woensdag 31 januari 2018

Utrecht de schoonste economie, Zeeland de meest vervuilende

Nederland heeft de klimaatdoelstellingen aangescherpt en wil de uitstoot van broeikasgassen versneld reduceren. Voor provincies is het daarmee belangrijk hoe groen de economie is en welke stappen kunnen worden gezet. In Noord-Holland, Zuid-Holland en Zeeland bevinden zich de meeste grote uitstoters onder bedrijven. In de noordelijke provincies en Limburg verbruiken huishoudens de meeste energie. Per saldo is Utrecht de schoonste economie en Zeeland het meest vervuilend. Dit blijkt uit het regiobericht energietransitie van het ING Economisch Bureau.

De Nederlandse klimaatopgave is fors. Het Parijsakkoord schrijft een CO2-reductie van tenminste 80 tot 95 procent voor in 2050. Tot die tijd moet de nationale CO2-uitstoot nog met minstens 77 procent dalen en om de kabinetsdoelstelling voor 2030 te halen al 43%. Om dit te bereiken wordt een nieuw energieakkoord gesloten. Provincies en gemeenten zullen hiermee aan de slag moeten gaan.

Industrie en energiesector bepalend voor score, grote uitstoters vooral in het Westen
Het bedrijfsleven is gemiddeld verantwoordelijk voor meer dan 80 procent van de uitstoot van de broeikasgassen. Dit is bepalend voor de score van provincies. De top-15 grootste uitstoters neemt een derde van de totale landelijke uitstoot van CO2 voor haar rekening. Vooral in Noord-Holland, Zuid-Holland en Zeeland werkt dit door. Wel reikt de uitdaging om de uitstoot terug te dringen door het nationale belang van deze industrie verder dan de provinciegrenzen.

Huishoudens hebben gemiddeld een aandeel van minder dan 20 procent van de uitstoot. Met name het gasverbruik laat flinke verschillen zien. Dit heeft vooral te maken met de ouderdom en samenstelling van woningvoorraad. Huishoudens in de Noordelijke provincies en Limburg verbruiken de meeste energie.   

dinsdag 30 januari 2018

Luchtkwaliteit verbeterd, maar kan nog beter

De luchtkwaliteit is in 2016 verbeterd en voldoet in de provincie Utrecht bijna overal aan de Europese normen, maar nog niet aan de advieswaarden van de WHO. Samenwerking op Europees, landelijk en regioniveau blijft nodig om de luchtkwaliteit verder te verbeteren richting de WHO advieswaarden.

De concentraties liggen echter grotendeels nog boven de advieswaarden van de Wereld Gezondheidsorganisatie (WHO). Volgens prognose van het RIVM zijn de WHO advieswaarden van het WHO in 2030 binnen handbereik bij uitvoering van vaststaand en voorgenomen Nederlands en Europees beleid.

Volgens het op 23 januari verschenen advies van de Gezondheidsraad is er nog aanzienlijke gezondheidswinst te behalen. Om dat te bereiken moet de luchtkwaliteit nog verder verbeteren dan de WHO adviseert. Dat vergt volgens de Gezondheidsraad ambitieuze plannen van de overheid. De Samenwerkingsagenda Gezonde Lucht - die op 5 februari 2018 ter besluitvorming in PS Utrecht ligt, is een stap in die richting.

De provincie werkt nauw samen met partners in de regio aan het verder verlagen van de concentraties. Het realiseren van een gezonde leefomgeving - om daarmee onze regio gezond, bereikbaar en aantrekkelijk te houden - is één van de belangrijkste opgaven waarvoor de provincie staat.

Luchtverontreiniging is een grensoverschrijdend probleem en kan niet door de regio alleen opgelost worden. Samenwerking is de sleutel tot een effectieve vermindering van de ziektelast door luchtverontreiniging. Niet alle maatregelen die nodig zijn kunnen op gemeentelijk of provinciaal niveau genomen worden. Vanuit het Rijk en vanuit Europa zal er hard gestuurd moeten worden op bijvoorbeeld schonere stallen voor de agrarische sector, ontmoediging van het gebruik van fossiele brandstoffen en het versnellen van de vervanging van oude voertuigen.
Maar ook zelf kunnen we ons steentje bijdragen door bijvoorbeeld te kiezen voor een elektrische auto, vaker de fiets te pakken of ons huis beter te isoleren. Daardoor zorgen we er samen voor dat de lucht gezonder wordt.

maandag 29 januari 2018

Onderzoek kernafval OPERA: gekleurd, nutteloos en hypocriet

Op 29 januari 2018 presenteert de Centrale Organisatie Voor Radioactief Afval (COVRA) de uitkomsten van zeven jaar onderzoek naar de mogelijkheden voor de eindberging van Nederlands kernafval in kleilagen. Voor dit onderzoek (OPERA, Onderzoeks Programma Eindberging Radioactief Afval) werd het volgende doel geformuleerd: “aantonen van de lange-termijn veiligheid van de berging”.

Het onderzoek is gedaan door de nucleaire sector. Die weet als geen ander dat het ontbreken van een oplossing voor kernafval een belangrijk obstakel is voor de acceptatie van kernenergie. Kennelijk was er de verleiding om het onderzoek een beetje te sturen. Echt objectief wetenschappelijk onderzoek zou moeten nagaan óf, en zo ja hoe, een veilige opslag mogelijk is. Uit de voorlopige versie van het rapport blijkt dat er aan Cherry picking is gedaan; er is gerekend met zogenaamde ‘afschattingen’. Dat kan, maar dan moet je wel ook rekening houden met de meest ongunstige variabelen. Dit is niet gedaan, integendeel. Waar eerst nog stond dat ‘de toelaatbare dosis radioactiviteit aan de oppervlakte tijdens de miljoen jaar dat het afval geborgen moet blijven in het meest ongunstige geval net niet overschreden zou worden’ komt in het maandag te presenteren eindrapport te staan  dat de maximale stralingsdosis significant lager is. En dus wordt de aanbeveling gedaan om voor deze vorm van eindberging te kiezen; diep onder de grond, in kleilagen.

