dinsdag 31 oktober 2017

Warmenhuizers wonen al tientallen jaren op verontreinigde grond


Helena de Vries maakt zich ernstige zorgen. Al 25 jaar woont ze op een plek in Warmenhuizen waar vroeger een gasfabriek stond. Nadat de fabriek was gesloopt, werden er woningen gebouwd. De grond onder die huizen is alleen nooit goed gesaneerd. De vrouw vertelt aan NH Nieuws dat ze bang is dat er een verband bestaat tussen de gezondheidsproblemen van haar gezin en de verontreinigde bodem. Buurtbewoners hebben van advies- en ingenieursbureau Arcadis een brief gekregen waarin zij het advies krijgen contact met de bodem zoveel mogelijk te vermijden.

maandag 30 oktober 2017

Luchtkwaliteit op Vestdijk verbeterd

Er is minder verkeer op de Vestdijk in Eindhoven en dat is positief voor de luchtkwaliteit. De verkeersdruk is nu ongeveer 7.000 motorvoertuigen per etmaal. Volgens berekeningen van het RIVM is de luchtkwaliteit door de verkeersaanpassingen zo sterk verbeterd dat deze nu binnen de wettelijke norm blijft.

Verder blijkt er met name op de Ring, Kanaaldijk-Zuid, Edenstraat, Tramstraat en Gabriël Metsulaan een toename van het autoverkeer te zijn. Dit is een aandachtspunt, maar de toenames blijven binnen de wettelijke luchtkwaliteitsnorm. Andere aandachtspunten zijn het negeren van de knip en kerende auto’s op de Kanaalstraat en Ten Hagestraat. De gemeente blijft de situatie monitoren en gaat in gesprek met betrokkenen voor verdere verbeteringen.

Eindhoven streeft naar een betere luchtkwaliteit in het centrum. Daarvoor is het verminderen van doorgaand autoverkeer noodzakelijk. Op de Vestdijk hebben auto’s voortaan nog één rijbaan. Zo ontstaat meer ruimte voor fietsers, voetgangers en extra groen (gezond leefklimaat) en blijft het centrum voor iedereen goed bereikbaar. Voor de vrijgekomen ruimte zoeken we samen met betrokkenen een goede invulling.

De belangrijkste verandering is de zogeheten knip. Automobilisten mogen op het kruispunt Ten Hagestraat-Kanaalstraat niet meer rechtdoor rijden richting 18 Septemberplein. Ook is er één rijbaan minder. In september hebben we de verkeerseffecten gemeten. De resultaten bespreken we met de bewoners en ondernemers van de Vestdijk en met vertegenwoordigers van omliggende buurten.

De komende maanden wordt duidelijk hoe de nieuwe Vestdijk in zijn definitieve vorm eruit komt te zien. Het projectteam Vestdijk is nu bezig met ontwerpen. Dit gebeurt stapsgewijs en in samenspraak met bewoners, ondernemers en belangenorganisaties. We kijken naar het wegprofiel met bijvoorbeeld water, bomen, fietspaden, fietsparkeren, voetgangersoversteken, laden en lossen, verlichting, overig groen en verblijfs- en ontmoetingsplekken. We willen medio 2018 starten met de uitvoering.

vrijdag 27 oktober 2017

Meer aandacht voor bouwontwerp in bepaling milieuprestaties

Het is belangrijk om al bij het ontwerp van een bouwwerk na te denken over hoe grondstoffen en bouwmaterialen beter hergebruikt of gerecycled kunnen worden. Een verbeterde methode om de milieuprestatie te berekenen maakt het mogelijk om beter te kunnen afwegen welke ontwerpen en technieken nodig zijn om hergebruik en recycling te optimaliseren. Dat blijkt uit onderzoek van het RIVM. Op dit moment wordt in de bouwsector een methode gebruikt om de zogeheten milieuprestatie van gebouwen en bouwwerken in de grond-, weg- en waterbouw te meten. Dat houdt in dat gemeten wordt welke effecten die bouwmaterialen of gebouwen op het milieu hebben.

Uit onderzoek met experts uit deze sectoren blijkt dat de huidige methode onvoldoende geschikt is voor het realiseren van circulaire ontwerpstrategieën in de bouw. Nieuwe technieken Het RIVM heeft onderzocht welk type aanpassingen nodig zijn om de huidige meetmethode om de milieuprestatie te bepalen meer te laten bijdragen aan een circulaire economie. Hiervoor is het van belang om op een juiste manier in te schatten of nieuwe technieken de beloofde voordelen echt waar kunnen maken. Het gaat dan om technieken in het ontwerp van een bouwwerk, maar ook over de manier waarop wordt gesloopt en het materiaal wordt hergebruikt. Verder wordt aanbevolen om aan te sluiten bij huidige methodologische vernieuwingen op dit gebied. Circulaire economie In Nederland werken de overheid en het bedrijfsleven samen aan een circulaire economie, o.a. gericht op het hergebruik van producten en grondstoffen.

