vrijdag 29 maart 2019

TNO: Rekenmodel subsidie elektrisch rijden ongeschikt voor klimaatakkoord

Onderzoeks- en adviesbureau TNO heeft serieuze bedenkingen bij de mobiliteitsplannen in het klimaatakkoord. Het gebruikte rekenmodel zou op lange termijn niet geschikt zijn voor de doorrekening van het beleid voor elektrische auto's. Dat zegt de wetenschappelijke organisatie na vragen van mediaplatform Follow the Money (FTM). Het kabinet wil tot en met 2030 12 miljard euro uitgeven aan de fiscale stimulering van elektrische auto's.

Renewi deelt GRATIS compost uit tijdens Landelijke Compostdag 30 maart

Op 30 maart 2019 vindt de jaarlijkse Landelijke Compostdag voor de dertiende keer plaats. Met het gratis uitdelen van compost, bedanken bedrijven en gemeenten de burgers voor hun inspanning om gft-afval gescheiden aan te leveren. Ook dit jaar is op een aantal Renewi-locaties ook gratis compost af te halen.

Jaarlijks wordt door Renewi vele duizenden tonnen gft-afval afkomstig van zowel burgers als bedrijven, omgezet tot hoogwaardige compost. De meest bekende toepassing is het gebruik van compost in land- en tuinbouw, sier- en moestuinen en de verwerking in tuinaarde en potgrond. Het veelvuldig gebruik van compost is geen verwonderlijke keuze: compost is een natuurlijke bodemverbeteraar die bodemziekten tegengaat, de ontwikkeling van het wortelstelsel bevordert en een goede waterhuishouding stimuleert.

Daarnaast levert composteren energie. Zo wordt uit het vergisten van gft-afval biogas gewonnen dat wordt omgezet in elektriciteit. De opgewekte elektriciteit kan aan het elektriciteitsnet worden geleverd. De warmte die vrijkomt bij het vergisten, gebruiken we ook, voor bijvoorbeeld het verwarmen van huishoudens en kantoorgebouwen. Hierdoor verlagen we de uitstoot van broeikasgassen.

donderdag 28 maart 2019

Paraffine en palmvet op de kust en in de magen van Noordse Stormvogels

Iedereen die geregeld op het strand komt, kent de aanspoelsels van paraffine- of palmvet-achtige brokken. Vettige troep, vaak geelbruin of wit, waar vogels en soms honden van eten, en waar toeristen hun kinderen angstvallig bij vandaan houden, want je weet maar nooit.

De rommel is afkomstig van tankers die ladingresten op zee uit de tanks wassen. Kustgemeentes en Rijkswaterstaat zijn veel geld kwijt aan het opruimen, maar echt schoon krijgen is ondoenlijk. Tijdens onze ‘Beached Bird Surveys’ op de stranden hebben we door de jaren heen geregeld brokken materiaal verzameld en in aluminium folie in de vriezers bewaard, hopend op later onderzoek.

Dezelfde rommel treffen we al heel lang aan in de magen van Noordse Stormvogels. Begin jaren 2000 heeft Wageningen University geprobeerd om onderzoek aan die paraffine-achtige maaginhouden op te nemen in de standaard monitoring van plastics. Maar men kreeg de financiering niet voor elkaar, onder meer omdat het plastic werk een opdracht was voor monitoring van zwerfvuil in relatie tot Nederlands scheepvaart- en haven-beleid.

Paraffine en vetten vallen in scheepvaart termen niet onder de regels voor zwerfvuil, maar onder die voor bulktransport door chemicaliën tankers. Gegevens van de vogels hebben we al die jaren niet geanalyseerd, maar wel op formulieren bijgehouden, en veel maaginhouden werden in de vriezers bewaard.

