vrijdag 28 september 2018

‘Planbureaus leggen vinger op witte vlek in analyse Klimaatakkoord’

Het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) en het CPB leggen precies de vinger op een witte vlek.’ Dat zeggen MKB-Nederland en VNO-NCW in een eerste reactie op de analyse van de 10 juli gepresenteerde contouren voor een Klimaatakkoord.

Volgens de ondernemersorganisaties is heel veel goed werk verricht tot op heden, maar blijkt uit de PBL-analyse dat er inderdaad nog te weinig aandacht is in het Klimaatakkoord voor de dwarsverbanden tussen de sectoren en de winst die daar is te behalen. Eerder waarschuwden zij al voor dit risico. ‘We moeten veel meer kijken naar de winst die er is te halen met het omzetten van bijvoorbeeld duurzaam opgewekte elektriciteit in warmte of in waterstof voor toepassingen in de industrie, gebouwde omgeving, transport en landbouw', zeggen MKB-Nederland en VNO-NCW. Het uitwerken van dit soort plannen over sectoren heen kost misschien iets meer tijd, maar zet Nederland en het klimaat uiteindelijk echt op voorsprong.’

Het goede nieuws uit de analyse van PBL en CPB is volgens MKB-Nederland en VNO-NCW dat alle verzamelde maatregelen in het Klimaatakkoord inderdaad technisch optellen tot 49 procent CO2-reductie in 2030. Er is dus al goed werk verricht in een hele korte tijd, vinden de ondernemersorganisaties. 'Dat is een ongekende prestatie van alle branches, bedrijven, overheden en NGO’s die hieraan hebben gewerkt. Nu is het alleen van belang dat de overheid duidelijk aangeeft wat de kaders worden waar we de komende maanden mee verder kunnen werken. Alleen zo kunnen we straks tot een uitgekiende mix van maatregelen komen die effectief zijn. Jammer, maar begrijpelijk, is dat het CPB nog niet uitgebreid kon reageren op de kosten en betaalbaarheid van de transitie. Juist dit is een cruciale randvoorwaarde voor draagvlak en uiteindelijk succes.’ 

Volgens MKB-Nederland en VNO-NCW is het belangrijk dat we de komende tijd echt de tijd nemen om tot een succesvol Klimaatakkoord te komen dat voor alle partijen kan werken. Dit vraagt behalve de goede randvoorwaarden een uitgewerkte publiek-private aanpak die leidt tot echte doorbraakprojecten. ‘Van de burger, tot de bakker en de slager, tot de zware industrie; iedereen moet er de komende 30 jaar mee kunnen werken en enthousiast van worden. Anders blijft het bij een papieren werkelijkheid waar het klimaat noch de Nederlandse samenleving en economie beter en sterker van wordt. Daarnaast is een succesvol Klimaatakkoord ook van belang om onze voorzieningszekerheid op lange termijn veilig te stellen', stellen de ondernemersorganisaties.

Nieuwe app van ROVA geeft inzicht in persoonlijk afvalscheidingsgedrag

Afvalverwerker ROVA is samen met de gemeenten Zwolle en Raalte en de Rijksuniversiteit Groningen de proef Afval Bewust begonnen. Naast inzicht in hun afvalscheidingsgedrag, krijgen deelnemers met een Androidtelefoon met NFC-functie de mogelijkheid om de ondergrondse container met een smartphone te openen.

In Zwolle kunnen inwoners van de wijk de Aa-landen meedoen en in de gemeente Raalte gaat het om alle inwoners van hoogbouwlocaties, zoals appartementen en flats.

Rik Hardenberg: 'Uiteindelijk werken we toe naar een situatie zonder afval, waarin we al het materiaal kunnen hergebruiken als grondstof voor nieuwe producten. Om dit te bereiken doet ROVA continue onderzoek naar nieuwe diensten en middelen,' zegt projectleider Rik Hardenberg.

De proef loopt tot 18 maart 2019.

donderdag 27 september 2018

Verzet groeit tegen nieuwe ondergrondse vuilcontainers

Het besluit om in Tiel net als in het hele Rivierengebied komend jaar ondergrondse vuilcontainers te plaatsen is nog maar net genomen, maar nu al is er volgens Omroep Gelderland een haard van protest. Nico Maat uit de nieuwbouwwijk Passewaay krijgt een container recht voor zijn huis. Hij is boos dat bewoners niet eerder bij de plannen betrokken zijn en er zijn volgens Maat ook betere plekken te bedenken. De AVRI had volgens hem de bevolking meer moeten betrekken om een gedragen besluit te krijgen.

woensdag 26 september 2018

Woensdag 3 oktober: Afvalconferentie 2018

Op woensdag 3 oktober vindt de Afvalconferentie 2018 plaats in Fort Voordorp Groenekan (vlakbij Utrecht). De conferentie staat onder leiding van dagvoorzitter Gerdi Verbeet.

Belangrijk thema is Europa. Vanya Veras van Municipal Waste Europe praat ons bij over de belangrijke ontwikkelingen in het Europese beleid. Ze zal vooral ingaan op de Plastics Strategy. Een onderwerp dat terugkomt tijdens een van de deelsessies. Een andere sessie gaat in op voedselverspilling en de Europese agenda.

Tijdens de conferentie kunt u ook een masterclass van Diederik Samsom bijwonen over hoe het klimaatbeleid bijdraagt aan de circulaire economie. Filosoof Lisa Doeland neemt u mee de prullenbak in en vraagt zich af hoe zoveel verschillende dingen hetzelfde genoemd kunnen worden: afval. 

