donderdag 30 november 2017

GroenLinks: buitenlandbeleid moet zich aanpassen aan klimaatverandering

Het buitenlandbeleid van kabinet Rutte-III moet veel meer rekening houden met klimaatverandering. Dat wil GroenLinks-Kamerlid Bram van Ojik: “Er is een radicale vergroening nodig. We moeten onze fossiele banden doorbreken en de natuur beter beschermen.”

Concreet stelt Van Ojik bij de begrotingsbehandeling van het ministerie van Buitenlandse Zaken voor om natuurbeschermers beter te beschermen tegen geweld en intimidatie. En om niet langer in te zetten op nieuwe gasconnecties met Rusland. Ook wil hij dat in de nieuwe Internationale Veiligheidsstrategie klimaatverandering een prominente plaats krijgt en dat de minister concrete stappen neemt om de impact van klimaatverandering op conflicten en migratie te beperken.
"Buitenlandse mijnbouwers en producenten van soja en palmolie leggen een steeds groter beslag op landbouwgrond die door klimaatverandering toch al schaarser wordt. Lokale activisten die zich daar tegen verzetten krijgen steeds meer te maken met intimidatie en geweld. Vorig jaar werden er tachtig van hen vermoord,” zegt Van Ojik, die wil dat Buitenlandse Zaken deze mensen actiever gaat ondersteunen.
Ook ten aanzien van fossiele afhankelijkheid is een trendbreuk nodig volgens Van Ojik. “Op dit moment wordt Nordstream II aangelegd, een nieuwe gaspijpleiding van Rusland naar West-Europa, met actieve steun en inzet van Nederlandse bedrijven en de overheid. Die leiding is niet nodig en zorgt voor een nieuwe decennialange afhankelijkheid van Russisch aardgas, dat bij productie en vervoer erg vervuilend is.” Bij het debat over de begroting zal GroenLinks voorstellen om de steun aan Nordstream in te trekken.

woensdag 29 november 2017

LAP-3 treedt 28 december in werking

De staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat heeft het nieuwe Landelijk afvalbeheerplan (LAP-3) vastgesteld. In dit plan is het afvalbeleid voor de periode 2017 tot en met 2023 vastgelegd, met een doorkijk tot 2029. LAP-3 treedt op 28 december 2017 in werking en vervangt vanaf dat moment het huidige LAP-2.

Op het ontwerp-LAP-3, dat van 26 september tot en met 7 november 2016 ter inzage lag, hebben 105 partijen gereageerd. Het gaat voornamelijk om omgevingsdiensten, bedrijven en brancheorganisaties. Naast de positieve reacties over inhoud en leesbaarheid van LAP-3, zijn ook de nodige opmerkingen en kanttekeningen ontvangen op het ontwerpplan. Over een aantal onderwerpen zijn relatief veel inspraakreacties ingediend, of zijn reacties gegeven die fundamenteel van aard zijn. Daarnaast is in het definitieve plan een aantal wijzigingen doorgevoerd die geen gevolg zijn van inspraak. Naast het herstellen van onvolkomenheden zijn dit wijzigingen die het gevolg zijn van recente ontwikkelingen in aanpalend beleid, wetswijzigingen en/of Europese arresten.

Het ontwerp-LAP is genotificeerd bij de Europese Commissie. Hierdoor zijn ook andere lidstaten in de gelegenheid gesteld om op het ontwerp-LAP-3 te reageren. Daarop heeft de Nederlandse overheid geen reactie ontvangen.

Confrontatie Plastic Soup Surfer en Albert Heijn

Cees van Vliet van Albert Heijn is de eerste directeur die vandaag het door de gerechtsdeurwaarder te overhandigen 'Plastic Soup Surfer desbewustheidsexploot' in ontvangst zal moeten nemen. Er volgen in de komende twee weken nog tien directeuren van supermarkten en frisdrankmaatschappijen. 

De Gerechtsdeurwaarder zal het desbewustheidsexploot plus onderzoeken en begeleidend schrijven 'betekenen' aan directeur Cees van Vliet. De Plastic Soup Surfer zal de gerechtsdeurwaarder vergezellen.

In het bewuste exploot wordt de directeur bewust gemaakt van de gevaren en gevolgen van 'zijn' plasticafval als dit in het aquatisch milieu terecht komt. In het stuk worden ook maatregelen voorgesteld; bijvoorbeeld de invoering van statiegeld als effectief middel om te voorkomen dat plastic wegwerp drankverpakkingen in het milieu terecht komen.

dinsdag 28 november 2017

ACM beboet Volkswagen voor misleiding bij dieselaffaire

De Autoriteit Consument & Markt (ACM) heeft vastgesteld dat Volkswagen AG (Volkswagen) consumenten heeft misleid bij de verkoop van haar dieselauto’s met type EA 189-motor. Volkswagen prees deze auto’s aan als milieuvriendelijk, terwijl de resultaten van de emissietests met behulp van verboden software waren gemanipuleerd. Omdat de ACM oneerlijke handelspraktijken heeft vastgesteld legt de ACM aan Volkswagen een boete van EUR 450.000 op. Dit is de maximale boete die de ACM in dit geval kan opleggen.

De Consumentenbond heeft de ACM vorig jaar gevraagd onderzoek te doen naar Volkswagen. De ACM heeft vervolgens onderzocht of het bedrijf consumenten heeft misleid. De ACM heeft vastgesteld dat Volkswagen in de periode 2009 tot 2015 consumenten heeft misleid over de belangrijkste kenmerken van het product. Hierdoor hebben consumenten mogelijk een andere beslissing genomen dan wanneer ze wél de juiste informatie hadden ontvangen. De dieselauto’s met type EA 189-motor van de merken Volkswagen, Audi, ŠKODA en Seat werden als duurzaam en milieuvriendelijk gepresenteerd, terwijl de testuitkomsten niet betrouwbaar waren door de ingebouwde software. Door het gebruik van manipulatiesoftware heeft Volkswagen ook in strijd gehandeld met de vereisten van professionele toewijding. Bovendien stelde Volkswagen ten onrechte dat de auto’s voldeden aan de goedkeuringseisen voor toelating op de Europese markt. Omdat de verschillende overtredingen zijn terug te voeren op één feit, namelijk het installeren van de manipulatiesoftware, kan de ACM het bedrijf hiervoor slechts één boete van 450.000 euro opleggen.

