mieren afval op in je tuin en eten wespen ook muggen en vliegen. Een nest met 5000 werksters kan tot wel 100.000 vliegen, muggen en andere beesten per dag (!) uit de omgeving wegvangen.

woensdag 9 augustus 2017

Makelaar speelt dubieuze rol bij illegale asbestsanering

Een Wassenaarse makelaar heeft een illegale asbestsaneerder aanbevolen bij twee verkopers van particuliere woningen. De Inspectie SZW heeft 2 boetes opgelegd tegen de malafide saneerder. De huizenverkopers hebben een aanzienlijke financiële schade door het niet correct laten verwijderen van asbest.

De Inspectie SZW werd onlangs getipt dat bij 2 woningen in Wassenaar op niet correcte wijze asbest werd of was gesaneerd uit woningen. Op 1 van de 2 adressen troffen inspecteurs de malafide saneerder nog aan. Daar wilde hij op dat moment gaan werken aan een asbesthoudende vloer zonder dat er enige veiligheidsmaatregelen waren genomen.

Uit verder onderzoek bleek dat de saneerder in ieder geval nog op 1 andere locatie in Wassenaar illegaal asbest had gesaneerd. De werkzaamheden hier betroffen het niet correct verwijderen van asbesthoudende leidingisolatie.

In beide gevallen zouden de huizen verkocht worden. De verkopers, die elkaar niet kennen, verklaarden tegen de inspecteurs dat zij van hun makelaar de naam van deze malafide saneerder hadden gekregen. De Inspectie SZW heeft inmiddels de NVM op de hoogte gebracht van deze dubieuze handelingen van de Wassenaarse makelaar.

Ook voor de bewoners had de illegale sanering een financieel staartje. Zo moesten zij nu een besmettingsonderzoek laten verrichten om te kijken of in de woning geen asbestvezels waren achtergebleven. Bij het niet goed verwijderen van asbest bestaat immers de kans dat asbestvezels in andere ruimten terecht komen. Verder moest op kosten van de bewoner alsnog een inventarisatierapport gemaakt moeten worden en een gecertificeerd asbestverwijderingsbedrijf ingehuurd worden voor het verwijderen van achtergebleven asbest en asbestvezels.

Voor asbestverwijdering gelden strenge regels. Alleen mensen en bedrijven die daartoe gecertificeerd zijn, mogen asbest inventariseren en verwijderen. De productie en het gebruik van asbest is in Nederland sinds 1994 verboden. Asbest is echter nog in ruime mate aanwezig in daken, in vloeren, rioolpijpen of andere toepassingen. Bij het verbouwen en slopen van gebouwen, woningen, machines of schepen kan nog altijd asbest vrijkomen. Als dit niet op een verantwoorde wijze gebeurt, kunnen hierdoor op termijn zeer ernstige gezondheidsklachten optreden.

dinsdag 8 augustus 2017

Paraffine aangetroffen aan kust Noord-Holland

Over een groot gedeelte van de kust van Noord-Holland is paraffine aangetroffen. Rijkswaterstaat is begonnen met het opruimen van de aanzienlijke hoeveelheid paraffine.

Het meeste is aangespoeld tussen Zandvoort en Den Helder. Zogeheten beachcleaners (strandreinigingsmachines) zorgen ervoor dat de paraffine kan worden afgevoerd. Dit neemt zeker enkele dagen in beslag.

Het is nog niet duidelijk waar de paraffine vandaan komt. Doorgaans is de scheepvaart verantwoordelijk, die het loost op zee. Paraffine is een aardolieproduct en ziet er uit als kaarsvet. Het is niet direct schadelijk voor het milieu of de gezondheid. Wel wordt aangeraden er voor zorg te dragen dat honden het niet opeten. Zij kunnen er namelijk flink ziek van worden.

maandag 7 augustus 2017

Boeren hebben hier laagste milieu-impact

De Nederlandse agrarische sector heeft relatief de laagste impact op het milieu van alle landen in de wereld. Dat zegt ABN Amro na onderzoek. Volgens de bank is per kilo landbouwproduct de gezamenlijke ‘ecologische voetafdruk’ van onder meer CO2, energie, pesticiden en antibiotica in Nederland het kleinst. Per hectare land produceren we hier meer dan andere landen, zegt Jan de Ruyter, sectorbankier Agrarisch bij ABN Amro. 'Op Wageningen University zitten studenten uit allerlei landen die willen leren hoe wij dat hier doen'.

Landbouw benut stikstof en fosfor efficiënter

De Nederlandse landbouw zet mineralen uit veevoer en meststoffen efficiënter om in dierlijke en plantaardige producten dan begin jaren ‘90. De verliezen van stikstof en fosfor naar bodem en lucht zijn flink verminderd, mede doordat er minder van deze mineralen wordt aangevoerd. Dit meldt het CBS op basis van onlangs gepubliceerde cijfers over de mineralenbalans in de landbouw.