Organisatoren de NVRD en de Vereniging Afvalbedrijven beloven er een inspirerende en inhoudelijk interessante dag van te maken met veel tijd om te netwerken met professionals uit de afval- en recyclingbranche. Op de website www.afvalconferentie.nl is meer informatie te vinden over het programma en aanmelden.

dinsdag 25 september 2018

Voorstel nieuwe tarieven afval

Het dagelijks bestuur van Avri deed een dezer dagen een voorstel voor het tarief van de afvalstoffenheffing voor 2019. Het voorstel is bedoeld om de discussie over de tarieven met raadsleden en het algemeen bestuur van Avri te voeden. In het voorstel stijgt het gemiddelde tarief voor de afvalstoffenheffing met 2,5% en gaat van € 199 naar € 204 in 2019.

maandag 24 september 2018

Snelheidsbeheersing ontbreekt in Klimaatakkoord

De Klimaatwet-in-wording zet in op een CO2-reductie van 49% per 2030 ten opzichte van 1990. Het voorlopige Klimaatakkoord schets een waslijst aan maatregelen, maar opvallend is het buiten schot blijven van de 130 km-limiet en het gebrek aan ruchtbaarheid daarover. Hiermee blijft een van de eenvoudigste opties tot CO2-reductie onbenut, zo blijkt uit een artikel in de nieuwe editie van Tijdschrift Milieu.

Het voorlopig Klimaatakkoord opteert voor een reductie van de verkeersemissies van 7,3 Mton CO2 in 2030, het equivalent van 3,5 miljard liter benzine/diesel. Deze milieuwinst moet vooral komen van elektrisch vervoer (EV), zuinige banden, slimme logistiek, biobrandstoffen en minder autogebruik. Het artikel in de nieuwe editie van Tijdschrift Milieu van de hand van Martin Kroon, oud-projectleider rijsnelheden en rijgedrag bij VROM/DGM en promotor/instructeur Het Nieuwe Rijden, maakt echter duidelijk dat de geplande schaalsprong richting elektrisch rijden op korte termijn weinig CO2-reductie oplevert. De brandstofmix bij de stroomproductie is immers nog grotendeels fossiel.

Zeker tot 2030 verdient dan ook met name het verminderen van de emissies van diesel- en benzineauto’s aandacht. Met name de vermindering rijsnelheden - in samenhang met verbetering rijgedrag en doorstroming – levert flinke brandstofbesparing op. Tussen 1988 en 2012 was dat om die reden een belangrijk onderdeel van het klimaatbeleid.

Snelheidsbeheersing is gebaseerd op het natuurkundig gegeven, dat een voertuig meer energie verbruikt als de snelheid toeneemt en als de motor meer toeren maakt. Bijkomend voordeel is het verbeteren van de verkeersveiligheid. Gemiddeld vergroot 130 in plaats van 120 rijden het verbruik met meer dan 10% per auto. Verlaging naar 120 kilometer is met stip de meest kosteneffectieve klimaatmaatregel en kan bovendien snel uitgevoerd worden. Het Transitiepad Mobiliteit schat de winst daarvan op 1 tot 1,5 Mton. Inclusief hervatting van Het-Nieuwe-Rijden-campagnes is 3 Mton CO2–reductie haalbaar. Met ‘aardgasvrij’ kost eenzelfde reductie miljarden.

vrijdag 21 september 2018

Beter begrip van de natuur nodig om de aarde te vrijwaren van ongecontroleerde opwarming

We kunnen de opwarming van de aarde alleen beperken tot 1,5 of 2 graden als we haar ‘ademhaling’ begrijpen. Dat stelt ICOS, het Europese netwerk ‘Integrated Carbon Observation System’, waarin Wageningen University & Research samenwerkt andere kennisinstellingen. Gestandaardiseerde langetermijn-waarnemingen aan de circulatie en uitwisseling van broeikasgassen tussen land, lucht en zee vergroten onze kennis over hoe vervuiling en natuurlijke processen het klimaat beïnvloeden. Deze kennis is cruciaal voor beslissingen over maatregelen om de opwarming af te remmen.

“Veel van de processen die bij klimaatverandering betrokken zijn, hangen af van de manier waarop CO2 en koolstof worden uitgestoten en opgenomen tussen het land, de lucht en de zee,” zegt klimaatonderzoeker Bart Kruijt van Wageningen University & Research. “Om deze processen te begrijpen en nieuwe mechanismen te ontdekken, maar zeker ook om de overeengekomen emissiereducties te monitoren die in 2013 in Parijs overeengekomen zijn, hebben we een uitgebreid systeem van Aardobservaties nodig.”

ICOS coördineert en faciliteert metingen aan broeikasgassen door heel Europa, waar 12 landen samen een netwerk van meer dan 130 waarnemingsstations hebben gebouwd dat het hele continent bestrijkt. ICOS-data geven een bijna volledig en samenhangend beeld van de menselijke broeikasgas-uitstoot, maar ook de opname en uitstoot uit natuur, landbouw en de zee.

“Omdat uitstoot van broeikasgassen klimaatverandering veroorzaakt, is het essentieel om de kringloop van deze gassen te begrijpen, en in kaart te brengen waar ze vandaan komen en hoe de natuur kan helpen ze te reduceren. Hiervoor zijn waarnemingen nodig die aan de hoogste standaarden voldoen, en tientallen jaren en hele regio’s bestrijken. Goed georganiseerde waarnemingsnetwerken zorgen ervoor dat onderzoekers en beleidsmakers over zulke gegevens kunnen beschikken,” zegt Han Dolman van de Vrije Universiteit. Hij is betrokken bij ICOS-NL en voorzitter van GEO-Carbon (de ‘Group on Earth Observations Carbon Initiative’).

De Nederlandse klimaatonderzoekers doen mee met ICOS, en werden onlangs door NWO in staat gesteld deel te nemen in de grote Nederlandse ‘Ruisdael’ atmosfeer-onderzoeksfaciliteit. Dit landsdekkende ‘observatorium’ zal binnenkort officieel worden opgestart.