Tegen dit besluit van de ACM kan Volkswagen beroep aantekenen. Consumenten die menen schade te hebben ondervonden van de oneerlijke handelspraktijken van Volkswagen kunnen hun claim indienen bij het bedrijf.

GenX in drinkwater van drie drinkwaterbedrijven verhoogd, maar veilig

Omdat metingen de aanwezigheid van de stof FRD-903 (een onderdeel van GenX), in oevergrondwater en drinkwater aantoonden, heeft het ministerie van IenW het RIVM gevraagd om meer inzicht te geven in de aanwezigheid en verspreiding van deze stof in drinkwater en haar bronnen. Hiervoor leverden de tien Nederlandse drinkwaterbedrijven analyseresultaten van drinkwater, en werkte het RIVM samen met het wateronderzoekinstituut KWR.

In een deel van het drinkwater en de bronnen van waterbedrijf Oasen is FRD-903 aangetoond, in het gebied van de Beneden-Merwede. De stof is in lagere concentraties gevonden in drinkwater van Evides en Dunea, die water uit de Maas innemen.

De gevonden waarden liggen in alle gevallen een factor 5 tot 15 onder de richtwaarde voor FRD-903 in drinkwater. Deze richtwaarde geeft aan hoeveel een mens van de stof gedurende lange tijd mag binnenkrijgen zonder de gezondheid te schaden. Conclusie van het onderzoek is dat het nu overal veilig is om het drinkwater te drinken.

In het drinkwater van de overige zeven onderzochte drinkwaterbedrijven is de stof niet gevonden. GenX komt niet wijdverbreid voor in het Nederlands drinkwater.

maandag 27 november 2017

Provincie pakt vervuilde gronden aan

De provincie Noord-Holland pakt al jaren vervuilde gronden aan door deze te saneren.
Van de 90 locaties zijn er geen plekken meer met acute risico’s voor de volksgezondheid, zijn er 22 locaties gesaneerd en bij 34 locaties is nog een sanering gaande. Bij twee locaties lopen nog afkoopgesprekken. Dit zijn de belangrijkste conclusies uit de Monitoringsrapportage spoedlocaties 2017.

Op veel plekken in Noord-Holland is de bodem ernstig vervuild. Vervuilde bodems kunnen gevaarlijk zijn voor mens en dier. De provincie Noord-Holland pakt deze locaties aan door de acute risico’s weg te nemen of door de verontreiniging in z’n geheel te saneren.

Provincies, Rijk, waterschappen en gemeenten hebben in het landelijk “Convenant bodem en ondergrond 2016-2020” afspraken gemaakt over de aanpak van o.a. spoedlocaties bodemsanering en gebiedsgericht grondwaterbeheer. De provincie is bevoegd gezag op basis van de Wet bodembescherming (Wbb).

Een van de belangrijkste doelstellingen uit het Bodemconvenant is dat alle spoedlocaties met onaanvaardbare verspreidingsrisico’s in 2020 zijn gesaneerd of dat er concrete saneringsplannen zijn. Een belangrijk onderdeel van het convenant is de jaarlijkse monitoring. Eind 2020 zullen alle partijen een eindevaluatie uitvoeren en deze aanbieden aan de Tweede Kamer.

vrijdag 24 november 2017

GroenLinks: vergroen de Sahara

Nederland moet meehelpen om de Sahara groener te maken, vindt GroenLinks-Kamerlid Isabelle Diks. Zij roept minister Kaag van Ontwikkelingssamenwerking daarom op om te onderzoeken hoe Nederland een rol kan spelen in het stoppen van de verwoestijning van de Sahel-regio.

Elk jaar verliest deze regio een strook van 50 kilometer landbouwgrond door de oprukkende Sahara-woestijn. Hierdoor ontstaan grote droogte en forse tekorten aan voedsel, drinkwater en werkgelegenheid in de regio. Dit leidt op zijn beurt weer tot politieke en militaire instabiliteit, en versterkt de migratie naar de EU.

"Het kabinet wil investeren in het terugdringen van migratie, maar vergeet daarbij belangrijke grondoorzaken aan te pakken," vindt Diks, die wil dat minister Kaag inzet op het stoppen van de uitdroging in de Sahel-regio. "Deze investering betaalt zich dubbel en dwars terug: het maakt de regio vruchtbaarder en stabieler, en verkleint zo drastisch de noodzaak voor mensen om te vluchten. Daarbij helpt het tegen klimaatverandering."

Verschillende initiatieven voor vergroening van woestijnen zijn al met succes uitgevoerd. Zo heeft de Nederlandse ecoloog en ondernemer Willem Ferwerda met zijn organisatie Commonland onder meer in Zuid-Afrika en Australië droge gebieden weer groen, vruchtbaar en toekomstbestendig gemaakt.

Diks: "De oprukkende Sahara leidt tot massale droogte en verwoestijning in Afrika. Het is daarom belangrijk dat we deze trend keren en de Sahara groener gaan maken. Dat klinkt in eerste instantie misschien onmogelijk, maar het kan; het wordt al op kleine schaal gedaan en levert fantastische resultaten op. Een groene Sahara zorgt daarmee ook voor verkoeling van de nu opwarmende aarde."

Diks doet haar voorstel bij de begrotingsbehandeling van het ministerie van Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking, deze week in de Tweede Kamer.

donderdag 23 november 2017

Eis: 150.000 euro boete tegen ProRail voor niet naleven veiligheidsregels met chloortreinen

Het Openbaar Ministerie (OM)  heeft in de rechtbank in Rotterdam een geldboete van 150.000 euro geëist tegen ProRail N.V. Het OM verwijt het bedrijf het niet naleven van de veiligheidsregels met chloortreinen. Het gaat om bijzonder ernstige feiten vindt het OM: “Het gaat het hierbij om stoffen met een hoog gevaren potentieel. Wagons met chloor die zich in de nachtelijke uren in bewoond gebied verbleven zonder dat het bevoegd gezag daarvan op de hoogte was.”
 