De bouwsector kan een belangrijke bijdrage leveren aan een circulaire economie met een betere milieuprestatie als gevolg. Deze milieuprestatie wordt onder andere gebruikt als criterium bij aanbestedingen in de bouw. Dit onderzoek is uitgevoerd in opdracht van Rijkswaterstaat in het kader van het Rijksbrede programma Circulaire Economie 'Nederland circulair in 2050'.

donderdag 26 oktober 2017

Stientje van Veldhoven staatssecretaris van IenW

Vanochtend is het nieuwe kabinet beëdigd. D66'er Stientje van Veldhoven is staatssecretaris voor het nieuwe ministerie van Infrastructuur en Waterstaat (IenW). Cora van Nieuwenhuizen van de VVD wordt minister van dit departement. Van Veldhoven heeft milieu-onderwerpen in haar portefeuille die niet met klimaat te maken hebben. Daar is een nieuw ministerie voor, Economische Zaken en Klimaat, waarvan Eric Wiebes de minister is.

De milieu-onderwerpen die onder verantwoordelijkheid van Van Veldhoven vallen zijn geluidhinder, veiligheid en risico’s, gevaarlijke stoffen, luchtkwaliteit, biociden en gewasbescherming buiten landbouw, verkeersemissies en brandstoffen. Uiteraard hoort ook de circulaire economie erbij, een onderwerp dat Van Veldhoven een warm hart toedraagt. Andere zaken die Van Veldhoven onder haar hoede krijgt zijn openbaar vervoer en spoor, fietsbeleid, KNMI, bodem, Autoriteit Nucleaire Veiligheid en Planbureau Leefomgeving.

De beleidsterreinen Ruimtelijke Ordening, de Omgevingswet en het Kadaster gaan van het voormalige IenM naar Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, onder verantwoordelijkheid van minister Kajsa Ollongren.

Stientje van Veldhoven (1973) is sinds juni 2010 lid van de Tweede Kamer voor D66 en daarmee geen onbekende voor de afvalsector. In 2014 is ze verkozen tot het duurzaamste Tweede Kamerlid. In 2011 en 2012 is zij door Natuurmonumenten is uitgeroepen tot 'groenste politicus'. Van Veldhoven neemt het stokje over van Sharon Dijksma die sinds eind oktober 2015 staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu was.

Eén ministerie voor Economische Zaken en Klimaat: is dat niet raar?

Tegen de verwachting in komt er geen apart ministerie voor Klimaat. De portefeuille wordt onderbracht bij het nieuw te vormen ministerie van Economische Zaken en Klimaat, met VVD’er Eric Wiebes als minister. Dat is minder vreemd dan het op het eerste gezicht lijkt, legt hoogleraar Omgevingsrecht Chris Backes van de Universiteit Utrecht uit.

Het deed behoorlijk wat wenkbrauwen fronzen toen deze week bekend werd dat het klimaatbeleid voortaan wordt ondergebracht bij het vroegere Ministerie van Economische Zaken (EZ). Economische belangen willen nog weleens botsen met klimatologische, zo klonk de kritiek. Hoe kun je die dan samen in een ministerie stoppen? “Ik snap dat je het zo op het eerste oog bekijkt”, zegt hoogleraar Chris Backes. “Maar ik ben er niet zo negatief over. Je kunt klimaatbeleid niet los zien van het energiebeleid. En energiebeleid is van oudsher ondergebracht bij EZ. Als je een apart ministerie van Klimaat maakt en het energiebeleid bij EZ laat, dan kan zo’n minister van Klimaat alsnog geen kant op.”

Voorheen was het klimaatbeleid deels ondergebracht bij het Ministerie van Infrastructuur en Milieu, maar daar was het onder het nieuwe kabinet niet meer op zijn plaats. “De klimaatportefeuille heeft een prominentere plek nodig, zeker nu de klimaatdoelstellingen zo ambitieus zijn”, aldus Backes.

Backes is niet ontevreden over de nieuwe constructie, al had het ook zeker beter gekund. “Wiebes is een VVD’er. VVD’ers die vinden de economie nog weleens belangrijker dan het klimaat. Maar EZ is natuurlijk een VVD-departement, dus deze bundeling lag voor de hand. In het meest groene scenario was er één apart ministerie van Klimaat en Energie gekomen, onder leiding van een D66’er, maar dat was blijkbaar nog een brug te ver. Laten we afwachten hoe het nu gaat. Want er zijn ook groene VVD’ers geweest hoor, zoals Ed Nijpels in het verleden. Veel zal afhangen van hoe Wiebes het gaat invullen.”

woensdag 25 oktober 2017

Samenwerking nodig om steden ook in de toekomst leefbaar te houden

Wereldwijd verstedelijken landen in een hoog tempo. Naar verwachting zal in 2050 ruim 70 procent van de wereldbevolking in stedelijke gebieden wonen. In Nederland wonen nu al de meeste mensen in steden of stedelijke agglomeraties.

De druk op de stad neemt dus toe en dat roept vragen op over de inrichting van de stad en over slimme oplossingen die de leefbaarheid, bereikbaarheid, bevoorrading, mobiliteit, gezondheid en veiligheid in de stad waarborgen.

Voor innogy is vooral de vraag interessant hoe we de nagenoeg onverzadigbare vraag naar energie van de steden beantwoorden, zonder de aarde uit te putten. Want in 2050 moet de wereld ook nog eens CO2-neutraal zijn.