In Nederland wordt al decennia onderzoek gedaan naar de vraag hoe we ons kernafval definitief gaan opbergen. Dat is dan ook geen makkelijke opgave; het gaat om uiterst giftig en hoog radioactief materiaal dat voor honderdduizenden jaren van alles en iedereen geïsoleerd moet worden opgeslagen. Omdat geen enkele politicus het aandurft om een keuze te maken gaat het altijd om theoretisch onderzoek op basis van modellen en aannames (1).

De Europese Commissie heeft in 2011 alle lidstaten gedwongen om aan een echt plan voor eindberging te gaan werken. In Nederland heeft dat in 2016 geleid tot het Nationaal Programma Kernafval. Hierin wordt gesteld dat, ‘nu het afval voor minstens 100 jaar bij de COVRA kan liggen’, er ‘pas over ruim 100 jaar een besluit wordt genomen over eindberging’.

Daarmee is elk onderzoek nu nutteloos. Het verdwijnt in een la om er over 100 jaar, als er misschien echt onderzoek gaat plaatsvinden in de Brabantse kleilagen, echt niet uitgehaald te worden.

vrijdag 26 januari 2018

'Steek geen geld in biomassa en CO2-opslag'

Nederland moet zijn CO2-uitstoot in 2030 flink verminderen: als het aan het kabinet ligt met ten minste 49 procent ten opzichte van 1990. Een enorme uitdaging die ook veel geld kost. De nieuwe minister van Economische Zaken en Klimaat, Eric Wiebes, is daarom op ‘tonnenjacht’: hij wil voor zo min mogelijk geld zoveel mogelijk tonnen CO2 besparen.

In theorie is dit een goed streven, maar in de praktijk leiden goedkope maatregelen niet per definitie tot daadwerkelijke verduurzaming, stelt Natuur & Milieu vast. Sterker nog, een aantal maatregelen houdt de fossiele industrie juist in stand. Op lange termijn kosten deze maatregelen miljarden extra, omdat we alsnog moeten investeren in echt duurzame technieken zoals zon en wind. Ze gaan bovendien gepaard met negatieve milieueffecten: het zijn klimaatkiloknallers.

Er zijn verschillende voorbeelden van klimaatkiloknallers die op een goedkope manier CO2 besparen, maar tegelijkertijd nieuwe milieuproblemen veroorzaken. Grootschalige toepassing van biomassa (zoals hout stoken in kolencentrales) kan leiden tot ontbossing en verlies van biodiversiteit. Biomassa kost nu al bijna € 4 miljard aan subsidie. Zodra we deze subsidie stopzetten, stopt ook de productie ervan. We kunnen dit geldt beter investeren in wind en zon. O0k CO2-opslag is zo’n techniek die voordelig lijkt, maar niet tot echte verduurzaming leidt. Momenteel heeft het kabinet plannen om CO2 uit de industrie op grote schaal op te slaan. Nadeel is dat de industrie dan geen stimulans krijgt om energie te besparen of over te gaan op schonere processen en brandstoffen. Zonder verduurzaming moet je CO2 tot in lengte van dagen opslaan. In het regeerakkoord staan plannen voor CO2-opslag die jaarlijks meer dan € 1 miljard gaan kosten. Die opslag kan tijdelijk nodig zijn, maar dan als onderdeel van een stevig pakket maatregelen dat vol inzet op het voorkomen van CO2-uitstoot.

Het gevolg van een keuze voor biomassa en CO2-opslag en bijbehorende infrastructuur is dat Nederland straks alsnog miljarden moet investeren in besparing, elektrificatie en verandering van industriële processen om in 2050 klimaatneutraal te kunnen zijn. Deze extra kosten kunnen het draagvlak voor energietransitie verminderen en de noodzakelijke omslag onnodig vertragen. Dit gaat ten koste van innovatie en een op de toekomst gerichte concurrentiepositie.

Het kabinet moet zijn blik richten op 2050: wat is er nodig om dan klimaatneutraal te zijn en te blijven? Investeren in zon en wind is daarbij cruciaal, maar ook energiebesparing en het onafhankelijk worden van fossiele bronnen is noodzakelijk. Het zou slim zijn als minister Wiebes daar al zijn geld op inzet. Pas dan is elke euro effectief besteed. Het klimaat, de economie én de Nederlandse belastingbetaler varen wel bij zo’n beleid.

Europarlement gaat onderzoek doen naar goedkeuring glyfosaat

Het Europees Parlement stelt een bijzondere commissie in om onderzoek te doen naar de goedkeuringsprocedure van glyfosaat en andere pesticiden. Het voorstel van de Europese Groenen voor de commissie krijgt steun van alle fractievoorzitters, tot tevredenheid van Europarlementariër Bas Eickhout.

“In onze strijd tegen glyfosaat kregen we steun van milieubewegingen, miljoenen Europese burgers, wetenschappers en journalisten. Daardoor kwam deze goedkeuringsprocedure van glyfosaat vorig jaar hoog op de politieke agenda te staan”, stelt Eickhout. “Met deze bijzondere commissie willen we nu specifiek het het goedkeuringsproces onderzoeken, dat liep terwijl er grote zorgen waren over de mogelijke schadelijke effecten van glyfosaat.”

Eickhout is verheugd dat dit thema nu de speciale aandacht van een groep toegewijde Europarlementariërs zal krijgen, de aandacht die het verdient. “Het wijdverspreide gebruik van een cocktail aan pesticiden en herbiciden hebben immers een grote impact op ecosystemen, op biodiversiteit, op de volksgezondheid en op hoe we aan landbouw doen. Er gaan vele miljarden euro in om, en tegelijkertijd hebben vele van deze middelen een hormoonverstorende werking.”