Uit onderzoek blijkt dat ProRail de vertragingen van een trein met vijf wagons met chloor die op 13 maart 2013 vanuit Bad Bentheim in Duitsland vertrok niet heeft gemeld. Op het traject van Amersfoort naar Kijfhoek loopt de vertraging op tot 14 minuten op 14 maart 2013. Deze vertragingen had gemeld moeten worden door de treindienstleiders van ProRail van de Posten Utrecht, Rotterdam en Kijfhoek. Dat is niet gebeurd. Het OM vindt dat ernstig, want in het geval van noodgevallen moet de treindienstleider exact weten waar de trein met chloor zicht bevindt op het spoor. Daarnaast heeft ProRail volgens het OM vier dagen in maart 2013 meerdere wagons met chloor laten staan op het rangeeremplacement bij Amersfoort. Dit is niet toegestaan volgens de milieuvergunning.

“De regels ten aanzien van het vervoer van gevaarlijke stoffen zijn er niet voor niets”. Zei de officier op zitting: “Deze zijn uiteraard gericht op de veiligheid van werknemers, omwonenden maar ook op de hulpdiensten en om hun gezondheid te beschermen alsook de gevolgen voor het milieu.” Chloor is bij inademing giftig en er treedt direct levensgevaar op. Juist van een professionele onderneming mag je verwachten dat zij daarvoor hun verantwoordelijkheid nemen, aldus het OM: “Een professionele deelnemer als Prorail moet inspanningen verrichten en er uitdrukkelijk op toezien dat de regelgeving wordt nageleefd” zei de officier op zitting: “Daar moet binnen alle lagen van het bedrijf op gestuurd worden. Ook moet zij ervoor zorgen dat zij binnen de gestelde kaders van de regelgeving en voorschriften blijven. Dat vraagt om voortdurende controles en verbeteringen. Als dat niet tot in alle geledingen van de organisatie is doorgesijpeld kun je spreken over voorwaardelijk opzet.” De officier noemde ProRail op zitting een recidivist: "Pro Rail heeft inmiddels een strafblad van 27 pagina’s.” Mede daarom acht het OM een forse boete van 150.000 euro op de plaats.

woensdag 22 november 2017

Ondersteuning gemeente Delfzijl bij ontwikkeling vervuild vastgoed

De gemeente Delfzijl wil het stadshart versterken. Eén van die ontwikkelingen betreft de nieuwbouw van woningen aan het terrein van een voormalige chemische wasserij, dat nu dienst doet als parkeerplaats. Omdat de bodem hier in het verleden is verontreinigd, onderzoeken we in hoeverre het terrein geschikt is voor woningbouw en wat er aan bodemsanering nodig is om dit mogelijk te maken.
Om de gemeente bij dit vraagstuk te adviseren, hebben Tauw en Stepforward de handen ineen geslagen: Stepforward biedt expertise op het gebied van locatie-ontwikkeling, Tauw op het vlak van bodemsanering. 

Uit onderzoeken in de jaren ’90 is gebleken dat de bodem en het grondwater tot 11 meter diep is verontreinigd met gechloreerde koolwaterstoffen (VOCL). Aanvankelijk is in de jaren ’90 een deel van de verontreinigde grond verwijderd door het tot 3 meter diepte te ontgraven en door verontreinigd grondwater te onttrekken. Voor de sanering van het overige deel van de verontreiniging heeft de gemeente Delfzijl een aanvullend plan van aanpak laten opstellen.

In de saneringsaanpak staan twee zaken centraal: om een stabiele eindsituatie te creëren moeten de gehalten in het grondwater omlaag en mag er geen verontreiniging uitdampen naar de toekomstige woningen.

De bodemsanering is nieuw leven ingeblazen door de natuurlijke afbraak van de grondwaterverontreiniging te stimuleren. Dit gebeurt door de injectie van stoffen die ervoor zorgen dat bacteriën de verontreiniging beter en sneller kunnen afbreken, waardoor de gehalten VOCL in het grondwater dalen. Om te bepalen of de daling zich voortzet, is het grondwater in het najaar van 2017 gemonitord (en mogelijk ook nog een keer in het voorjaar van 2018). Tegelijkertijd voeren we bodemluchtonderzoek uit om vast te stellen of en in welke mate nog uitdamping van VOCL plaatsvindt.

Bij een positief resultaat en instemming van de gemeente en de provincie als bevoegd gezag Wet bodembescherming, kan de locatie geschikt worden gemaakt voor de geplande woningbouw. 

dinsdag 21 november 2017

Inname van contaminanten ingeschat bij eten volgens de Schijf van Vijf

De inname van de meeste contaminanten via voedsel blijft voor mensen die eten en drinken volgens de Schijf van Vijf binnen de veilige marge. Dat heeft het RIVM berekend.

Voedsel kan verontreinigd raken met chemische stoffen die er niet bewust aan zijn toegevoegd (contaminanten). Dat kan bijvoorbeeld omdat gewassen deze stoffen opnemen via de (verontreinigde) grond of via de lucht. Contaminanten kunnen ook tijdens het productieproces en de bereiding van voedsel ontstaan. Verontreinigingen door contaminanten zijn niet altijd te voorkomen, maar vormen in de meeste gevallen geen probleem voor de volksgezondheid. Dat komt omdat de concentraties gemiddeld genomen in de tijd laag zijn.

Het RIVM heeft berekend dat de inname van het merendeel van 28 onderzochte contaminanten binnen de veilige marge ligt als mensen eten en drinken volgens de Schijf van Vijf. Voor drie contaminanten is dit niet zeker: acrylamide, arseen en lood. Overigens betekent dit niet dat het zeker is dat hierdoor negatieve gezondheidseffecten zullen optreden. Ze kunnen alleen niet worden uitgesloten. Voor cadmium, aflatoxine B1 en de som van aflatoxine B1, B2, G1 en G2 kon geen conclusie worden getrokken door onzekerheden in de berekening.

Binnen de Schijf van Vijf zijn er geen aanbevelingen mogelijk waarbij de inname van deze contaminanten voldoende wordt verlaagd en mensen toch gezond blijven eten. Het blijft daarom belangrijk om de concentraties van contaminanten in voedsel zo laag mogelijk te houden. Het huidige beleid op contaminanten in voedsel is daarop gericht. Ook het algemene advies om gevarieerd te eten blijft van belang.

maandag 20 november 2017

Werkgelegenheid in de milieusector toegenomen

De werkgelegenheid in de milieusector nam tussen 2001 en 2015 met bijna 14 procent toe. Waar de totale werkgelegenheid na 2008 afnam, groeide die in de milieusector nog een aantal jaren stevig door. Ook de milieu-investeringen namen in deze periode toe, van 2,2 miljard euro in 2000 naar 4,9 miljard euro in 2015. Dit blijkt uit de nieuwe webpublicatie Groene groei, waarin de thema’s economische kansen en natuurlijke hulpbronnen gepubliceerd zijn.

