maandag 31 december 2018

Denk mee over afval verminderen

De in Houten woonachtige Enith de Putter probeert haar huishouden zo milieuvriendelijk te organiseren. Dat lukt aardig, al heeft ze bepaalde zaken niet zelf in de hand. Ze heeft een lichamelijke beperking en is daardoor voor de persoonlijke verzorging afhankelijk van zorgverleners. En die verzorgers zijn door allerlei voorschriften rond hygiëne gebonden aan bijvoorbeeld het gebruik van niet recyclebare handschoenen die steeds moeten worden weggegooid. Zou dat niet anders kunnen?

donderdag 27 december 2018

Utrechtse samenwerkingspartners willen asbestdaken duurzaam vervangen voor 2024

Uit een inventarisatie blijkt dat ruim 25.000 gebouwen in de provincie Utrecht mogelijk asbest bevatten. De provincie Utrecht, de Omgevingsdienst regio Utrecht, de Regionale Uitvoeringsdienst Utrecht en 21 gemeenten gaan samenwerken met als doel deze asbestdaken tijdig en liefst duurzaam te vervangen. Asbest in daken wordt volgens planning door de Rijksoverheid in 2024 verboden.

De samenwerkende partners willen het verbod op asbestdaken in 2024 niet afwachten. Zij gaan de vervanging van asbestdaken faciliteren door informatievoorziening, praktische ondersteuning en het combineren van asbestsanering en duurzaamheid. Bij dit laatste moet worden gedacht aan het plaatsen van zonnepanelen op de nieuwe daken, vervanging door groene daken of isolatie. Op deze manier wordt niet alleen het gezondheidsrisico van de asbest weggenomen, maar ook een duurzame leefomgeving bevorderd.

Door het verbod op asbestdaken in 2024 willen de samenwerkingspartners huiseigenaren en bedrijven ondersteunen bij het saneren van de daken, die grote gevolgen kan hebben. Zo moeten huiseigenaren kleinere dakoppervlakten saneren. Bedrijven, woningbouwcorporaties en andere organisaties zullen moeten investeren om de daken te vervangen.

De inventarisatie is het eerste concrete resultaat die de samenwerkingspartners hebben geboekt. Een team deskundigen van de provincie en de omgevingsdiensten gaat in 2018 de deelnemende gemeenten ondersteunen bij het bepalen van beleid. Met deze samenwerking loopt de provincie Utrecht voorop in de aanpak van asbestdaken. Landelijk wordt samengewerkt met andere koplopers en de landelijke werkgroep asbestdaken van de VNG.
De inventarisatie is uitgevoerd op basis van beschikbare data
van onder andere het kadaster, basisregistraties adressen en gebouwen (BAG) en Funda. Daarnaast is gebruik gemaakt van luchtfoto’s en zijn de gegevens handmatig aangevuld en gecontroleerd. In totaal zijn er 500.000 gebouwen geïnventariseerd, waarvan er ruim 25.000 mogelijk asbest in de daken hebben. Via een inspectie ter plaatse wordt het exacte aantal asbestdaken vastgesteld.

De gegevens van de inventarisatie zijn aan de gemeenten aangeleverd. Die kunnen met deze informatie in combinatie met de opgedane ervaring van andere gemeenten en het regionale informatieteam aan de slag om lokaal beleid voor te bereiden.
De deelnemende gemeenten zijn: Amersfoort, Bunnik, De Bilt, De Ronde Venen, Eemnes, Houten, IJsselstein, Leusden, Lopik, Montfoort, Nieuwegein, Oudewater, Renswoude, Rhenen, Stichtse Vecht, Utrechtse Heuvelrug, Vianen, Wijk bij Duurstede, Woerden, Woudenberg en Zeist.

maandag 24 december 2018

Provincie op koers met aanpak vervuilde gronden

De provincie Noord-Holland pakt al jaren vervuilde gronden aan door deze te saneren. Dit jaar zijn er 92 spoedlocaties vastgesteld.

Daarvan zijn 33 volledig afgehandeld, bij 30 locaties is een sanering gaande en op 29 locaties vinden onderzoek of onderhandelingen plaats. De verwachting is dat het doel om in 2020 alle locaties te hebben gesaneerd of beheersd, zal worden gehaald. Dit zijn de belangrijkste conclusies uit de Monitoringsrapportage spoedlocaties 2018.

Gedeputeerde Adnan Tekin (milieu): “Schone grond is essentieel! De provincie zet zich al jaren in om alle risico’s in de gronden weg te nemen. Het is dus mooi dat we op koers liggen, maar nog mooier dat we door goede samenwerking met alle betrokken instanties ons doel gaan halen."

Op veel plekken in Noord-Holland is de bodem ernstig vervuild. Vervuilde bodems kunnen gevaarlijk zijn voor mens en dier en beperkt de mogelijkheden van gebruik. De provincie Noord-Holland pakt deze locaties aan door de acute risico’s weg te nemen of door de verontreiniging in z’n geheel te saneren.

Provincies, Rijk, waterschappen en gemeenten hebben in het landelijk 'Convenant bodem en ondergrond 2016-2020' afspraken gemaakt over de aanpak van onder andere spoedlocaties bodemsanering en gebiedsgericht grondwaterbeheer. De provincie is bevoegd gezag op basis van de Wet bodembescherming (Wbb). Een van de belangrijkste doelstellingen uit het Bodemconvenant is dat alle spoedlocaties met onaanvaardbare verspreidingsrisico’s in 2020 zijn gesaneerd of dat er concrete saneringsplannen zijn. Een belangrijk onderdeel van het convenant is de jaarlijkse monitoring. Eind 2020 zullen alle partijen een eindevaluatie uitvoeren en deze aanbieden aan de Tweede Kamer.
 

zaterdag 22 december 2018

'Dit klimaatakkoord gaat het klimaat niet redden'

“Zeer teleurstellend dat er vandaag een vaalgroen, flinterdun Klimaatakkoord wordt gepresenteerd. Na bijna een jaar onderhandelen hadden wij gehoopt op een akkoord dat echt een antwoord biedt op de uitdaging waar Nederland voor staat: klimaatverandering tegengaan. Helaas gaat dit akkoord het klimaat niet redden.”

Dat is de gezamenlijke reactie van Natuur & Milieu, Greenpeace, Milieudefensie, de Natuur en Milieufederaties, de Jonge Klimaatbeweging, en FNV– met een gezamenlijke achterban van ruim 1.5 miljoen Nederlanders – op de vandaag gepresenteerde teksten.
De organisaties gaven gisteren al aan zich niet achter de teksten te kunnen scharen. In de vandaag gepresenteerde definitieve ontwerpteksten is helaas niets wezenlijks veranderd.
Het Klimaatakkoord zakt volgens de organisaties nu op de volgende drie fundamentele punten door het ijs:

Het houdt de fossiele economie in stand
Er wordt vooral ingezet op tijdelijke lapmiddelen die de fossiele industrie in stand houden. Een structurele omslag naar schone, zuinige technieken blijft uit. Dit blokkeert de weg naar Klimaatdoelen uit Parijs: vrijwel klimaatneutraal in 2050. Zo mag de industrie CO2 blijven uitstoten, zolang ze het maar onder de grond stoppen. Het stevig beprijzen van uitstoot blijft uit.

De afspraken zijn veel te vrijblijvend
Duidelijke, afrekenbare doelen ontbreken en er zijn veel ontsnappingsmogelijkheden om onder besparingsverplichtingen uit te komen. Deze vrijblijvendheid maakt het volstrekt onzeker of de doelstellingen wel gehaald worden.

De verdeling van de lusten en lasten is volstrekt scheef
De industrie, de grootste vervuilers, draaien nauwelijks op voor de kosten. Ze krijgen zelfs subsidie toe voor kortetermijnoplossingen, zoals CO2-opslag. Een eerlijke verdeling van lusten en lasten is cruciaal voor draagvlak en bereidheid om zelf aan de slag te gaan.

De organisaties zien ook lichtpuntjes her en der in het akkoord, zoals de doorgroei naar 70 a 80 procent groene stroom in 2030, maatregelen om 1,5 miljoen huizen van het gas te halen en de inzet op elektrisch rijden. Ook zien de organisaties dat er enorm veel inzet is getoond aan de tafels door veel partijen. Maar alles bij elkaar opgeteld is het totaalplaatje niet voldoende voor het omslagpunt dat nodig is.

vrijdag 21 december 2018

Kabinet presenteert klimaatplannen

Het kabinet heeft vrijdag een ontwerp van het klimaatakkoord gepresenteerd. Daarin staan de plannen die in het jaar 2030 moeten leiden tot de helft minder CO2-uitstoot ten opzichte van 1990. De planbureaus moeten nu de effecten gaan doorrekenen.

Het akkoord is opgedeeld in de sectoren mobiliteit, elektriciteit, gebouwde omgeving, industrie en landbouw, de zogenoemde klimaattafels.

Over twaalf jaar moet het eerste CO2-doel van 49 procent minder uitstoot zijn bereikt, met een 'doorkijkje' naar 55 procent minder, zoals premier Mark Rutte het formuleerde. In 2050 moet de reductie op 95 procent zijn uitgekomen.

PvdA Assen: IJsbaan Koopmansplein belastend voor milieu

Mooi, die ijsbaan op het Koopmansplein in Assen. Maar de PvdA wijst het college van B en W er wel op dat die baan hoge kosten en een forse milieuverontreiniging met zich meetorst. Bij het bezoek aan de ijsbaan in Assen is de PvdA opgevallen, dat de energie wordt geleverd met behulp van een aggregaat. Assen wil graag energieneutraal zijn, maar door het niet beschikbaar stellen van de gewenste voorzieningen kan de organisator geen gebruik maken van een sponsor, die gratis groene stroom beschikbaar stelt. In plaats daarvan moet een duur aggregaat in werking worden gesteld, wat het verstoken van circa 6000 liter dieselolie betekent. Dat brengt een CO2-uitstoot teweeg van bijna 16.000 kilo.

donderdag 20 december 2018

Hoe schadelijk voor het milieu is het eten van vlees nou écht?