Patrick Lammers, Country Chair van innogy in Nederland, sprak tijdens een dialoogsessie, i-talk genaamd, met vertegenwoordigers van leidende bedrijven, organisaties en overheden over hoe er in Nederland op een efficiënte en effectieve manier gewerkt kan worden aan de stad van de toekomst.
Uit die sessie kwamen vijf agendapunten om de stad van de toekomst vorm te geven. Deze zijn opgenomen in de white paper die hier te downloaden is.

dinsdag 24 oktober 2017

Veel glyfosaat in landbouwgronden

Er is veel discussie over het gebruik en de verlenging van de toelating van glyfosaat als gewasbeschermingsmiddel. Het is het meest toegepaste herbicide in Europa. In 2016 liep de goedkeuring van de Europese Commissie voor het gebruik van dit middel af. Op dit moment wordt gesproken over verlenging van deze toelating. Voorwaarde hierbij is dat het middel geen negatieve gevolgen heeft voor de gezondheid van mensen, dieren en milieu. Waar echter nog weinig aandacht aan is besteed is de vraag naar de mate van voorkomen van glyfosaat in landbouwgronden als gevolg van de wijdverbreide toepassing ervan in de landbouw. Gisteren is een wetenschappelijke publicatie verschenen in het tijdschrift Science of the Total Environment van een internationale groep wetenschappers onder leiding van Wageningen Universiteit met daarin de gegevens van meer dan 300 bodemmonsters die genomen zijn van landbouwgronden in 10 Europese landen.

Uit deze studie blijkt dat in maar liefst 45 procent van de Europese landbouwgronden glyfosaat en AMPA (het meest stabiele afbraakproduct van glyfosaat) zijn aangetroffen. Zowel de mate van voorkomen als de concentraties van AMPA waren hoger dan die van glyfosaat, tot wel 2 mg per kilo grond. (Voor bodem is er geen officiële norm, voor drinkwater is de norm maximaal 0,1 µg per liter.) “Omdat glyfosaat en AMPA als ze aan de bodemdeeltjes gehecht zijn zeer persistent zijn  bestaat er een grote kans op verdere verspreiding van de verontreiniging door bijvoorbeeld winderosie of afspoeling van verontreinigde gronden,” zegt prof. Violette Geissen van de leerstoelgroep Bodemfysica en landbeheer, een van de auteurs van bovengenoemde studie. “En als glyfosaat wordt toegepast in gebieden met sterke winderosie, kunnen ook mensen er direct aan worden blootgesteld. Omdat de stof zich hecht aan zeer kleine deeltjes, kan die gemakkelijk door mensen en dieren worden ingeademd.”

Behalve via de wind kunnen glyfosaat en AMPA zich ook hechten aan bodemdeeltjes en zo uitspoelen naar het oppervlaktewater. Horth onderzocht in 2012 meer dan 75.000 monsters van oppervlaktewater verspreid over Europa. In een derde van de monsters werd glyfosaat aangetroffen, in concentraties tot soms meer dan 300 µg per liter. AMPA werd in de helft van 57.000 monsters aangetroffen in concentraties tot meer dan 200 µg per liter. (Nogmaals: de norm voor drinkwater is 0,1 µg per liter.) Hoppe et al. liet 2013 zien dat in 44% van urinemonsters van 180 burgers uit 18 landen in Europa glyfosaat zat. Violette Geissen: “Dit leidt tot de conclusie dat de Europese Unie zo spoedig mogelijk ook normen moet opstellen voor glyfosaat en AMPA in de bodem. Er zijn behoorlijke potentieel negatieve effecten op de bodem-biodiversiteit, het waterleven en de mens na blootstelling aan deze stoffen. Zeker gezien de grote mate waarin wij resten van glyfosaat in bodems overal in Europa hebben aangetroffen, is het niet verstandig de toelating van glyfosaat te verlengen.” 

maandag 23 oktober 2017

Nieuwe regering gaat voor verbod op microplastics

In het nieuwe regeerakkoord, dat dinsdag door VVD, CDA, D66 en ChristenUnie werd gepresenteerd, is een ban op microplastics opgenomen. Het uitgangspunt van het regeerakkoord is ‘vertrouwen in de toekomst’ en volgens Agnes Mulder, Tweede Kamerlid voor het CDA, wil Kabinet-Rutte III voorkomen dat microplastics in ons drinkwater terechtkomen.

Microplastics zijn minuscule stukjes plastics (minder dan 5 millimeter doorsnee) die in allerlei verzorgingsproducten worden gebruikt. De cosmetica-industrie noemt deze deeltjes microbeads. De microplastics zijn niet of nauwelijks met het blote oog te onderscheiden en komen via het doucheputje in het rioolstelsel terecht. Rioolwaterzuiveringsinstallaties zijn niet ontworpen om microbeads uit het afvalwater te filteren en dat is de belangrijkste reden dat ze uiteindelijk bijdragen aan de plastic soup. Zeedieren krijgen microbeads binnen en zo belanden ze uiteindelijk bij de mens op hun bord. Microbeads en microplastics vergaan niet en eenmaal in het milieu zijn ze onmogelijk daaruit te verwijderen.
 
In 2012 is de Plastic Soup Foundation (PSF), een organisatie die zich inzet voor het tegengaan van plasticvervuiling, begonnen met actievoeren tegen de microbeads. De Beat the Microbead-campagne wordt inmiddels gesteund door 92 NGO’s uit 38 landen wereldwijd.