ICOS-Nederland ziet daarom uit naar de grote wetenschappelijke conferentie van ICOS, komende week (11-13 september) in Praag, waar alle toonaangevende broeikasgas-onderzoekers van over de hele wereld bij elkaar komen. Naast wetenschappelijke en technische onderwerpen zullen de aanwezigen in Praag ook bespreken hoe beleid en wetenschap op dit gebied nog beter met elkaar kunnen praten, om samen te voorkomen dat de aarde onomkeerbare grenzen gaat overschrijden, voor het te laat is.


donderdag 20 september 2018

Inwoners Amersfoort meten zelf luchtkwaliteit en geluidsoverlast

De provincie Utrecht tekende met de gemeente Amersfoort een overeenkomst voor een nieuw burgerwetenschapsproject. Vanaf nu kunnen inwoners ook zelf de luchtkwaliteit en de geluidsoverlast meten in hun wijken en straten.

Het project ‘Meet je stad!’ is een burgerwetenschapsproject waarin burgers in Amersfoort onderzoek doen naar de gevolgen en beleving van klimaatverandering op wijk- en straatniveau. Meer dan 100 inwoners gaan de komende drie jaar nu ook zelf fijnstof, stikstofdioxide en geluidsoverlast meten.

Gedeputeerde Mariette Pennarts: “De metingen van luchtkwaliteit en geluidsoverlast worden gedaan door sensoren die de luchtkwaliteitswaarden doorsturen naar een centraal netwerk. Daar worden de gegevens geanalyseerd. Hierdoor kunnen we beter in kaart brengen hoe het gesteld is met onze luchtkwaliteit en gebieden met elkaar vergelijken. Ook willen we van inwoners zelf horen hoe zij zelf de luchtkwaliteit ervaren, maar ook de kennis vergroten over dit onderwerp. Dit jaar heeft de provincie een Uitvoeringsagenda Gezonde lucht vastgesteld, gericht op een gezonde leefomgeving voor inwoners en bedrijven. Eén van de aandachtsgebieden in de uitvoeringsagenda is het meten met sensoren.”

woensdag 19 september 2018

Deltaprogramma 2019, maatregelen om Nederland tijdig aan te passen aan de klimaatverandering

Nederland kent de afgelopen maanden een ongebruikelijk lange droogteperiode met gevolgen voor de natuur, landbouw, scheepvaart en economie. In het voorjaar kregen grote delen van het land te maken met piekbuien, met op meerdere plaatsen wateroverlast als gevolg. In januari hadden we een aantal forse stormen waarbij voor het eerst alle vijf stormvloedkeringen werden gesloten. De extremen van het weer kunnen in ons laaggelegen land grote effecten hebben. Tegelijkertijd kunnen nieuwe ontwikkelingen zoals de zeespiegelstijging en de bodemdaling de opgaven van het Deltaprogramma vergroten. Om onze delta veilig en leefbaar te houden moeten we voortvarend verder blijven werken aan het Deltaprogramma en tegelijkertijd adaptief inspelen op deze nieuwe ontwikkelingen. Het nakomen van de Parijse klimaatafspraken is daarbij van groot belang.

Het Deltaprogramma 2019, voorbereid door de deltacommissaris, met daarin concrete maatregelen op het gebied van waterveiligheid, waterbeschikbaarheid en ruimtelijke adaptatie is vandaag namens het kabinet door de minister van Infrastructuur en Waterstaat aan de Tweede Kamer aangeboden.

Het Deltaprogramma ligt goed op schema. De waterschappen en Rijkswaterstaat werken in een goed tempo door aan de dijkversterkingen. Ook werken we overal in Nederland toe naar meer maatregelen voor de waterbeschikbaarheid bij droogte. De minister van Infrastructuur en Waterstaat reserveert €150 miljoen voor zoetwatermaatregelen vanaf 2022. Twee belangrijke maatregelen voor de zoetwatervoorziening boekten dit jaar grote voortgang. Zo tekende de minister in juni van dit jaar een nieuw Peilbesluit voor het IJsselmeergebied, waarmee we meer zoetwater beschikbaar hebben in tijden van droogte. De uitbreiding van de zogenaamde Klimaatbestendige Wateraanvoer Midden-Nederland zorgde vanaf 24 juli al voor extra zoetwateraanvoer naar Centraal Holland, waarmee verzilting werd bestreden en voorkomen werd dat veendijken uitdroogden.

Het doel dat voor alle gemeenten in 2019 een volledig uitgevoerde stresstest voor ruimtelijke adaptatie beschikbaar is vraagt nog een forse inspanning. Om te komen tot een Programma Integraal Rivier Management, ontwikkelt de minister van Infrastructuur en Waterstaat samen met de partners van het Deltaprogramma een afwegingskader voor de keuzes voor integrale maatregelen in het rivierengebied. Voor de maatregelen reserveert zij een bedrag van €375 miljoen in het Deltafonds. Dit is nodig om ook in de toekomst de doelen voor waterveiligheid in combinatie met andere rijksopgaven zoals scheepvaart en gebiedsontwikkeling het hoofd te kunnen bieden.

Het Deltaprogramma bevat dit jaar een bijlage omtrent het signaal van een mogelijke versnelde zeespiegelstijging en de gevolgen daarvan op het werk dat we in het Deltaprogramma doen. De conclusie op basis van deze eerste verkenning is dat het pakket aan maatregelen waar het Deltaprogramma op dit moment van uit gaat in ieder geval tot 2050 een goede basis biedt om onze delta leefbaar en bewoonbaar te houden. Wel moet onderzoek gericht op de relatie tussen de opwarming van de aarde, het afsmelten van Antarctica, de zeespiegelstijging en de mogelijke gevolgen hiervan voor Nederland geïntensiveerd worden. Ook is meer fundamentele kennis nodig over de wijze waarop een dergelijke versnelling concreet doorwerkt op de sedimenthuishouding van de kust, de belasting van de waterkeringen en de verzilting van het grond- en oppervlaktewater. Dit is nodig om een concreter beeld te krijgen van de aard, de omvang en het tempo van de veranderingen in de wateropgaven en de nu bestaande grote onzekerheden te verkleinen.