In 1990 werd 31 procent van de stikstof uit veevoer en meststoffen omgezet in dierlijke of plantaardige producten. In 2015 was die zogeheten benutting gestegen naar 47 procent, waardoor er dus minder stikstof verloren ging. De afgelopen jaren is dit percentage nagenoeg gelijk gebleven. De fosforbenutting steeg zelfs van 44 naar 93 procent. Hier is nog wel sprake van een toenemende trend.

Het mestbeleid van de afgelopen 25 jaar resulteerde in steeds kleinere verliezen van aangevoerde mineralen in de landbouw. De bemesting is minder overmatig en de mesttoediening is minder verspillend. In 1990 bleef nog 361 miljoen kilo stikstof in de bodem achter, in 2015 was dit gedaald naar 242 miljoen kilo. Het verlies van stikstof naar de lucht daalde van 263 miljoen kilo in 1990 naar 90 miljoen kilo in 2015. Het bemesten van landbouwgrond vindt tegenwoordig doelmatiger plaats en verliezen uit stallen en mestopslag zijn lager dan toen.

vrijdag 4 augustus 2017

Concentraties GenX in drinkwater blijven onder richtwaarden

De concentratie FRD-903  – een stof die wordt gebruikt bij GenX technologie – in  drinkwater  overschrijdt de richtwaarden in de toekomst  – en bij de huidige emissie - niet. Dat blijkt uit een risicoschatting van het RIVM op basis van berekeningen van het drinkwaterbedrijf Oasen. Een richtwaarde geeft aan hoeveel een mens van de stof mag binnenkrijgen zonder daar gezondheidsschade aan over te houden. Het RIVM heeft deze richtwaarde in 2016 berekend. Op dit moment zijn de concentraties ruim onder de richtwaarden FRD 903 in drinkwater. Dat betekent dat het overal veilig is om het drinkwater te drinken.

Het RIVM constateert dat de berekende concentraties FRD-903 in het drinkwater op langere termijn net onder de richtwaarde blijven als uitgegaan wordt van de nu toegestane lozing. Bij hogere lozing zou er sprake zijn van overschrijding van de richtwaarde. Dat pleit voor  goede monitoring  van het oppervlaktewater en om te zorgen dat de concentratie FRD-903 ook in de toekomst onder de richtwaarde blijft.

FRD-903 is een stof die wordt gebruikt bij GenX- technologie, die wordt gebruikt om coatings (fluorpolymeren) te maken. Sinds 2012 gebruikt fabrikant Chemours in Dordrecht de GenX-technologie als vervanging van PFOA. Conform de huidige lozingsvergunning  van april 2017 mag de chemiefabriek DuPont/Chemours  jaarlijks maximaal 2035 kilogram FRD-903 lozen op de rioolwaterzuivering.

De chemiefabriek DuPont/Chemours is voor de productie van stoffen in 2012 overgegaan op de zogenoemde GenX-technologie. Bij toepassing van deze technologie vormt zich in water de stof FRD-903. De fabriek heeft sinds 2013 een vergunning om maximaal 6400 kg per jaar te lozen op de rioolwaterzuivering van Dordrecht. In de aangepaste vergunning van april 2017 is de toegestane lozing verlaagd tot 2035 kg per jaar. Tot het jaar 2012 gebruikte de chemiefabriek perfluoroctaanzuur (PFOA) .
 

donderdag 3 augustus 2017

ANVS per 1 augustus 2017 een zelfstandig bestuursorgaan

De Autoriteit Nucleaire Veiligheid en Stralingsbescherming (ANVS) is per 1 augustus 2017 een zelfstandig bestuursorgaan (zbo). De ANVS neemt vanaf dat moment de uitvoeringsbevoegdheden op het gebied van nucleaire veiligheid en stralingsbescherming over van de minister van Infrastructuur en Milieu. Een zbo voert overheidstaken uit, maar valt niet direct onder het gezag van een ministerie. In deze rechtsvorm wordt de onafhankelijkheid van de ANVS geborgd.

In januari 2014 besloot de ministerraad tot de vorming van de ANVS, om twee redenen: onafhankelijkheid en bundeling van kennis. Tot 2015 waren de diverse overheidstaken en de kennis over de nucleaire sector en de toepassing van straling verspreid over verschillende instanties. Met de oprichting van de ANVS op 1 januari 2015 werden de medewerkers ondergebracht in één deskundige organisatie die voldoet aan internationale richtlijnen, onder meer van het Internationale Atoomenergieagentschap (IAEA). Per 1 augustus is onafhankelijkheid van de ANVS formeel geregeld, waarmee voldaan wordt aan de internationale richtlijnen hiervoor.