 De Plastic Soup Foundation kreeg eind 2012 al snel bijval van leden van de Tweede Kamer, zoals Agnes Mulder. Zij diende in de afgelopen jaren meerderde moties in,vaak samen met Yasemin Cegerek van de PvdA, die allemaal werden aangenomen.
 

vrijdag 20 oktober 2017

Kankerverwekkende asbest-vezels al zeker twee jaar op de markt

Het met asbest vervuilde straalgrit is al veel langer in omloop dan het bedrijf Eurogrit in eerste instantie meldde. Het asbest-grit is al zeker twee jaar op de markt. Dit blijkt uit analyses van de zwarte grit-korrels. Medewerkers van schilder- en onderhoudsbedrijven kunnen dus ook al zeker twee jaar blootgesteld zijn geweest aan de kankerverwekkende vezels.

Eurogrit zei eerder dat de asbest-vezels pas een paar maanden op de markt waren. Nu blijkt dat Eurogrit partijen heeft geproduceerd die al 1 of 2 jaar op de markt zijn. Volgens Eurogrit zijn de gezondheidsrisico’s klein. Maar experts vertellen een heel ander verhaal.

Het gevaar van het asbest-grit is groot volgens jurist Joyce Matthijssen, gespecialiseerd in asbestzaken. “Één asbestvezel is al voldoende om de ziekte mesothelioom te veroorzaken. Het is gevaarlijk omdat je de vezels niet ziet en het niet voelt als je ze inademt.” Medewerkers van bedrijven die met het asbest vervuilde straalgrit werkten deden dit zonder adequate beschermende kleding. Matthijssen noemt het onbegrijpelijk dat Eurogrit de gezondheidsrisico’s niet erkent.

Heibel over Duits matrasschuim

Het Duitse chemieconcern BASF waarschuwde begin oktober fabrikanten dat er mogelijk ruim een maand lang een te hoge concentratie dichloorbenzeen terecht zou zijn gekomen in een component van schuimvulling voor onder andere matrassen. Matrasfabrikanten binnen en buiten Duitsland legden de productie onmiddellijk stil en de Duitse matrasindustrie sloeg groot alarm. Inmiddels verzekert BASF dat er geen gezondheidsgevaar is.

In de avond van 12 oktober heeft BASF Duitsland via een persbericht verklaard dat er op basis van 'nader onderzoek geen reden is om uit te gaan van een gevaar voor de gezondheid'. De concentraties dichloorbenzeen in het onderzochte materiaal zouden 'laag' zijn.

Dichloorbenzeen is een component van TDI, een belangrijk onderdeel van polyurethaanschuim, ook wel PU-schuim genoemd. In hoge concentraties is dichloorbenzeen schadelijk voor de huid, ogen en luchtwegen en veroorzaakt het mogelijk kanker. 

donderdag 19 oktober 2017

DIY: plasticvrije verzorginsproducten

Microplastics en plastic wegwerpverpakkingen richten grote schade aan in onze oceanen, bedreigen het zeeleven en komen uiteindelijk zelfs op ons bord terecht. Gelukkig kun je nu zelf je eigen plasticvrije verzorgingsproducten maken. Fijne zelfgemaakte shampoo, gezichtsscrub en body lotion zonder microplastics, plastic verpakkingen en met natuurlijke ingrediënten. Het zijn echte aanraders!

woensdag 18 oktober 2017

De ineenstorting van ecosystemen kan soms zeer lang duren

Een catastrofale verandering binnen een complex ecosysteem blijkt zich veel trager te kunnen afspelen dan werd verondersteld. Voorheen werd aangenomen dat de ineenstorting van een ecosysteem vaak binnen enkele jaren optreedt, maar nieuw onderzoek van de Universiteit Utrecht toont aan het soms ook meerdere eeuwen kan duren. De resultaten van deze studie werden onlangs gepubliceerd in het gezaghebbende tijdschrift The American Naturalist.

Complexe ecosystemen kunnen door een kleine verandering in bijvoorbeeld de hoeveelheid broeikasgas in de atmosfeer of toenemende droogte volledig instorten. Wanneer deze verandering vrijwel niet meer terug te draaien is, spreekt men van een catastrofe. Uit Utrechts onderzoek blijkt dat zo’n ineenstorting – anders dan tot op heden vaak gedacht is – soms decennia of zelfs eeuwen kan duren. 

“Ons onderzoek focust zich vooral op woestijnvorming in bijvoorbeeld Spanje of de Sahel”, zegt fysisch geograaf en eerste auteur Derek Karssenberg van de Universiteit Utrecht. “Daar zie je dat bijvoorbeeld de vegetatie zich razendsnel aanpast aan verdroging of toenemende begrazing. In ons onderzoek tonen we aan dat de ineenstorting van dit ecosysteem toch eeuwen kan duren als zulke ‘snelle’ processen afhankelijk zijn van veel tragere processen, zoals bodemvorming en erosie.”