Ook laat de verkenning zien dat bij een opwarming van de aarde tot maximaal 2 graden, zoals afgesproken in het Parijs Akkoord, de zeespiegel in Nederland in 2100 met maximaal 1 tot 2 meter kan stijgen. De opgaven voor waterveiligheid en zoetwater zijn in dat geval omvangrijker dan tot nu aangenomen in het Deltaprogramma, maar met de nodige aanpassingen van het beleid beheersbaar. Bij een extremere zeespiegelstijging, die kan optreden als het Parijs Akkoord niet gehaald wordt, lijken meer fundamentele keuzes over de bescherming en inrichting van onze delta in de loop van deze eeuw onvermijdelijk. Dit illustreert het grote belang van het nakomen van de Parijse klimaatafspraken.

Bodemdaling is een factor waar het Deltaprogramma rekening mee moet houden. In laag-Nederland daalt de bodem lokaal tot wel 2 centimeter per jaar. Hoofdoorzaak is de combinatie van veenafbraak, toenemende belasting op slappe bodems en (toenemende) verlaging van grondwaterstanden. Deltacommissaris Wim Kuijken heeft het kabinet geadviseerd om te komen tot een nationaal programma bodemdaling, zodat de overheden op een programmatische en samenhangende wijze werken aan het probleem, zowel in het stedelijk als het landelijk gebied. Het tegengaan van bodemdaling reduceert de lange termijn opgave van het Deltaprogramma en kan bijdragen aan het verminderen van de CO2 uitstoot.

dinsdag 18 september 2018

GoodShipping Program realiseert eerste fossielvrije zeevrachttransport

Door de bunkering van geavanceerde biobrandstoffen in een containerschip van rederij Samskip heeft het GoodShipping Program voor haar eerste vijf deelnemende bedrijven een klimaatneutrale footprint van hun zeevracht gerealiseerd. De vijf pioniers zijn Tony’s Chocolonely, Dopper, Blygold, Magic Marine en Mystic. Met de hernieuwbare brandstoffen van GoodFuels is ruim 40 ton aan CO2-emissies voorkomen. Daarnaast worden lokale emissies, zoals roet en zwavel, tot nul teruggebracht of sterk gereduceerd.

Anniek Sluis, Growth Accelerator GoodShipping Program: “Met deze eerste bunkering laten we zien dat zeevrachteigenaren daadwerkelijk zelf controle hebben over de brandstof die zij willen inzetten voor hun zeevracht. Door deelname aan het GoodShipping Program worden vervuilende fossiele brandstoffen liter voor liter vervangen door schone, echt duurzame biobrandstoffen. Met deze eerste bunkering is ons verhaal rond en zijn we klaar om binnenkort een paar grote namen aan te kondigen die het voorbeeld van deze eerste vijf pioniers zullen gaan volgen.”

Scheepvaart wordt gezien als één van de meest milieuvriendelijke manieren om goederen te transporteren, maar dit groene imago is niet vanzelfsprekend. Scheepvaart is – samen met luchtvaart – buiten het Parijs 2015 Klimaatakkoord gelaten, waardoor er voor de sector geen prikkel of doelstelling is om de uitstoot van broeikasgassen te verminderen. Wanneer de sector zijn activiteiten onveranderd voortzet is de verwachting dat emissies van scheepvaart met 50% tot 250% zullen toenemen tot 2050. Scheepvaart zal dan voor meer dan 15% van de wereldwijde CO2-emissies verantwoordelijk zijn.

Tot dusver bleven de opties voor zeevrachteigenaren om klimaatimpact te verlagen beperkt tot het selecteren van een energie-efficiënte vervoerder of het compenseren van de footprint buiten de scheepvaart. Hier is dus nu verandering in gekomen. Door de inzet van hernieuwbare brandstoffen, verandert het GoodShipping Program daadwerkelijk de brandstofmix en behaalt daarmee een CO2-reductie binnen de industrie. Iedere eigenaar van zeevracht kan deelnemen aan het GoodShipping Program, ongeacht volume, locatie, handelsroutes en bestaande logistieke contracten.

De verladers van zeevracht kunnen deze transitie echter niet alleen uitvoeren, uiteindelijk moet het door de gehele keten worden opgepakt. Het GoodShipping Program heeft daarom als doel een stabiele vraag te ontwikkelen vanuit het eco-systeem van verladers, forwarders, rederijen en havens waardoor de ontwikkeling en beschikbaarheid van betaalbare, echt duurzame brandstoffen sterk worden gestimuleerd. Volgend jaar verwacht het programma nieuwe duurzame brandstoffen te kunnen introduceren die de huidige premie met fossiele brandstoffen verder zullen verlagen, waardoor het gebruik verder zal worden gestimuleerd.

maandag 17 september 2018

Ban Ki-Moon, Georgieva en Gates leiden nieuwe door Nederland gestarte klimaatcommissie

Op initiatief van Nederland start volgende maand een nieuwe internationale klimaatcommissie. Deze Global Commission on Adaptation gaat landen wereldwijd overtuigen zich te wapenen tegen de gevolgen van klimaatverandering. Minister Van Nieuwenhuizen (Infrastructuur en Waterstaat) maakte vandaag bekend dat voormalig Secretaris-Generaal Ban Ki-Moon van de Verenigde Naties, Bill Gates (Bill & Melinda Gates Foundation) en Wereldbank CEO Kristalina Georgieva op haar uitnodiging leiding gaan geven aan deze commissie.

Nederland wordt de thuisbasis waar de commissie wordt ondergebracht in het in Rotterdam en Groningen gevestigde Klimaatadaptatiecentrum. Van Nieuwenhuizen sloeg vandaag de eerste meerpaal voor de bouw van het drijvende kantoor in de Rotterdamse Rijnhaven.