Onder de milieusector vallen bedrijven en instanties die goederen en diensten produceren op het gebied van milieubescherming en grondstofmanagement. De werkgelegenheid in energiebesparingsactiviteiten en hernieuwbare energieproductie nam fors toe. In 2015 waren er 140 duizend voltijdsbanen in de milieusector.

Investeren in het milieu is een belangrijke impuls voor groene groei, economische groei waarbij de druk op het milieu en het gebruik van natuurlijke hulpbronnen wordt geminimaliseerd. De milieu-investeringen als aandeel van de totale investeringen zijn gestegen van 2,1 procent in 2000 naar 3,7 procent in 2015. Na 2008 namen de milieu-investeringen wel af, om vanaf 2014 weer te stijgen.

De meeste milieu-investeringen in 2015 waren gerelateerd aan afvalwaterzuivering en riolering (34 procent). Een kwart van de milieu-investeringen was in natuur- en landschapsbeheer. Ook in afvalbeheer (19 procent) en het verbeteren van luchtkwaliteit (15 procent) werd relatief veel geïnvesteerd. De investeringen in hernieuwbare energie, zoals windmolens en zonnepanelen, en energiebesparing zijn tussen 2008 en 2015 sterk gestegen, met respectievelijk 30 procent en 87 procent. Ook in vergelijking met andere OESO-landen scoort Nederland relatief hoog wat betreft het aandeel milieu-investeringen.


Naast de werkgelegenheid nam ook de toegevoegde waarde van de milieusector toe. Het aandeel ervan steeg van 1,9 procent van het bruto binnenlands product (bbp) in 2001 naar 2,5 procent in 2015. Internationaal gezien scoort Nederland in de middenmoot met de bijdrage van de milieusector aan het bbp.





 

vrijdag 17 november 2017

Grootste kauwgombord van Nederland onthuld

Kauwgom wordt nog veelvuldig op straat gespuugd en is al jaren een grote ergernis van Rotterdammers. Het ziet er vies uit en is schadelijk voor het milieu en dieren die in de stad leven. Het verwijderen ervan is daarnaast een tijdrovende en zeer kostbare klus voor de gemeente. Om aandacht te vragen voor het kauwgomprobleem en mensen te stimuleren hun kauwgom niet op straat te gooien, is op zaterdag 11 november op het Cor Kieboomplein in Rotterdam het grootste kauwgombord van Nederland onthuld door wethouder Eerdmans (Buitenruimte).

Onder het mom van ‘Waar blijf jij het liefst plakken?’ kan iedereen op het bord, dat een doorsnede heeft van 1,5 meter en waarop een wereldkaart is afgebeeld, zijn of haar kauwgom een plekje geven. De kauwgom wordt regelmatig verwijderd door organisatie Gum Buddy die ervoor zorgt dat het een tweede leven krijgt. Kauwgomresten bestaan namelijk uit rubber en zijn goed te recyclen in bijvoorbeeld teenslippers. Wethouder Eerdmans: ‘Kauwgom past niet in het straatbeeld, is bijzonder slecht voor het milieu en het schoonmaken zeer kostbaar. We hopen mensen er op deze manier van bewust te maken dat kauwgom niet op straat thuis hoort. Dat het bord op deze manier ook bijdraagt aan het recyclen is natuurlijk ook fantastisch.’

Maar liefst 5,5 miljoen kilo kauwgom wordt per jaar in Nederland verkocht. Het populaire snoepgoed belandt helaas vaak op straat en vergaat, net zoals plastic, eigenlijk niet. Het breekt af tot kleine deeltjes die in de bodem zakken en in het water blijven rondzwerven. Zeer slecht voor het milieu dus. De gemeente Rotterdam zet reinigingsmedewerkers en speciale apparatuur in om kauwgom te verwijderen, maar doordat kauwgom zich zeer vast hecht aan de ondergrond is dit is een zeer kostbare en tijdrovende klus.

donderdag 16 november 2017

25 jaar Ecolabel

Het Ecolabel, het officiële milieulabel van de Europese Unie, bestaat 25 jaar. Om dit te vieren lanceren de federale minister van Leefmilieu Marie Christine Marghem en de FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu een informatiecampagne voor het grote publiek.

Het doel is om consumenten bewust te maken van de toegewaarde waarde van producten met het Ecolabel. Keuze uit 50 000 producten en diensten, zoals schoonmaakmiddelen, zakdoekjes en douchegels, die in heel Europa erkend zijn. Ze zijn doeltreffend en milieuvriendelijk.

Door de multi-criteria aanpak wordt elk Ecolabel product beoordeeld op basis van een aantal grondige tests, van productie tot einde levensduur. Hierdoor kunnen de fases met de grootste impact op het milieu geïdentificeerd worden en beperkt of zelfs weggelaten worden.

Samen met deze analyse worden ook de prestaties van andere producten getest om consumenten producten van een gelijk niveau aan te bieden.

woensdag 15 november 2017

Directeur mestbedrijf BioSpares hoort jaar gevangenisstraf tegen zich eisen

Het Openbaar Ministerie (OM) heeft dinsdag in de rechtbank in Den Bosch een gevangenisstraf van een jaar – waarvan een half jaar voorwaardelijk- geëist tegen de directeur van BioSpares B.V. uit Nistelrode. Tegen het bedrijf eist het OM een boete van 50.000 euro. Het OM verwijt de verdachten dat zij in 2014 en 2015 ernstige schade hebben aangebracht aan het milieu doordat zij meststoffen met verontreinigende stoffen in de bodem en het oppervlaktewater hebben gebracht.

