dinsdag 31 juli 2018

Eurogrit aansprakelijk in kort geding asbestverontreiniging

De rechtbank in Rotterdam heeft straalgritbedrijf Eurogrit B.V. in kort geding aansprakelijk geacht voor de schade die is ontstaan door het met asbest vervuilde straalgrit.  De rechtbank heeft bepaald dat Eurogrit B.V. onrechtmatig heeft gehandeld en daarom aansprakelijk is voor de kosten voor maatregelen die zijn genomen om schade te voorkomen en te beperken. Eurogrit moet de kosten vergoeden voor asbestinventarisatie en saneringswerkzaamheden op locaties waar met het asbest vervuilde straalgrit is gewerkt, niet alleen voor sanering volgens risicoklasse 1 maar ook voor sanering volgens risicoklasse 2.

De kort gedingen werden tegen Eurogrit aangespannen door het Gelders Staalstraal-en Schildersbedrijf B.V. (GSB) uit Ochten en Schildersbedrijf Feijenoord B.V. uit Rhoon. GSB en Feijenoord komen, vanwege de schade die zij door Eurogrit hebben geleden, werkkapitaal te kort om nieuwe projecten te kunnen aannemen.

Koninklijke OnderhoudNL is verheugd over de uitkomsten van deze procedures. De rechtbank bevestigt klip en klaar dat Eurogrit verplicht is de – aanzienlijke – kosten te vergoeden die gedupeerde bedrijven in de maand oktober 2017 hebben gemaakt toen zij onmiddellijk het werk hebben stilgelegd.

OnderhoudNL bereidt een financiële schadeclaim (massaclaim) voor namens bedrijven en ondernemingen die het met asbest vervuilde straalgrit van Eurogrit geleverd hebben gekregen. OnderhoudNL werkt nauw samen met gerenommeerde expertisebureaus om de totale schade te inventariseren. Deze schade omvat zowel directe schade als gevolg van onderzoek en opruimhandelingen (sanering) als gevolgschade die is ontstaan omdat werkterreinen onmiddellijk moesten worden stilgelegd.

Een belangrijk deel van de gedupeerde bedrijven heeft zich al aangesloten bij deze massaclaim. De eerste ramingen van de totale schade liggen tussen de 200 en 250 miljoen euro.

Koninklijke OnderhoudNL is de ondernemersorganisatie van ca. 2.000 specialisten in totaal vastgoedonderhoud, renovatie, restauratie, isolatie, schilderen, beglazing en industriële metaalconservering. De belangenorganisatie zet zich vanaf het begin van de Eurogritzaak in voor haar leden en andere ondernemingen die door Eurogrit B.V. zijn gedupeerd in deze zaak.

Niemand wil berg bouwpuin met purschuim innemen

Purschuim blijft een gezin in Vriezenveen achtervolgen. De familie wilde een punt zetten achter een jarenlange, kansloze strijd, maar nu de woning gesloopt is, wil geen recyclingsboer de puinberg innemen. De familie Keijzer en hun drie kinderen uit Vriezenveen lieten hun woning in 2013 isoleren met gespoten purschuim. Het werd een nachtmerrie. En de nachtmerrie duurt voort. Vrij snel na de isolatiebeurt werden alle gezinsleden ziek, zwak en misselijk. Ook de woning zelf vertoonde vrijwel direct kuren. Er waren scheuren, bolstaande muren door het krimpen van pur en het dak begon te zakken.

maandag 30 juli 2018

Rubbergranulaat op kunstgrasvelden milieubelastend

Het gebruik van rubbergranulaat op kunstgrasvelden kan schadelijk zijn voor het milieu in de directe omgeving van de velden. Uit de rubberkorrels kunnen stoffen lekken die terecht komen in de grond om de velden heen (de bermgrond) en in de bagger in sloten. Dat is slecht voor het ecosysteem omdat het de biodiversiteit aantast. Spelende kinderen en huisdieren die per ongeluk bermgrond binnenkrijgen lopen geen gevaar. Om het milieu te beschermen, beveelt het RIVM maatregelen aan om te voorkomen dat rubberkorrels op de bermgrond terechtkomen, en dat stoffen via het drainagewater weglekken naar sloten.

Slootwater en grondwater in de natuurlijke ondergrond zijn niet verontreinigd door het rubbergranulaat op de velden. Dit water kan naar verwachting zonder bezwaar gebruikt worden, bijvoorbeeld om moestuinen mee te besproeien.

Dit blijkt uit onderzoek van het RIVM rond 10 kunstgrasvelden van voetbalclubs in Nederland die zijn ingestrooid met rubbergranulaat van oude autobanden. In het onderzoek is de kwaliteit van het milieu rondom de velden vergeleken met de milieukwaliteit rondom echte grasvelden. Op diverse locaties overschrijden de concentraties zink, kobalt en minerale olie de geldende normen voor bodem en waterbodem (Besluit bodemkwaliteit). Het milieu is vooral gevoelig voor hoge concentraties zink. Voor de mens vormt zink geen gezondheidsrisico.

De schade voor het milieu ontstaat doordat rubbergranulaatkorrels door mensen of bijvoorbeeld bladblazers worden verplaatst naar de bermgrond. Daarnaast lekken stoffen uit de korrels weg naar het drainagewater: dat is regenwater dat via de sportvelden in de bodem terechtkomt. Van daaruit wordt het drainagewater via buizen afgevoerd naar een sloot. In het slootwater worden de concentraties zoveel verdund dat ze geen schade veroorzaken. Wel binden de meeste stoffen zich in het water aan deeltjes die neerslaan als bagger op de slootbodem. In die bagger zijn dus wel effecten gemeten.

Kobalt, zink en minerale olie die uit rubbergranulaat weglekken, kunnen zich ook ophopen in de technische onderlagen van het kunstgrasveld. Vandaaruit kunnen ze, op korte of lange termijn, verder weglekken naar de omgeving. Dat bleek uit onderzoeken van verschillende gemeentes, die het RIVM als onderdeel van deze studie heeft geëvalueerd.

De conclusies uit dit onderzoek worden grotendeels bevestigd door een studie van de Stichting Toegepast Onderzoek Waterbeheer (STOWA). Dat is het kenniscentrum van regionale waterbeheerders in Nederland. In dat onderzoek zijn bij een aantal monsters van drainagewater en waterbodem effecten op levende organismen gevonden.

Om het milieu te beschermen, beveelt het RIVM maatregelen aan om te voorkomen dat rubberkorrels op de bermgrond terechtkomen en dat stoffen via het drainagewater weglekken naar sloten.

vrijdag 27 juli 2018

Heerenveen zet sensor in tegen afvaldumpers

Een bewegingssensor bij plekken met ondergrondse afvalcontainers moet afvaldumpers in Heerenveen afschrikken. De eerste sensoren komen in de wijk Nijehaske. Op de lantaarnpaal bij de containers komt verlichting die aanspringt als iemand in het donker nadert. Wijkbewoners klagen al een tijdje over de rotzooi die bij de containerplekken wordt achtergelaten. Het is geen gezicht en trekt ongedierte aan.

donderdag 26 juli 2018

Verdere verlaging toegestane lozing Chemours

De omgevingsvergunning van Chemours wordt verder aangescherpt. Op 25 juli 2018 publiceert de DCMR, namens de provincie Zuid-Holland een ontwerpbeschikking. Hierin is opgenomen dat de lozing op het riool, de indirecte lozing, van de stof FRD 903, een stof die vrijkomt bij het GenX proces, wordt teruggebracht van 2035 kg naar 148 kg per jaar.