‘Klimaatverandering is niet iets van de verre toekomst, we zitten er middenin,’ aldus de minister bij de starthandeling. ‘We zien de gevolgen van klimaatverandering bijna dagelijks. Neem de langdurige droogte waar grote delen van Europa op dit moment mee kampen. Met het instellen van de Commissie willen we dat de noodzaak voor klimaataanpassing wereldwijd wordt gevoeld. Ik ben vereerd dat Georgieva, Ban Ki-Moon en Gates op het aanbod zijn ingegaan om deze belangrijke commissie te trekken.’

Ban Ki-Moon: ‘Deze aankondiging vandaag van de Nederlandse overheid is een cruciale stap voorwaarts om meer aandacht voor en meer beweging te krijgen in klimaatadaptatie. Ik feliciteer minister Van Nieuwenhuizen voor haar rol als initiator van de Global Commission on Adaptation. Ik zie er naar uit om samen met haar en andere wereldleiders onze mondiale missie te beginnen en klimaatadaptatie aan te jagen.’

Op 16 oktober komen Ban Ki-Moon, Gates en Georgieva naar Nederland om tijdens een speciale conferentie deze nieuwe commissie van start te laten gaan. Van Nieuwenhuizen is initiatiefnemer van de commissie en zal Nederland vertegenwoordigen als één van de ongeveer 20 commissieleden. In oktober worden ook de overige namen bekend van andere leden van de commissie die als internationaal pleitbezorgers aan de slag gaan.

De gevolgen van klimaatverandering worden steeds zichtbaarder. Grote gebieden worden bedreigd door overstromingen en tegelijk kampen veel regio’s door droogte juist met een watertekort. Langdurige periodes van hitte zullen in de toekomst vaker een probleem vormen voor bijvoorbeeld de infrastructuur en de energievoorziening. De Commissie werkt aan de opgave die voortkomt uit het klimaatakkoord van Parijs. In september 2019 zal de Commissie de Verenigde Naties in een actieprogramma laten zien wat landen moeten doen om kwetsbare gebieden op korte termijn te beschermen tegen het veranderende klimaat.

Vorig jaar maakte minister Van Nieuwenhuizen bekend dat het Klimaatadaptatiecentrum wordt gehuisvest in Groningen en Rotterdam. De eerste paal voor het toekomstige GCA is geslagen in de Rijnhaven. Het toekomstige drijvende kantoor staat in directe verbinding met het open water van de Noordzee en zal hierdoor te maken krijgen met getijdenverschil van anderhalve meter. Het kantoor zal over twee jaar worden geopend, tot die tijd werkt het GCA vanuit een tijdelijke locatie. Het pand in Groningen wordt komende maand geopend.

zondag 16 september 2018

Eerste World Cleanup Day in Scheveningen groot succes

Het SodaStream team ging zaterdag, op World Cleanup Day, met een groep van 40 vrijwilligers en medewerkers het strand op en ruimde hier zo’n 3.000 stuks plastic afval op. Al het afval werd verzameld in een grote kooi die symbool staat voor het aantal plastic flesjes dat iemand kan besparen met een herbruikbare fles. Het grootste deel van het afval bestond uit lege plastic drinkflesjes, eetbakjes en verpakkingen. Tegelijkertijd deelde het opruimteam zo’n 1.000 herbruikbare flessen uit aan strandbezoekers, om te voorkomen dat zij iedere keer nieuwe plastic wegwerpflesjes kopen. Met iedere herbruikbare fles worden namelijk 2.000 plastic flesjes bespaard. Deze opruimactie van SodaStream maakt dus niet alleen het strand schoner, maar helpt ook voorkomen dat er in de toekomst 2 miljoen nieuwe plastic wegwerpflesjes bij het afval terecht komen.

Zaterdag 15 september was de eerste editie van de World Cleanup Day, een wereldwijde opruimactie die in Nederland geïnitieerd werd door de Plastic Soup Foundation en Nudge. Bruiswatermerk SodaStream sponsorde de actie door, in samenwerking met deze organisaties, een opruimactie te organiseren die direct startte nadat The Plastic Soup Surfer Merijn Tinga in de haven arriveerde. Hij maakte een surftocht van acht dagen van LeHavre naar Scheveningen om ook campagne te voeren tegen plastic afval op stranden en in onze zeeën en oceanen.

vrijdag 14 september 2018

Nederland, China en Californië samen aan de slag voor schoon vervoer

China, Californië en Nederland slaan de handen ineen om meer schone voertuigen op de weg te krijgen. Zij tekenen deze week een overeenkomst op de klimaattop in San Francisco.

Vanaf vandaag delen Nederland, Californië en China hun ervaringen en kennis over het maken van beleid om meer schoon vervoer op de weg te krijgen. Ze willen aan de wereld laten zien dat schoon vervoer niet alleen noodzakelijk is, maar ook kan en werkt.

Staatssecretaris Stientje van Veldhoven (Infrastructuur en Waterstaat) is blij met de samenwerking: “De Wereldbank heeft berekend dat het aantal auto’s op de weg in 2030 verdubbelt ten opzichte van nu. Het vrachtvervoer stijgt zelfs met 70%. Dan moeten we dus de handen ineenslaan om een oplossing te vinden. Dit is een mooi voorbeeld van de samenwerking op gebied van duurzaam vervoer die wereldwijd nodig is om onze planeet leefbaar te houden”.

Op de klimaatconferentie in San Francisco werken koplopers op verschillende gebieden samen aan de klimaatdoelstellingen van Parijs. Schoon vervoer is belangrijk bij het terugdringen van het aantal broeikasgassen.

Nederland loopt in Europa voorop bij de introductie van elektrisch vervoer. Het heeft verhoudingsgewijs de meeste laadpalen en kent goede voorzieningen voor zero emissie rijders. Californië loopt voorop met strenge wetgeving gericht op de industrie  en China heeft gericht beleid op het autobezit en gebruik in stedelijke gebieden. Alle drie kennen een innovatieve industrie en er rijden naar verhouding veel elektrische auto’s en bussen rond.