Nederlanders krijgen geen goed beeld van de impact dat vlees eten op het klimaat heeft. Daarover zijn Even Geen Vlees en Agri Facts het eens. Maar verder verschillen hun visies als dag en nacht. Actiegroep Even Geen Vlees stelt in een deze week verspreid persbericht: de ‘klimaatimpact’ van vlees wordt stelselmatig onderschat. Stichting Agri Facts, deze week opgericht om “te zorgen dat correcte feiten worden gebruikt voor het land- en tuinbouwbeleid”, meent juist: die impact wordt overdreven en de ‘klimaatwinst’ van minder vleesconsumptie is geringer dan wordt voorgesteld.

woensdag 19 december 2018

'Kabinet nam na Urgenda-uitspraak in 2015 geen extra CO2-maatregelen'

Het kabinet heeft sinds 2015, toen de rechter uitspraak deed in de Urgenda-zaak, geen extra maatregelen genomen om de CO2-uitstoot verder te beperken. Dat meldt NRC woensdag op basis van een reconstructie. De rechter besloot in juni 2015 dat het kabinetsbeleid bij lange na niet voldoende is om de doelen te behalen die internationaal zijn afgesproken om de CO2-uitstoot terug te brengen. In 2020 moet de uitstoot van broeikasgassen met een kwart zijn verminderd vergeleken met 1990.

Nederland ligt niet op schema om deze doelen te halen. Met het huidige beleid wordt slechts een reductie van maximaal 17 procent gehaald. Dit is onder de norm van 25 tot 40 procent die in klimaatwetenschap en het internationale klimaatbeleid noodzakelijk wordt geacht.

dinsdag 18 december 2018

Effect klimaatverandering op bodem beïnvloed door klimaatgeschiedenis

Onderzoekers van de Universiteit van Amsterdam hebben in samenwerking met collega’s van de Universiteit van Lund (Zweden) onderzocht wat het effect is van 18 jaar droogte op de miljarden bacteriën die verborgen zitten in de bodem onder onze voeten. De studie laat zien dat deze vorm van extreem weer effect heeft op de manier waarop bodems reageren op toekomstige klimaatsveranderingen. De resultaten zijn deze week gepubliceerd in het wetenschappelijke tijdschrift 'Global Change Biology'.

Het experiment werd uitgevoerd met bodems van een heideveld op de Veluwe. In dit heideveld wordt sinds 18 jaar een grootschalig droogte experiment uitgevoerd. Het internationale onderzoeksteam heeft nu onderzocht wat het effect is van deze langdurige droogte op de micro-organismen in de bodem: hoe tolerant zijn de micro-organismen voor een laag vochtgehalte en zijn ze in staat te herstellen wanneer de bodems opnieuw worden bevochtigd?

Evy de Nijs is eerste auteur van het artikel, dat ze schreef tijdens haar studie aan de UvA. De Nijs: ‘Toekomstige klimaatveranderingen zullen invloed hebben op neerslagpatronen en dit zal consequenties hebben voor de koolstofkringloop in de bodem. Om te kunnen voorspellen wat deze consequenties precies zijn, is het van groot belang te begrijpen hoe veranderende vochtcondities invloed hebben op de micro-organismen in de bodem. Deze micro-organismen spelen een belangrijke rol in de koolstofkringloop. In ons onderzoek hebben we gekeken naar het aanpassingsvermogen van microbiële gemeenschappen op de lange termijn, maar ook op de korte termijn als direct gevolg van verstoringen.’

‘Het bevochtigen van de bodem na droogte resulteert er altijd in dat het leven in de bodem enorm actief wordt,’ legt Albert Tietema uit. UvA-bioloog Tietema is verantwoordelijk voor het langdurende veldexperiment. ‘Het bodemleven begint dan het organische materiaal in de bodem af te breken, met name om te groeien en reproduceren en daarbij wordt ook koolstofdioxide gevormd.’

De resultaten van het onderzoek laten zien dat micro-organismen die voor een langere termijn zijn blootgesteld aan droogte, makkelijker herstellen wanneer het vochtgehalte weer toeneemt in vergelijking met micro-organismen die leven onder normale omstandigheden. Lettice Hicks, bioloog aan de Universiteit van Lund, legt uit: ‘Dit betekent dat de klimaathistorie invloed heeft op hoe micro-organismen reageren op, en bijdragen aan toekomstige klimaatsveranderingen. Bacteriën die zijn aangepast aan droogte, kunnen daarmee de snelheid van koolstofverlies in bodems verminderen.’
Als de bodemorganismen zich aanpassen aan regelmatige voorkomende droogte, iets wat werd gesimuleerd in het veldexperiment, zullen zij in staat zijn sneller te herstellen. Dit zorgt voor een verminderde productie van koolstofdioxide. ‘Onze resultaten laten zien dat microbiële gemeenschappen zich kunnen aanpassen aan het veranderende klimaat en dat het verlies van koolstof uit de bodem kan verminderen,’ concludeert De Nijs.

maandag 17 december 2018

Rechter stopt Europese toestemming voor automakers om te vervuilen

Het Europees Hof van Justitie deed donderdagochtend uitspraak over de aanpassing van de Euro6-norm en vernietigt de foutmarges voor uitstootnormen bij autotesten op de weg. De Europese Commissie zwakte de limieten voor de uitstoot van stokstofoxide (NOx) af door een conformity factor te introduceren. Europarlementariër Bas Eickhout maakte in het Europees Parlement bezwaar tegen deze uitwerking van de wetgeving, maar kreeg niet genoeg steun van andere partijen. De Europese rechter oordeelt nu alsnog tegen de conformity factor.

Bas Eickhout, Europarlementariër en lijsttrekker voor de Europese Groenen, roept de Europese Commissie op om de conformity factor in te trekken: “Deze uitspraak stopt de toestemming voor Europese automakers om te mogen blijven vervuilen. Dit is winst voor alle Europeanen die te kampen hebben met gezondheidsproblemen door slechte luchtkwaliteit.”

“Het is een grote overwinning dat de Europese rechter vandaag bevestigt wat de Groenen in het Europees Parlement al sinds 2016 zeggen: De Europese Commissie heeft niet te bevoegdheid om de Euro6-normen aan te passen zonder normale wetgevende procedure. Door het invoeren van deze conformity factor verhoogde de Europese Commissie de facto de uitstootnormen voor stikstofoxide.”

“Ik vraag aan de Europese Commissie om het besluit in te trekken en om ervoor te zorgen dat de auto-industrie zich eindelijk gaat houden aan de uitstootlimieten die we al elf jaar geleden hebben afgesproken.”

De Europese Commissie heeft twee maanden om tegen de beslissing in beroep te gaan. Als ze dat niet doen, dan moet ze binnen het jaar met nieuwe wetgeving komen.

vrijdag 14 december 2018

Samenwerking klimaatadaptieve steden Zwolle tekent voor internationale samenwerking klimaatadaptieve steden

Tussen 5 en 8 december ondertekenden Zwolle, Breda en Wroclaw een reizende intentieverklaring voor Europese samenwerking op klimaatadaptatie in steden. Het Poolse Katowice, waar de wereld bijeen is voor de klimaattop, is de landingsplek van deze Letter of intent on International Cooperation on European Urban Water Partnership Green-Blue Infrastructure Breda-Wroclaw-Zwolle’.

Op woensdag 5 december tekenden wethouder Ed Anker van Zwolle, Liesbeth Rijsdijk van Climate Campus, en wethouder Paul de Beer van Breda de intentieverklaring in eigen stad. In Zwolle ondertekende ook de Climate Campus, samenwerkingsverband van ruim 40 partijen van overheid, bedrijfsleven, onderwijs en onderzoek, dat samenwerkt aan een klimaatrobuuste deltaregio. Hierna ging het document via meerdere tussenstops op reis naar Katowice waar zaterdag de resterende handtekeningen werden geplaatst door onder andere de derde stad: Wroclaw.

Hiermee gaven de Nederlandse en Poolse steden, bedrijven, kennisinstellingen en NGO’s het startsein om samen te werken en onderling hun kennis te delen en vergroten. De samenwerking richt zich op het integreren van klimaatadaptieve maatregelen in de ruimtelijke ontwikkeling van steden om klimaatadaptatie in Europese steden te versnellen. Het initiatief bouwt voort op de resultaten van de Amsterdam International Water Week (AIWW) 2017 waar is gewerkt aan internationale partnerships rond klimaatadaptatie.

Naast Breda, Wroclaw en Zwolle, participeren Climate Campus, planning- en ontwerpbureaus KuiperCompagnons en KCAP, kennisinstelling Deltares, ingenieursbureau Arcadis, en het Poolse waterbedrijf MPWiK en NGO Sendzimir in de samenwerking. Het initiatief wordt gefaciliteerd en ondersteund door het Netherlands Water Partnership (NWP).