De lobby op het glyfosaatdossier was groot. Eickhout vindt het daarom belangrijk om het politieke proces van de goedkeuring te onderzoeken. Uiteindelijk kwam er vorig jaar plots een meerderheid voor de toelating van glyfosaat omdat een Duitse demissionaire minister opeens voor stemde.

De Europese Groenen willen in het bijzonder onderzoeken wat de rol was van de Europese agentschappen voor voedselveiligheid (EFSA) en chemische stoffen (ECHA). De onderzoeken van deze organisaties moeten boven elke twijfel verheven zijn en altijd de volksgezondheid en milieu als hoogste prioriteit stellen. “Wij hebben er onze twijfels bij of dat bij de onderzoeken naar glyfosaat is gebeurd”, aldus Eickhout.

De commissie zal bestaan uit dertig Europarlementariërs die naar verwachting negen maanden werk hebben om hun onderzoek te doen.

woensdag 24 januari 2018

'Fraudesignalen overschaduwen goede fosfaatcijfers melkveehouderij'

De melkveehouderij heeft afgelopen jaar fors minder fosfaat – als bestanddeel van mest – uitgestoten dan in 2016. Dankzij de maatregelen uit het fosfaatreductieplan is de uitstoot gedaald tot onder het Europese maximum. Dit resultaat wordt echter overschaduwd door signalen van fraude met de registratie van rundvee. Dat schrijft minister Schouten (Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit) in een brief aan de Tweede Kamer. De minister kondigt aan hard op te treden tegen frauderende boeren.
RVO.nl en de NVWA hebben onregelmatigheden geconstateerd in de registratie van pasgeboren kalfjes in het Identificatie- & Registratiesysteem (I&R). Uit dit systeem blijkt dat er in 2017 significant meer twee- en meerlingen zijn geboren dan gebruikelijk. In een normaal jaar ligt het aantal meerlingen bij koeien op 3 tot 5%. Uit het I&R komt naar voren dat bij circa 2.000 bedrijven het percentage meerlingen in 2017 hoger was dan 10%. Bij nog eens circa 5.700 melk- en rundveebedrijven lag dat percentage tussen de 5 en 10%.

De NVWA heeft gisteren bij in totaal 93 van de bedrijven uit deze beide groepen inspecties verricht. Bij 45 van die inspecties is gebleken dat de feitelijke situatie in de stal afwijkt van de registratie in het I&R. Het vermoeden van fraude is in die gevallen dus bevestigd. Alle bedrijven waar is vastgesteld dat de registratie in het I&R niet overeenkomt met de werkelijke situatie zijn per direct geblokkeerd; wat inhoudt dat dieren niet mogen worden aan- en afgevoerd. Het onderzoek naar de fraude is daarmee nog niet afgerond; RVO.nl en NVWA zullen de analyses en inspecties de komende weken voortzetten.

Minister Schouten: “Het I&R is van cruciaal belang. Als dit niet op orde is, dan is dat bij een dierziekte-uitbraak een risico voor de diergezondheid en volksgezondheid. Eerder heb ik al aangegeven dat elke vorm van fraude onacceptabel is. Hier is sprake van strafbare feiten en er zullen dus ook sancties volgen. Bedrijven die frauderen kunnen rekenen op naheffingen, kortingen op EU-subsidies en mogelijk strafrechtelijke vervolging. Ik ben al met het Openbaar Ministerie in overleg over de meest effectieve aanpak.” Later vandaag volgt nog een overleg tussen de minister vertegenwoordigers van de sector. De minister zal de bestuurders van de sectororganisaties daarbij wijzen op hun verantwoordelijkheid en hen  informeren over de aanpak en sancties.
Ondanks de ernst van de situatie blijft de totale fosfaatproductie in Nederland ook na hercalculatie onder het Europese maximum. Afhankelijk van het verdere verloop van het onderzoek  kan de omvang van de fraude oplopen tot enkele honderdduizenden kilogram fosfaat. De ruimte onder het fosfaatplafond is over heel 2017 ongeveer 5 miljoen kilogram fosfaat, zo blijkt uit voorlopige cijfers van het CBS. Op basis van de huidige informatie zal de fraude die nu in beeld is dus niet tot gevolg hebben dat het fosfaatplafond alsnog blijkt te zijn overschreden.

Een melkkoe telt in het kader van het fosfaatreductieplan als 1 zogenoemde grootvee eenheid (GVE). Een vaars (jongvolwassen koe die nog niet heeft gekalfd) telt als ongeveer 0,5 GVE. Nadat de vaars heeft gekalfd begint de melkproductie en wordt het een melkkoe van 1 GVE. Het lijkt erop dat boeren meerdere kalveren hebben toegeschreven aan één koe, die dan op papier een meerling heeft gekregen. Andere koeien blijven daardoor onterecht geregistreerd staan als vaars. Zij zijn in de praktijk volwaardige melkkoeien, maar tellen door de registratie als vaars in het fosfaatreductieplan als 0,5 in plaats van 1 GVE. Hiermee is de veestapel van de boer op papier kleiner dan in werkelijkheid. Dit biedt hem een voordeel in het kader van het fosfaatreductieplan: hij hoeft minder GVE weg te doen.

dinsdag 23 januari 2018

1.200.000 euro boete geëist voor uitstoot kankerverwekkende stof door Sterigenics

Het Openbaar Ministerie (OM) heeft maandag in de rechtbank in Den Haag een boete geëist van 1.200.000 euro tegen het bedrijf Deross Holding B.V. (Voorheen: Sterigenics Holland B.V. uit Zoetermeer). Het bedrijf stootte tussen 2004 en 2009 meer ethyleenoxide (EO) uit  dan was vergund. EO is een kankerverwekkende stof. De Gemeente Zoetermeer hoorde een boete van 80.000 euro tegen zich eisen. Zij wist volgens het OM van de onvergunde uitstoot, maar verzuimde ertegen op te treden en waarschuwde omwonenden van de fabriek niet.