In de revisievergunning van 2013 is de uitstoot van de stoffen E1 en FRD 903 onder voorwaarden vergund. De provincie Zuid-Holland heeft de vergunning in april  2017 gewijzigd door de vergunde emissies naar lucht en water aanzienlijk te verlagen. Dit op grond van de beoordeling van de stoffen door het RIVM en op basis van de door het RIVM geadviseerde voorlopige richtwaarde voor FRD-903 in drinkwater. Tegen deze ambtshalve wijziging van de vergunning is door Chemours en drinkwaterbedrijf Oasen beroep ingesteld. De rechtbank Den Haag heeft met haar uitspraak van 28 juni 2018 de met de wijziging verlaagde indirecte lozing van 6.400 kg naar 2.035 kg per jaar FRD-903 ongewijzigd in stand gelaten. De Rechtbank bevestigt in haar uitspraak dat ook nieuwe kennis over de milieugevolgen van de activiteiten van een bedrijf reden kan zijn voor een ambtshalve actualisatie van de vergunning.

De omgevingsvergunning van Chemours wordt verder aangescherpt. Op 25 juli 2018 publiceert de DCMR, namens de provincie Zuid-Holland een ontwerpbeschikking. Hierin is opgenomen dat de lozing op het riool, de indirecte lozing, van de stof FRD 903, een stof die vrijkomt bij het GenX proces, wordt teruggebracht van 2035 kg naar 148 kg per jaar.
In de revisievergunning van 2013 is de uitstoot van de stoffen E1 en FRD 903 onder voorwaarden vergund. De provincie Zuid-Holland heeft de vergunning in april  2017 gewijzigd door de vergunde emissies naar lucht en water aanzienlijk te verlagen. Dit op grond van de beoordeling van de stoffen door het RIVM en op basis van de door het RIVM geadviseerde voorlopige richtwaarde voor FRD-903 in drinkwater. Tegen deze ambtshalve wijziging van de vergunning is door Chemours en drinkwaterbedrijf Oasen beroep ingesteld. De rechtbank Den Haag heeft met haar uitspraak van 28 juni 2018 de met de wijziging verlaagde indirecte lozing van 6.400 kg naar 2.035 kg per jaar FRD-903 ongewijzigd in stand gelaten. De Rechtbank bevestigt in haar uitspraak dat ook nieuwe kennis over de milieugevolgen van de activiteiten van een bedrijf reden kan zijn voor een ambtshalve actualisatie van de vergunning.

Veilig drinkwater en een veilige leefomgeving zijn cruciaal en hebben voor het provinciebestuur de hoogste prioriteit. Samen met het Rijk, waterschap en gemeenten blijft de provincie zich hiervoor inspannen. De minister van IenW heeft op 15 mei 2018 een voorlopige milieukwaliteitsnorm voor FRD-903 in oppervlaktewater bekend gemaakt van 118 nanogram per liter. Rijkswaterstaat heeft op basis van deze nieuwe tijdelijke norm voor FRD-903 in oppervlaktewater, op ons verzoek berekend welke hoeveelheid Chemours veilig op oppervlaktewater zou mogen lozen. Op grond van hun advies zijn wij voornemens opnieuw in te grijpen en de vergunning ambtshalve te wijzigen. Wij achten een reductie van de indirecte lozing van FRD-903 noodzakelijk en mogelijk en verlagen daarom de lozingsvracht tot 148 kg per jaar. Ook nemen wij aanvullende voorschriften over meet- en rapportageverplichtingen en een verplichting om de lozing nog verder te minimaliseren op in de vergunning.

Landbouw gebruikt 5,7 miljoen kg chemische middelen

In 2016 heeft de landbouw 5,7 miljoen kilogram chemische gewasbeschermingsmiddelen gebruikt. Dit is 3,5 procent minder dan bij de vorige meting in 2012. De dosering per hectare is met 2 procent toegenomen, het aantal hectare waarop chemische middelen worden gebruikt, is met 5 procent afgenomen. Dit blijkt uit nieuw onderzoek van het CBS over het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen in de landbouw.

In 2016 werd bijna 2,8 miljoen kilogram aan chemische gewasbeschermingsmiddelen ingezet ter bestrijding van schimmels en bacteriën, bijna 3 procent minder dan in 2012. Voor onkruidbestrijding en loofdoding is bijna 1,5 miljoen kilogram gebruikt, ruim 15 procent minder dan in 2012.

Het gebruik van chemische gewasbeschermingsmiddelen ter bestrijding van insecten en mijten daalde met 26 procent, tot 96 duizend kilogram werkzame stof in 2016. Wel steeg het gebruik van chemische middelen voor overige gewasbeschermingsdoelen zoals slakkenbestrijding, plantengroeiregulatie en kiemremming en andere vormen van gewasbescherming. Dit laatste betreft vooral het gebruik van minerale olie tegen de overdracht van virussen en het gebruik van fosthiazaat om aaltjes te bestrijden.

De akkerbouw gebruikte in 2016 bijna 3,6 miljoen kilogram chemische gewasbeschermingsmiddelen, waarvan 2,3 miljoen kilogram voor de bescherming van consumptie-, poot- en zetmeelaardappelen. Dat is 40 procent van alle chemische middelen die in 2016 in de landbouw zijn gebruikt. Bij de teelt van bloembollen is 1,2 miljoen kilogram gebruikt, bij de fruitteelt 500 duizend kilogram.

woensdag 25 juli 2018

Advies: beëindig bestrijding bosmug Flevopolder

In grote delen van de Flevopolder blijken de mogelijkheden van effectieve bestrijding van de Aziatische bosmug gering. Dat komt omdat de Aziatische bosmug tussen Lelystad en Zeewolde wijd verspreid voorkomt. De Aziatische bosmug zorgt voor slechts een klein extra risico op verspreiding van ziekten in Nederland. Onderzoekers van RIVM en NVWA adviseren daarom om bestrijding van de Aziatische bosmug in de Flevopolder te stoppen. Omdat de bestrijding op nieuwe vestigingslocaties wel effectief kan zijn, is geadviseerd om bestrijding daar wel op te pakken.

De Aziatische bosmug (Aedes japonicus) is in 2012 aangetroffen in Nederland en bleek destijds al in grote delen van Lelystad voor te komen. Deze mug speelt mogelijk een rol bij de overdracht van een zeldzame ziekte die voorkomt in een klein deel van de Verenigde Staten (La Crosse encefalitis). Daarom is destijds geadviseerd om de populatie van deze mug te beheersen, maar niet koste wat kost uit te roeien. Inmiddels blijkt uit monitoring dat de mug zich op meer plaatsen in de regio heeft gevestigd. Daarmee wordt het steeds moeilijker om de Aziatische bosmug op deze locatie te bestrijden, en staan de kosten niet meer in verhouding tot het effect en de risico’s.