Het Ministerie van LNV reserveert een deel van zijn onderzoeksbudget voor ‘kennisbasis (KB)’ onderzoek. Daarmee wil LNV de basis leggen voor kennis waarvan men verwacht dat die in de komende jaren relevant is voor de beleidsterreinen van het ministerie, het bedrijfsleven en andere maatschappelijke betrokkenen. Vanwege groeiende aandacht voor kustvervuiling met paraffine werd in 2018 een KB voorstel gehonoreerd voor een proefproject om onze stormvogel gegevens te gaan uitwerken en om een aantal van de monsters van de stranden en uit de vogelmagen chemisch te analyseren.

Inmiddels is het rapport van dit proefproject afgerond. De resultaten laten zien dat door de jaren heen in de vogelmagen geen duidelijke veranderingen zijn opgetreden. Ruim één op de vijf magen van onderzochte stormvogels bevat brokken of een zachte brij van chemisch verdacht materiaal. De hoeveelheden variëren sterk van kleine brokjes tot vele tientallen grammen in een opgezette maag en darmen. Chemische analyses laten zien dat in de vogelmagen zowel paraffine als plantaardig vet veelvuldig voorkomen, soms met onduidelijke bijkomende andere stoffen.

De effecten op vogels zijn onduidelijk, maar het behoeft geen discussie dat deze rommel niet in zee, en niet in de magen van zeedieren thuis hoort. De van het strand verzamelde monsters bestonden in bijna alle gevallen uit paraffine achtige materialen. Palmvet e.d. wordt bij minder hoge temperaturen al vloeibaar en verdwijnt uit zicht. Waarschijnlijk wordt het ook sneller biologisch afgebroken of gegeten door dieren. Stormvogels laten dus een vollediger beeld zien wat er op zee gebeurt dan de monsters van de kust.

dinsdag 26 maart 2019

Gelderland maakt werk van zwerfafval met Goclean

Gedeputeerde Michiel Scheffer gaf vrijdag 15 maart 2019 het startsein voor de zwerfafvalcampagne van Goclean op het Liemers college in Zevenaar. In 30 dagen wil de stichting 50.000 stuks zwerfafval opruimen in Arnhem en Zevenaar. Honderden vrijwilligers helpen mee om dit doel te bereiken.

Zwerfafval is de verzamelnaam voor ál het afval dat niet in de afvalbak terechtkomt. In Nederland bestaat zwerfafval vooral uit sigarettenpeuken, kauwgom en verpakkingsmateriaal zoals snoepwikkels, flesjes en blikjes. Het unieke van de campagne van Goclean is dat het zwerfafval niet alleen wordt opgeruimd maar ook geregistreerd.

Met steun van provincie Gelderland ontwikkelde het internationale impactbedrijf Litterati een zwerfafval-app die vastlegt welk afval waar wordt gevonden. Met de resultaten kan Goclean gericht het gesprek aangaan met de veroorzakers van zwerfafval om samen naar oplossingen te zoeken voor de aanpak van zwerfafval. Dat kunnen scholen en sportverenigingen zijn, maar ook winkels en fastfood restaurants.

Gelderland wil de eerste afvalloze provincie van Nederland zijn. In 2030 moet de circulaire economie in Gelderland zorgen voor 700 miljoen euro extra omzet, 5000 nieuwe banen en 50% minder grondstofgebruik. Michiel Scheffer: ‘Met de app van Goclean kunnen Gelderlanders het zwerfafval in hun gemeenten nauwkeurig in kaart brengen. We beginnen in 3 gemeenten en nemen ook stukken provinciale wegen mee.’

maandag 25 maart 2019

Boeren zonder kunstmest stap dichterbij in Achterhoek

Boeren zonder kunstmest komt in de Achterhoek een stap dichterbij door de ingebruikname van een speciale bemestingsmachine. De machine is geschikt voor Groene Weide Meststof, een kunstmestvervanger gemaakt uit dierlijke meststof. Deze meststof moet ervoor zorgen dat boeren straks geen kunstmest meer hoeven te gebruiken.