Nederland heeft concrete doelstellingen op gebied van schoon vervoer. Vanaf 2025 moeten alle stadsbussen schoon rijden en vanaf 2030 mogen er geen nieuwe vervuilende auto’s meer op de weg.

Meer mensen vinden milieu sterk vervuild

Ruim de helft van de volwassenen in Nederland gaf in 2017 aan dat lucht, bodem en water sterk verontreinigd zijn. Drie kwart vindt dat er aan de natuur veel schade is toegebracht. Dit is hoger dan vijf jaar eerder. Ook blijken meer mensen bereid om te betalen voor een beter milieu. Toch is de bezorgdheid over het milieu nagenoeg gelijk gebleven. Dit blijkt uit nieuwe cijfers van het CBS op basis van het onderzoek Belevingen.

In het onderzoek Belevingen 2017 is volwassenen gevraagd naar hun mening over enkele milieukwesties. Dezelfde vragen en stellingen zijn ook in 2012 voorgelegd. In 2017 gaf 55 procent aan dat lucht, bodem en water sterk verontreinigd zijn, in 2012 was dat 40 procent. Daarnaast gaf 75 procent in 2017 aan dat er veel schade is toegebracht aan de natuur, tegen 59 procent in 2012. Ook zeggen meer mensen in 2017 bereid te zijn om meer belasting te betalen voor een beter milieu: 34 procent, tegenover 24 procent in 2012.

Hoewel meer mensen vinden dat er sprake is van milieuverontreiniging en schade aan de natuur, is het aandeel dat zich zorgen maakt nauwelijks veranderd. In 2017 zei 85 procent zich zorgen te maken over het milieu, nagenoeg evenveel als in 2012. De aard van de zorgen is echter wel anders: van de volwassenen die zich zorgen maken, zegt in 2017 bijna 43 procent zich vooral zorgen te maken over het milieu wereldwijd, 6 procent over het milieu in de eigen leefomgeving, en ruim de helft over beide. In 2012 was men nog vooral bezorgd over het milieu wereldwijd (64 procent).

Mensen met hogere inkomens zijn minder vaak van mening dat lucht, bodem en water sterk verontreinigd zijn en dat er veel schade is toegebracht aan de natuur dan mensen met lagere inkomens. Wel zijn ze bereid om meer belasting te betalen voor een beter milieu: van degenen met een inkomen in de hoogste inkomensgroep is 43 procent bereid extra belasting te betalen. In de andere inkomensgroepen is dat ongeveer 30 procent. In hoeverre volwassenen zich zorgen maken over het milieu blijkt nauwelijks samen te hangen met hun inkomen.

Vrouwen vinden vaker dan mannen dat lucht, bodem en water sterk verontreinigd zijn (60 tegenover 50 procent), en dat er veel schade is toegebracht aan de natuur (78 tegen 73 procent). Ook maken ze zich iets vaker zorgen over het milieu (88 procent van de vrouwen, 83 procent van de mannen). Vrouwen zijn echter minder vaak bereid om meer belasting te betalen ter verbetering van het milieu: 31 procent, tegenover 37 procent van de mannen.

donderdag 13 september 2018

Chemours stopt vrijwel volledig met lozen omstreden stof GenX

Chemiebedrijf Chemours gaat de lozing en uitstoot van de omstreden stof GenX bijna volledig stoppen. Het bedrijf investeert in totaal 75 miljoen euro om de fabriek in Dordrecht schoner te maken. Uiterlijk eind 2020 moeten de emissies van GenX met 99 procent zijn teruggebracht. Daarna wil het bedrijf de uitstoot van alle andere stoffen die het gebruikt ook terugbrengen: voor 2023 moet die met 80 procent zijn teruggebracht ten opzichte van het niveau van 2017. ,,We doen er alles aan om het vertrouwen van onze omgeving te herwinnen’’, zegt directielid Marc Reijmers. ,,We dachten dat we genoeg deden, maar zien nu in dat de maatschappij meer van ons verwacht.’’

Drijvend kantoor van Global Center on Climate Adaptation naar Rotterdam

Op maandag 10 september sloegen minister Cora van Nieuwenhuizen (Infrastructuur en Waterstaat), wethouder Arno Bonte (o.a. Energietransitie) en Patrick Verkooijen (CEO GCA) de eerste meerpaal van het Global Center on Climate Adaptation (GCA). Het GCA vestigt zich in Rotterdam en Groningen. Het doel van GCA is om wereldwijd projecten te versnellen, die adaptatie aan de klimaatverandering als uitgangspunt hebben. Wethouder Bonte: “Ik verheug me op de komst van het GCA. De missie van GCA sluit naadloos aan bij de Rotterdamse ambities: werken aan een klimaatbestendige stad en deze kennis delen en helpen opschalen, ook in internationale context.”

Het kantoor van het GCA was tijdelijk gevestigd in het Groothandelsgebouw. In Rotterdam wordt de definitieve huisvesting een drijvend kantoor in de Rijnhaven, als symbool voor het innovatieve en duurzame karakter van deze havenstad. Een designwedstrijd gaat het uiteindelijke ontwerp opleveren. De Rijnhaven heeft, net als de rest van het water in Rotterdam, getijden. Dit betekent dat alle drijvende objecten meedeinen met de zeespiegel. Dit maakt het toekomstige kantoor op zich zelf een symbool van klimaatadaptatie. Het kantoor drijft uiterlijk in 2020 in de Rijnhaven.
Global Commission on Adaptation

Minister van Nieuwenhuizen maakte tijdens de bijeenkomst de eerste namen bekend van de nieuwe Global Commission on Adaptation. Het gaat om voormalig VN–topman Ban Ki-Moon, Microsoft-oprichter Bill Gates en de baas van de Wereldbank, Kristalina Georgieva. Deze nieuwe commissie moet landen ervan overtuigen om zich te wapenen tegen klimaatverandering.

woensdag 12 september 2018

Van Veldhoven zet circulaire economie op de agenda tijdens klimaattop Californië

Staatssecretaris Stientje van Veldhoven (Infrastructuur en Waterstaat) is namens het Nederlandse kabinet aanwezig bij de Global Climate Action Summit. Zij onderstreept daar het belang van een duurzame economie zonder afval om de klimaatdoelen te halen.