Als onderbouwing bij dit advies is een risicoanalyse opgesteld, op basis van een uitgebreide internationale literatuurstudie. Daaruit blijkt dat het risico voor overdracht van ziekten door de Aziatische bosmug in Nederland erg klein is. Hoewel deze mug in het laboratorium in staat lijkt om bepaalde ziekten over te dragen, blijkt dat de mug dat buiten het laboratorium niet goed te kunnen. Daarnaast zijn er geen aanwijzingen dat de Aziatische bosmug een rol van belang speelt bij de verspreiding van infectieziekten in gebieden waar hij wijdverspreid voorkomt. Daarmee is voor deze mug het risico voor de gezondheid zeer klein en vergelijkbaar met de normaal al in Nederland voorkomende muggensoorten.

De vestiging van specifieke exotische muggen kan het risico op verspreiding van een aantal ziekten in Nederland vergroten. De overheid wil de kans op ziekten over gebracht door muggen beperken en daarom in principe de vestiging van invasieve exotische muggen in Nederland tegengaan. De afweging voor bestrijding wordt per muggensoort gemaakt, omdat mogelijkheden voor bestrijding en de mogelijkheid van de muggen om ziekten over te kunnen brengen verschillen. Het RIVM en de NVWA hebben op verzoek van VWS onderzocht wat het toegevoegde risico is op verspreiding van ziekten bij vestiging van de Aziatische bosmug in Nederland. Het advies over de Aziatische bosmug in de Flevopolder heeft dan ook geen gevolgen voor de bestrijding van invasieve exotische muggen. Op andere locaties dan de Flevopolder wordt de bosmug nog steeds bestreden. Ook heeft het advies geen gevolgen voor het bestrijden van andere soorten exotische muggen zoals de tijgermug en de gelekoortsmug in Nederland.

dinsdag 24 juli 2018

De komende dagen kans op smog door ozon

Vanaf vandaag dinsdag 24 juli tot en met vrijdag 27 juli 2018 is er kans op smog door ozon. Vandaag zal lokaal de luchtkwaliteit "slecht" zijn in het midden en oosten van het land. Het RIVM adviseert mensen die gevoelig zijn voor smog om binnen te blijven en om zware lichamelijke inspanning te beperken. Dit advies geldt voornamelijk in de namiddag en vroege avond, omdat de lucht dan het meest verontreinigd is.

Smog door ozon kan leiden tot een toename van luchtwegklachten, zoals hoesten en kortademigheid, verergering van astmaklachten en afname van de longfunctie. Ook kan irritatie aan ogen, neus en keel voorkomen. Mensen met luchtwegaandoeningen, kinderen en ouderen zijn relatief vaak gevoelig voor smog. Raadpleeg bij klachten de huisarts of GGD.

Vanwege de aanhoudende tropische temperaturen nemen de ozonconcentraties de komende dagen in het gehele land toe. Naar verwachting wordt de luchtkwaliteit in grote delen van het land "slecht".

Smog door ozon ontstaat bij ophoping van luchtvervuiling op zonnige dagen. Dit komt in het voorjaar en in de zomer voor als er weinig (veelal zuidoostelijke) wind staat. De vervuilende stoffen, zoals stikstofoxiden en vluchtige organische stoffen worden onder invloed van zonlicht omgezet in ozon. Dit wordt ook wel zomersmog genoemd. In de andere seizoenen is de kracht van de zon te klein om hoge ozonconcentraties te laten ontstaan.

In Europa zijn voor ozon een informatie- en een alarmdrempel vastgesteld. De EU-informatiedrempel is 180 microgram ozon per kubieke meter lucht. Bij (dreigende) overschrijding van deze waarde kunnen gevoelige mensen klachten krijgen en waarschuwt het RIVM. De luchtkwaliteit is dan ’slecht’ volgens de Nederlandse Luchtkwaliteitsindex.

De EU-alarmdrempel is 240 microgram ozon per kubieke meter lucht (’zeer slecht’ volgens de Nederlandse luchtkwaliteitsindex). Wanneer deze waarde overschreden wordt, kan iedereen klachten krijgen. Als dit dreigt te gebeuren, zet het RIVM de waarschuwing om in een alarm.

Businessmodel ‘betalen per wasbeurt’ blijkt goed voor het milieu

Onderzoekers van de TU Delft en Lund University (Zweden) hebben in de praktijk aangetoond dat betalen per wasbeurt leidt tot zuiniger gebruik van wasmachines. De wetenschappers publiceren hierover in het blad Journal of Cleaner Production.

Normaal gesproken koop je als consument een wasmachine en daarmee is de zaak grotendeels af. Maar je zou ook een alternatief model kunnen gebruiken, waarbij je een wasmachine huurt van een bedrijf en je vervolgens per wasbeurt betaalt. ‘Van een dergelijk pay-per-use businessmodel, in dit geval voor wasmachines, verwachten we een positieve uitkomst voor het milieu’, zegt prof. Nancy Bocken, eerste auteur en onderzoeker bij Lund University en de Delftse faculteit Industrieel Ontwerpen (IO). ‘Consumenten worden door deze opzet immers meer bewust van hun consumptiepatroon en worden bovendien financieel gestimuleerd om zuinig te zijn. De leveranciers worden op hun beurt gestimuleerd om een efficiënte, zuinige en goed onderhouden wasmachine te bieden.’

Of deze aannames ook daadwerkelijk op gaan, hebben de onderzoekers nu in de praktijk getest. ‘Er zijn nog maar weinig studies gedaan naar de milieu-impact van pay-per-use businessmodellen waarbij direct naar de impact in de praktijk wordt gekeken’, zegt coauteur en onderzoeker bij IO prof. Ruth Mugge. ‘We hebben dat wel gedaan, onder meer via een diepgaande case study in samenwerking met het bedrijf HOMIE, dat betalen per wasbeurt aanbiedt.’

maandag 23 juli 2018

Halvering CO2-emissie Noordzeekanaalgebied in 2030

De industrie in het Noordzeekanaalgebied (NZKG) wil de uitstoot van CO2 in 2030 hebben gehalveerd ten opzichte van het huidige emissieniveau van 15 megaton. In 2050 moeten bijna alle afvalstromen (circulair) worden hergebruikt en moet de CO2-uitstoot zijn geminimaliseerd.

Het Noordzeekanaalgebied wil daarmee voorop lopen in Europa. De resultaten van de industrietafel zijn een eerste verkenning van initiatieven om de CO2-uitstoot te verminderen. Na de zomer maakt de provincie Noord-Holland samen met de andere overheden in het Noordzeekanaalgebied een integrale afweging met betrekking tot de benodigde fysieke- en milieuruimte voor het realiseren van de initiatieven.

De resultaten van de regionale Industrieklimaattafel zijn afgelopen week door voorzitter Tjerk Wagenaar aangeboden aan voorzitter Manon Jansen van de landelijke Industrie klimaattafel. Vandaag presenteert Ed Nijpels, voorzitter Klimaatberaad de resultaten van alle landelijke klimaattafels aan minister Wiebes van Economische Zaken en Klimaat.