Het strafrechtelijk onderzoek door de regiopolitie Haaglanden startte naar aanleiding van een Meld Misdaad Anoniem melding (MMA). Volgens de melding zou het bedrijf Sterigenics illegaal ethyleenoxide lozen in de buitenlucht. Sterigenics was een wereldwijd opererend bedrijf waar medische artikelen en materialen werden gesteriliseerd met behulp van het gas EO. Sterilisatie vindt plaats door medische instrumenten onder het gas te zetten.  Om te voorkomen dat er te veel aan EO buiten de sterilisatieruimten komt, dienen de dampen uit die ruimten via een verbrandingsinstallatie of een wasinstallatie naar de buitenlucht afgevoerd te worden. Uit het onderzoek door de politie blijkt dat deze installaties niet goed, of zelfs helemaal niet hebben gefunctioneerd. Daarbij zijn in veel gevallen de EO-dampen door het bedrijf ongezuiverd in de buitenlucht gebracht. In plaats van de lucht te zuiveren voor het naar buiten ging, werd het via een Calamiteitenpijp meteen naar buiten geblazen. Deze pijp werd op die manier een geïntegreerd onderdeel van het reguliere bedrijfsproces. Dit ging volgens het OM ten koste van mens en milieu: “Door deze wijze van handelen is de emissie op bepaalde momenten een factor 100 groter geworden”. Dit had niet gemogen volgens het OM.

Het bedrijf was in Zoetermeer gevestigd te midden van een aantal andere bedrijven, op 240 meter afstand van een woonwijk en op 100 meter afstand van een volkstuinencomplex. Uit eerder gepubliceerde onderzoeken is gebleken dat door de uitstoot van ethyleenoxide een verhoogd risico op kanker is ontstaan voor personen die zich langdurig in de omgeving  van het bedrijf hebben opgehouden.  Het bedrijf had de processen daarom volgens het OM stil moeten leggen toen duidelijk werd dat de wasinstallatie niet naar behoren werkte. Dat gebeurde niet. De twee leidinggevenden rapporteerden aan het hoofdkantoor, maar legden de productie niet stil.

De Gemeente Zoetermeer kreeg de uitstoot overschrijdingen gerapporteerd in kwartaalrapportages. De gemeente stopte het bedrijf niet en verzuimde ook om de omwonenden te waarschuwen. “Terwijl een ieder die dit had geweten, onmiddellijk had moeten waarschuwen. Burgers, maar zeker ook de Gemeente” zo stelde officier op zitting: “Het in actie komen in een dergelijke situatie is aan ons allen”.  Het OM ziet dit dus niet als een exclusieve bestuurstaak. Mede daarom vindt het OM dat de gemeente ontvankelijk is voor strafrechtelijke vervolging. Het OM stelt daarnaast, dat daar waar het handelen van de gemeente wel een exclusieve bestuurstaak betrof, dat de gemeente ook vervolgd kan worden. Het Europese Hof voor de Rechten van de Mens stelt namelijk ‘ dat daar waar het leven en de gezondheid van mensen in het geding is en de overheid daar weet van heeft, er geen sprake kan zijn van strafrechtelijke immuniteit. Zeker niet als die overheid welbewust in strijd handelt met geldende regelgeving. Dat is het terrein waarop het strafrecht een rol moet spelen: het bewaken van de lichamelijke integriteit van mensen.’

Het OM vindt de overtredingen door het bedrijf en de leidinggevenden zoals uit het onderzoek naar voren komen ernstig. In een omgevingsvergunning zijn voorschriften opgenomen om milieuschade en milieuverontreiniging in de omgeving te voorkomen. Wanneer bedrijven en personen met opzet in strijd handelen met de omgevingsvergunning kan dat tot ernstige incidenten leiden en de omgeving ernstige schade berokkenen. “Gezien deze omstandigheden, rest het beeld van een bedrijf dat lak heeft aan de milieuvergunning, dat de toezichthoudende overheid voor zijn karretje weet te spannen en enkel oog heeft voor het eigenbelang” zei de officier op zitting. Het OM eist een geldboete van 1.200.000 euro. Tegen twee leidinggevenden van Sterigenics eist het OM een werkstraf van 100 uur. Daarnaast is tegen het bedrijf op zitting een ontnemingsvordering aangekondigd.

Het OM vindt ook dat de gemeente straf verdient, ook al is het bedrijf op de eerste plaats verantwoordelijk. “De Gemeente heeft verzaakt” aldus de officier: “Ze had geen oog voor dat waar een gemeente zich juist sterk voor zou moeten maken: de gezondheid van haar burgers en de kwaliteit van het milieu.” Het OM eist daarom een geldboete van 80.000 euro.

Fosfaatproductie dierlijke mest onder fosfaatplafond

De fosfaatproductie in dierlijke mest kwam in 2017 voor het eerst in drie jaar tijd weer uit onder het door de EU vastgestelde fosfaatplafond. De productie bedroeg vorig jaar 167,9 miljoen kilo fosfaat. Dat is 5 miljoen kilo onder het fosfaatplafond van 172,9 miljoen kilo. Dit meldt het CBS op basis van voorlopige cijfers.

In 2017 was het fosfaatreductieplan voor de melkveehouderij van kracht. Dit plan zorgde voor een krimp van de rundveestapel en een verlaging van het fosforgehalte in het mengvoer voor melkvee. Varkenshouders werden gestimuleerd om over te schakelen op voer met een lager fosforgehalte. Daardoor daalde ook de fosfaatproductie in de varkenshouderij. Mede door deze maatregelen is de fosfaatproductie in 2017 gedaald tot onder het door de EU vastgestelde fosfaatplafond.

Dankzij het fosfaatreductieplan daalde in 2017 de omvang van de melkveestapel. Melkveebedrijven waren verplicht om melkkoeien en vrouwelijk jongvee af te voeren. Van de circa 16 duizend melkveebedrijven hebben een kleine 600 bedrijven een vergoeding ontvangen voor bedrijfsbeëindiging.