In het onderzoek onder leiding van Karssenberg werden verschillende nieuwe computermodellen gebruikt. "De studie richtte zich vooral op droge vegetatiesystemen, maar catastrofale veranderingen treden overal op, bijvoorbeeld in het klimaat”, aldus Karssenberg. “Indien hierbij ook sprake is van een koppeling tussen snelle en trage componenten verwacht ik dat ook daar een splitsing bestaat in zeer snelle en zeer trage catastrofale veranderingen. En dat kan goed nieuws zijn, want hoe trager een catastrofe verloopt, hoe meer tijd er is om in te grijpen voordat het onomkeerbaar wordt.”

dinsdag 17 oktober 2017

Waterschap onderzoekt vervuiling grondwater door kunstgrasvelden

Waterschap Noorderzijlvest gaat onderzoeken of rubbergranulaatkorrels waterverontreiniging veroorzaken. Noorderzijlvest doet het onderzoek voor de drie noordelijke waterschappen, waaronder Hunze en Aa's. Het onderzoek moet uitwijzen of de rubberkorrels die op kunstgrasvelden liggen bij regen schadelijke stoffen in de bodem en op het oppervlaktewater achterlaten, meldt RTV Noord.

maandag 16 oktober 2017

Bezoek de Afval bioscoop

Steeds meer Hagenaars scheiden hun afval maar twijfelen nog wel eens of ze het goed doen. Hoort een chipszakje nou wel of niet bij het plasticafval en wat moet ik doen met frituurvet? Na een bezoek aan de Afval 'bioscoop' weet u het antwoord.

Dagelijks produceren alle Hagenaars zo’n 600 ton afval. Dat is ruim een kilo per persoon per dag. In dat afval zitten waardevolle grondstoffen die geschikt zijn voor hergebruikt. Daarover komt u alles te weten in de Afval 'bioscoop' . Neem uw kinderen mee, want zij kunnen met een kijkopdracht leuke prijzen winnen.

De afval 'bioscoop' is opgebouwd uit afvalcontainers (kliko's) waarop filmpjes worden vertoond van 'Johan gaat scheiden'. De filmpjes geven antwoord op vragen zoals wat gebeurt er met gescheiden afval en wat mag wel en niet in de bak. Johan Overdevest - de hoofdrolspeler - volgt elke lading afval persoonlijk en gaat in op de opvatting dat afval uiteindelijk allemaal bij elkaar terechtkomt. De filmreeks werd eerder uitgezonden door TV West.

Bij de Afval ‘bioscoop’ staan Yeliz, Manny en Anand klaar om vragen over afval te beantwoorden. Zij hebben een ‘STiP-baan’. STiP banen zijn door de gemeente gesubsidieerde banen, bedoeld voor bijstandsgerechtigden die al langere tijd niet aan het werk zijn en door omstandigheden niet makkelijk zelf aan werk kunnen komen. STiP staat voor Sociaal Traject in Perspectief.

De Afval ‘bioscoop’ staat tot en met 23 oktober in de Centrale Bibliotheek en maakt daarna een tour langs een aantal filialen. Kijk in het overzicht wanneer de bioscoop bij u in de buurt is.

vrijdag 13 oktober 2017

Trash Tree wint ontwerpwedstrijd 'Wat een (afval)bak'

De jury van de ontwerpwedstrijd 'Wat een (afval)bak' koos op dinsdag 3 oktober de Trash Tree als beste ontwerp voor een interactieve afvalbak. Deze afvalbak in de vorm van een boom, ontworpen door Francien Fleuren en Marcel Lamers, onderscheidt zich door het positieve gevoel dat er vanuit gaat. De Trash Tree werkt op zonne-energie, licht op in het donker en er klinkt vogelgeluid als je er afval in gooit. Zo maakt de Trash Tree het straatbeeld niet alleen schoner, maar ook vrolijker.

De ontwerpwedstrijd 'Wat een (afval)bak' is een initiatief van de gemeenten Eindhoven en Tilburg. Iedereen kon ideeën voor een interactieve prullenbak insturen. De 10 beste ontwerpen zijn 3 oktober gepresenteerd in het Ontdekstation in Tilburg. Iedere deelnemer kreeg 5 minuten de tijd om zijn of haar ontwerp te pitchen.

De jury beoordeelde de ontwerpen behalve op originaliteit ook op beheersbaarheid. In hoeverre het ontwerp 'hufterproof' is en vooral of het ontwerp bereikt dat we ons afval in de bak gaan gooien en niet op straat. De Trash Tree van Fleuren en Lamers kwam als beste uit deze beoordeling.

Fleuren en Lamers ontvingen een cheque ter waarde van € 1.000,- om de Trash Tree verder te ontwikkelen. Ook is hun ontwerp te zien tijdens het congres ‘Rendement van Schoon’ op 20 novembe

donderdag 12 oktober 2017

Met asbest besmet straalgrit gebruikt door 140 bedrijven

Honderdveertig bedrijven hebben gewerkt met asbest vervuild straalgrit van het bedrijf Eurogrit uit Dordrecht. Straalgrit wordt op bouwplaatsen gebruikt als reinigingsmiddel. Medewerkers werkten onbeschermd met het straalgrit en hebben mogelijk asbestvezels ingeademd. Rond de twintig projecten liggen inmiddels stil en het bedrijf gaat alle vervuilde middelen terugroepen. Straalgrit wordt gebruikt om verfresten, vuil of roest van een oppervlakte te stralen. Zo is het gebruikt bij de Willemsbrug in Rotterdam en de Nijkerkerbrug in Nijkerk. Aannemersbedrijf Mourik heeft inmiddels het werk stilgelegd na de ontdekking van het asbest in het straalgrit. Martin van Putten van het aannemersbedrijf reageert geschokt. "Onze medewerkers zijn erg geschrokken, want ze hadden geen bescherming tegen het asbest. We zijn nu bezig met het onderzoeken van de monsters en inventariseren bij de staalketels of er asbest in zit."

woensdag 11 oktober 2017

Oude benzineauto's mogen voorlopig weer in Rotterdamse milieuzone

De gemeente Rotterdam mag benzineauto's van vóór 1 juli 1992 voorlopig niet uit de Rotterdamse milieuzone weren. Dat blijkt uit een uitspraak van de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van vandaag (11 oktober 2017).