De ANVS bewaakt en bevordert continu voor deze en volgende generaties de nucleaire veiligheid, stralingsbescherming en beveiliging. Dit doet zij om bij nucleaire installaties incidenten en ongelukken te voorkomen, om mens en milieu zo goed mogelijk tegen mogelijk schadelijke effecten van blootstelling aan ioniserende straling te beschermen, zowel tijdens normale omstandigheden als in ongevalssituaties, om te zorgen dat nucleaire materialen en radiologische bronnen niet in verkeerde handen vallen en zodat nucleaire materialen en kennis niet ongewenst worden verspreid. Waar de ANVS voor staat en waar ze zich komende jaren op gaat richten staat verder beschreven in het Koersdocument dat op 1 augustus 2017 is gepubliceerd.

Op bovengenoemde werkgebieden heeft de autoriteit verschillende taken. De ANVS verleent vergunningen, registreert meldingen en registreert en erkent deskundigen en stralingsartsen. De ANVS houdt toezicht en kan maatregelen treffen wanneer dat voor de nucleaire veiligheid of stralingsbescherming noodzakelijk is. De ANVS zorgt er verder met een aantal partners voor dat Nederland zo goed mogelijk is voorbereid op stralingsincidenten en kernongevallen. De kans daarop is klein, maar als deze zich toch voordoet dan adviseert de ANVS over eventueel te treffen maatregelen. Ook heeft de autoriteit een taak bij de ontwikkeling van beleid voor nucleaire veiligheid en stralingsbescherming, waaronder ook beleid voor radioactief afval. Ze bereidt wet- en regelgeving voor of adviseert hierover. Op internationaal vlak werkt de ANVS samen met verschillende buitenlandse overheden, autoriteiten en organisaties zoals het IAEA. U vindt hierover meer informatie op deze website.

In Nederland moeten nucleaire installaties aan strenge veiligheidseisen voldoen: de Hoge Fluxreactor in Petten, die nodig is voor de productie van medische preparaten, de onderzoeksreactor van de TU Delft en de kerncentrale in Borssele. In Zeeland bevindt zich een opslagfaciliteit voor radioactief afval. In Almelo staat een verrijkingsinstallatie voor uranium. In de medische sector en in de industrie wordt veelvuldig met stralingsbronnen gewerkt. Het gaat bijvoorbeeld om röntgentoestellen in ziekenhuizen, bij tandartsen en bij dierenartsen. Radioactieve stoffen worden gebruikt om kankerpatiënten te behandelen. Deze stoffen moeten ook worden vervoerd. De ANVS ziet er op toe dat dit veilig gebeurt.

woensdag 2 augustus 2017

Studententeam HU vraagt aandacht voor klimaatverandering met ludieke stickeractie

Afgelopen weekend hingen er in verschillende Nederlandse steden stickers en banners met teksten als ‘over tien jaar zwem je hier’ en ‘het water komt tot hier’. De actie is van studenten van Hogeschool Utrecht die aandacht vragen voor klimaatverandering. Als enig Nederlands team doen zij onder de naam ‘Selficient’ mee aan een grote internationale wedstrijd op het gebied van duurzaamheid.

Het team staat binnenkort met een energieneutraal huis in de finale van de prestigieuze Solar Decathlon, een duurzaamheids-olympiade georganiseerd door het Amerikaanse Ministerie van Energie. Het huis is in acht dagen op te bouwen en af te breken en is volledig zelfvoorzienend.

Het studententeam van Hogeschool Utrecht staat als Team Nederland en als één van de twee Europese teams in een verder volledig Amerikaanse finale. Het huis ‘Selficient’ draagt bij aan de doelstellingen zoals afgesproken in het Akkoord van Parijs (2016), door een eerste stap te zetten voor een nieuwe bouwstandaard. Het Selficient-huis is namelijk niet alleen geheel zelfvoorzienend, maar ook modulair en volledig gebaseerd op circulaire economie.

Daarnaast willen de studenten duurzaam wonen betaalbaar maken voor iedereen. “Door slim gebruik van natuurlijke bronnen en verplaatsbare panelen, is dit huis een stuk goedkoper in vergelijking met een traditioneel gebouwde woning. Wonen in een zelfvoorzienend huis is hiermee voor iedereen haalbaar, ongeacht je portemonnee, samenstelling van het gezin en extra individuele wensen”, schrijven de studenten in een persbericht.

dinsdag 1 augustus 2017

Greenpeace: Ban alle dieselwagens uit de steden

Greenpeace wil alle dieselwagens uit de Belgische steden bannen. De milieuorganisatie vindt dat de bestaande en geplande lage-emissiezones niet ver genoeg gaan. "We roepen op om ambitieuzer te zijn in het belang van de burgers", zegt Joeri Thijs van Greenpeace aan VRT Nieuws. "Het gaat om een gezondheidscrisis."

De rechter in Duitsland heeft de overheid in gebreke gesteld omdat de uitstoot van stikstofdioxide in de stad Stuttgart al jaren boven de Europese maximumgrens zit. De rechter oordeelt dat een totaalverbod op dieselwagens een proportionele maatregel is om de gezondheid van de inwoners van de Duitse stad te beschermen.