Zwolle hoopt samen met Climate Campus, haar positie en profiel als (internationaal) kenniscentrum en demodelta voor klimaatadaptatie te verstevigen en het internationale netwerk te versterken. De positionering van Zwolle als één van de koplopers in klimaatadaptatie in Nederland, draagt bij aan het aantrekken van kennis en kapitaal omtrent dit thema. Met de samenwerking met Wroclaw geeft Zwolle ook invulling aan het Charter van Kampen (samenwerking van Hanzesteden in klimaatadaptatie).

donderdag 13 december 2018

Nederland helpt ontwikkelingslanden met klimaatplannen

Nederland krijgt een nog prominentere rol in het helpen van ontwikkelingslanden bij de vermindering van de wereldwijde uitstoot van broeikasgassen en de aanpassing aan klimaatverandering. Minister Sigrid Kaag voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking heeft, samen met minister Carlos Manuel Rodríguez van Milieu en Energie van Costa Rica, het voorzitterschap van het NDC-partnerschap overgenomen van Duitsland en Marokko. Dat gebeurde tijdens de COP24, de klimaatconferentie van de Verenigde Naties in het Poolse Katowice.

NDC staat voor Nationally Determined Contribution. Dat is de inspanning die elk land levert als bijdrage aan de in het Akkoord van Parijs afgesproken klimaatdoelen. Veel ontwikkelingslanden hebben op eigen kracht onvoldoende capaciteit en financiële middelen om de broeikasgassen terug te dringen of het land weerbaar te maken tegen klimaatverandering. Via het NDC-partnerschap krijgen ze ondersteuning van andere landen en organisaties. Die kan bestaan uit het delen van kennis, het verbeteren van toegang tot financiering of hulp bij het ontwikkelen en uitvoeren van klimaatactieplannen.

Minister Kaag: ‘Met Duitsland en Marokko als voorzitters is het NDC-partnerschap flink gegroeid. In de komende 2 jaar wil ik mij richten op het mobiliseren van financiering en het mogelijk maken van de uitvoering van de klimaatactie- en investeringsplannen. Dit wordt een collectieve inspanning van alle betrokken partijen. Ik kijk ernaar uit om samen met Costa Rica aan de wereld te laten zien dat de doelen van Parijs haalbaar zijn.’

Sinds de oprichting tijdens de klimaattop in Marrakesh (eind 2016) zijn 87 landen, 20 internationale instellingen en 9 maatschappelijke organisaties lid geworden. Het NDC-partnerschap helpt inmiddels in 38 ontwikkelingslanden bij het uitwerken en uitvoeren van klimaatmaatregelen. Zo heeft Costa Rica een investeringsplan voor hun NDC opgesteld en het nationale banksysteem voorbereid op het integreren van klimaatrisico's in investeringsbeslissingen. En Oeganda kon met steun van het NDC-partnerschap het tempo van klimaatmaatregelen opschroeven. Hierdoor zouden nationale doelen die voor 2030 waren gesteld al in 2020 kunnen worden gehaald.

woensdag 12 december 2018

Nedcargo en Shell tekenen samenwerking en gaan de CO2 die vrijkomt bij het wegtransport compenseren

Nedcargo en Shell gaan de CO2 die vrijkomt bij het wegtransport compenseren door in Peru bossen te beschermen en aan te planten. Nedcargo neemt hiervoor deel aan het CO2-compensatieprogramma van Shell. Nedcargo is de eerste grote logistieke dienstverlener die zijn totale dieselverbruik bij Shell gaat compenseren.

Nedcargo investeert de komende jaren 17 miljoen euro in verduurzaming van de activiteiten. “We vervangen bijvoorbeeld alle Euro 5-vrachtwagens door schonere vrachtauto’s”, zegt mededirecteur en Nedcargo-oprichter Diederik Jan Antvelink. “En we bestellen twintig nieuwe Langere en Zwaardere Vrachtautocombinaties (LZV). Hiermee besparen we tot 30 procent brandstof.”
Nedcargo zoekt daarnaast wegen om middelen efficiënter in te zetten met slimme toepassingen, zoals planningstools en automatisering. Nieuwe distributiecentra worden gerealiseerd nabij vaarwegen, zodat goederen aan- en afgevoerd kunnen worden met binnenvaartschepen. Deze distributiecentra worden niet meer aangesloten op aardgas en halen de benodigde energie uit zonnepanelen.

Shell biedt logistieke dienstverleners een programma aan om de CO2-uitstoot van het wagenpark te compenseren. Over de hele wereld werkt Shell samen aan projecten die de CO2 in de atmosfeer helpen verlagen. Tegelijkertijd verbeteren deze projecten het bestaan van lokale gemeenschappen en helpen ze de natuur te beschermen. De projecten genereren CO2-credits waarmee bedrijven de uitstoot van hun wagenpark compenseren.

Bij CO2-compensatieprogramma’s wordt bij bosprojecten gemeten hoeveel CO2 is opgenomen. Voor elke ton CO2 krijgt het project een certificaat met een uniek serienummer. Dit serienummer wordt toegekend aan de partij die CO2-uitstoot compenseert. Het unieke nummer voorkomt dat een certificaat meerdere keren kan worden gebruikt.

Shell is over de hele wereld betrokken bij CO2-compensatieprojecten. De projecten zijn onderdeel van Shells Nature Based Solutions-programma en zijn gecertificeerd door de VCS (Verified Carbon Standard) en CCB (Climate, Community & Biodiversity) Standard. VCS is wereldwijd de meest gebruikte standaard voor CO2-compensatieprojecten. De CCB Standard waarborgt dat projecten ook lokale gemeenschappen ondersteunen en de biodiversiteit behouden of verbeteren.

dinsdag 11 december 2018

Afval in Arnhem: alles wat je moet weten over vuilnis in de stad

Allereerst is het belangrijk om te weten dat de gemeente Arnhem uitgaat van het principe van omgekeerd inzamelen. Bewoners moeten zelf thuis verschillende soorten afval scheiden. De gemeente zorgt ervoor dat dit afval opnieuw wordt gebruikt. Zo wordt er van oud papier bijvoorbeeld wc-papier gemaakt. En plastic flesjes veranderen in verkeerspaaltjes. Als het goed is hou je nog een klein beetje afval over. Het afval dat na het scheiden overblijft is restafval. Dat moet je zelf wegbrengen naar een container in de buurt. De gemeente zorgt ervoor dat dit wordt verbrand. Restafval is alles dat geen GFT, papier, glas of textiel is. De ‘gewone’ vuilniszakken uit je afvalemmer dus. Je kunt hier kijken waar de containers staan.

maandag 10 december 2018

Bedrijfsleven hoopt op spoedige en succesvolle afronding Klimaatakkoord

'We zijn nog niet onder het finishdoek door, maar door de inspanningen van een groot aantal partijen en personen begint er nu goede koerstekening te komen in het aanstaande ambitieuze Klimaatakkoord voor Nederland.' Dat schrijven MKB-Nederland en VNO-NCW en LTO Nederland in een brief aan minister Wiebes met een aantal concrete voorstellen voor de afronding van het traject.

In de brief zetten de organisaties uiteen welke aandachtspunten er nog zijn om tot een succesvolle afronding te komen, zodat het Klimaatakkoord voor burgers, kleine, middelgrote en grote bedrijven kan werken zonder dat het verzet of weerstand oproept, zoals in Frankrijk.

Omdat ‘CO2 geen paspoort heeft’ en we goed moeten kijken wat de landen om ons heen doen bepleiten de organisaties onder meer dat de nationale tussendoelstelling voor 2030 (49% minder CO2) geen blokkade kan vormen voor nieuwe investeringsprojecten in Nederland met een lagere CO2-footprint dan in andere landen. ‘Dan zou de mondiale CO2-uitstoot namelijk stijgen als gevolg van het beleid hier’. Ook bepleiten ze dat de overall doelstelling van 49% leidend is en niet sectorale quota, omdat dan allerlei innovaties die nodig zijn -zoals uitwisseling van warmte, CO2, groene waterstof en elektriciteit- niet tot stand komen.

Het Nederlands bedrijfsleven deelt de ambitie van het Kabinet om van het Klimaatakkoord een succes te maken. Nederland kan internationaal leidend worden in duurzame klimaatoplossingen wanneer daarvoor de juiste condities worden gecreëerd. Met hun voorstellen hopen de bedrijven hier een bijdrage aan te leveren om zo te komen tot een afronding.

zondag 9 december 2018

’Klimaatakkoord in december onzeker’

Het is niet zeker dat er eind december een klimaatakkoord ligt. Dat heeft CDA-leider Buma gezegd in het wekelijkse debatprogramma Buitenhof. Tientallen belangenclubs en de milieubeweging onderhandelen over een pakket aan maatregelen om de CO2-uitstoot in 2030 te halveren. De partijen hopen op 21 december een akkoord presenteren. Tientallen belangenclubs en de milieubeweging onderhandelen over een pakket aan maatregelen om de CO2-uitstoot in 2030 te halveren. De partijen hopen op 21 december een akkoord presenteren. CDA-voorman Buma hoort van de onderhandelaars dat het steeds moeilijker is geworden om er samen uit te komen. Vooral aan de zogenoemde klimaattafel ’industrie’ gaat het stroef. Buma: 'Als je een onderneming bent gaat het over je voortbestaan, als je alleen voor een groene toekomst bent maakt het belang van een onderneming minder uit.'

vrijdag 7 december 2018

Nederlandse millennials-organisatie KEK stelt wél concrete oplossingen voor ambitieus klimaatbeleid op Klimaattop Polen

De Klimaat- en Energiekoepel KEK, waarin jonge professionals (20-35 jaar) zich hebben verenigd om mee te praten over het Klimaatakkoord, nam afgelopen donderdag op uitnodiging van het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat deel aan Conference of Parties24, de 24e Klimaattop van de Verenigde Naties. Samen met de young professionals van YES-DC en YES-Europe hield KEK een workshop waarin het pleitte voor stevige inspraak van millennials bij de klimaatonderhandelingen.