In de milieuzone heeft het gemeentebestuur een verbod opgelegd voor dieselauto's van vóór 1 januari 2001 en benzineauto's van vóór 1 juli 1992 in het gebied ten noorden van de Nieuwe Maas binnen de Ring. De uitspraak van de voorzieningenrechter van vandaag gaat alleen over de benzineauto's en niet over de dieselauto's.

De uitspraak van de voorzieningenrechter is een vervolg op een eerdere uitspraak van de rechtbank Rotterdam in juni van dit jaar over de milieuzone. Daarin oordeelde de rechtbank dat benzineauto's van vóór 1 juli 1992 niet langer uit de milieuzone geweerd mogen worden. Het gemeentebestuur had naar het oordeel van de rechtbank "niet aannemelijk gemaakt dat deze voertuigen gezamenlijk een onevenredig groot deel van de uitstoot van stikstofdioxide veroorzaken". Het weren van die auto’s uit de milieuzone heeft zodanig nadelige gevolgen voor deze autobezitters, dat de gevolgen daarvan "onevenredig zijn" tot het doel van de milieuzone. De rechtbank herriep daarom het besluit voor de oude benzineauto's. Zij sloot uit dat het gemeentebestuur voor de benzineauto's een besluit met dezelfde strekking kon nemen en bepaalde dan ook dat het gemeentebestuur dat ook niet hoefde te doen. Het gemeentebestuur nam echter wel een nieuw besluit op 1 augustus van dit jaar. Het besloot daarbij opnieuw de benzineauto's van vóór 1 juli 1992 uit de milieuzone te weren.

In de uitspraak van vandaag oordeelt de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak dat het gemeentebestuur onjuist heeft gehandeld door opnieuw "een besluit met dezelfde strekking te nemen", terwijl hiervoor naar het oordeel van de rechtbank geen mogelijkheden zijn. Het gemeentebestuur is aan dat oordeel van de rechtbank gebonden. Omdat het bovendien gaat om een ingrijpende maatregel voor inwoners van Rotterdam die in de milieuzone wonen en met hun oude benzineauto hun woning niet meer kunnen bereiken, heeft de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak het nieuwe besluit van het gemeentebestuur geschorst.

Totdat de Afdeling bestuursrechtspraak een definitieve uitspraak heeft gedaan in deze zaak, mogen benzineauto's van vóór 1 juli 1992 de Rotterdamse milieuzone dan ook weer in.

dinsdag 10 oktober 2017

Opbrengst tas Aldi naar Plastic Soup Foundation

Aldi heeft de prijs van plastic tassen per 1 oktober met € 0,10 verhoogd naar € 0,25. Een deel van de opbrengst gaat naar Plastic Soup Foundation. Aldi maakte deze zomer bekend in 2018 te stoppen met de verkoop van plastic en papieren boodschappentassen voor eenmalig gebruik en wil bij de kassa alleen nog maar duurzame tassen aanbieden. Omdat het enige tijd duurt voordat de plastic tassen volledig zijn uitgefaseerd, wordt de prijs van de huidige tassen per 1 oktober met € 0,10 cent verhoogd naar € 0,25 cent. Het grootste deel van de opbrengst gaat naar de Plastic Soup Foundation ten behoeve van educatiedoeleinden.

maandag 9 oktober 2017

Utrechtse onderzoeker over CO2-uitstoot: 'Echt nog een tandje bij'

De mondiale uitstoot van broeikasgassen is in 2016 opnieuw gestegen, met in totaal een half procent. Dat blijkt uit cijfers van het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL). Opbeurend is wel dat de uitstoot van Co2 (of koolstofdioxide), het bekendste broeikasgas, voor het tweede jaar op rij stabiel is gebleven. “Dat is op zich hoopgevend, maar er moet echt nog een tandje bij”, zegt atmosfeeronderzoeker Maarten Krol van de Universiteit Utrecht als reactie op dit nieuws.

Het feit dat de CO2-uitstoot stabiel is gebleven, is vooral toe te schrijven aan een lager gebruik van kolen en een toename aan hernieuwbare elektriciteit. In Rusland, de VS en Japan daalde de CO2-uitstoot, in de EU en China bleef de uitstoot gelijk aan die van vorig jaar. “En dat is een trendbreuk”, zegt atmosfeeronderzoeker Maarten Krol van de Universiteit Utrecht. “Want de economie is wel gegroeid. Je zou dus kunnen concluderen dat het wat betreft de CO2-uitstoot langzaam de goede kant op gaat.”