Het Noordzeekanaalgebied is de snelst groeiende regio van Nederland met een grote diversiteit aan industriële activiteiten. "Het Noordzeekanaalgebied staat aan de vooravond van een grote industriële energierevolutie’, zegt Tjerk Wagenaar van de regionale Industrieklimaattafel. ‘Industriële ondernemers, lucht- en zeehaven netwerkbedrijven, provincie, gemeenten en milieuorganisaties zijn er in geslaagd een ambitieuze visie te ontwikkelen en de vele projecten en innovaties die daarbij passen uit te werken. Hiermee kan het Noordzeekanaalgebied een belangrijke bijdrage leveren aan het behalen van de klimaatdoelstellingen van het kabinet en Parijs. We mogen trots zijn op alle partijen in de regio om zo snel resultaat te boeken."

Toonaangevende concrete voorbeelden van ingediende bijdragen aan het Klimaatakkoord zijn:
elektrificatie van bijna alle industrieën, als alternatief voor gas; afvang van CO2 bij Tata Steel, AEB Amsterdam en HVC Groep om dit te leveren aan tuinders en om het in combinatie met waterstof te hergebruiken als basisgrondstof in de chemie. Om dit laatste op termijn mogelijk te maken is het (deels, tijdelijk en onder strikte voorwaarden) opslaan van CO2 noodzakelijk; grootschalige productie van groene waterstof voor het maken van synthetische brandstoffen door inzet van CO2;
gebruik van restwarmte en het opwekken van warmte via geothermie, bodemenergie en biomassa.

Berekend is dat de industriële vraag naar elektriciteit verviervoudigt in de komende 10 jaar, door onder meer data centers en elektrificatie van de industrie. Daarom maken de netwerkbedrijven plannen om de elektriciteitsinfrastructuur te versterken, een waterstof en CO2-net aan te leggen, evenals warmtebedrijven een warmtenet voor de verwarming van huizen en kassen. Deze infrastructuur moet er op tijd liggen, opdat de plannen van de industrie uitgevoerd kunnen worden.

Port of Amsterdam vervult hierbij een faciliterende rol. De provincie en de gemeenten kijken wat nodig is om de juiste vergunningen snel te verlenen en keuzes te maken in schaarse ruimte en die in omgevingsplannen te verankeren. Het zal veel vragen ook voor inspraakprocedures om dit tijdig af te ronden.

De exacte invulling van diverse plannen hangt af van de (toekomstige) CO2-prijs. Wagenaar: "Zolang de CO2-prijs te laag is, zijn veel plannen niet rendabel en is ondersteuning van de overheid nodig. Het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) heeft eerder dit jaar berekend dat de kosten voor het realiseren van 49% CO2-reductie in Nederland ruim € 3 miljard per jaar bedragen. Voor de plannen van de industrie, inclusief elektriciteitslevering van Nuon aan Tata, is de onrendabele top becijferd op circa € 500 miljoen[1] per jaar. Daarmee leveren we slimme en goedkope bijdragen om klimaatverandering te beperken met behoud van welvaart."

vrijdag 20 juli 2018

WUR zet in op slimme oplossingen om broeikasgassen in te perken

Wageningen University & Research gaat een omvangrijk onderzoeksprogramma opzetten om in Nederland de broeikasgassen van landbouw en landgebruik terug te dringen. Zo kijken Wageningse onderzoekers onder meer naar klimaatneutrale kassen en slimme manieren om veehouderij, landgebruik en bos- en natuurbeheer vorm te geven. Het ministerie van LNV stelt daarvoor dit jaar ruim elf miljoen euro beschikbaar.

Wereldwijd zijn er afspraken gemaakt om de opwarming van de aarde ruim onder de 2 graden Celsius te houden. Die afspraken zijn gebundeld in het klimaatakkoord van Parijs en ook Nederland heeft dat akkoord getekend. Op landelijk niveau zijn nu afspraken gemaakt en gebundeld in het zogeheten Klimaatakkoord. Daarin staat hoe de vijf sectoren Elektriciteit, Gebouwde omgeving, Industrie, Mobiliteit en Landbouw & landgebruik de gestelde doelen gaan behalen om broeikasgassen in te dammen.

Vanuit WUR werken de verschillende kennisinstituten samen aan slimme oplossingen om broeikasgasemissies uit de landbouw en landgebruik te beperken. Saskia Visser verzorgt de centrale coördinatie van de 3 portfolio’s waar Wageningen en haar partners een budget van ruim 11 miljoen euro voor krijgen. Dat geld komt van het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV). Het bedrag is onderdeel van de 300 miljoen euro die eerder dit jaar door het kabinet beschikbaar is gesteld om het effect van broeikasgassen tegen te gaan.

donderdag 19 juli 2018

Kiwa certificeert Appel Bouw en Beutech Agro voor reinigen mestopslag

Per 1 juli 2018 zijn Appel Bouw en Beutech Agro uit Steenwijk als eerste bedrijven in Nederland gecertificeerd voor het veilig en verantwoord reinigen van mestopslagsystemen volgens BRL K906, ‘Reinigen van mestopslagen’. Kiwa heeft beide bedrijven gecertificeerd. Aanleiding voor het opzetten van de nieuwe procescertificering is het relatief grote aantal ongelukken dat jaarlijks in mestopslagsystemen plaatsvindt.

BRL 2344 stelt het in de loop van 2018 verplicht om op een veilige manier een mestsilo te (laten) reinigen voor bijvoorbeeld een inwendige inspectie of bij onderhoud aan de binnenzijde. BRL K906 voorziet hierin en biedt de noodzakelijke kaders. Een mestopslagsysteem kan op twee manieren gereinigd worden: van buitenaf en van binnenuit. Kiwa beoordeelt op basis van BRL K906 beide manieren.

Het goed en naar behoren reiningen van mestopslagssystemen is belangrijk; de veiligheid van betrokken medewerkers en van de boeren staat daarbij voorop, stellen (ook) Appel Bouw en Beutech Agro. Vandaar de keuze om het certficeringstraject van Kiwa te doorlopen – met succes. Om het gevaar nog verder te minimaliseren kiezen beide bedrijven er ook voor om mestopslagsystemen altijd van buitenaf reinigen.

woensdag 18 juli 2018

Hawaï verbiedt zonnebrandcrème die koraalriffen verwoest

De gouverneur van de Amerikaanse staat Hawaï heeft een wet ondertekend waarin het gebruik van bepaalde zonnebrandcrèmes wordt verboden. De ingrediënten oxybenzone en octinoxate, allebei bedoeld om UV-stralen tegen te houden, zijn vanaf 1 januari 2021 verboden in de eilandstaat. De chemicaliën in kwestie zijn zeer schadelijk voor koraalriffen, bleek twee jaar geleden al uit onderzoek. De stoffen hebben een blekend effect, veroorzaken misvormingen en DNA-schade en leiden uiteindelijk tot het afsterven  van het koraal. De zonnebrandcrèmes komen in het water terecht doordat mensen in zee zwemmen en duiken, maar ook door afvalwater dat in de oceaan wordt geloosd.