“Het is een Nederlands unicum dat millennials meepraten in de totstandkoming van het Klimaatakkoord”, vertelt Angelita Kappers, lid van KEKs Raad van Advies en projectmanager in de energietransitie, vanuit Katowice in Polen. “Dat ligt in andere landen anders. Laten we dat niet vergeten.”

De deelnemers, waaronder adviseurs, wetenschappers en studenten van over de hele wereld, gingen in discussie over de door KEK aangedragen oplossingen zoals fiscale vergroening en CO2-beprijzing. Kappers: “Op de top wordt te weinig over het hoe gepraat. Wij doen dat wel. Dat werd erg gewaardeerd. Juist op deze CoP wordt gezocht naar goede voorbeelden en beleid dat impact heeft. Men zoekt naar de holy grail, maar per land is goed klimaatbeleid maatwerk. Ook is tijdens de workshop discussie opgemerkt dat de EU zich teveel focust op de energietransitie. Klimaatbeleid gaat ook over voedsel, landbouw, natuur en biodiversiteit.”

De algehele stemming baart Kappers zorgen. “Geen deelnemer aan onze workshop geloofde dat we die 1,5 graad nog gaan halen, dat was voor mij een eye opener.” Of actie dan nog zin heeft? “Ja, juist! Laten we onze regeringen manen om te versnellen.” Wat Kappers ook verontrust: “De grote mate van windowdressing hier. Er worden aankondigingen gedaan van projecten en maatregelen die niet concreet zijn gepland. De Parijse doelstellingen zijn helder en de nationale klimaatakkoorden lopen daar ver achteraan. De Wereldbank investeert nog altijd ontzettend veel in olie en gas en de beloofde financiële ondersteuning aan ontwikkelingslanden blijft grotendeels uit.”

KEK praat op uitnodiging van de Sociaal-Economische Raad (SER) mee aan diverse Klimaattafels over het nationale Klimaatakkoord. Om nu ook het podium te krijgen op de CoP24, is een unieke kans om ook op het klimaat-wereldtoneel te laten zien dat deze generatie serieuze bijdragen kan en moet leveren aan de gesprekken over maatregelen tegen opwarming van de aarde. Millennials zijn zich bewust dat jong en oud – en op de lange termijn vooral onze generatiegenoten, de handen uit de mouwen moeten steken om onder de 1,5 graden opwarming te blijven. Daarom hebben zij het afgelopen half jaar met heldere en ambitieuze adviezen topbestuurders in de klimaatonderhandelingen munitie gegeven hoe zij graag de Nederlandse samenleving duurzaam willen vormgeven.

Door sommige landen wordt met bewondering gekeken naar het proces van polderen dat in Nederland is opgezet om te komen tot een Klimaatakkoord. Het is belangrijk dat internationaal ook wordt onderkend hoe waardevol de rol van de millennial daarbij is. Het doel van KEK is dan ook om op dit podium duidelijk te maken dat de generatie Y moet participeren in de gesprekken over de concrete uitvoering van het Akkoord van Parijs. Het gaat immers over hun toekomst. Onze generatie en de generaties na ons draaien op voor de gevolgen, als we niet nu slim investeren.

Wereldwijde uitstoot CO2 neemt weer toe

De jaren 2017 en 2018 gaan de boeken in als jaren waarin de CO2-uitstoot toenam na een aantal jaren waarin er geen verandering was. Dit ondanks het klimaatverdrag van Parijs en de toename van alternatieve energiebronnen. Dat concludeert het gezaghebbende Global Carbon Project, waar Wageningen aan meewerkt, in een studie die op 5 december uitkwam terwijl de wereldleiders in Polen bespraken hoe de opwarming van de aarde beperkt kan blijven.

Om die opwarming te beperken zal de uitstoot drastisch moeten verminderen maar het omgekeerde lijkt dus te gebeuren. Hoewel het jaar nog niet voorbij is en niet alle data compleet zijn, lijkt de groei in 2018 zo’n 2 procent te bedragen. Daarmee wordt voor het eerst de grens van 10 miljard ton koolstof overschreden. De oorzaak is grofweg dat de vraag naar energie sterker steeg dan het aanbod van alternatieve energiebronnen met minder CO2-uitstoot zoals zon, wind, waterkracht en kernenergie. Uit het rapport blijkt verder dat het gebruik van kolen als energiebron nu lager is dan in het verleden, dat het aandeel van alternatieve energiebronnen exponentieel begint te stijgen, en dat er een forse groep landen is die wel hun CO2-uitstoot heeft kunnen verlagen, ondanks economische groei.

Nederlandse onderzoekers van de Wageningen University & Research, de Vrije Universiteit in Amsterdam en het Planbureau voor de Leefomgeving werkten mee aan het rapport. Daarin werd niet alleen naar de CO2-uitstoot van fossiele brandstoffen gekeken, maar werd de hele mondiale koolstofcyclus in beeld gebracht. Ingrid van der Laan-Luijkx en Wouter Peters van de leerstoelgroep Meteorologie en Luchtkwaliteit droegen bij met resultaten van het model CarbonTracker. Ingrid van der Laan-Luijkx: “Onze resultaten op basis van atmosferische metingen van de CO2-concentraties laten zien dat de bossen en oceanen wereldwijd gezien ongeveer de helft van alle uitgestoten CO2 opnemen. De opname door de biosfeer is in 2017 weer toegenomen, nadat deze verlaagd was in 2016 als gevolg van de droogte veroorzaakt door El Nino."

donderdag 6 december 2018

Op weg naar afspraken over brandpreventie

Brandpreventie leeft binnen de afvalsector. Om van elkaar – en van andere partijen binnen de keten – te leren, organiseerde de Vereniging Afvalbedrijven afgelopen donderdag een bijeenkomst in ’s-Hertogenbosch. Vijfendertig deelnemers luisterden naar inleidingen van experts en wisselden ervaringen uit. De wens om brandpreventie met vereende krachten aan te pakken, wordt breed gedeeld.

De behoefte aan kennis over brandpreventie blijkt groot. In de zaal luisteren vijfendertig deelnemers, waarvan dertig uit de afvalsector, naar inleidingen van experts uit onder meer de handhaving en de verzekeringssector. “Brandpreventie vraagt om meer bewustwording”, vertelt Jurjen Burghgraef van het bureau Burghgraef van Tiel & Partners. De huidige wetgeving is volgens hem niet afgestemd op de afvalsector. “De eisen van het Bouwbesluit voldoen niet. Het Bouwbesluit is vooral gericht op de veiligheid van mensen in een gebouw.”

Dat afvalbedrijven over het algemeen voldoen aan de wettelijke brandveiligheidseisen, blijkt uit de inleiding van Jeroen Lamens van DCMR Milieudienst Rijnmond. Sinds vorig jaar staan afvalbranden bij de milieudienst op de agenda. “We kunnen niet meer achteroverleunen. Alle provinciale afvallocaties in Zuid-Holland worden op brand en broei gecontroleerd”, vertelt Lamens. Hij ziet heil in samenwerking en bepleit een landelijke opschaling van de Zuid-Hollandse aanpak.

“Ga niet opnieuw het wiel uitvinden”, houdt Geoff Smallwood van Renewi de zaal voor. Hij nodigt de zaal uit om te leren van de ervaringen in het Verenigd Koningrijk. Daar leidde een aantal grote afvalbranden in 2013 tot het opstellen van een brandrichtlijn voor afvallocaties, genaamd ‘WISH waste fires guidance’. Sinds vorig jaar is Renewi in het Verenigd Koninkrijk bezig met de implementatie. Smallwood ziet verbetering. “Zowel het aantal grote branden als de schadepost nemen af. Organisatorisch vraagt het van onze locaties een fundamentele verandering van hoe ze werken.”

Vanwege de branden staat de verzekerbaarheid op de tocht. “Veel verzekeraars houden de deur gesloten”, zegt Ton van Mil van AON. “Voor tal van verzekeraars is de afvalbranche niet meer rendabel te krijgen. Er zijn verzekeraars met een miljoen euro schade per week met betrekking tot de afvalverwerkende industrie.” “Afval is een sector met risico’, stelt ook Timo Brinkman van het Verbond van Verzekeraars.

De Vereniging Afvalbedrijven neemt het voortouw voor een gezamenlijke aanpak. De vrijblijvendheid is voorbij, laat Loos weten. “We werken aan goede onderlinge afspraken. Daarbij laten we ons inspireren”, legt hij uit. Om input te krijgen, eindigt de bijeenkomst met een interactief gedeelte. De deelnemers gaan met elkaar het gesprek en plakken met gele post-its hun bevindingen op flip-overs. Het levert een groot aantal adviezen op: van ‘leun niet op het Bouwbesluit’ tot ‘Compartimentering’, van ‘sturen op bewustwording’ tot ‘Branddetectie optimaliseren’.

woensdag 5 december 2018

ACM-boete Volkswagen om sjoemeldiesel blijft overeind

Volkswagen moet tóch de boete betalen die het van de ACM kreeg wegens misleiding. Het gaat om de verkoop van zogenaamde ‘sjoemeldiesels’ die als milieuvriendelijk werden verkocht, maar het niet waren. VW tekende bezwaar aan tegen het boetebesluit, maar de ACM heeft dat ongegrond verklaard.

De Consumentenbond is blij met de uitspraak. Bart Combée, directeur Consumentenbond: ‘Met deze uitspraak hebben consumenten, en wij, een sterke troef in handen in de juridische procedures die tegen het concern lopen en nog gevoerd gaan worden. Het is munitie om Volkswagen te bewegen tot een compensatieregeling.’