Toch moet er nog veel werk verzet worden, om een aantal redenen. In een land als India steeg de uitstoot van koolstofdioxide met bijna vijf procent – een trend die ook in andere opkomende economieën te zien is. “Maar het is niet eerlijk om alleen die landen daar de schuld van te geven”, zegt Krol. “Want als wij een nieuwe smartphone kopen, dan wordt die daar geproduceerd. Wij outsourcen onze productie en daarmee ook een deel van onze uitstoot. Het is dus net zo goed ons probleem.”
'De veestapel in China en India zal gaan groeien en daarmee ook de methaanuitstoot ook'
Daarnaast is het zo dat de uitstoot van CO2 dan wel stabiel gebleven is, de concentratie van koolstofdioxide in de atmosfeer stijgt nog steeds. “Voor het industriële tijdperk was het aantal CO2-deeltjes ongeveer 270 op één miljoen. We zitten nu op ongeveer 400 deeltjes per miljoen en dat aantal stijgt ieder jaar met twee. Als we de opwarming van de aarde willen tegenhouden, dan moeten we terug onder de 400.”

Eveneens zorgwekkend is het feit dat er in 2016 een procent meer methaan werd uitgestoten dan in 2015. Methaan is een wat minder bekend broeikasgas, maar veel schadelijker dan koolstofdioxide. “De vleesindustrie is verantwoordelijk voor een groot deel van de methaanuitstoot. En als landen als India en China welvarender worden, zullen hun inwoners steeds vaker vlees willen eten. De veestapel zal groeien en de methaanuitstoot ook – dat wordt een groot probleem”, zegt Krol. “Het enige voordeel is dat methaan binnen tien jaar uit de atmosfeer is verdwenen. Dus als we de emissies omlaag krijgen, dan zijn we ook redelijk snel van het probleem af.”

vrijdag 6 oktober 2017

'Coca-Cola flest de zee, stop de plastic vervuiling'

Walvissen, schildpadden, vogels en andere zeedieren worden bedreigd door miljarden plastic flesjes en doppen, zoals die van Coca-Cola. Greenpeace heeft daarom maatregelen geëist.

Er bevindt zich al 150 miljard kilo plastic zwerfafval in onze oceanen. En elk jaar komt daar ruim 12 miljard bij.

donderdag 5 oktober 2017

Toenemende klimaatrisico’s vragen om meer aandacht van de financiële sector

Financiële instellingen moeten in toenemende mate rekening houden met de risico’s die gepaard gaan met klimaatverandering en de overgang naar een klimaatneutrale economie. In een nieuw rapport focust DNB op de impact van klimaatrisico’s op de Nederlandse financiële sector. Deze impact is veelzijdig, zo blijkt uit een viertal deelonderzoeken, en dient zich steeds nadrukkelijker aan. DNB gaat klimaatrisico’s daarom steviger verankeren in haar toezicht met als uiteindelijke doel het bewerkstelligen van duurzame financiële stabiliteit.          

Het rapport gaat onder meer in op de gevolgen van klimaatverandering, zoals een toename van extreem weer en zeespiegelstijging. Schade als gevolg van storm, hagel en regen is in Nederland meestal verzekerd en heeft daarmee een directe impact op verzekeraars. Grootschalige overstromingen zijn vaak onverzekerd, maar kunnen desalniettemin via verschillende kanalen impact hebben op de bezittingen van financiële instellingen. Daarnaast gaat het rapport in op de gevolgen van de afspraken in het Verdrag van Parijs om de uitstoot van CO2 te beperken. Hierdoor loopt de financiële sector risico’s, onder andere door transitiebeleid en technologische ontwikkelingen. Ook zien we dat de markt voor groene financiële producten zich ontwikkelt, wat zowel kansen als risico’s met zich meebrengt.

'Tempo-zakdoekjes vegen oerbos weg'

Voor zakdoekjes van Tempo, wc-papier van Edet en maandverband van Libresse worden grote delen van het Grote Noordelijke Woud in Zweden, Finland en Rusland gekapt. Dat blijkt uit nieuw onderzoek van Greenpeace International naar de verwoestende praktijken van Essity, de grootste toiletpapier- en zakdoekjesproducent in Europa.

Het Grote Noordelijke Woud is enorme krans van naaldbossen, net onder de Noordpool, dat zich uitstrekt over drie continenten.

De uitgestrekte naaldbossen worden al jarenlang uitgedund en kaalgekapt, onder andere door de houtindustrie. Het hout komt terecht in onze winkels doordat afnemers als Essity, maker van Edet wc-papier en Tempo tissues, te lakse eisen stellen aan de herkomst van hun grondstoffen. Het gevolg: voor sterk drielaags wc-papier worden deze belangrijk bossen versnipperd en verzwakt.

De houtindustrie dekt zichzelf in met herplantingsprogramma’s. Maar de snelgroeiende naaldbomen die ze planten zijn uitheems en brengen het ecosysteem alleen maar verder uit balans, stelt Greenpeace. Essity moet de eisen aan zijn toeleveranciers verscherpen, zodat ze kunnen garanderen dat er geen oerbos is vernietigd voor hun producten.

woensdag 4 oktober 2017

Signaleringskaart geeft inzicht in omgevingsgeluid

Het RIVM heeft verkend of een signaleringskaart geluid kan bijdragen aan de vereenvoudiging van de ruimtelijke planvorming en het vergunningverleningsproces. De signaleringskaart geluid geeft initiatiefnemers voor plannen in de leefomgeving, het bevoegd gezag en andere belanghebbenden gelijke informatie over omgevingsgeluid. Dit is van belang om in de toekomst goed met de Omgevingswet te kunnen werken.