‘Men maakte er een grote rotzooi van. Ze weigerden het na aanzeggingen daartoe op te ruimen en legden de schuld bij anderen. Uiteindelijk draait de maatschappij voor dit gedrag op. Dat is zeer laakbaar.’ Zo typeerde de officier op zitting de houding van de verdachten.  Op 4 oktober 2014 dreigde de waterzuiveringsinstallatie over de kop te gaan door een instroom van afvalwater met een zeer verhoogd ammoniumgehalte. Na onderzoek werd de vermoedelijk bron gevonden: “Vanuit een silo bij het mestvergistingsbedrijf van verdachten, werd zwart stinkend water in een put aangevoerd. De kleur en viscositeit ervan leek op die van afgewerkte olie.” Uit monsters blijkt dat het zwarte water veel meer verontreiniging bevatte dan was toegestaan, waardoor het oppervlaktewater vervuild raakte. Hiermee overtrad de verdachte de milieuvergunning, aldus het OM.

Daarnaast sloeg de verdachte afvalstoffen uit de vergistingsinstallatie op in een volgens het OM illegaal gebouwd bassin op het terrein. De bodem in het bassin was slechts gedeeltelijk bedekt door beschermende folie, dat met plakband bijeen gehouden werd. De afvalstoffen konden zo in de bodem lopen. De begroeiing in de omgeving van het bassin was op vele plaatsen volledig bruin verkleurd en afgestorven: “Uiteindelijk moest de provincie bestuursdwang toepassen om de gevaarlijke situatie te verhelpen.”

De verdachte zou in het voorjaar van 2015 vervuilde afvalstoffen uit de vergistingsinstallatie hebben laten afvloeien in een naastgelegen sloot. Eind 2015 verzuimt het bedrijf een ongewoon voorval te melden bij het bevoegd gezag. Er stromen dagenlang afvalstoffen uit de vergistingsinstallatie het omliggende land op. De verdachte had het bevoegd gezag meteen moeten inseinen, opdat die beschermende maatregelen had kunnen treffen, aldus het OM. In een voorlopige voorziening op 10 december 2015 legt de bestuursrechter het bedrijf op dat het overstroomde gebied moet worden schoon gemaakt. Tevens krijgt het bedrijf de opdracht ervoor te zorgen dat deze situatie zich niet herhaalt: “Maar de verdachte doet niets. Dit resulteert opnieuw tot een last onder bestuursdwang, die wederom leidt tot daadwerkelijke toepassing daarvan” zei de officier op zitting: “Gezien de vervuiling dient het materiaal te worden verwerkt bij een chemische zuiveringsinstallatie.” Intussen werd door Staatsbosbeheer aangifte gedaan van vernieling van een naastgelegen bosperceel, waar circa 800 bomen zijn afgestorven.

De officier van justitie laakte op zitting de onverschilligheid van verdachten: “Daarbij is het een ondernemer die zijn eigen afwegingen maakt en volledig zijn eigen gang gaat omdat dat zo uitkomt. Hij heeft lak aan het bevoegd gezag, en aan mensen die in naam daarvan hun best doen om de schadelijke gevolgen nog enigszins te beperken.” Het OM rekent de verdachten ernstig aan dat de overtredingen schade en grote zichtbare gevolgen hebben gehad voor het milieu en de leefomgeving: “Daarbij zijn enorme maatschappelijke kosten gemaakt met de toepassingen van bestuursdwang, zoals het legen van het onvergunde mestbassin  en het afvoeren van meer dan 5300 ton vloeistof. Kosten voor de belastingbetaler: ruim 150.000 euro.”

Eén van de verdachten – Biogas Nistelrode bv – is inmiddels failliet en ontkomt aan strafvervolging, aldus het OM: “Ook dat past in het beeld.” De inrichting wordt vanaf voorjaar 2016 gedreven door een nieuwe (derde) partij, waardoor het OM geen stillegging meer zal vorderen. Het OM vindt daarom een boete van 50.000 euro op de plaats voor BioSpares. Tegen de directeur eist het OM een gevangenisstraf van 12 maanden, waarvan zes maanden voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaar: “Als er inrichtingsgebonden milieucriminaliteit bestaat waarvoor het opleggen van een onvoorwaardelijke gevangenisstraf een passende reactie is, dan is het wel in dit geval. Om alle reeds genoemde redenen - ernst, omvang, herhaling, de onverschilligheid jegens alles en iedereen en de hoge kosten waarmee de maatschappij is opgezadeld”. De rechtbank zal aan het einde van de zitting bekend maken wanneer zij uitspraak doet.

dinsdag 14 november 2017

Toerisme en luchtvaart maken Parijse doelen onhaalbaar

In het jaar 2100 vliegt de wereldbevolking negen keer zo veel kilometers als in 2015, en over dezelfde periode verdubbelt de gemiddelde reisafstand van alle toeristische reizen. De luchtvaart, voor 90% toerisme, ontkomt niet aan een sterke afname van de groei of zelfs geen groei, als we de klimaatdoelen willen halen. Dat zegt Paul Peeters, die op woensdag 15 november op dit onderwerp promoveert aan de TU Delft.

De stijgende CO2-emissies van het wereldwijde toerisme maken het onmogelijk om de klimaatdoelen van Parijs te halen. Dat wordt veroorzaakt door de enorme groei van het gebruik van het vliegtuig door vakantiegangers en zakenreizigers. In het jaar 2100 vliegt de wereldbevolking naar verwachting ruwweg negen keer zo veel kilometers als in 2015 en verdubbelt de gemiddelde per reis afgelegde afstand. Het aandeel van de luchtvaart in de CO2-emissies van toerisme groeit van 50% in 2005 naar ruim 75% in 2100, terwijl verreweg de meeste reizen per auto worden afgelegd. Dat becijfert TU-promovendus Paul Peeters, tevens lector aan NHTV Breda University of Applied Sciences. Toeristen zijn nu verantwoordelijk voor ongeveer vijf procent van alle CO2-emissies, maar dit aandeel zal sterk gaan stijgen.

De ICAO (International Civil Aviation Organisation) is verantwoordelijk voor het verminderen van de emissies door de internationale luchtvaart. De in 2016 door ICAO aangekondigde maatregelen zullen echter nauwelijks effect hebben, zo blijkt uit het proefschrift van Peeters. Zelfs een combinatie van sterke maatregelen, zoals een 200% ticket-taks, $1000/ton CO2 koolstofbelasting, maximale inzet op technologie, 90% subsidie op duurzame biobrandstoffen en $200 miljard investeringen per jaar in hogesnelheidsspoorlijnen, niet leidt tot economisch en klimatologisch duurzame ontwikkeling van toerisme. Om dat te bereiken zijn additioneel directe volumemaatregelen nodig die de luchtvaart onder het huidige niveau houden. Daarbij kan worden gedacht aan internationale afspraken over een beperking van aan het aantal vluchten op luchthavens. In de huidige discussie wordt te veel verwacht van technologische ontwikkeling in de luchtvaart, maar deze kan nooit de volumegroei compenseren.