dinsdag 17 juli 2018

Kortrijk plaatst zes sensoren om luchtkwaliteit te meten

De West-Vlaamse stad Kortrijk gaat zes sensoren installeren die permanent de luchtkwaliteit meten. Uniek is dat de gegevens ook altijd kunnen geraadpleegd worden door de inwoners. Kortrijk is de eerste stad in Vlaanderen die op die manier werkt. In Vlaanderen zijn er een dertigtal meetpunten die de luchtkwaliteit meten, maar Kortrijk is niet één van die locaties en daar wilde de stad iets aan doen. Daarom besliste de stad om samen met het jonge Kortrijkse bedrijf Aptus zes meettoestellen aan te kopen. Die meten niet alleen de temperatuur en luchtvochtigheid, maar vooral ook de concentraties fijn stof en stikstofdioxide (foto: Wikimedia)

maandag 16 juli 2018

Hoe hondenbezitters de strijd tegen plastic afval aangaan

De dagelijkse wandelingen met de baas zijn veel leuker geworden sinds Joy de jacht op rondslingerende plastic flessen, drinkpakjes en blikjes heeft ontdekt. Eén keer per week rijdt Alex van Eck (44) zijn ‘gabber’ voor een grote schoonmaak naar de Middelwaard, een eldorado voor loslopende honden. Telkens weer verbaast hij zich over de hoeveelheid troep die recreanten achterlaten in dit mooie natuurgebied. Meer nog dan in zijn eigen woonbuurt in het nabijgelegen IJsselstein is hij erop gebrand deze plek met Joy af te stropen. ‘Afval dat hier is achtergelaten, waait weg, gaat de rivier in en komt in zee terecht, waar de plastic soep al immens is. ’ Dat wil hij voorkomen.

vrijdag 13 juli 2018

Geen verhoogde dioxinewaarden in melk van koeien uit gebied Twence

Er zijn geen verhoogde dioxinewaarden aangetroffen in de melk van de koeien uit het gebied dicht bij Twence. De melk hoeft dus niet te worden vernietigd. De dioxine is vrij gekomen bij de grote brand bij afvalverwerker Twence die dagen duurde.

Het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) trof bij metingen verhoogde dioxine-waarden aan op gewassen tot een afstand van vijf kilometer onder de rook van Twence. Het RIVM adviseerde daarna aan boeren om de dieren binnen te houden en gewas eventueel te beregenen om de dioxine kwijt te raken. Er zijn afgelopen week melkmonsters afgenomen om te onderzoeken of de dioxine-waarden in de melk schadelijk kunnen zijn voor de volksgezondheid. Dat is niet het geval, blijkt uit melkmonsters. Er is een verwaarloosbare hoeveelheid dioxine is aangetroffen in de melk.

Mag dat: je plastic afval in de grijze container doen?

De lantaarnpalen in de Hoeksche Waard hangen elke week weer vol met die PMD zakken voor plastic afval. We zijn lekker aan het scheiden met zijn allen. Maar mag je plastic afval nu eigenlijk nog wel in de grijze container doen of krijg je dan een boete? Geen zorgen, je bent niet verplicht om je plastic afval apart in te zamelen. Doe je het niet, dan zit je grijze container wel sneller vol waardoor je die vaker aan de straat moet zetten. En dat kost weer meer geld. Heb je een kleine container, dan betaal je per ophaalbeurt €4,-.

donderdag 12 juli 2018

Grootscheepse inval afvalverwerker Ter Horst

Afvalverwerkingsbedrijf Ter Horst uit Varsseveld wordt sinds donderdagochtend binnenstebuiten gekeerd. Verschillende overheidsdiensten zijn betrokken bij deze grootscheepse actie die nog altijd aan de gang is. Volgens de politie wordt de controle gehouden 'vanwege het vermoeden dat diverse wet- en regelgeving wordt overtreden'. Omwonenden worden vanavond bijgepraat tijdens een besloten bijeenkomst op het gemeentehuis van Oude IJsselstreek. et zou gaan om overtredingen op het gebied van milieu en arbeidsomstandigheden. Personeel van de afvalverwerker heeft zich verzameld bij het kantoor, wachtend op wat komen gaat. ,,Ons is verder ook niets verteld’’, merken werknemers op die zittend in tuinstoelen de ontwikkelingen afwachten.

dinsdag 10 juli 2018

‘Sectorplannen voor Klimaatakkoord: 1e etappe naar Parijs is afgelegd’

Ondernemersorganisaties MKB-Nederland en VNO-NCW zijn positief over de vandaag gepresenteerde sectorplannen voor een Klimaatakkoord. De eerste etappe naar ‘Parijs’ is vandaag afgelegd’, zeggen de organisaties. ‘Nu moeten we het werk van de verschillende sectortafels na de doorrekeningen goed in samenhang brengen en de plannen aanscherpen op betaalbaarheid, behoud van onze concurrentiepositie op internationale markten en praktische uitvoerbaarheid.’

‘Er zitten veel goede ingrediënten in de vandaag gepresenteerde plannen om de volgende etappes in de tocht naar de Parijse klimaatdoelen te laten slagen’, zegt Hans de Boer, voorzitter van VNO-NCW. ‘Het is zaak de plannen nu om te smeden tot een aantrekkelijk en vooral samenhangend Klimaatakkoord waar we 30 jaar mee uit de voeten kunnen. Een pakket dat oog heeft voor de internationale context, uitvoerbaar en ruimtelijk inpasbaar is, dat innovatie stimuleert en bovenal kan rekenen op draagvlak in de brede samenleving. Draagvlak is namelijk dé crux om deze langjarige transitie mogelijk en succesvol te maken. Want met alleen normen en top-down beleid gaan mensen niet met enthousiasme aan de slag.’

‘Er ligt een nuttige inventarisatie van alle plannen per sector’, zegt Fried Kaanen, vice-voorzitter van MKB-Nederland ‘Maar het Klimaatakkoord moet straks kunnen werken voor álle bedrijven; van heel groot tot klein, van industrieel tot in de dienstverlening. Hierop zullen wij -met de doorrekeningen van de Planbureaus in de hand- alles dan ook nauwgezet gaan beoordelen. Op basis van de doorrekeningen zullen we samen met VNO-NCW onze positie bepalen om zo in december hopelijk tot een Klimaatakkoord te kunnen komen.’

Nederland kiest met een eigen doelstelling voor een nationale kop bovenop de Europese klimaatafspraken die in 2015 in Parijs werden gemaakt. ‘Koploper zijn kost meer dan volgen’, aldus MKB-Nederland en VNO-NCW. 'Maar het kan per saldo concurrentievoordelen brengen als we het slim aanpakken. Het moet alleen wel betaalbaar zijn. Bewaken we dit komende maanden niet dan brokkelt het draagvlak bij ondernemers en burgers in korte tijd af en zijn we verder van huis.'