Volkswagen weigert op dit moment Europese sjoemeldieselrijders tegemoet te komen en duikt de juridische loopgraven in. In de Verenigde Staten betaalde Volkswagen wél miljarden aan schikkingen en compensatie.

Tussen 2009 en 2015 bracht VW dieselauto’s met type EA 189 motor op de markt van de merken Volkswagen, Audi, Seat en Skoda. De fabrikant prees deze auto’s aan als milieuvriendelijk, terwijl de resultaten van de emissietests met behulp van verboden software waren gemanipuleerd. Daardoor leken ze minder schadelijke stoffen uit te stoten dan in de praktijk het geval was.

De Consumentenbond stelde dat er sprake was van misleiding en diende in 2016 een handhavingsverzoek in bij de ACM. In november 2017 gaf de toezichthouder de Consumentenbond gelijk. VW kreeg de maximale boete opgelegd: €450.000. Die is nu bekrachtigd.

Volkswagen kan nog tegen het besluit van de ACM in beroep bij de rechter, maar de Consumentenbond roept het bedrijf op dat niet te doen.

dinsdag 4 december 2018

Speelgoedslijm kan gevaarlijke stof 'boor' bevatten

Het populaire kinderspeelgoed slijm is niet altijd veilig, zeker niet voor kinderen onder de zes. De Consumentenbond testte 10 producten en 3 daarvan bevatten veel meer van de schadelijke stof boor dan is toegestaan.

De producten die teveel boor bevatten zijn: Putty XXL (itemnr. 620561), Whoopee Putty (artikelnr. 35685Z) en Glow in the dark putt (artikelnr. 8525). Boor is op korte termijn al gevaarlijk bij hoge concentraties: het kan irriterend zijn bij inademing, bij inslikken en bij contact met huid en ogen. Ook kan het diarree, braken en krampen veroorzaken. Op de lange termijn is boor mogelijk schadelijk voor de vruchtbaarheid en kan het schade toebrengen aan het ongeboren kind.

De Consumentenbond heeft zijn bevindingen gemeld bij de importeur en de winkels. Ook is de toezichthouder NVWA gevraagd om deze productgroep nader te onderzoeken. De Consumentenbond raadt consumenten aan om de producten met teveel boor niet meer te gebruiken.

Borax is een verbinding van boor en natrium en helpt de gelatineachtige aard van slijm te creëren. De Consumentenbond adviseert consumenten om in elk geval op te letten bij producten met slijm die niet getest zijn maar wel melden borax te bevatten. Borax zit vaak in kant-en-klaar slijm, maar wordt ook aangeraden als ingrediënt om zelf slijm te maken. Kinderen gebruiken hiervoor vaak lenzenvloeistof met borax.

maandag 3 december 2018

Minister-president Rutte naar VN Klimaatconferentie COP24

Minister-president Rutte neemt op maandag 3 december deel aan de opening van de VN Klimaatconferentie COP24 in Katowice, Polen. De minister-president spreekt de nationale verklaring uit en voert gesprekken met regeringsleiders om aandacht te vragen voor het behalen van de doelen van het Parijs Akkoord.

Tijdens COP24 wordt de Talanoa Dialoog gehouden. Hierbij wordt gekeken naar de collectieve voortgang van landen bij het behalen van de doelen van het Parijs Akkoord. Daarnaast moeten tijdens COP24 de uitgewerkte regels voor de implementatie van het Parijs Akkoord worden aangenomen. Namens Nederland nemen minister Wiebes van Economische Zaken en Klimaat, minister Kaag voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking, minister Van Nieuwenhuizen van Infrastructuur en Waterstaat en staatssecretaris Van Veldhoven van Infrastructuur en Waterstaat op verschillende dagen deel aan COP24, die tot vrijdag 14 december duurt.

donderdag 29 november 2018

8000 doden door fijnstof

Er bestaat een nauwe samenhang tussen het behalen van de klimaatdoelstellingen en de volksgezondheid. De trends in klimaatverandering betekenen zowel nu als in de toekomst een onaanvaardbaar risico voor de gezondheid van mensen in de hele wereld. Hetzelfde geldt voor het gebrek aan vooruitgang bij het terugdringen van de uitstoot van fijnstof en schadelijke gassen. Dat schrijft een internationale groep wetenschappers in het rapport The Lancet Countdown 2018. Het rapport is de vrucht van de samenwerking tussen 27 internationale topuniversiteiten van alle continenten, de Verenigde Naties en internationale agentschappen. Nederlandse wetenschappers van de acht academische ziekenhuizen en de verpleegkundigenorganisatie V&VN hebben het rapport, dat sinds 2015 verschijnt, vertaald naar de Nederlandse situatie. In ons land vallen jaarlijks meer dan 8000 doden door fijnstof, schrijven de wetenschappers.

Model berekent ammoniakemissie van varkens bij diverse voer- en managementmaatregelen

Voer- en managementmaatregelen kunnen een belangrijke bijdrage leveren aan de reductie van de ammoniakemissie uit varkensstallen. Maar het is ondoenlijk om het effect van alle mogelijke varianten daadwerkelijk te meten. Daarom heeft Wageningen Livestock Research in opdracht het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit deze effecten in een rekenmodel verwerkt. Praktijkmetingen laten zien dat de uitkomsten in het algemeen goed overeenkomen met de berekende emissiewaarden.

De afgelopen decennia is veel kennis opgedaan over de processen en factoren die de emissie van ammoniak bepalen. Vanuit deze kennis is een rekenmodel ontwikkeld. Het rekenmodel gaat uit van invoergegevens die relatief eenvoudig verkregen kunnen worden, zoals hokontwerp, staltemperatuur, duur productieperiode, begin- en eindgewicht, voer- en wateropname en voersamenstelling.

Metingen op het Varkens Innovatie Centrum Sterksel, waar het effect van verschillende voermaatregelen zijn getest, laten zien dat deze in het algemeen goed overeenkomen met de modelmatig berekende emissiewaarden. Bij vleesvarkens en, in iets mindere mate, ook bij zeugen kon het rekenmodel ook een goede inschatting maken van het aandeel van de ammoniakemissie vanaf de vloer en vanuit de mestkelder. Bij biggen werd de vloeremissie te laag ingeschat in de tweede helft van de opfokperiode, waarschijnlijk als gevolg van een slechte mestdoorlaat van de roostervloer. Het effect van een verlaagd eiwitgehalte in het voer kon goed worden voorspeld met het model. Daarentegen kon het effect van verzurende voeders nog niet goed worden voorspeld.

Voer- en managementmaatregelen worden in de regelgeving ingezet als ondersteuning van de Programmatische Aanpak Stikstof (PAS). Deze maatregelen kennen een heel scala aan varianten en niveaus waarop ze zouden kunnen worden toegepast. Het huidige model kan toegepast worden om effecten van een groot aantal maatregelen op de ammoniakemissie door te rekenen. Een simpele versie van dit model wordt al gebruikt als ondersteuning voor proefstalaanvragen.

Ook in de toekomst zullen continu nieuwe kennis en inzichten beschikbaar komen waarmee het model kan worden verbeterd. In dit onderzoek is het model, voor een aantal voermaatregelen, gevalideerd bij vleesvarkens, gespeende biggen en drachtige zeugen. Verdere validatie op praktijkbedrijven met andere maatregelen is wenselijk.

woensdag 28 november 2018

CO2-emissie glastuinbouw in 2017 na jarenlange daling beperkt gestegen

De totale CO2-emissie van de glastuinbouw nam in 2017 met 0,2 Mton toe naar 5,9 Mton. Dit kwam vooral door toename van het energiegebruik per m2 en een stijging van de verkoop van elektriciteit. Daarnaast heeft de glastuinbouw in 2017 twee keer zoveel duurzame elektriciteit ingekocht. De CO2-emissie ligt in 2017 1,3 Mton boven het doel voor 2020 en 1,1 Mton (14%) onder het niveau van 1990. De glastuinbouw loopt daarmee voor op de landelijke ontwikkeling. De verwachting is dat de CO2-emissie verder daalt maar dat de doelstelling voor 2020 waarschijnlijk niet wordt gehaald. Dit blijkt uit de Energiemonitor

De CO2-emissie na temperatuurcorrectie is in 2015 en 2016 licht gedaald en in 2017 beperkt gestegen. De vraag of dit een trendbreuk is, kan op basis van een jaar met een voorlopig resultaat nog niet worden beantwoord. In de periode 2010-2014 daalde de CO2-emissie substantieel. Dit kwam vooral door krimp van het areaal, minder verkoop elektriciteit en vermindering van het energiegebruik per m2 kas. Bij het energiegebruik per m2 nam het elektriciteitsgebruik toe door meer groeilicht en nam het warmtegebruik af door energiebesparing.

In de periode 2014-2017 was na correctie voor de buitentemperatuur de CO2-emissie min of meer stabiel. In deze periode nam de CO2-emissie hoofdzakelijk af door krimp van het areaal en meer duurzame energie. Door vooral meer verkoop elektriciteit en toename van het energiegebruik per m2 nam de CO2-emissie toe. De stijging van de verkoop van elektriciteit komt voort uit de marktvraag naar elektriciteit. Het energiegebruik per m2 nam toe door toename van zowel het elektriciteitsgebruik per m2 als het warmtegebruik per m2. Beiden komen voort uit de marktvraag naar energie-intensievere glastuinbouwproducten geteeld met groeilicht in de winterperiode, in combinatie met de verbeterde economische groei.