De machine is in gebruik genomen door gedeputeerde Peter Drenth en Marjolein Sonnema, directeur agro van het Ministerie van Landbouw. De bemestingsmachine valt onder het project Kunstmestvrije Achterhoek. De Provincie Gelderland draagt in totaal ongeveer 1 miljoen euro bij aan dit project. Het doel is dat boeren de voedingsstoffen uit dierlijke mest zo goed mogelijk benutten en daarmee de kringloop verder sluiten. Door minder kunstmest te gebruiken hoeft er ook minder kunstmest te worden geproduceerd, waar CO2 bij vrijkomt.

Gedeputeerde Peter Drenth is enthousiast over de proef: ‘Dit is misschien wel de oplossing voor het fosfaatvraagstuk en voor het mestoverschot’, zegt hij. ‘Het is mooi dat het ministerie de ruimte geeft om dit te onderzoeken’.

donderdag 21 maart 2019

Gemeente zoekt testers voor testpanel afval

De gemeente De Wolden is op zoek naar leden voor het testpanel afval. Er zijn twee bijeenkomsten gepland waar liefhebbers informatie kunnen halen. Het testpanel is wat anders dan de klankbordgroep afval. Die had tijdens de dialoogbijeenkomst van onlangs een behoorlijke rol. Er zijn twee momenten gepland: óf dinsdag 26 maart van 9.30 tot 12.00 uur in het stadhuis van Assen óf dinsdag 26 maart van 14.00 tot 16.30 uur in het raadhuis van Meppel.

woensdag 20 maart 2019

Opgeruimde asbestdaken in vijf jaar verdubbeld

De hoeveelheid opgeruimde asbestdaken is de afgelopen vijf jaar ruim verdubbeld. In 2014 is zo’n 6 miljoen vierkante meter gesaneerd, 2018 komt naar verwachting boven de 12 miljoen vierkante meter uit.

De in 2016 opengestelde subsidie van 75 miljoen euro - 4,5 euro voor iedere gesaneerde vierkante meter met een maximum van 25.000 euro per adres - heeft daarmee goed gewerkt. Dat schrijft staatssecretaris Stientje van Veldhoven (Infrastructuur en Waterstaat) vrijdag aan de Tweede Kamer.

Momenteel resteert er in Nederland nog zo'n 80 miljoen vierkante meter dak met asbest. Na 2024 is zo’n dak verboden. Voor een verdere versnelling van sanering bereiden het Stimuleringsfonds Volkshuisvesting, de provincies, gemeenten, banken en de Rijksoverheid een fonds voor. Dat wordt een fonds waar zowel particulieren als agrariërs terecht kunnen: niet iedereen kan het saneren van een asbestdak zomaar betalen. Partijen proberen juist die doelgroep te ondersteunen bij financiering. Het fonds vervangt de huidige subsidieregeling en moet in 2019 in de lucht zijn.

In 2015 is ongeveer 7 miljoen vierkante meter gesaneerd, in 2016 bijna 10 miljoen vierkante meter en in 2017 10,8 miljoen. Vorig jaar zal naar verwachting uitkomen op ruim 12 miljoen. Het ministerie en betrokken partijen zien met het nieuwe fonds bovendien mogelijkheden voor verdere versnelling.

Asbest is schadelijk voor de gezondheid en daken met asbest zijn de grootste bron van asbestvezels die nog aanwezig is in het milieu. Het is in Nederland al sinds 1993 verboden om asbest te gebruiken in de bouw. Na 2024 zijn ook bestaande daken verboden. De Tweede Kamer stemde op 16 oktober 2018 met brede steun in met dat wetsvoorstel van staatssecretaris Van Veldhoven. Dat voorstel ligt momenteel in de Eerste Kamer.

dinsdag 19 maart 2019

Ruim 6 miljoen voor aanpak asbestbodems in zeven Twentse gemeenten

De provincie Overijssel stelt voor 2019 6,5 miljoen euro beschikbaar voor de aanpak van asbestbodemverontreinigingen in zeven Twentse gemeenten. De provincie gaat hiervoor een uitvoeringsovereenkomst aan met de gemeenten. Er is een gezamenlijk projectbureau opgericht, dat de projecten uitvoert. Het gaat om de gemeenten Borne, Haaksbergen, Hellendoorn, Hof van Twente, Rijssen-Holten, Twenterand en Wierden.