Op de klimaattop, die van 11-14 september in en door Californië wordt georganiseerd, komen leiders, bedrijven en organisaties van over heel de wereld bij elkaar om te werken aan praktische oplossingen om de klimaatdoelstellingen te behalen.

Van Veldhoven roept op om het grondstoffengebruik hoger op de internationale klimaatagenda te krijgen. “Het grondstoffenbeleid is de missing link van Parijs. Zonder slimmer grondstoffenbeleid halen we de doelstellingen niet. Met een meer circulaire economie kan alleen de Europese industrie zijn CO2-uitstoot al met 60% verminderen. We moeten verder kijken dan windmolens en zonnecellen”.

Het kabinet heeft ambitieuze doelen voor de circulaire economie. De tijd van spullen maken, gebruiken en vervolgens weggooien en verbranden is voorbij. Nederland werkt hard om in 2050 een economie zonder afval te zijn: een circulaire economie. Continu hergebruik van grondstoffen biedt grote kansen voor het bedrijfsleven en helpt bovendien om de Nederlandse klimaatdoelen te halen.

De klimaattop in Californië biedt een mooi podium om de noodzaak van een circulaire economie en de Nederlandse kennis en kunde op dat gebied te onderstrepen. Californië en Nederland werken al langer samen om klimaatverandering wereldwijd op de agenda te krijgen. Beiden moeten ook; ze hebben soortgelijke uitdagingen op het gebied van klimaatverandering. Ze liggen aan zee, hebben een grote economie en zijn dichtbevolkt. Zeespiegelstijging, drukke steden met veel vervuilend verkeer, en veel mensen en bedrijven die afval produceren. Het zijn vraagstukken die wereldwijd vragen om urgentie en samenwerking. Deze vraagstukken komen ook terug in het programma, met onder andere bijeenkomsten over elektrisch vervoer, CO2-reductie in de maritieme sector en zware industrie, plastics en de circulaire economie.

Naast van Van Veldhoven zijn ruim 50 bedrijven, gemeenten en provincies aanwezig bij de conferentie. Het gaat om grote bedrijven zoals de Rotterdamse Haven, overheden, maar ook om kleine bedrijven die een innovatief concept of product hebben ontwikkeld op gebied van klimaatadaptatie, circulaire economie of verduurzamen van mobiliteit. Deelnemers aan de klimaattop krijgen op de expositie ‘Clean Revolution: Dutch Design for a Better World’ Nederlandse producten van gerecyclede en hergebruikte materialen te zien. Met bijzondere aandacht voor “design for recycling”

dinsdag 11 september 2018

Ren je rot voor beter afval scheiden

Uitleg over VANG (van afval naar grondstof), zelf op zoek naar zwerfafval in de wijk, speciale gastlessen over afval en het belang van gescheiden inzameling, recycling, plastic soep. En het spel ren je rot om alvast in de goede sfeer te komen. De Juliana van Stolbergschool gaat nu officieel aan het werk met gescheiden inzamelen van afval. Zo kon het gebeuren dat vrijdagochtend 7 september in en rond de school alles in gereedheid was gebracht voor een dagje milieu in het algemeen en gescheiden afvalinzameling in het bijzonder.

maandag 10 september 2018

CO2-uitstoot in 2017 gelijk aan die in 1990

In 2017 werd in Nederland 163 miljard kilogram koolstofdioxide (CO2) uitgestoten. De CO2-uitstoot is net zo hoog als ruim een kwart eeuw geleden, terwijl de sectoren die deze uitstoot veroorzaken steeds omvangrijker zijn geworden. In Velsen, Geertruidenberg en Rotterdam is de uitstoot per vierkante meter het grootst. Dat meldt het CBS samen met RIVM/Emissieregistratie op basis van voorlopige cijfers.

Koolstofdioxide is het belangrijkste broeikasgas dat door menselijke activiteiten wordt geproduceerd. Het aandeel CO2 in de totale uitstoot van broeikasgassen is gestegen van 74 procent in 1990 naar 85 procent in 2017. De uitstoot van CO2 was in 2017 net zo hoog als in 1990. De uitstoot van de andere broeikasgassen (methaan, lachgas en F-gassen) is gehalveerd ten opzichte van 1990. In 2017 was de totale uitstoot uitgedrukt in CO2-equivalenten 13 procent lager dan in 1990, het referentiejaar waarop de reductie-doelstellingen voor broeikasgasuitstoot gebaseerd zijn.

In 2017 stootten de energiebedrijven 22 procent (9 miljard kilogram) meer CO2 uit dan in 1990, de elektriciteits¬productie was 54 procent hoger. Onder meer door het hogere rendement van de huidige elektriciteitscentrales is de CO2-uitstoot minder gestegen dan de productie. Ook produceren energiebedrijven steeds meer elektriciteit uit wind.

 De chemische-, aardolie- en basismetaalindustrie hebben in 2017 14 procent (6 miljard kilogram) minder CO2 uitgestoten dan in 1990, terwijl de productie grofweg de helft hoger was. De afname van de CO2-uitstoot hangt onder andere samen met maatregelen die bedrijven hebben genomen om energie te besparen.