Voor internationaal concurrerende sectoren als de industrie en de landbouw geldt bovendien dat zij zich niet uit de markt kunnen prijzen, zeggen de ondernemersorganisaties. Betaalbaarheid wordt hier bepaald door het internationale speelveld. 'Wij willen niet toe naar een situatie waarin de wereld warmer wordt en Nederland armer. Het gaat daarbij niet alleen om de internationale concurrentiepositie van energie-intensieve bedrijven, maar ook om de continuïteit van ketens van toeleveranciers, de logistieke functie tot en met horeca en detailhandel aan toe.'

De ondernemersorganisaties beoordelen de plannen de komende tijd ook op de uitvoerbaarheid en flexibiliteit. Is de financiering van onrendabele toppen en innovatieprogramma’s bijvoorbeeld structureel geborgd? Zijn er voldoende vakkrachten om het werk uit te voeren? Ook moeten alle duurzame plannen ruimtelijk inpasbaar zijn en Nederland leefbaar houden. Is de CO2-aanpak ook voldoende verbonden met de grondstoffentransitie en de kansen die de circulaire economie juist ons land biedt?

Daarnaast is het belangrijk om flexibiliteit en lerend vermogen in te bouwen in het akkoord vinden MKB-Nederland en VNO-NCW. ‘Zodat we ons niet blind staren op wat vandaag het beste lijkt, maar morgen wel eens heel anders kan zijn als nieuwe technologie beschikbaar komt. Sluit bijvoorbeeld niet alles af van aardgas waar dit straks kan worden opgevolgd door groen waterstofgas. Keuzes rondom elektrisch rijden moeten rijden op waterstof ook niet in de weg staan,’ aldus de organisaties.

'Klimaatakkoord: twee klimaattafels goed op weg, drie blijven achter'

Natuur & Milieu, Greenpeace, Milieudefensie en de Natuur en Milieufederaties vinden de voorstellen voor de hoofdlijnen van het Klimaatakkoord nog niet voldoende om de klimaatdoelen uit het Parijs-akkoord te halen: 'Deze voorstellen gaan ons niet in Parijs brengen, we zijn pas in Antwerpen', aldus de milieuorganisaties in een eerste reactie.

De organisaties zijn blij met de gemaakte keuzes voor elektriciteit en de gebouwde omgeving. 'Die tafels zijn aardig ver gekomen en bieden veel aanknopingspunten om op verder te gaan. Maar andere blijven teleurstellend vaag. Dit najaar zullen óók industrie, landbouw en mobiliteit keuzes moeten maken voor structurele verandering.'

Het hoofdlijnenakkoord dat nu op tafel ligt, zal het komende half jaar verder uitgewerkt worden. Belangrijkste zorgpunten voor de organisaties zijn de focus op CO2-opslag, te veel gebruik van biomassa en het uitblijven van een duurzaam landbouwsysteem. 'Komende half jaar moet ook invulling worden gegeven aan de opdracht van het kabinet om voorstellen te doen die leiden tot 55 procent CO2-reductie in 2030. Dat is een cruciaal element van dit broodnodige akkoord in de strijd tegen catastrofale klimaatverandering.'

De organisaties willen ook meer duidelijkheid over wie de maatregelen gaat betalen. 'De burgers dreigen op te draaien voor de kosten van het klimaatbeleid zolang grote vervuilers nauwelijks klimaatbelasting betalen en tegelijk wel subsidies eisen. Dat is oneerlijk en moet echt beter.'

Het meest tevreden zijn de organisaties over de afspraken over elektriciteit. 'Bij de opwekking van duurzame energie zijn gelukkig wel ambitieuze afspraken voor de lange termijn gemaakt.'

In het akkoord wordt de ambitie uitgesproken om in 2030 70 tot 80 procent van de energie duurzaam op te wekken. Bij genoeg vraag kan het tempo voor de uitrol van wind op zee verdrievoudigd worden. Afspraak is om natuurbelangen hierbij goed mee te nemen. Daarnaast is afgesproken dat de helft van de nieuwe installaties voor zon- en windenergie in lokale handen moet komen.

De industrie heeft nog een lange weg te gaan. De technieken zijn op een rij gezet, maar er zijn nog geen keuzes gemaakt. 'Wij plaatsen nog steeds grote vraagtekens bij nut en noodzaak van CO2-opslag onder de grond. De industrie heeft daar begrip voor. Daarom gaan we nu de risico’s van CO2-opslag samen goed onder de loep nemen en afzetten tegen duurzame alternatieven via een gezamenlijk onderzoekstraject.'

Er is weinig concreet over de financiering van de plannen in de industrie. De milieuorganisaties bepleiten dat de kosten van de verduurzaming van de industrie niet alleen bij de burger belanden. Positief in dit voorstel is de afspraak om onderzoek te doen naar het beprijzen van de CO2-uitstoot van de industrie.

VEH: huiseigenaar eist realistisch klimaatakkoord

Het voorstel voor hoofdlijnen voor een Klimaatakkoord schetst de contouren voor een grootschalige energietransitie die 4,2 miljoen huiseigenaren gaat raken. Cindy van de Velde, algemeen directeur Vereniging Eigen Huis, reageert: De ambities zijn hoog maar tegelijkertijd is veel nu nog onduidelijk. Wij praten mee aan de klimaattafel en maken ons hard voor een realistische aanpak waar iedereen aan mee kan doen. Belangrijk is dat de energietransitie niet eenzijdig wordt neergelegd bij eigenwoningbezitters en dat de woonlasten gelijk blijven. Bovendien moeten mensen zelf de regie kunnen voeren over hun keuzes. Dat ligt gevoelig omdat het om beslissingen gaat die ingrijpen in het privédomein: de eigen woning.”

Het akkoord biedt volgens de vereniging goede aanknopingspunten voor een uitwerking van de transitieplannen. Zo is het uitgangspunt van woonlastenneutraliteit in het akkoord gekomen en wordt ingezet op forse kostenverlagingen van de te nemen maatregelen. Cindy van de Velde: “Dat zijn mooie ambities, maar op dit moment is het nog onduidelijk of de plannen voor huiseigenaren haalbaar zijn en hoe ze onder de streep gaan uitwerken. Duurzaam wonen moet voor miljoenen huishoudens mogelijk worden. Dat kan met praktische handvatten, kostenverlagingen, technische innovatie en betaalbare financiële regelingen.”

De vereniging  is uitgesproken voorstander van het helpen en stimuleren van huiseigenaren bij de verduurzaming van hun woning. Een betrouwbaar stimuleringsbeleid en goede financieringsmogelijkheden die zorgen voor gelijkblijvende woonlasten en een hoger wooncomfort zullen steeds meer mensen over de streep trekken.

maandag 9 juli 2018

Volop interesse voor leernetwerken Klimaatneutraal en Circulair Inkopen

Ruim 260 deelnemers hebben zich aangemeld voor de leernetwerken Klimaatneutraal en Circulair Inkopen. Medewerkers van gemeenten, waterschappen, rijksoverheid en andere (semi-)overheden gaan tot het einde van het jaar kennis opdoen en ervaringen uitwisselen.