Het geld wordt gebruikt voor 62 saneringsprojecten en 172 bodemonderzoeken, verspreid over de zeven gemeenten. Het zwaartepunt ligt daarbij in de gemeente Hof van Twente. Het gaat om een eerste serie van nu bekende of vermoede verontreinigingen. Het is de verwachting dat er de komende jaren nog veel meer verontreinigde of verdachte locaties bekend zullen worden.
Een deel van het geld is bedoeld voor het inrichten en bemensen van het projectbureau.

Gedeputeerde Annemieke Traag voor Energie, Milieu en Europa: “De verontreiniging van bodems met asbest is een serieus gezondheidsrisico in de gemeente Hof van Twente en de omliggende gemeenten. De afgelopen jaren zijn flinke slagen gemaakt met grootschalige saneringsprojecten als Hoogenkamp, ’t Gijmink en de asbestwegen. Maar verspreid in de zeven gemeenten liggen nog tal van verontreinigde erven en percelen. Het projectbureau gaat deze in kaart brengen, onderzoeken en indien nodig saneren. Het doel van onze gezamenlijke inspanningen is een schone, veilige en aantrekkelijke leefomgeving voor de inwoners van Twente.”

De gezamenlijke aanpak van provincie en gemeenten moet leiden tot efficiënte en goedkopere uitvoering van sanering en onderzoek. Tevens kunnen de afzonderlijke gemeenten worden ontzorgd en kan aanwezige kennis en expertise worden gebundeld. Bovendien dient het projectbureau als centraal loket voor vragen en meldingen van burgers en bedrijven.

maandag 18 maart 2019

Plastic Soup Surfers ruimen Oudegracht op

In de Oudegracht in Utrecht is geen plastic meer te vinden. Waterschapspartij Water Natuurlijk heeft de grachten in zowel Utrecht als Amersfoort schoongemaakt. De partij voert in de steden campagne voor de waterschapsverkiezingen van komende woensdag 20 maart.

vrijdag 15 maart 2019

Deelnemers opschoonacties Rotterdam worden beloond met voetbalclinic Feyenoord-trainers

De officiële kick-off van de 17e editie van de Landelijke Opschoondag op zaterdag 23 maart aanstaande gaat dit jaar plaatsvinden op het Pijnackerplein in Rotterdam. Middels een grootschalige zwerfafvalactie wordt Rotterdam-Noord zwerfafvalvrij gemaakt.

Deelnemers kunnen na inlevering van een volle zak met zwerfafval deelnemen aan een voetbalclinic van Feyenoord-trainers in samenwerking met de Feyenoord Soccer School. Het startsein van de opschoonactie wordt om 11.00 uur gegeven door Justin Bijlow en Bart Nieuwkoop, waarna de deelnemers op pad gaan. Om 15.00 uur worden Feyenoord-prijzen uitgereikt waar alle deelnemers naar meedingen. Tijdens de Landelijke Opschoondag worden door heel Nederland ruim 2000 opschoonacties georganiseerd waar jaarlijks ruim 125.000 mensen aan meedoen. Aanmelden voor de actie in Rotterdam of een andere opschoonactie aandragen voor de Landelijke Opschoondag 2019 kan via www.supportervanschoon.