De belangrijkste aanbeveling voor beleidsmakers is volgens Peeters dan ook om beleid te formuleren waarmee het volume van de luchtvaart kan worden beperkt en daarmee de groei van de reisafstand. Het overlaten van het klimaatbeleid voor internationale luchtvaart aan ICAO, zoals nu het geval is, is volgens hem bijna een garantie voor het mislukken ervan. De ICAO behartigt vooral de belangen van de luchtvaartindustrie, waardoor niet valt te verwachten dat de ICAO in staat zal zijn het wereldwijde volume van de luchtvaart te verminderen. Daarom zouden landen ook verantwoordelijk moeten worden voor de emissies van internationale vluchten vanaf hun luchthavens.

In 2016 publiceerde de Raad voor de leefomgeving en infrastructuur het kritische rapport ‘De mainports voorbij’ en stelde daar de groeiambitie van Schiphol ter discussie. Het proefschrift voegt een nieuwe dimensie toe aan deze discussie, zeker op middellange termijn. Als we de klimaatdoelen van Parijs willen halen, dan ontkomt luchtvaart niet aan een sterke afname van de groei en zeker ook krimp in rijke landen. Dat is niet bepaald een goed aanknopingspunt om de Nederlandse economie aan op te hangen. Het proefschrift laat zien dat het merkwaardig is dat de klimaateffecten van luchtvaart niet in de groeidiscussie worden meegenomen. Investeringsbesluiten over Lelystad, Schiphol en andere luchthavens hebben effecten voor vele decennia, dus het is relevant met lange-termijnscenario’s rekening te houden.

maandag 13 november 2017

Boze boeren en burgers gaan actievoeren bij hoofdkantoor Aldi


Boeren en burgers gaan dinsdagochtend actievoeren bij het hoofdkantoor van Aldi in Culemborg. Ze delen dan pakken duurzame melk uit, omdat gewone melk te veel schade aan zou richten aan het milieu. Milieudefensie wil dat Aldi de boeren een paar cent extra betaalt zodat ze milieuvriendelijker melk kunnen produceren, meldt de milieubeweging maandagochtend.

vrijdag 10 november 2017

Minder chemische gewasbescherming in aardbei en andere gewassen

In het nieuwe onderzoeksproject "Groene Gewasbescherming" worden nieuwe teeltsystemen ontwikkeld die teelten zoals die van aardbei, lelie, appel en akkerbouwgewassen veel minder afhankelijk maken van chemische gewasbescherming. Daarnaast start parallel een onderzoek dat zich richt op het behoud van populaties van bijen en andere bestuivers.

Vertegenwoordigers van de agrarische sector, keten- en marktpartijen, maatschappelijke organisaties en onderzoek zijn bijeengeweest om mee te denken over het nieuwe onderzoeksproject "Groene Gewasbescherming". Dankzij de brede samenstelling van de groep leverde de bijeenkomst waardevolle vragen, suggesties en adviezen op. Zowel gefocust, zoals over de opzet van het aardbei-teeltsysteem, als meer algemeen, bijvoorbeeld over het gebruik van landschapselementen bij het instandhouden van predatoren die populaties van plaaginsecten in toom houden.

Het ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Voedselkwaliteit financiert voor de komende 5 jaar een groot onderzoek naar groene gewasbescherming en bestuivers. Het onderzoekproject “Groene Gewasbescherming” daarbinnen, wordt uitgevoerd door Wageningen University & Research. Het parallel lopende bestuiversonderzoek, dat wordt uitgevoerd door Wageningen University & Research, Naturalis en de Stichting Eis, richt zich op kennisontwikkeling en –verspreiding voor het behoud en bevordering van populaties van bijen en andere bestuivers.

Het project Groene Gewasbescherming moet leiden tot nieuwe teeltsystemen die teelten als die van aardbei, lelie, appel en akkerbouwgewassen sterk verminderd afhankelijk maken van chemische gewasbescherming, terwijl telers wel hun marktpositie behouden. Als blijkt dat een teler in deze systemen incidenteel toch nog chemische gewasbeschermingsmiddelen moet gebruiken, zullen dat uitsluitend middelen met een laag risicoprofiel zijn.

Begin 2018 zal de officiële start zijn van het project Groene Gewasbescherming en de deelprojecten. Er zal dan een kennisdag voor alle stakeholders gehouden worden.

donderdag 9 november 2017

Milieudefensie laat Amsterdammers de luchtkwaliteit controleren

Milieudefensie wil Amsterdammers inzetten om de luchtkwaliteit te controleren. De zogenaamde luchtwachters moeten controleren of de gemeente het vonnis van de rechter over schone lucht uitvoert. De overheid moet op zo'n kort mogelijke termijn zorgen voor schone lucht in Nederland en aan de Europese norm voldoen.

Volgens Milieudefensie wordt de norm op meerdere plekken in de stad overschreden. Drukke punten met veel verkeer zijn het meest vervuild. De Stadhouderskade, Weesperstraat, Amsteldijk, Foeliestraat en de Prins Hendrikkade zijn het meest vervuild.

woensdag 8 november 2017

Veilig en efficiënt beheer van asbest in gebouwen

Voor organisaties en bedrijven met veel gebouwen en objecten is het lastig om actueel inzicht te houden in hun ‘asbestbezit’. De informatie over de aanwezige asbest ligt veelal opgeslagen in diverse rapporten. Het informatiemanagementsysteem TRIMS Asbest ondersteunt bij een veilig en efficiënt beheer van asbest door alle asbestinformatie overzichtelijk in één systeem te presenteren.

In gebouwen en objecten die vóór 1994 zijn gebouwd, is er grote kans op aanwezigheid van asbesthoudende materialen. Asbestinventarisatie moet bepalen waar asbest aanwezig is, welke asbest risicovol is en welke maatregelen de eigenaar (op termijn) moet nemen om een gebouw met asbest veilig te kunnen gebruiken.