Tussen 1 januari en 31 december 2017 nam het aantal melkkoeien door deze maatregelen met 130 duizend af, een daling van 8 procent. Het aantal kalveren, pinken en vaarzen daalde in die periode met 150 duizend, een daling van 12 procent.

In 2017 daalde het fosforgehalte in het mengvoer voor melkvee van krap 4,3 gram per kilo in 2016 tot ruim 4,1 gram per kilo in 2017, een daling van ongeveer 4 procent. Deze ontwikkeling droeg ook bij aan de verlaging van de fosfaatproductie.

Het fosforgehalte van gras en maïs, ander belangrijk voer voor melkvee, lag in 2017 op gangbare waarden.

maandag 22 januari 2018

Speciale kauwgumprullenbakjes in Arnhem

Op vijfentwintig plekken in de binnenstad van Arnhem zijn bij wijze van proef speciale kauwgumprullenbakjes geplaatst. Vrijdagmiddag 19 januari liep een promoteam van de firma GumBuddy in de stad om mensen hierop te wijzen. De kauwgum die in de bakjes wordt verzameld kan gerecycled worden tot nieuwe producten. Er is gestart met als eerste de productie van potloden en linialen omdat GumBuddy ook aan de slag gaat met de scholen.

De prullenbakjes zijn geplaatst op speciaal daarvoor uitgekozen plekken zoals bij de bussenpleinen en rond de Korenmarkt. In de speciale kauwgumbakjes kunnen mensen hun afgedankte kauwgum deponeren. De kauwgum die wordt verzameld in deze prullenbakjes wordt maandelijks geleegd door De Voorwerkers in Arnhem die dit in samenwerking met GumBuddy verzorgt.

Kauwgum in de openbare ruimte is een hardnekkig probleem. Het verwijderen is een relatief dure en intensieve klus. Voorkomen dat er kauwgum op de grond terecht komt is dus het doel. Het mes snijdt in dat geval aan twee kanten. Elk kauwgumpje dat wordt gerecycled hoeft immers niet door gemeente van de straat geboend te worden. De proef loopt een jaar.

De komst van de kauwgombakjes vloeit voort uit de grote voorjaarschoonmaak van mei van 2017. Toen werd de Arnhemse binnenstad flink onder handen genomen. Graffiti werd verwijderd, de straten werden extra geveegd en geborsteld, er werden nieuwe prullenbakken geplaatst en ook kauwgum werd verwijderd. Het was een gezamenlijke actie van de gemeente, het platform binnenstad Arnhem en de bewonersplatform Arnhem6811.

donderdag 18 januari 2018

Taskforce Herijking Afvalstoffen ingesteld

Een Taskforce Herijking Afvalstoffen is in het leven geroepen om de transitie naar de circulaire economie te versnellen. Winnie Sorgdrager, oud-minister van Justitie, neemt de leiding van de nieuwe werkgroep op zich vanaf 1 mei. Dit is bekend gemaakt bij de presentatie van de Transitieagenda's voor het Grondstoffenakkoord afgelopen maandag. 

De Taskforce Herijking Afvalstoffen gaat met het oog op de transitie naar een circulaire economie belemmeringen in wetgeving en de regimes van vergunningverlening, toezicht en handhaving tegen het licht houden. Veruit de belangrijkste vraag is hoe secundaire stoffen en materialen veilig teruggebracht kunnen worden in de kringloop, zonder dat daarvoor een beroep moet worden gedaan op het afvalstoffenregime. De nieuwe taskforce moet eind 2019 oplossingen voor de in de transitieagenda’s blootgelegde knelpunten aan het Kabinet hebben gerapporteerd.

Sorgdrager geldt als een bestuurlijk zwaargewicht. Voordat ze minister werd in Paars I was zij procureur-generaal in Arnhem en Den Haag. Na haar ministerschap was ze jarenlang voorzitter van de Raad voor Cultuur en vanaf 2006 is ze lid van de Raad van State en Staatsraad. Ook leidt ze de Commissie Sorgdrager die in opdracht van de regering onderzoek doet naar het fipronil-schandaal.

Voor deelname aan de taskforce hebben zich inmiddels bij veertig partijen aangemeld, waaronder decentrale overheden, Omgevingsdiensten, havenbedrijven en brancheorganisaties.

dinsdag 16 januari 2018

Hoera: Je kunt nu gratis afval storten

Afval naast de containers is een grote bron van ergernis voor veel Enschedeërs. Eerder plaatsten we al de maatregelen die de gemeente zou kunnen nemen om de afvaldump tegen te gaan. Gelukkig zijn er sinds begin dit jaar een aantal dingen veranderd, zoals het gratis storten van 75 kg grof afval/ Per 1 januari 2018 kunnen inwoners van Enschede 75 kilo afval wat niet in de normale containers past gratis naar het afvalpunt brengen. Ook het voorrijtarief voor het ophalen van grof afval was erg hoog, namelijk 45 euro. Dit is nu veranderd naar 20 euro per keer. Het afval dat opgehaald wordt, telt niet mee voor de gratis kilo’s.

maandag 15 januari 2018

'Maak en deel foto's van zwerfblik en -plastic'

Om aandacht te vragen voor zwerfafval roept GroenLinks in Assen op om foto’s te maken van blikjes en plastic flesjes in sloten, plantsoenen en weggoten en die te delen op Facebook, Instagram en Twitter. Donderdag 18 januari bespreekt de gemeenteraad de motie van GroenLinks om de gemeente Assen te laten aansluiten bij de Statiegeld Alliantie.

vrijdag 12 januari 2018

New York klaagt Shell aan wegens milieu

New York sleept Shell en vier andere oliegiganten voor de rechter vanwege hun rol bij klimaatverandering. De Amerikaanse stad wil miljarden dollars om zich voor te kunnen bereiden op de gevolgen van klimaatverandering, zo liet burgemeester Bill de Blasio weten. De pijlen worden gericht op Shell, BP, Chevron, ConocoPhillips en ExxonMobil, omdat zij de grootste bijdragers aan klimaatverandering ter wereld zouden zijn.

donderdag 11 januari 2018

Opslagdepot Wieringermeer leeggereden

Afvalzorg is gestart met het leegrijden van het tijdelijk opslagdepot (buffer) voor brandbaar afval op afvalverwerkingslocatie Wieringermeer in Middenmeer. In 13 weken wordt circa 43.000 ton brandbaar afval afgevoerd naar de afvalenergiecentrales van AEB in Amsterdam en HVC in Alkmaar.