Voor informatie over geluid in de leefomgeving hebben de gebruikers behoefte aan inzicht in zowel de werkelijke als de toegestane hoeveelheid geluid. Het RIVM adviseert deze signaleringskaarten te ontwikkelen zodat deze informatie op een overzichtelijke manier kan worden gepresenteerd. Daardoor kunnen de processen van planvorming en vergunningverlening worden vereenvoudigd. Op basis van deze verkenning heeft het RIVM ook een advies gegeven over de in ontwikkeling zijnde wet- en regelgeving voor geluid.

Het RIVM is voor de digitale ondersteuning van de Omgevingswet kwartiermaker voor de domeinen Geluid en Lucht. Per domein (geluid, lucht, bodem, water, afval, cultureel erfgoed, natuur, externe veiligheid, bouw en ruimte) zal de informatie die nodig is om invloeden van activiteiten op de leefomgeving af te wegen, worden aangeleverd aan het Digitaal Stelsel Omgevingswet (DSO). Het DSO zorgt ervoor dat deze informatie samenhangend wordt ontsloten.

dinsdag 3 oktober 2017

Norovirus belangrijkste oorzaak voedselgerelateerde uitbraken

In 2016 zijn meer uitbraken van voedselinfecties en vergiftigingen geregistreerd dan in 2015. Of dat komt doordat er daadwerkelijk meer uitbraken waren of dat er alleen meer meldingen zijn gedaan is niet bekend. Belangrijkste veroorzaker van voedselgerelateerde uitbraken blijft het Norovirus. Dit blijkt uit een analyse van de geregistreerde uitbraken van voedselinfecties en –vergiftigingen in 2016.

In 2016 zijn in totaal 594 uitbraken gemeld met 2731 zieken. Het jaar ervoor waren dat 406 gemelde uitbraken met 1850 zieken. Net als in voorgaande jaren is het Norovirus de belangrijkste veroorzaker van voedselinfecties, gevolgd door Salmonella en Campylobacter.

Uitbraken van voedselinfecties en -vergiftigingen worden geregistreerd door de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) en GGD-en (Gemeentelijke of Gemeenschappelijke Gezondheidsdiensten). Zij registreren en onderzoeken deze uitbraken om meer zieken en uitbraken te voorkomen. De NVWA onderzoekt het voedsel en de plaats waar het wordt bereid. De GGD richt zich op de personen die hebben blootgestaan aan besmet voedsel en probeert via hen de mogelijke bronnen te herleiden.

Het Centrum Infectieziektebestrijding van het RIVM voegt de meldingen van beide instanties samen en analyseert ze als een geheel. Deze analyse levert inzicht op in oorzaken van voedselgerelateerde uitbraken in Nederland, de mate waarin ze voorkomen en mogelijke veranderingen hierin door de jaren heen. Deze inzichten helpen bij het bestrijden van voedselgerelateerde uitbraken.

Veel van deze voedselinfecties en -vergiftigingen ontstaan in de eigen keuken en zijn te voorkomen door meer aandacht te besteden aan voedselveiligheid. Naast hygiënische maatregelen, zoals handenwassen voor etensbereiding, is het belangrijk ‘kruisbesmetting’ te voorkomen. Hiervoor is het van belang in de keuken verschillende snijplanken en messen te gebruiken voor rauw en gaar voedsel.

maandag 2 oktober 2017

Grondmanagement levert Groningen Seaports milieu- en kostenbesparing op

De voormalige slibdepots Valgen-Oost en Heveskeslaan in Delfzijl moeten plaats maken voor de uitbreiding van het bedrijventerrein ‘Oosterhorn’. Voor de meer dan 200.000 m3 toepasbare grond die uit de depots vrijkomt, moest een geschikte bestemming worden gezocht. Groningen Seaports heeft Tauw gevraagd hierover mee te denken. Door de kwaliteit van de grond te certificeren volgens de BRL 9335-2 heeft Groningen Seaports ruim bespaard op de onderzoekskosten!

De ontmanteling van beide depots is inmiddels grotendeels klaar. De depots zijn in de jaren 80 en 90 ontstaan door diverse baggerwerkzaamheden en het graven van nieuwe havens en/of kanalen. De kwaliteit van de toepasbare grond varieert van schoon (AW2000) tot licht verontreinigd (klasse industrie). Het materiaal bestaat voor het overgrote deel uit (inmiddels) gerijpte klei, dat bij uitstek geschikt is voor het ophogen van de uit te geven industrieterreinen van Groningen Seaports.
De vrijkomende grond is inmiddels grotendeels toegepast voor het bouwrijpmaken van een locatie waarop binnenkort een nieuw bedrijf zich gaat vestigen.

Voor grote partijen grond en grootschalige werken is het certificeren van grond volgens de BRL 9335 protocol 2 een goed alternatief voor reguliere keuringen. Het BRL 9335-certificaat is een erkend bewijsmiddel voor licht en matig verontreinigde grond, maar ook voor schone grond. Door te kiezen voor certificeren van de grondstromen bespaart Groningen Seaports een aanzienlijk bedrag op de kosten voor milieuhygiënische keuringen voor grond.

Naast de besparing op onderzoekskosten bespaart Groningen Seaports - door het nuttig toepassen van de gerijpte klei - ook een aanzienlijk bedrag op de aankoop van primaire grondstoffen, om maar te zwijgen over de besparing op de milieu-impact.