Daarbij is het belangrijk om de status van het asbest goed in de gaten te houden. Zo kan asbest in de loop der tijd verweren of een risico vormen als ruimtes intensiever worden gebruikt. Om dit alles te organiseren worden diverse onderzoeks- en adviesrapporten opgesteld, vaak opgeslagen in pdf’s en spreadsheets.

TRIMS Asbest (Tauw Risicogestuurd Informatie Management Systeem voor Asbest) is ontwikkeld in Relatics, een webbased platform dat alle relevante data - en verbanden tussen deze data - organiseert en structureert. Met behulp van semantische technologie en een eisen gecentreerde aanpak kunnen eisen, objecten, ruimten, activiteiten, risico’s en verificaties worden beheerd in een samenhangend netwerk. Zo wordt de informatie volledig traceerbaar, worden kosten en risico’s verminderd en blijven projecten volledig onder controle.

Per project wordt een digitale omgeving aangemaakt waarin alle relevante informatie wordt toegevoegd en verrijkt. De opdrachtgever heeft toegang tot deze projectomgeving en kan daardoor de uitvoering van processen realtime volgen en waar nodig participeren.

TRIMS Asbest is te gebruiken als zelfstandig systeem, maar kan vanwege de grote compatibiliteit ook een aanvulling zijn op al aanwezige systemen.

dinsdag 7 november 2017

Asbest-lening toch mogelijk gemaakt

Lelystedelingen die geen lening konden krijgen voor het verplicht saneren van hun asbestdak, kunnen er nu toch één aanvragen bij het Stimuleringsfonds Volkshuisvesting Nederlandse gemeenten (SVn). Dat stelt het college van burgemeester en wethouders voor aan de gemeenteraad. Bij het SVn kunnen bedrijven en particulieren geld lenen voor duurzame oplossingen. Het fonds doet dat samen met gemeenten en andere overheden. Volgens wethouder John van den Heuvel kan de gemeente zelf niet direct geld lenen aan de betrokkenen omdat het wettelijk niet mag.

maandag 6 november 2017

'Nederland groeit dicht als we niet oppassen'

Door de stijgende CO2-concentratie en temperatuur groeien open cultuurlandschappen versneld dicht met bomen en struiken. Goed voor de CO2-vastlegging maar nadelig voor het behoud van deze landschappen. Voor het open houden is meer inspanning en geld nodig. Het regeerakkoord besteedt veel aandacht aan klimaat maar de grootste optimist zal droevig gestemd raken over de aandacht voor natuur.

Onlangs stond de nieuwe ploeg van ministers en staatssecretarissen op het bordes, met een minister voor klimaat (Economie en Klimaat) en een minister voor natuur (Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit). Naar de woorden natuur en landschap moet in het regeerakkoord met een vergrootglas  worden gezocht (wel is sprake van politiek landschap, medialandschap en zelfs bankenlandschap), en dat is ronduit zorgwekkend. In de strijd tegen klimaatverandering wordt vol ingezet op beperking van CO2. Dat lijkt logisch, maar er schuilen een paar flinke adders onder het gras. Eén van de grootste effecten van de klimaatverandering in ons land is de toename van de productie van biomassa in het plantendek door gemiddeld hogere temperaturen, een langer groeiseizoen en meer neerslag (veel mensen zien dit effect in hun eigen tuin, waar je meer hebt te snoeien en te wieden dan voorheen). Dat leidt tot flink wat extra CO2-vastlegging, niet alleen in struweel en bos, maar ook in hoge grassen en ruigten. Goed nieuws voor bijvoorbeeld Jesse Klaver, die de groene toekomst van Nederland min of meer ophangt aan de vast te leggen megatonnen CO2. Maar het gaat ten koste van onze rietmoerassen, heiden, hooilanden en graslanden, die je alleen kunt behouden door op gezette tijden te kappen, branden, maaien of beweiden.

Eenzelfde fenomeen speelt ook bij de ‘ontbossing’ van Nederland. Sinds 2013 verdwijnt jaarlijks per saldo 1.350 hectare bos in ons land, omdat er minder bomen geplant dan omgezaagd worden, in een tempo vergelijkbaar met dat in het Amazonegebied, meldt de Volkskrant op 20-09-2017. Dat was voldoende reden voor een gedegen analyse in de rubriek “Klopt dit wel?” in Sir Edmund in dezelfde krant op 30-09-2017. Het eindoordeel: “De stelling dat Nederland procentueel gezien even snel bosoppervlak verliest als het Amazonegebied lijkt correct.” Nu is er niets mis met de gepresenteerde cijfers van de betrokken onderzoekers over aanplant en kaalslag van bos in ons land, maar toch is ook hier een stevige kanttekening op zijn plaats. Er wordt volledig  voorbijgegaan aan de spontane vestiging en groei van struiken en bomen in ons land, waardoor in hoog tempo vele hectaren open natuur in onze landschappen geleidelijk dichtgroeien met houtgewas.

Voor het behoud van onze kostbare, vertrouwde en zo gewaardeerde open cultuurlandschappen zijn blijvend flinke inspanningen vereist, en dat kost geld. Laten we niet vooruitlopen op de daden van het nieuwe kabinet, maar duidelijk is wel dat de juiste afwegingen moet worden gemaakt en dat hier een belangrijke taak ligt voor de nieuwe bewindslieden Eric Wiebes (klimaat) en Carola Schouten (natuur).
    

vrijdag 3 november 2017

Klimaatadaptatie-adviesteam ondersteunt bij versnelling klimaatbestendig inrichten

De komende maanden gaat het ´klimaatadaptatie-adviesteam´ voor het Deltaprogramma Ruimtelijke Adaptatie aan de slag om verschillende regio's te ondersteunen bij hun proces richting klimaatadaptatie. Tauw, ORG-ID  en Platform31 vormden de winnende combinatie die hiervoor opdracht kreeg van het Deltaprogramma Ruimtelijke Adaptatie. Zij gaan deze opdracht samen met AT Osborne, Deltares, GrondRR. H2Ruimte, Hydrologic, Klimaatverbond Nederland , Stadsstromen, Tygron en de Hogeschool van Amsterdam uitvoeren.

Het adviesteam gaat het Deltaprogramma Ruimtelijke Adaptatie ondersteunen bij het versnellen en intensiveren van het lopende proces richting klimaatadaptatie in maximaal 12 regio's. Het adviesteam zal gericht vragen ophalen in de betreffende regio's en daarbij gedurende een korte periode regiospecifieke ondersteuning geven, zodat een volgende stap naar een klimaatbestendige inrichting sneller gezet kan worden.