Afvalzorg wil hiermee uitsluiten dat de geuroverlast van de afgelopen periode wordt veroorzaakt door het bufferdepot op de locatie. Begin april worden de werkzaamheden afgerond.

Iedere dag wordt circa 800 ton brandbaar afval afgevoerd met vrachtwagens. Dit zijn gemiddeld 20 vrachtwagens per dag en 40 vervoersbewegingen. Door de activiteiten in het depot kan eventueel geuroverlast ontstaan. Afvalzorg neemt zo veel mogelijk maatregelen om dit te voorkomen. Afvalzorg heeft besloten te stoppen met het tijdelijk opslaan van brandbaar afval op Wieringermeer als de buffer leeg is.

Afvalzorg hield zich tot vandaag op Wieringermeer bezig met het tijdelijk opslaan van brandbaar bedrijfsafval wanneer er incidenteel sprake was van gebrek aan capaciteit bij de afvalenergiecentrales in Nederland. Bijvoorbeeld bij onderhoud of storing. Naar aanleiding van de geurklachten rond de locatie, is vanaf januari 2017 geen brandbaar afval meer aan- of afgevoerd. Nu Afvalzorg heeft besloten te stoppen met het tijdelijk opslaan van brandbaar afval, wordt dit deel van de locatie in de toekomst gebruikt voor het permanent storten van afvalstromen waar in Nederland geen betere verwerkingsmogelijkheid voor is (bijv. reinigen, recyclen of verbranden). Een activiteit die Afvalzorg al sinds de jaren ’80 uitvoert op locatie Wieringermeer.

Naast Afvalzorg zijn op locatie Wieringermeer nog twee andere afvalverwerkingsbedrijven werkzaam. HVC heeft op de locatie een vergistings- en composteerinstallatie waar gft-afval wordt vergist en gecomposteerd. Sortiva houdt zich op de locatie bezig met groencompostering, overslag van huishoudelijk afval en sortering van plastic afval.

woensdag 10 januari 2018

Klimaatsceptici: een 'georganiseerde bende'

Om klokslag twaalf uur stonden er met nieuwjaar zoals elk jaar zo’n miljoen mensen op Times Square. Dit jaar alleen in de meest extreme kou voor deze tijd van het jaar; gevoelstemperatuur -20 graden Celsius, bericht Frank Kuin in het NRC. Een perfecte kans voor Donald Trump om de aanval op klimaatwetenschappers nog eens te openen. “In the East, it could be the COLDEST New Year’s Eve on record. Perhaps we could use a little bit of that good old Global Warming that our Country, but no other countries, was going to pay TRILLIONS OF DOLLARS to protect against. Bundle up!”, schrijft hij op Twitter.

Meteorologen denken echter dat deze extreme kou juist veroorzaakt wordt door opwarming in het Arctisch gebied. Een veel kleiner deel dan anders is daar nu bezaaid met zee-ijs. Lucht die normaal in het poolgebied rondcirkelt, wordt nu over een groot deel van de VS gestuwd, waardoor het daar zo koud is.

Klimaatontkenners, zoals Trump, maken slim gebruik van retorische trucs om wetenschappelijk onderzoek als onwaar te bestempelen. Per jaar wordt er in Amerika zelfs 900 miljoen dollar gepompt in de klimaatontkenningsindustrie, zegt meteoroloog dr. Jan Lenaerts (UU). Hij beschrijft klimaatsceptici als een georganiseerde bende. Volgens hem worden klimaatsceptici bovendien te vaak tijdens debatten in de media tegenover klimaatwetenschappers gezet, waardoor het lijkt alsof er nog ruime sprake is van twijfel. Terwijl ondertussen 97 procent van de wetenschappelijke gemeenschap het erover eens is dat de mens een cruciaal aandeel heeft in klimaatverandering.

Hoog tijd voor verandering, vindt Lenaerts. En niet alleen de media, maar ook klimaatwetenschappers zelf moeten volgens hem het tij keren. Cijfers kunnen veel actiever en beter uitgelegd worden, waarbij het grote publiek geholpen moet worden om deze goed te interpreteren. Klimaatwetenschappers hebben te lang achterover geleund.

dinsdag 9 januari 2018

Waterschappen verkleinen klimaatvoetafdruk

De waterschappen liggen goed op koers met de realisatie van hun duurzame ambities. Dit is de belangrijkste conclusie van de Klimaatmonitor Waterschappen over 2016. Met de Klimaatmonitor Waterschappen leggen de waterschappen verantwoording af aan de samenleving over de voortgang van de gemaakte afspraken met het Rijk op het gebied van energie, klimaat en duurzaamheid. Het streven is 100% energieneutraliteit in 2025.

De waterschappen wekken in 2016 al 32% van hun totale eigen energieverbruik zelf op met duurzame energie. Hiermee liggen de waterschappen op koers om hun ambitie van 40% zelfvoorzienendheid in 2020 te halen. De verbetering van energie-efficiency bedraagt 4,5% per jaar over de periode 2009 – 2016. In 2016 is de totale klimaatvoetafdruk van de waterschappen 381 kiloton CO2. Dit komt overeen met de CO2-uitstoot van ruim 48.000 huishoudens. Ook kopen de waterschappen nagenoeg 100% duurzaam in.