Op 2 en 3 juli 2018 zijn de leernetwerken Klimaatneutraal en Circulair Inkopen van start gegaan. Er is vooral veel interesse voor de praktische invulling zoals circulaire eisen en criteria in inkooptrajecten.

Met een gezamenlijke inkoopvolume van €73 miljard heeft de overheid een krachtig instrument om de eigen CO2-uitstoot te minimaliseren én markten te verduurzamen. Het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) berekende dat met de overheidsinkoop over 2015 en 2016 in acht productcategorieën een CO2-besparing van circa 5 Mton over de totale looptijd van de contracten wordt gerealiseerd. Maar hoe geef je binnen je organisatie concreet invulling aan klimaatneutraal en circulair inkopen? Daarover gaan deelnemers aan de 10 leernetwerken de komende maanden met experts en met elkaar in gesprek.

In het kader van het programma Circulair en Klimaatneutraal Inkopen organiseren Rijkswaterstaat en PIANOo 10 leernetwerken. Zes leernetwerken richten zich op specifieke productgroepen (zoals kantoorinrichting, ICT of mobiliteit), en vier op organisatie-thema’s (zoals samenwerking met de markt of interne organisatie). Dat MVI een verantwoordelijkheid is van de hele organisatie blijkt uit de samenstelling van de leernetwerken: zowel inkopers, duurzaamheidscoördinatoren, contractmanagers als projectleiders meldden zich aan. De kennis uit de leernetwerken wordt gedeeld via de website PIANO..

vrijdag 6 juli 2018

Provincie Overijssel start met milieuonderzoek mestverwaardingsinstallatie Zenderen

De provincie Overijssel zet de eerste stap voor een provinciaal inpassingsplan voor de realisatie van een mestverwaardingsinstallatie door Twence in Zenderen. De provincie legt een notitie ter inzage waarin staat hoe het hiervoor benodigde milieuonderzoek wordt uitgevoerd, en welke vragen hierbij moeten worden beantwoord. De inzageperiode start op 14 juni 2018 en duurt tot en met 12 juli. Personen, bedrijven of organisaties die dat willen kunnen in die periode een reactie insturen. Deze wordt meegenomen in het vervolgtraject.

Het milieuonderzoek is nodig om uiteindelijk een zogeheten inpassingsplan te maken. Dit is een bestemmingsplan dat wordt gemaakt door de provincie. In het milieuonderzoek moet in beeld worden gebracht wat de gevolgen zijn voor het milieu als er een mestverwaardingsinstallatie wordt gevestigd op de locatie Elhorst-Vloedbelt. De initiatiefnemer moet ervoor zorgen dat de milieuvoorschriften niet worden overschreden, en eventueel maatregelen nemen om ongewenste milieueffecten te voorkomen of te verminderen.

Afvalverwerkingsbedrijf Twence wil een mestverwaardingsinstallatie bouwen waarin jaarlijks 250.000 ton mest kan worden verwerkt. De installatie levert een belangrijke bijdrage aan het oplossen van het mestoverschot van veehouders in Twente. Daarnaast levert hij zo’n 5 miljoen kubieke meter biogas, dat een bijdrage levert aan de ambities voor nieuwe, schone energie. Ook worden andere stoffen gewonnen die kunnen worden gebruikt als grondstof voor bijvoorbeeld de landbouw.

donderdag 5 juli 2018

Partijen bundelen krachten voor duurzaam vliegen

Verschillende partijen uit de luchtvaartsector hebben de krachten gebundeld voor elektrisch vliegen. In het General Aviation e-platform Duurzaam Vliegen willen de partijen samen met het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat en onderwijsinstellingen duurzame vormen van vliegen stimuleren en waar mogelijk versnellen.

Minister Van Nieuwenhuizen (Infrastructuur en Waterstaat) heeft in Leeuwarden samen met de partijen het startsein gegeven voor het platform. Het gaat onder meer om de Stichting vliegveld Hilversum, de vliegschool in Hilversum, de importeur van de vliegtuigen van Pipestrel, de luchthaven Teuge, TU Delft, HVA Aviation Studies en ROC Amsterdam vliegruigtechniek.

Van Nieuwenhuizen: “We willen dat de luchtvaart duurzamer en schoner wordt. Daar hebben we tijd en veel innovatie voor nodig. De oprichting van dit platform is een mooi initiatief om de ontwikkelingen voor elektrisch vliegen aan te jagen.”

De minister was in Leeuwarden in het kader van de Duurzame Elfwegentocht waarbij het de bedoeling is dat iedereen in Friesland twee weken te land, ter zee en in de lucht op een duurzame manier reist. Op vliegbasis Leeuwarden verwelkomde de minister 2 volledig elektrische vliegtuigen ontvangen, die van Lelystad Airport en Eelde Airport naar de Culturele Hoofdstad van Europa vlogen om de opkomst van elektrisch vliegen in Nederland te markeren.

Parallel reden een waterstof Tesla (de Hesla van Holthausen) vanaf het NAM hoofdkantoor, een Renault Zoë van Rijkswaterstaat vanuit Lelystad, een Elektrische Volkswagen Golf van de Schiphol Group vanuit Schiphol en een Tesla van het Nederlands Lucht- en Ruimtevaartcentrum in Marknesse ook naar Vliegbasis Leeuwarden.

Het General Aviation e-Platform Duurzaam Vliegen ontving vandaag in Leeuwarden 170.000 euro van accountants- & adviesbureau PWC. Dit bedrag is vooral bedoeld om laadpalen voor elektrische 2 zitters aan te leggen op vliegvelden zoals Breda Seppe Airport, Teuge, Hilversum en mogelijke andere vliegvelden waar er elektrische vliegtuigen gestationeerd gaan worden.

Minister van Nieuwenhuizen opende vorige week al 'de kraamkamer' voor innovaties in de luchtvaart toen zij het nieuwe complex van het Nederlandse Lucht- en Ruimtevaartcentrum (NLR) in Marknesse bezocht. Elektrisch vliegen stond ook daar centraal tijdens een seminar en werksessies met de luchtvaartsector.

De NLR ontving vorige week ook een schenking van PWC voor de aanschaf van een volledig elektrische Pipistrel Electro om een ‘living lab’ voor elektrisch vliegen te kunnen starten.

woensdag 4 juli 2018

Gelderse industrie steeds schoner

De maakindustrie in Gelderland wordt steeds schoner. Dit blijkt uit een onderzoek van TNO onder 20 industriebedrijven in Gelderland, waaronder Van Raam in Varsseveld en de Kaak Groep in Terborg. Door nieuwe technieken toe te passen in het productieproces wordt de industrie niet alleen slimmer, maar ook schoner. Michiel Scheffer biedt het onderzoek op 2 juli 2018 aan staatssecretaris Stientje van Veldhoven aan tijdens een werkbezoek aan Industriewater Eerbeek.

Gedeputeerde Michiel Scheffer: ‘Gelderland wil de eerste afvalloze provincie van Nederland zijn. Als grootgebruiker van grondstoffen kan de industrie hier de ‘game changer’ in zijn. Door slim te werken wordt de Gelderse industrie steeds schoner.’