Om het CO2-doel in 2020 te realiseren dient de CO2-emissie met nog 1,3 Mton te worden gereduceerd. Op basis van de ontwikkelingen in de achterliggende jaren en een quick scan van de actuele inzichten in de nabije toekomst wordt verwacht dat door minder krimp van het areaal, een hoger energiegebruik per m2 kas en een gelijkblijvende verkoop van elektriciteit de CO2-emissie juist groter zal zijn dan eerdere verwachtingen. Tegelijkertijd zal door extra inkoop van elektriciteit de CO2-emissie kleiner zijn. Dit heft echter de extra stijging van de emissie niet op. Dit betekent dat het CO2-doel voor de glastuinbouw voor 2020 waarschijnlijk niet volledig gerealiseerd zal worden.

Het aandeel duurzame energie groeide in 2017 met 1,1 procentpunt naar 6,5%. Het absolute gebruik steeg met bijna een kwart naar 6,7 PJ. De groei zat bij inkoop duurzame elektriciteit en aardwarmte. De inkoop duurzame elektriciteit verdubbelde in 2017. In 2017 voorzag aardwarmte in 44% van de toegepaste duurzame energie, gevolgd door inkoop duurzame elektriciteit (29%), zonne-energie (12%), biobrandstoffen (11%), inkoop duurzame warmte (4%) en inkoop duurzaam gas (1%). Het aandeel duurzame energie van de glastuinbouw is bijna gelijk met het Nederlands aandeel van 6,6%. Het aandeel duurzame energie groeit in de glastuinbouw wel sneller.

De index van de energie-efficiëntie bleef in 2017 gelijk en kwam uit op 44% ten opzichte van basisjaar 1990. De glastuinbouw gebruikte daarmee 56% minder primair brandstof per eenheid product dan in het basisjaar. Het resultaat van 2017 komt door toename van het primair brandstofverbruik per m2 in combinatie met toename van de fysieke productie per m2.

In 2017 werd op circa 62% van het areaalglastuinbouw door tuinders warmtekrachtkoppeling toegepast. Hiermee produceerde de glastuinbouw ruim 9 miljard kWh elektriciteit en dekte daarmee bijna 8% van de nationale consumptie. Door de inzet van wkk werd op nationaal niveau 1,6 Mton CO2-emissie vermeden.
De elektriciteitsconsumptie vertoont al jaren groei door meer groeilicht en bedroeg in 2017 circa 6,5 miljard kWh. Dit komt overeen zo’n 5,5% van de nationale consumptie.

De hoeveelheid ingekochte warmte nam vanaf 2014, na vele jaren van teruggang weer toe. Dit kwam door groei van het areaal dat is aangesloten op warmtenetten. Inkoop warmte had in 2017 een aandeel in het totale energiegebruik van de glastuinbouw van zo’n 3,5%.

dinsdag 27 november 2018

Nederland wordt klaargestoomd voor veranderend klimaat

Alle lagen van de Nederlandse overheid gaan fors investeren in het weerbaarder maken van Nederland tegen de gevolgen van klimaatverandering oftewel klimaatadaptatie. Vandaag tekende minister Cora van Nieuwenhuizen (Infrastructuur en Waterstaat) hiervoor samen met gemeenten, waterschappen en provincies het Bestuursakkoord Klimaatadaptatie. Hiermee wordt de komende jaren zo’n €600 miljoen vrijgemaakt voor investeringen in klimaatadaptatie.

Om overlast van extreme buien op te vangen wordt in stedelijke gebieden meer groen geplant in plaats van bestrating en worden voorzieningen ontwikkeld om water te bergen. Op zowel het platteland als in de steden komen ook meer waterbergingen waaruit geput kan worden in lange periodes van droogte. Dit gebufferde water kan worden ingezet als het lange tijd niet regent.

Minister van Nieuwenhuizen: ‘Dit is echt een aan-de-slag-akkoord. Het is belangrijk dat er nu al extra stappen worden gezet om onze straten, tuinen en leefomgeving anders in te richten tegen de gevolgen van klimaatverandering. Dat dit nodig is, heeft het afgelopen jaar van weerextremen laten zien. Water was schaars door de droogste en warmste zomer in veertig jaar. Op andere momenten weer liepen straten en huizen onder water door hevige regenbuien.’

Met de ondertekening van het akkoord zeggen zowel de Rijksoverheid enerzijds als de provincies, waterschappen en gemeenten anderzijds toe de komende jaren elk €300 miljoen euro vrij te maken voor klimaatadaptatie. Op basis van stresstesten komt er in 2020 in regioplannen te staan hoe en met welke projecten deze impuls van €600 miljoen het meest effectief kan worden ingezet. Eerder onderzoek van Deltares toonde aan dat als er geen maatregelen genomen worden, de schade door extreme regenval en langdurige droogte in steden tot 2050 kan oplopen naar circa €71 miljard.

Extreem weer en watercrises vormen wereldwijd een bedreiging. Naast de extra impuls voor klimaatadaptatie in Nederland heeft minister Van Nieuwenhuizen ook het initiatief genomen voor de internationale Global Commission on Adaptation die vorige maand van start ging. Volgend jaar komen de voorzitters Ban Ki-Moon (voormalig SG Verenigde Naties), Bill Gates en Kristalina Georgieva (CEO Wereldbank) tijdens de VN Klimaattop in New York met een actieprogramma om kwetsbare gebieden in de wereld weerbaarder te maken. In 2020 is Nederland gastland voor een een grote internationale Climate Adaptation Action Summit, waar we laten zien wat de commissie al bereikt heeft en nog gaat doen.

maandag 26 november 2018

Asbest saneren kan nu zonder afvalstoffenheffing

Gesaneerde asbestdaken zijn per direct vrijgesteld van de afvalstoffenheffing. Een wetswijziging daartoe is donderdag aangenomen door de Tweede Kamer bij een stemming over fiscale vergroeningsmaatregelen. LTO Nederland heeft hiervoor gepleit.

Het amendement werd ingediend door SGP-Kamerlid Chris Stoffer en gesteund door Pieter Omtzigt (CDA) en Erik Ziengs (VVD). Met de maatregel wil de Kamer boeren en bedrijven die nog een asbestdak moeten saneren tegemoet komen in de kosten.

De vrijstelling kost de overheid tot 2024 38 miljoen euro. Om deze post af te dekken gaat het tarief van de afvalstoffenbelasting met 73 cent omhoog naar 32,12 euro per 1000 kilogram afvalstoffen. Alleen asbestplaten die dienden als dakbedekking vallen onder de vrijstelling. Voor met grond of bouwpuin vermengde asbest blijft de afvalstoffenheffing gelden.

Alfred Jansen, LTO-bestuurder met portefeuille Veiligheid & Pacht, heeft in Den Haag gepleit voor deze financiële verlichting. Hij berekent dat de vrijstelling boeren ongeveer 50 cent per vierkante meter gesaneerd dak scheelt. Jansen: "Dit is een positieve stap om de agrarische sector tegemoet te komen bij de grote opgave om de asbestdaken te saneren. Hiermee willen we ook voorkomen dat asbest illegaal op landbouwgrond of in de natuur wordt gestort", aldus Jansen.

vrijdag 23 november 2018

Roep om gratis afval storten in Midden-Groningen

Meerdere partijen in de gemeenteraad van Midden-Groningen willen gratis afval storten mogelijk maken. In de plannen voor het afvalbeleid, dat vanaf 2020 in de fusiegemeente geldt, komt de gratis afvalstort niet voor. In de gemeente Groningen is die mogelijkheid er wel: daar kunnen inwoners vier keer per jaar gratis afval storten. De Partij van de Arbeid wil drie keer gratis afval storten mogelijk maken, D66-fractievoorzitter Gerard Renkema spreekt over vier keer. Gemeentebelangen vindt één keer per jaar gratis storten voldoende.

donderdag 22 november 2018

Belang milieusector in Nederlandse economie neemt toe

De toegevoegde waarde van de milieusector was 15,8 miljard euro in 2016, goed voor 2,2 procent van het bruto binnenlands product (bbp) in 2016. Het aandeel van de milieusector in de Nederlandse economie bedroeg in 2001 nog 1,7 procent. Dit meldt het CBS op basis van nieuwe cijfers over de milieusector.

De milieusector bestaat uit bedrijven en instanties die economische activiteiten ontplooien die gericht zijn op de bescherming van het milieu en het beheren van natuurlijke hulpbronnen. Milieubeschermingsactiviteiten zijn bijvoorbeeld het meten, voorkomen en corrigeren van milieuschade door lucht-, water- en bodemvervuiling. Andere voorbeelden zijn het beheer van afval, het zuiveren van afvalwater, het beperken van geluidoverlast en de bescherming van ecosystemen.

Onder het beheer van natuurlijke hulpbronnen kan gedacht worden aan het produceren van schonere technologieën, producten en diensten, zoals de productie van hernieuwbare energie, elektrisch vervoer, en energiebesparende activiteiten zoals isolatiewerkzaamheden. Maar ook activiteiten zoals waterbeheer en recycling van materialen worden meegenomen onder het beheer van natuurlijke hulpbronnen.

Tussen 2001 en 2016 is het aandeel van de milieusector in de totale economie gestaag toegenomen. Het aandeel van activiteiten gericht op het beheren van natuurlijke hulpbronnen is verdubbeld, van 0,55 procent in 2001 tot 1,02 procent in 2016. Het aandeel van milieubeschermingsactiviteiten bleef met 1,2 procent in 2016 nagenoeg gelijk aan dat van 2001 (1,1 procent).