Dit is een eerste stap in de uitvoering van het Deltaplan Ruimtelijke Adaptatie dat op Prinsjesdag is gepresenteerd. Naast de directe beoogde meerwaarde voor de regio's, leveren de regiotrajecten ook praktijkkennis op voor het op te richten Platform Samen Klimaatbestendig. Het Deltaprogramma Ruimtelijke Adaptatie zal de ervaringen vertalen naar de verdere uitwerking van de aanpak van het Deltaprogramma in 2018 en verder.

Voor een vliegende start van het nieuwe stimuleringsprogramma (2018- 2022) heeft de stuurgroep Ruimtelijke Adaptatie besloten om in de laatste fase van het huidige stimuleringsprogramma extra capaciteit te zetten op het versnellen en intensiveren van het lopende proces.

donderdag 2 november 2017

OnderhoudNL: straalgrit in opslag en buitenlucht niet verontrustend

Het straalgrit van Eurogrit dat is gebruikt of in opslag staat bij de straalbedrijven bevat een te verwaarlozen hoeveelheid asbest. Het is derhalve niet verontrustend voor de omgeving. Dit concludeert Koninklijke OnderhoudNL naar aanleiding van de analyse van bijna 60 verschillende asbestinventarisatie rapporten die lidbedrijven hebben laten uitvoeren naar aanleiding van het stilleggen van hun projecten. De rapporten bevatten 1.018 monsters van 4 verschillende typen (materiaalmonsters, grondmonsters, kleefmonsters en luchtmonsters) die uitwijzen dat de aangetroffen hoeveelheid asbest in het door de bedrijven opgeslagen en in de buitenlucht gebruikte straalgrit als een te verwaarlozen hoeveelheid is te kwalificeren. "Gezien het lage percentage asbestvezels in het product zal geen verhoogde concentratie asbestvezels worden aangetroffen in de directe omgeving van het toegepaste gebied in de buitenlucht", aldus bureau Admanstars in de samenvatting.

Dit is een belangrijke conclusie voor OnderhoudNL, die nu in afwachting is van de resultaten van het TNO-onderzoek van de Inspectie SZW. Dit onderzoek wordt volgende week bekend gemaakt. Op grond van de grootschaligheid van het eigen onderzoek verwacht OnderhoudNL dat die resultaten in lijn zullen liggen met de gegevens die zij heeft ontvangen van haar lidbedrijven.

OnderhoudNL, ondernemersorganisatie van ca. 2000 bedrijven in het vastgoedonderhoud, heeft zich vanaf het begin van de Eurogrit zaak opgeworpen als belangenbehartiger van de bijna 50 aangesloten straalbedrijven in deze zaak.

woensdag 1 november 2017

'Luchtkwaliteitsplan van de overheid teleurstellend'

Deze week presenteerde de staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat, Stientje van Veldhoven, een plan om de luchtkwaliteit in Nederland te verbeteren. Het verbeteren van de luchtkwaliteit is hard nodig en daarom is Milieudefensie een rechtszaak tegen de overheid gestart. In september oordeelde de rechter dat de overheid met een nieuw plan moet komen dat ervoor zorgt dat de overschrijdingen van de luchtkwaliteitsnormen zo snel mogelijk wordt beëindigd. Het plan van de staatssecretaris voldoet hier jammer genoeg niet aan.

Anne Knol, campagneleider Mobiliteit van Milieudefensie: "Na alle jaren dat we al wachten op maatregelen voor gezonde lucht waren onze verwachtingen al niet hoog meer, maar dit nieuwe plan is wel heel teleurstellend. Zelfs na het oordeel van de rechter voelt het Rijk kennelijk geen urgentie om de luchtkwaliteit te verbeteren. "Wij gaan met onze advocaat in gesprek om eventuele juridische vervolgstappen te overwegen."

Volgens de rechter moet de Staat maatregelen nemen die 'voorspelbaar', 'aantoonbaar' en 'op de kortst mogelijke termijn' ervoor zorgen dat overal aan de Europese luchtkwaliteitswet wordt voldaan. De maatregelen die nu aangekondigd worden voldoen aan geen van deze drie criteria. De overheid geeft niet aan wanneer ze aan de normen van de wet gaat voldoen en hoe ze dit concreet wil bereiken. Bovendien kondigt de staatssecretaris in haar brief aan dat het 'echte' plan – een aanpassing van het huidige Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit – pas na de zomer van 2018 in werking zal treden. Eigenlijk is het gisteravond gepresenteerde plan dus vooral een plan om een plan te maken...

Naast de brief van de staatssecretaris publiceerde het RIVM gisterenavond ook de jaarlijkse rapportage over de luchtkwaliteit. Hieruit blijkt dat de luchtvervuiling door stikstofdioxide in 2016 is toegenomen. In totaal verwacht het RIVM dat de norm hiervoor op ongeveer 1000 plekken in het land is overschreden in 2016, vooral langs drukke wegen. Voor fijnstof nam de vervuiling iets af ten opzichte van het jaar daarvoor, maar het is volgens het RIVM nog maar de vraag of die daling in de toekomst door zal zetten. Zelfs in 2020 zullen de normen nog overschreden worden.

De overheid gaat voorbij aan de impact die luchtvervuiling op onze gezondheid heeft. Terwijl ze met effectief beleid zoveel zouden kunnen doen om de gezondheid en de leefomgeving van mensen te verbeteren, stelt Milieudefensie. Het Rijk en gemeenten moeten bijvoorbeeld meer investeren in duurzaam verkeer zoals het openbaar vervoer, de fiets, elektrische deelauto’s en het autoluw maken van steden. Het verlagen van de maximumsnelheid kan direct en draagt veel bij aan gezonde lucht. Daarnaast moeten onder andere de scheepvaart, de industrie, de intensieve veehouderij en houtrook aangepakt worden.

Op 14 november dient de bodemprocedure van de rechtszaak om gezonde lucht. In de bodemprocedure gaat Milieudefensie een stapje verder dan in het kort geding. Hierin eisen we dat de Nederlandse Staat stopt met het schenden van mensenrechten, in het bijzonder het recht op gezondheid. Dat betekent dat de luchtvervuiling nog veel verder teruggedrongen moet worden dan de Europese regels voorschrijven