In 2017 was de CO2-uitstoot door het wegverkeer 12 procent (3 miljard kilogram) hoger dan in 1990. Motorvoertuigen reden in 2017 42 procent meer kilometers op de Nederlandse wegen dan in 1990. Per afgelegde kilometer wordt dus minder fossiele brandstof verbruikt. Vooral de laatste tien jaar zijn personenauto’s zuiniger geworden. De autofabrikanten hebben aan steeds strengere Europese normen voor de CO2-uitstoot moeten voldoen. Daarnaast hebben belastingvoordelen de aanschaf van zuinige auto’s gestimuleerd.


Door een betere isolatie en een grotere inzet van hoogrendementsketels kost het verwarmen van woningen en bedrijfsgebouwen minder energie dan voorheen. In 2017 werd door de sector gebouwde omgeving  17 procent (5 miljard kilogram) minder CO2 uitgestoten dan in 1990, ondanks de toename van het aantal woningen in deze periode van 5,8 miljoen naar 7,7 miljoen (32 procent).


In Nederland zijn grote regionale verschillen in de jaarlijkse uitstoot van CO2, waarbij vooral de gemeenten opvallen waar elektriciteitscentrales en grote industrieën gevestigd zijn. De hoogste CO2-uitstoot per vierkante meter is in Velsen (198 kilogram per vierkante meter in 2016). Daar zitten staalfabrikant Tata Steel en een elektriciteitscentrale die restgassen uit de hoogovens benut. Geertruidenberg staat met de Amercentrale op de tweede plek (125 kilogram per vierkante meter). De raffinaderijen, chemische industrie en elektriciteitscentrales op en nabij de Maasvlakte zetten Rotterdam op de derde plaats (108 kilogram per vierkante meter).

 Andere gemeenten in de top tien van gemeenten met de hoogste CO2-uitstoot per vierkante meter zijn Diemen (79 kilogram), Sittard-Geleen (66 kilogram), Amsterdam (39 kilogram), Moerdijk (30 kilogram), Terneuzen (26 kilogram), Eemsmond (22 kilogram) en Utrecht (21 kilogram). De gemiddelde CO2-uitstoot voor Nederland is 4,4 kilogram per vierkante meter.

vrijdag 7 september 2018

Op de vuilstort balen ze van de rommel

Op de Nederlandse stortplaatsen belandt steeds meer 'ongewenst' afval. Een oplossing lijkt voorlopig niet in zicht, want in de afvalbranche wijst iedereen naar elkaar. ‘Het is een spel: zo goedkoop mogelijk je afval dumpen.’ Storten is de minst gewenste vorm van afvalverwerking. Het storten van afval dat kan worden verbrand is zelfs verboden. De overheid heeft ingezet in op recycling en verbranding, en met succes. De hoeveelheid afval die in Nederland wordt gestort is spectaculair gedaald.

donderdag 6 september 2018

Nieuwe manier van afval inzamelen start 1 januari

De gemeente Tiel blijft tegen het nieuwe afvalbeleid en voelt zich gedwongen de voorbereidingen en de invoering ervan door te moeten laten gaan. Dat heeft een meerderheid van de gemeenteraad in de raadsvergadering van woensdag 29 augustus aan burgemeester en wethouders laten weten. Dit betekent dat op 1 januari 2019 de nieuwe manier van afvalinzameling start. Restafval wordt dan niet meer huis-aan-huis opgehaald. Vanaf dat moment brengen inwoners hun restafval naar een ondergrondse container in de buurt. De voorlichting over de nieuwe manier van afval inzamelen start binnenkort.

dinsdag 4 september 2018

Deadline voor klimaatactie: doortastend handelen voor 2035 noodzakelijk

Als regeringen wereldwijd niet vóór 2035 sterk handelen om klimaatverandering te bestrijden, is het onwaarschijnlijk dat de opwarming van de aarde beperkt zal blijven tot minder dan 2 °C in 2100. De deadline om de opwarming tot 1,5 °C te beperken is al verstreken, tenzij regeringen radicale klimaatactie ondernemen. Dat blijkt uit een publicatie van Nederlandse en Britse onderzoekers in het wetenschappelijke tijdschrift Earth System Dynamics.

De onderzoekers van het Centre for Complex Systems Studies van de Universiteit Utrecht en van Oxford University berekenden de deadline om de Parijse klimaatdoelen nog te kunnen halen: het laatst mogelijke jaar om te beginnen met het sterk verminderen van de uitstoot van broeikasgassen. “Het voordeel van het point of no return-concept is dat er een tijdsaspect in zit, wat een nuttige bijdrage kan leveren aan het debat over de urgentie van klimaatactie”, aldus Matthias Aengenheyster, onderzoeker aan Oxford University en hoofdauteur van de publicatie.

Aan de hand van informatie uit klimaatmodellen bepaalden de onderzoekers de deadline voor het starten van klimaatactie om de opwarming waarschijnlijk (met een kans van 67%) onder de 2 °C te houden in 2100. Die deadline hangt af van hoe snel de uitstoot van broeikasgas teruggebracht kan worden door meer duurzame energie te gebruiken. Als we erin slagen om het aandeel duurzame energie elk jaar met 2% te verhogen, is het jaar 2035 de strikte deadline om daarmee te beginnen. Als we de uitstoot sneller kunnen verminderen, door het aandeel duurzame energie met 5% per jaar te verhogen, verschuift die deadline naar 2045.

maandag 3 september 2018

Auto's duurder door nieuwe CO2-tests

Voor alle nieuw verkochte auto's in Europa zijn vanaf zaterdag strengere tests voor verbruik en uitstoot verplicht. De nieuwe meetmethode, WLTP, moet een realistischer idee geven van de milieubelasting door nieuwe auto's. Autodealers vrezen vooral hogere prijzen in de showroom door de nieuwe regels. De aanschafbelasting op een auto, de bpm, wordt mede bepaald op basis van de CO2-uitstoot per kilometer van het desbetreffende model. De WLTP zorgt bij vrijwel alle auto's voor hogere uitstootwaarden, dus zou de bpm mee moeten stijgen.