De bijdrage van milieuactiviteiten aan het bbp lag in de Europese Unie gemiddeld op 2,0 procent in 2015. Het Nederlandse gemiddelde lag hier net boven met 2,1 procent toegevoegde waarde van het bbp. Estland, Oostenrijk en Zwitserland scoren relatief hoog met respectievelijk 4,5 procent, 3,6 procent en 3,3 procent toegevoegde waarde van het bbp. Onderaan staan Ierland, Frankrijk en Slovenië met respectievelijk 0,7 procent, 1,5 procent en 1,5 procent toegevoegde waarde van het bbp.

woensdag 21 november 2018

Is het slecht voor het milieu om groenten in plastic te verpakken?

Het lijkt onzinnig, zo’n hermetisch in plastic verpakte komkommer. En lastig te openen als je hem wilt opeten. Waarom worden zo veel groenten in plastic verpakt, dat zorgt toch alleen maar voor onnodig afval? Toch is het volgens het Voedingscentrum juist béter voor het milieu om groenten te verpakken. Verpakkingen lijken op het eerste gezicht misschien overbodig, maar ze hebben wel degelijk een functie. Ze zorgen ervoor dat groente minder snel bederft.

maandag 19 november 2018

Realistischer onderzoek nodig naar stoffen die in milieu terechtkomen

Chemische stoffen en nanomaterialen worden massaal in producten verwerkt terwijl de risico’s niet goed ingeschat worden. Keer op keer blijken gesynthetiseerde stoffen het milieu sterker te verontreinigen dan labtesten voorspelden. Daarvoor waarschuwt hoogleraar Ecotoxicologie Martina Vijver van de Universiteit Leiden in haar oratie op 16 november.

Laboratoriumtesten schieten volgens Vijver tekort omdat ze niet een heel ecosysteem nabootsen. In haar oratie gaat ze dieper in op twee voorbeelden van stoffen waar realistischer onderzoek naar nodig is: landbouwgif en nanodeeltjes. ‘Maar ik kan hetzelfde zeggen voor vele andere stofgroepen zoals antibiotica, weekmakers en GenX.’ 

Uit haar onderzoek naar neonicotinoïden, wereldwijd de meest verkochte middelen tegen insecten, blijkt dat het waterleven in Nederland sterker aangetast is dan gedacht. ‘Toxiciteitsprotocollen die het milieu moeten beschermen zijn gebaseerd op labtesten die de effecten op een ecosysteem meestal inschatten als een optelsom van een handvol soorten. Bovendien worden ze blootgesteld onder constante laboratoriumcondities. Dit is een te grote versimpeling van de complexiteit van een ecosysteem.’ Ook houden labtesten volgens Vijver onvoldoende rekening met het feit dat chemische stoffen en organismen de grenzen van water, bodem en lucht doorkruisen.

Vijver is een van de initiatiefnemers van het Levend Lab: in 2016 zijn op het Leiden Bio Science Park 38 natuurgetrouwe slootjes aangelegd. De slootjes staan in direct contact met open water waardoor realistisch getest kan worden wat de werkelijke effecten zijn van landbouwgif en andere potentieel giftige stoffen. De resultaten zijn verontrustend. Watervlooien bleken in de sloten waar landbouwgif was toegediend wel 2500 keer gevoeliger – ze gingen dus veel sneller dood - voor de effecten dan in een gewoon lab waar de condities constanter zijn. En er traden meer onverwachte gevolgen op. De diversiteit van soorten aan de kant nam af omdat er minder voedsel in en rondom de slootjes was.

In haar oratie pleit Vijver tevens voor een grondig onderzoek naar de mogelijke risico’s van nanomaterialen. Deze minuscuul kleine deeltjes van een stof ter grootte van 1 tot 100 nanometer- rukken vanwege hun bijzondere eigenschappen op in de meest uiteenlopende producten zoals apparaten, cosmetica, en textiel. Deze stoffen zijn nog niet massaal in het milieu geloosd omdat de nanotechnologie nog nieuw is. Haar onderzoeksgroep in Leiden liet zien dat nanodeeltjes groter dan 50 nanometer zich vooral nestelen in het darmstelsel van blootgestelde organismen en kleinere nanodeeltjes werden in het hele lichaam teruggevonden.

Het is nog onbekend welke impact de deeltjes op de langere termijn op het ecosysteem hebben. Daar gaat Vijver samen met haar collega’s en promovendi de komende jaren onderzoek naar doen. Vijver: ‘We kunnen slechts zelden alle consequenties van onze menselijke activiteiten overzien. Toch moeten we, vooruitlopend op technologische ontwikkelingen, realistischer risico-inschattingen maken voor het gebruik van nieuwe opkomende stoffen.’

zaterdag 17 november 2018

'Duizenden huizenbezitters met asbest straks in financiële nood'

Duizenden huizenbezitters met asbest dreigen in de problemen te komen met geld. Het wordt steeds duurder om een dak te laten vervangen en de subsidiepot die dat moest dempen, is leeg. Dat meldt Trouw. Twee jaar geleden kostte het nog maximaal 160 euro per vierkante meter om een dak te vervangen. Nu is dat al opgelopen tot maximaal 250 euro. Asbestverwijderaars en dakdekkers kunnen hun prijzen verhogen door een besluit van de Tweede Kamer dat alle daken in 2025 asbestvrij moeten zijn. Bovendien zijn dergelijke vakmensen schaars.

vrijdag 16 november 2018

3M introduceert nieuwe stofmaskers met verbeterd comfort

Van vuile fabrieken tot laboratoria, in omgevingen waar ademhalen op de proef wordt gesteld is het in de regel vereist dat werknemers over passende ademhalingsbescherming beschikken. Veiligheid komt op de eerste plaats, maar ook comfort blijft een belangrijke uitdaging. 3M introduceert nu de derde generatie 3M Aura 9300+Gen3 Serie stofmaskers.

Iets meer dan twintig jaar geleden introduceerde 3M het eerste en originele stofmaskerontwerp met drie panelen. Deze nieuwe generatie Aura™ stofmaskers is ontwikkeld met focus op het bieden van een betere draagervaring, waarbij bescherming, comfort en duurzaamheid met gemak en gebruiksvriendelijkheid gecombineerd worden. Deze stofmaskers zijn geschikt voor gebruik tijdens langere perioden, in het bijzonder in warme en vochtige omstandigheden of bij zwaar lichamelijk werk.

De belangrijkste innovatie bij de 3M Aura 9300+Gen3 stofmaskers is het nieuwe Cool Flow Comfort uitademventiel. Het ventiel reageert gevoeliger op uitgeademde lucht, waardoor het makkelijker opengaat dan het huidige Cool Flow uitademventiel en langer openblijft. Dit resulteert in meer afvoer van warme uitgeademde lucht uit het stofmasker. Gecombineerd met het geavanceerde elektrostatisch fltermateriaal (AEM) zorgt dit voor meer verkoeling in het masker en daarmee weinig benodigde inspanning om prettigadem te halen. Via de doorzichtige ventielafdekking kunt u de nieuwe geavanceerde technologie van 3M ook in actie zien.

Helaas zijn namaakproducten een realiteit waar we actie tegen moeten ondernemen. Namaakproducten zijn mogelijk niet getest of gecertifceerd, wat betekent dat de beloofde werking hiervan ook niet kan worden gegarandeerd. Dit kan tot ernstige gezondheidsrisico’s leiden, aangezien enkel de echte producten gegarandeerd de juiste bescherming bieden. Om onze klanten veiligheid en zekerheid te bieden met ons product, wordt de nieuwe 3M Aura 9300+Gen3 serie ondersteund door het nieuwe Safe Guard product­authenticatieproces van 3M. Dit systeem maakt het mogelijk om na te gaan of het stofmasker een echt door 3M geproduceerd product is zodat u op de beoogde bescherming kunt vertrouwen.

donderdag 15 november 2018

CO2-uitstoot nagenoeg gelijk in derde kwartaal 2018


De CO2-uitstoot in Nederland was in het derde kwartaal 0,1 procent hoger dan in hetzelfde kwartaal van 2017. Volgens de eerste berekening groeide in dezelfde periode het bruto binnenlands product (bbp) met 2,4 procent. Huishoudens en de sector dienstverlening hebben minder CO2 uitgestoten, energiebedrijven daarentegen iets meer. Dit meldt het CBS op basis van de nieuwste kwartaalcijfers over de CO2-uitstoot.

Het derde kwartaal van 2018 was warmer dan dat van 2017. Vooral juli en september waren warmer. Gecorrigeerd voor dit weereffect was de CO2-uitstoot in het derde kwartaal 0,8 procent hoger dan een jaar eerder.

De CO2-uitstoot van de dienstverlening was in het derde kwartaal van 2018 bijna 3 procent lager dan in het hetzelfde kwartaal een jaar eerder. Het aandeel in de totale uitstoot bedroeg 9 procent. De dienstverlening heeft minder gas verstookt voor verwarming van bedrijfspanden door het warme weer.

Verder was de CO2-uitstoot van huishoudens in het derde kwartaal ruim 1 procent lager dan in hetzelfde kwartaal van 2017. Ook zij hebben minder gas verstookt. De emissies door het verbruik van motorbrandstoffen waren wel hoger. In het derde kwartaal was het aandeel van huishoudens in de totale CO2-uitstoot ruim 14 procent.

woensdag 14 november 2018

'Risico’s chemische stoffen voor milieu niet goed ingeschat'

Chemische stoffen worden volop in producten verwerkt terwijl de risico’s voor het milieu nog steeds niet goed worden ingeschat. “Keer op keer blijken gesynthetiseerde stoffen het milieu sterker te verontreinigen dan labtesten voorspelden”, zo waarschuwt hoogleraar ecotoxicologie Martina Vijver in haar oratie aan de Universiteit Leiden. Vijver deed onderzoek naar de gevolgen van neonicotinoïden, wereldwijd de meest verkochte middelen tegen insecten. Volgens haar blijkt dat het waterleven in Nederland sterker aangetast is dan gedacht.

dinsdag 13 november 2018

Ed Nijpels over de Nederlandse strijd tegen de klimaatverandering

In 2030 moet de uitstoot van broeikasgassen nagenoeg zijn gehalveerd. Het doel ligt dus vast, maar de middelen niet. Wie gaat wat doen, en wie betaalt uiteindelijk de rekening? Ed Nijpels, oud-minister van milieu en aanjager van de Klimaattafels, geeft op 20 november tijdens de Warandelezing 2018, een kijkje in de keuken van de onderhandelingen over de Nederlandse strijd tegen de klimaatverandering. Herman Vollebergh, hoogleraar Economie en Milieubeleid aan de universiteit, zal daarop reflecteren. 