Energieneutraliteit in 2025

Arcadis brengt met de jaarlijkse Klimaatmonitor de energiebesparing, verduurzaming en de uitstoot van broeikasgassen van de waterschappen in kaart, zodat de waterschappen de ambitie van energieneutraliteit in 2025 kunnen bewaken. Ook bereiden de waterschappen zich met de verduurzaming voor op deelname aan het Klimaat- en Energieakkoord 2018.

De waterschappen kijken voortdurend naar mogelijkheden om te verduurzamen en maken daarbij gebruik van innovatieve toepassingen in het waterbeheer. Er wordt naast het gebruik van biogas bij waterzuivering bijvoorbeeld meer geïnvesteerd in zonne- en windenergie op eigen terreinen en er liggen kansen voor thermische energie uit afval- en oppervlaktewater. Daarnaast wordt er gekeken naar verbeterslagen in de eigen bedrijfsvoering. Op basis van de klimaatmonitor is een rekenmodel ontwikkeld voor de waterschappen. Dit kan worden ingezet als managementinstrument om toe te passen bij het verdere verminderen van de klimaatvoetafdruk van ieder waterschap.

maandag 8 januari 2018

CO₂ als grondstof op Milieulijst 2018

Ondernemers die investeren in het verduurzamen van hun bedrijfsvoering kunnen ook in 2018 rekenen op fiscaal voordeel. Dat blijkt uit de Milieulijst 2018 die op 28 december 2017 is gepubliceerd in de Staatscourant. Met de nieuwe Milieulijst bouwt het kabinet voort op het nieuwe regeerakkoord. Ondernemers die bijvoorbeeld investeren in het inzetten van CO₂ als grondstof voor de chemische industrie en glastuinbouw kunnen rekenen op financiële steun.

Circulair ondernemen is net als in voorgaande jaren een belangrijk thema op de Milieulijst. Nieuw op de Milieulijst is het vastleggen van CO₂ als grondstof voor de chemische industrie of tuinbouwsector. Dit zorgt voor het sluiten van kringlopen en levert een bijdrage aan de realisatie van de klimaatafspraken. Vanuit de wens om producten langer in de kringloop te houden en zo efficiënter met onze grondstoffen om te gaan komt vanaf dit jaar ook het refurbishen van apparaten in aanmerking. De kwaliteit van teruggewonnen grondstoffen hangt sterk af van de wijze waarop afval wordt ingezameld. Daarom biedt de Milieulijst 2018 meer steun voor investeringen in betere afvalscheiding en het opsporen van gevaarlijke stoffen in afvalstromen.

De overheid stimuleert ondernemers om duurzaam te investeren. Via de Milieu-investeringsaftrek (MIA) en Willekeurige Afschrijving Milieu-investeringen (Vamil) is daarvoor in 2018 een bedrag van 139 miljoen euro beschikbaar. MIA en Vamil bieden voordeel voor investeringen in duurzame technieken. Bedrijfsmiddelen die in aanmerking komen voor dit voordeel staan vermeld op de zogenoemde Milieulijst. De ministeries van Infrastructuur en Waterstaat en Financiën passen deze lijst jaarlijks, na overleg met het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, aan.

vrijdag 5 januari 2018

Doorbraak in discussie over recente toename methaan in atmosfeer

De hoeveelheid van het broeikasgas methaan in de atmosfeer neemt, na een periode van stagnatie tot aan 2007, weer snel toe. De oorzaak van deze recente toename is onderwerp van een verhit wetenschappelijk debat. Scenario's waarin enerzijds fossiele mijnbouw en anderzijds landbouw de toename veroorzaken, leken elkaar uit te sluiten. Een nieuwe studie van Nederlandse en Amerikaanse klimaatwetenschappers maakt een einde aan de tegenstrijdigheid.

De studie, van onderzoekers van de Universiteit Utrecht (UU), SRON Netherlands Institute for Space Research en de Vrije Universiteit samen met Amerikaanse partners, verschijnt deze week in het tijdschrift Nature Communications.

Postdoc-onderzoeker Sudhanshu Pandey (SRON/UU) uit de onderzoeksgroep van prof. Thomas Röckmann (UU) bestudeerde met een computermodel hoe verschillende methaanbronnen bijdragen aan de hoeveelheid methaan in de atmosfeer en vond de verklaring voor de tegenstrijdigheid.

De toename van methaan in de atmosfeer wordt nauwkeurig geregistreerd door een mondiaal netwerk van meetstations. Op basis van die metingen is echter moeilijk te achterhalen uit welke bronnen de waargenomen toename precies komt. Aanvullende informatie wordt verkregen uit andere metingen, bijvoorbeeld van de isotoopsamenstelling van methaan, of van veranderingen in andere gassen in de atmosfeer, zoals koolmonoxide of ethaan. Die metingen dienden als basis voor de analyse die Pandey uitvoerde.

De waargenomen verandering in methaan-isotopen wijst op een toename in de bijdrage van landbouw, zoals veeteelt en rijstbouw, en dat sluit een toename in uitstoot door het gebruik van fossiele brandstoffen uit. Metingen van ethaan daarentegen suggereren dat de toename van methaan juist vooral is toe te schrijven aan mijnbouw-gerelateerde bronnen. Het toegenomen gebruik van schaliegas in de Verenigde Staten, waarbij naast methaan ook ethaan vrijkomt, zou hiervoor verantwoordelijk kunnen zijn. De onderzoekers vonden de oplossing voor deze tegenstrijdige bevindingen in de conclusie dat tegelijkertijd ook de uitstoot van methaan uit bos- en savannebranden verminderd is.

Biomassaverbranding is mondiaal gezien zelf geen grote bron van methaan, maar oefent wel een grote invloed uit op de isotoopsamenstelling. Recente schattingen voor de mondiale emissie uit bos- en savannebranden laten een dalende trend zien voor de afgelopen jaren. Deze trend wordt verklaard door de omzetting van Afrikaanse savanne in landbouwgrond, wat minder vaak wordt afgebrand, en maatregelen om de ontbossing van het Braziliaanse regenwouden te beperken. Door de verminderende methaanemissie door biomassaverbranding mee te nemen in de berekeningen, is een toename in emissies door het gebruik van fossiele brandstoffen niet langer strijdig met de isotoopwaarnemingen. De heersende controverse is daarmee opgelost.