Gelderland heeft een bloeiende maakindustrie met veel verborgen kampioenen: innovatieve bedrijven die wereldwijd toonaangevend zijn in hun specialisatie. Nieuwe technologieën in het productieproces kunnen de levensduur van producten verlengen en het materiaalgebruik in de productieketen terugdringen.

Het onderzoek van TNO laat zien dat industriebedrijven in Gelderland steeds meer ‘circulair’ handelen. Ook gaan ze efficiënter om met materialen en grondstoffen. De inzet van ICT-innovaties, zoals 3D-printen en op afstand uitleesbare sensoren spelen hierbij een belangrijke rol. Met deze slimme applicaties weet de producent op elk moment waar, wanneer en in welke toestand producten zich bevinden. Deze informatie helpt om andere en schonere keuzes te maken voor onderhoud, hergebruik en vervanging. 

Het TNO-rapport adviseert de industriebedrijven om hun ervaringen met circulaire goede voorbeelden te delen, zoals de inzet van nieuwe sensoriek en nieuwe businessmodellen. TNO roept de provincie Gelderland op de ‘asset sharing’ in de regio te stimuleren. Hiermee maken bedrijven intensiever gebruik van productieapparatuur door niet zelf machines aan te schaffen, maar machines te delen. Door assessments uit te voeren wordt de impact van circulaire initiatieven op de productieketen in kaart gebracht. Om industriebedrijven een zetje in de rug te geven, trekt de provincie €1 miljoen extra uit met subsidieregeling ‘Slimme schone proeffabrieken’: Schoorsteen er af, robots er in!

dinsdag 3 juli 2018

Milieuzones: twee varianten voor diesels

Bezitters van een personenauto die rijdt op diesel, kunnen op twee manieren te maken krijgen met een milieuzone in Nederland. Gemeenten die een milieuzone zouden willen invoeren, krijgen de mogelijkheid om auto’s ouder dan 15 jaar of ouder dan 20 jaar in hun zone te weigeren.

Benzine-auto’s zijn geen onderdeel van de harmonisering van milieuzones. Bovendien besluit iedere gemeente zelf of er een milieuzone wordt ingevoerd. Dat schrijft staatssecretaris Stientje van Veldhoven (Infrastructuur en Waterstaat) vrijdag aan de Tweede Kamer.

Van Veldhoven: “Dit systeem is eenvoudig, handhaafbaar en voorspelbaar. Het biedt gemeenten de ruimte om werk te maken van hun luchtkwaliteit, zonder dat de duidelijkheid voor de automobilist eronder lijdt. Voor oldtimers, campers en voertuigen van mensen met een beperking maak ik in overleg met de gemeenten een uitzondering.”

Ook voor het vrachtverkeer komen eenduidige borden en de mogelijkheid vanaf 2025 om in binnensteden een zero emissie zone mogelijk te maken. Op die manier wordt invulling gegeven aan de afspraken in de Green Deal Zero emissie stadslogistiek.

De nieuwe regels gelden vanaf 2020. De twee categorieën van milieuzones blijven in 2025 gehandhaafd, maar gaan dan wel een stap vooruit. Dit omdat auto’s in Nederland sowieso steeds schoner worden. Zo kunnen gemeenten blijven werken aan schone lucht. Het harmoniseren van milieuzones is opgenomen in het Regeerakkoord van kabinet Rutte III.

maandag 2 juli 2018

Van Veldhoven maakt werk van economie zonder afval

De tijd van spullen maken, gebruiken en vervolgens weggooien en verbranden is voorbij. Nederland werkt hard om in 2050 een economie zonder afval te zijn: een circulaire economie. Continu hergebruik van grondstoffen biedt grote kansen voor het bedrijfsleven en helpt bovendien om de Nederlandse klimaatdoelen te halen.

Dat schrijft staatssecretaris Stientje van Veldhoven (Infrastructuur en Waterstaat) vrijdag aan de Tweede Kamer.

Van Veldhoven: “Een eindige aarde kent nu eenmaal geen oneindige hoeveelheid grondstoffen. Dus we kunnen of op zoek naar een tweede of zelfs derde planeet, of werk maken van een circulaire economie. En als ik zie hoeveel plannen er zijn en met hoeveel energie er aan die nieuwe economie gewerkt wordt, stemt me dat heel optimistisch. Nederland is goed op weg en ligt op koers voor 2050!”

Als antwoord op de plannen voor een circulair Nederland in 2050 maakt Van Veldhoven met andere bewindspersonen werk van een aantal zaken, bijvoorbeeld:

Inzet op circulair ontwerpen. Dat betekent dat het al rekening wordt gehouden met het hergebruik van spullen, nog voor dat ze überhaupt ontworpen zijn. Het kabinet zal daarom circulair ontwerpen vastleggen in de eindtermen van alle relevante opleidingen op universitair, hbo- en mbo-niveau.

Het afsluiten van een Betonakkoord. In dat akkoord wordt met onder andere opdrachtgevers, betonproducenten en aannemers afgesproken al het vrijgekomen beton opnieuw te gebruiken. Dat helpt bij de vermindering van CO2-uitstoot.

Producenten van wegwerpproducten, meubels en textiel meer verantwoordelijk maken voor het afval van hun product. Bijvoorbeeld door producenten van niet of moeilijk te recyclen spullen een hogere bijdrage te laten betalen aan het inzamelen van afval.

Stoppen met plastic wegwerpartikelen. Dit betekent het einde van bijvoorbeeld plastic bordjes, rietjes, roer- en wattenstaafjes voor eenmalig gebruik. Nederland ondersteunt de voorstellen van de Europese commissie op dit gebied van harte. Daarnaast werkt Van Veldhoven voor een brede aanpak voor plastic aan een Plastic Pact. Verwacht in 2019.

Nederlandse overheden die het goede voorbeeld geven als zij bij het kopen van hun spullen beter letten op duurzaamheid. Zo zijn alle opdrachten van het Rijksvastgoedbedrijf, Rijkswaterstaat en ProRail vanaf 2030 circulair. Defensie heeft bijvoorbeeld al zo’n aanbesteding gedaan voor hun bedrijfskleding en Rijkswaterstaat voor duurzaam kantoormeubilair. Ook de catering binnen het Rijk wordt in stappen circulair gemaakt. In totaal kan op die manier kan al in 2021 1 Mton CO2 bespaard worden, evenveel als Rotterdamse huishoudens produceren door het verstoken van gas.

Samen met ondernemers en banken voor zorgen dat bedrijven die goede plannen hebben in staat zijn om hun product in de markt te zetten. Het kabinet kan vanuit de Klimaatenveloppe een bijdrage leveren om beproefde circulaire concepten een steun in de rug te geven om kosteneffectief CO2 te besparen.

Een circulaire economie helpt om de klimaatdoelen te halen. Het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) heeft berekend dat een circulaire economie in 2030 bijna 8 Mton CO2-uitstoot scheelt, oplopend tot 13 Mton in 2050. Daarmee kan circulaire economie zo’n 15 procent vormen van de totale vermindering van 56 Mton CO2 in 2030 uit het Regeerakkoord.