Is de polderoplossing effectief, of moet de overheid van bovenaf maatregelen kunnen opleggen? De transitie moet vooral haalbaar en betaalbaar blijven voor iedere Nederlander. Gaat dat lukken? Daarover valt veel scepsis te noteren. Ook het debat over kernenergie is weer terug. Zijn de klimaatdoelen onhaalbaar zonder kerncentrales? Is dit de opmaat voor een nieuwe fase in het klimaatdebat? Ed Nijpels en Herman Vollebergh laten hun licht hierop schijnen.

Datum en tijd: 20 november van 19.30-21.00 uur
Locatie: Aula Tilburg University, Cobbenhagen gebouw, Warandelaan 2

vrijdag 9 november 2018

'Minimum aan plastic in grond en baggerspecie'

Grond en bagger die wordt gebruikt bij de aanleg van wegen en dijken en het ondieper maken van plassen, mag vanaf 2019 nog maar 'sporadisch' plastic bevatten. Dat schrijft staatssecretaris Van Veldhoven in een brief aan de Tweede Kamer. Bij het aanleggen van wegen worden nu grond en baggerspecie (slib dat is vermengd met stenen en afval) gebruikt, die nog hooguit 20 procent 'bodemvreemd' materiaal mag bevatten. Daar hoort ook plastic bij. Nul procent plastic is niet haalbaar, omdat plastics maar heel langzaam vergaan. Vandaar dat de norm 'sporadisch' wordt gebruikt.

donderdag 8 november 2018

Nationaal Sustainability Congres: primeur restafvalvrij congres

Waste-to-productbedrijf Renewi en de organisatie van het Nationaal Sustainability Congres hebben de handen ineen geslagen om het congres op 8 november geheel afvalvrij te maken. De twee partijen willen zo laten zien dat materialen die tijdens het evenement vrijkomen, goed gerecycled en hergebruikt kunnen worden.

Het Nationaal Sustainability Congres (NSC) is inmiddels uitgegroeid tot het grootste duurzaamheidscongres in Nederland. Het thema van de 18de editie is ‘duurzame daadkracht’. Oftewel: hoe realiseren we samen de duurzame doelstellingen die we in Nederland en op Europees niveau hebben opgesteld?

Renewi laat tijdens dit congres zien, dat slimme oplossingen voor afvalscheiding die eenvoudig toepasbaar zijn, een behoorlijke impact kunnen hebben. Ook deelt Renewi praktijkcases en praktische oplossingen voor duurzame uitdagingen met de bezoekers van het congres.

De doelstelling voor het NSC 2018 is om minder dan 10 procent restafval over te houden. Tijdens het congres zet Renewi daarom het EcoSmart inzamelconcept in voor de inzameling van afvalstromen. Op het NSC worden speciale inzamelmiddelen geplaatst om afvalstromen aan de bron zo goed mogelijk te scheiden. Op die manier realiseren wij een minimum aan afval en een maximale hoeveelheid grondstoffen.

Typische afvalstromen voor een congres als het NSC, zijn koffiebekers, papier/karton, etensresten en plastic. Uniek voor dit congres is de ‘Twijfelbak’; een apart inzamelmiddel waarin bezoekers hun afval kunnen gooien dat niet bij de andere afvalstromen hoort. De Twijfelbak wordt door Renewi ter plekke nagescheiden. Het idee hierachter is bezoekers bewust te maken van hun eigen ‘afvalgedrag’ en afvalscheiding te stimuleren.

woensdag 7 november 2018

Is Bitcoin mining écht zo slecht voor het milieu?

Bitcoin mining is slecht voor het milieu – althans, dat wordt regelmatig door de media gerapporteerd. Eerder dit jaar verbruikte het Bitcoin netwerk volgens rapporten net zoveel stroom als heel Ierland bij elkaar, en al die energieverspilling is natuurlijk slecht voor het milieu. Maar klopt dat eigenlijk wel?
Minen is duur. Het theoretische proces van minen is eenvoudig: Men verbruikt elektriciteit om dat (in abstracte termen) te converteren naar Bitcoin. Het is voor miners dan ook van het grootste belang om de stroomkosten, en daarmee de productiekosten, zo laag mogelijk te houden om winstgevend te blijven. Ten tijde van de bull-run toen de prijs van een Bitcoin exponentieel toenam was dit nog vrij eenvoudig, maar met een Bitcoinprijs van rond de $6400 is het op de meeste plekken op aarde vanwege de te hoge stroomkosten niet meer rendabel om Bitcoin te minen.

dinsdag 6 november 2018

De vieste gemeente van Nederland

CBS en RIVM brachten de cijfers in september: Velsen heeft de hoogste CO2-uitstoot van Nederland met 198 kilogram per vierkante meter in meetjaar 2016. Geertruidenberg staat met de Amercentrale op twee (125 kilogram). Rotterdam met zijn hele petrochemische industrie op drie (108 kilogram). Onder zoveel rookwolken de portefeuille Milieu nemen bij de grootste partij van Velsen (zes zetels), dat moet je durven. In die portefeuille zit trouwens ook nog Wonen en Ruimtelijke Ordening. ‘Totaal idioot natuurlijk’, zegt Peter Stam (66). ‘Maar alleen de senioren in de raad hebben nog tijd voor de zwaarste dossiers, dat zie je overal.’ (foto: Alf van Beem).

maandag 5 november 2018

Eindhovense DPI onderzoekt recycling kunststoffen

Het imago van plastic kent twee uitersten. Aan de ene kant is het een onmisbaar product in het dagelijks leven en aan de andere kant het symbool van de vervuilende massaconsumptie. De belasting van het milieu door plastics op land en in oceanen is een grote bron van zorg voor velen. Directeur Jacques Joosten van het Dutch Polymer Institute (DPI) in Eindhoven beseft het maar al te goed. „Steeds meer van onze onderzoeksprojecten zullen gaan over methodes van hergebruik van plastic en beperking van milieuschade. Op onze jaarvergadering op 13 november hebben we het daarom als speciaal thema gekozen.”

donderdag 1 november 2018

Herkomst fijnstof scherper in beeld met gratis website

Fijnstof is slecht voor de gezondheid. Het leidt tot luchtwegaandoeningen, hart- en vaatziekten en vervroegde sterfte. Betrouwbare data over de herkomst van fijnstof is hard nodig.

De TNO webapplicatie TOPAS geeft beleidsmakers en andere geïnteresseerden voor ruim tweehonderd Europese steden gratis een actueel inzicht in de herkomst van het fijnstof en welk type bron ervoor verantwoordelijk is. TOPAS levert data van maximaal 24 uur oud.

Fijnstof ontstaat door verbranding van brandstoffen, slijtageprocessen en het verwerken van materialen. Ook natuurlijke bronnen als zeezout en Sahara-zand dragen bij aan de hoeveelheid fijnstof in de lucht. “Voor effectief beleid rond luchtkwaliteit is het belangrijk om te weten wat de bronnen van fijnstof in een gebied zijn. Op basis daarvan worden dan maatregelen ontwikkeld. Tot voor kort was de zogeheten brontoekenning van fijnstof voor beleidsmakers in zekere mate giswerk. Met onze tool TOPAS kan dit nu betrouwbaarder en eenvoudiger,” zegt Martijn Schaap. Hij is TNO onderzoeker en heeft samen met zijn team de webapplicatie ontwikkeld.

OPAS is gebouwd op basis van bestaande TNO-kennis, zoals het atmosferisch transport model LOTOS-EUROS. Dit model wordt voor TOPAS gevoed met informatie van weermodellen van het Europese Copernicus atmosferisch monitoringsysteem (CAMS). Schaap: “TOPAS is nog in beta. Maar het biedt de gebruiker nu al een gedegen beeld van de ontwikkeling van fijnstof in de afgelopen zes weken. Zo zie je voor de eigen stad uit welke landen de fijnstof concentratie afkomstig is. Daarnaast maken wij inzichtelijk welke sector in welke mate bijdraagt aan de fijnstof. Gebruikers zien de verhouding tussen onder andere industriële herkomst, grootschalige energieopwekking, verkeer en natuurlijke bronnen. De data wordt elke 24 uur ververst, en gratis aangeboden.”

De huidige gratis versie is beperkt tot zes weken aan data. Voor beleidsmakers die meer data nodig hebben is het mogelijk om aanvullende data te ontvangen. TNO ontwikkelt de huidige versie in de komende maanden door. Zo wordt het detailniveau van de getoonde data uitgebreid. Martijn Schaap: “Op dit moment laat de applicatie geografische herkomst alleen zien op landenniveau. Dat willen wij verfijnen tot op bijvoorbeeld provinciaal niveau. Ook willen we graag snel gebruik maken van de data die Tropomi (TROPOspheric Monitoring Instrument) vanuit een baan om de aarde genereert. Dan wordt het mogelijk om emissiebronnen nog nauwkeuriger te identificeren en hun impact te kwantificeren.”