“Nadat onze Amerikaanse collega’s de dalende trend in biomassaverbranding hadden gedetecteerd, konden wij bepalen welk effect dit had op de hoeveelheid methaan in de atmosfeer”, vertellen Röckmann en Pandey. “In een computermodel rekenden we verschillende scenario’s door, waarin de bijdragen van de verschillende methaanbronnen variëren. Uit die simulaties hebben we de scenario’s geselecteerd waarin de isotoopsamenstelling overeenkomt met de waarnemingen”, aldus de onderzoekers.

Het onderzoek betekent een belangrijke stap richting een beter begrip van de invloed van de mens op de mondiale methaankringloop. Dat is nodig voor een meer gerichte controle op de door mensen veroorzaakte broeikasgasemissies. Toekomstig onderzoek is erop gericht om deze emissies verder te kwantificeren, en waar mogelijk te reduceren.

donderdag 4 januari 2018

Lelystad maakt extra geld vrij voor asbestdaken

De gemeenteraad van Lelystad heeft besloten om 700.000 euro uit de Nuon-reserve vrij te maken voor de aanpak van de asbestdaken. In 2024 moeten alle daken met asbest in Nederland verwijderd zijn. Huiseigenaren zijn zelf verantwoordelijk voor de verwijdering, wat naar schatting 10.000 euro per huis kost.  Wie dat niet kan betalen moet het benodigde bedrag bijlenen. In Lelystad komen ongeveer 70 huishoudens niet in aanmerking voor een lening.

woensdag 3 januari 2018

Het koraal sterft uit: zes dingen die je moet weten

Denk je aan de opwarming van de aarde, dan denk je al snel aan smeltende poolkappen of ontdooiende permafrost. Maar ook onder water richt de warmte veel schade aan. De temperatuur van het zeewater is de laatste eeuw aan het stijgen. Dat is funest voor koraalriffen. "De modellen voorspellen dat het de komende maanden weer misgaat", zegt Scott Heron, onderzoeker bij het National Oceanic and Atmospheric Administration in Australië. Maar wat is koraal? En hoe erg is het als het stukgaat? Lees hieronder in zes vragen en antwoorden wat je moet weten.

dinsdag 2 januari 2018

360 extra echte banen en 6% tot 7,5% meer loon voor afval- & milieumedewerkers

Vanaf 1 januari krijgen de 7.000 werknemers in de Afval- en milieusector 6% loonsverhoging in een periode van 2 jaar. In 2019 geldt voor de loonsverhoging een minimum van € 900,-, waardoor de werknemers die het minst verdienen er het meest op vooruit gaan, namelijk 7,5%.

Ook krijgen 360 uitzendkrachten een echte baan en zijn er goede afspraken gemaakt voor flexmedewerkers en ZZP’ers om schijnzelfstandigheid tegen te gaan. Dat is het resultaat van FNV en CNV voor de nieuwe cao in de afval- en milieusector.

Bestuurder Birsen Yavuz, FNV Publiek belang: ‘Heel trots ben ik op deze afspraken, waardoor iedereen een goede loonsverhoging krijgt en 360 medewerkers door hun nieuwe echte baan uit de onzekerheid komen. De inzet van onze leden voor meer echte banen en meer loon is vanaf het begin een serieus onderwerp van gesprek geweest, dat de werkgevers goed hebben opgepakt. Zij hebben hun verantwoordelijkheid genomen door echt te investeren in hun werknemers, in plaats van de aandeelhouders op de eerste plaats te zetten en zijn het goede voorbeeld voor alle werkgevers in Nederland.’

In de nieuwe cao is ook een generatiepact afgesproken. Oudere werknemers kunnen daardoor korter werken om gezond hun pensioen te halen, terwijl daarvoor in de plaats jongeren worden aangenomen. Daarnaast wordt in de nieuwe cao tevens de ww zonder werknemerspremie gerepareerd. Ook krijgen nieuwe vakbondsleden een werkgeversvergoeding van € 90,- om zich aan te sluiten bij de FNV of CNV.

Ook een hele mooie afspraak is dat werknemers vanaf nu maar liefst 4 weken betaald ‘partnerverlof’ krijgen bij de geboorte van hun kind. CNV-bestuurder Aynur Polat is blij met de afspraken: ‘Het is een principeakkoord om trots op te zijn. Naast de prima afspraken over loonstijging, generatiepact en vaste banen, vind ik de 4 weken partnerverlof bij geboorte een mooi onderhandelingsresultaat. Ik hoop dat deze afspraak navolging vindt in andere cao's.’

maandag 1 januari 2018

Afval scheiden in flats Steenhouwersgaarde en Drentheplantsoen

Woont u in een van de flats aan de Steenhouwersgaarde of het Drentheplantsoen in Den Haag? Dan kunt u vanaf 5 februari 2018 meer afval gaan scheiden en dicht bij huis weggooien. De gemeente start een onderzoek over afval scheiden in hoogbouw.

De gemeente onderzoekt wat u van de nieuwe manier van afval inzamelen vindt. Enquêteurs van onderzoeksbureau AMA komen bij u langs en stellen u een aantal vragen. Voorafgaand aan de enquête ontvangt u nadere informatie.

Voor het onderzoek worden de  ondergrondse afvalcontainers afgesloten. U krijgt een pasje om deze afvalcontainers te kunnen openen. Zo kan de gemeente onderzoeken of er behoefte is aan het scheiden van afval en hoe u gebruikmaakt van de containers.

Het onderzoek duurt minstens 6 maanden. Eind 2018 worden de resultaten van het onderzoek verwacht. Dan kan ook bekeken worden of het een succes is. Informatie hierover vindt u terug op de website van de gemeente.