Dat juist in Rotterdam-Noord de officiële kick-off van de Landelijke Opschoondag plaatsvindt, is geen toeval. Al meer dan 400 ondernemers, scholen, sportverenigingen en bewoners hebben afgelopen jaar via de grootschalige campagne Schoon op de Kaart een gebied geclaimd om schoon te houden. Om deze betrokkenheid te belonen heeft NederlandSchoon besloten de Landelijke Opschoondag officieel te starten én af te sluiten in Rotterdam-Noord.

donderdag 14 maart 2019

Opname stikstof uit veevoer vlakt af

In 2017 werd ruim 29 procent van de stikstof uit veevoer door het vee opgenomen en vastgelegd in producten als vlees, melk en eieren. Dieren zijn door de jaren steeds beter in staat geworden om stikstof te verwerken. Vanaf 2012 is de opname van stikstof door het vee niet efficiënter geworden. Dit meldt het CBS op basis van onlangs gepubliceerde cijfers over de mineralenbalans in de landbouw.

Van de mineralen in het veevoer, zoals stikstof en fosfor, neemt het vee maar een beperkt deel op, de zogenaamde benutting. Wat vee niet opneemt en verwerkt in vlees, melk of eieren, gaat via de mest het lichaam weer uit. Begin jaren 90 bedroeg de stikstofbenutting nog 21 procent, waarna deze steeg tot ruim 29 procent in 2012. Daarna verbeterde dit percentage niet meer.
 In 2017 was de stikstofbenutting met bijna 44 procent het hoogst bij pluimvee. Bij varkens is deze 39 procent, rundvee heeft met 23 procent de laagste benuttingsgraad. Alleen bij pluimvee was in 2017 nog sprake van een lichte stijging van de stikstofbenutting, bij varkens en rundvee daalde deze licht.

woensdag 13 maart 2019

Ontwerp-Klimaatakkoord: Grote stappen mogelijk, maar nog veel werk aan de winkel

Het onlangs gepresenteerde ontwerp-Klimaatakkoord realiseert in 2030 naar verwachting een afname van de uitstoot van broeikasgassen van 31 – 52 megaton CO2-equivalenten. De opgave van 48,7 megaton (en daarmee een reductie van 49 procent ten opzichte van 1990) valt net binnen de bandbreedte, maar wordt waarschijnlijk niet gehaald. Dit concludeert het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) in de publicatie ‘Effecten ontwerp-Klimaatakkoord’.

Het ontwerpakkoord kan leiden tot grote stappen in de energietransitie, maar er is volgens PBL nog veel werk aan de winkel: er moeten politieke keuzes gemaakt worden waarmee onzekerheden over het precieze effect van de voorgestelde maatregelen afnemen. De nationale kosten van deze voorstellen in 2030 vallen met 1,6 – 1,9 miljard euro nu lager uit dan geraamd op basis van het hoofdlijnenakkoord in 2018.

Het doel om in 2030 49 procent minder broeikasgassen uit te stoten ten opzichte van 1990 stelt het kabinet voor een reductieopgave van 48,7 megaton CO2-equivalenten ten opzichte van het basispad (de Nationale Energieverkenning 2017). Het ontwerp-Klimaatakkoord realiseert naar verwachting een vermindering van 31 tot 52 megaton.

De beoogde emissiereductie valt weliswaar net binnen deze bandbreedte, maar wordt waarschijnlijk niet gehaald. Dit komt vooral door onzekerheden over verdere vormgeving van de afspraken, en over de manier waarop burgers en bedrijven zullen reageren op de voorgestelde beleidsprikkels. Er moeten politieke keuzes gemaakt worden om deze onzekerheden weg te nemen.

De verwachte nationale kosten van deze voorstellen zijn met 1,6 – 1,9 miljard euro fors lager dan wat berekend werd voor het klimaatakkoord-op-hoofdlijnen van medio 2018 (3 – 3,9 miljard euro). Belangrijke oorzaken daarvan zijn lagere kosten voor hernieuwbare elektriciteit en in de industrie. Ook was het nu mogelijk het pakket voor mobiliteit te analyseren, dat per saldo juist baten oplevert.

De grootste reductie (18,3 – 21,0 Mton) wordt bereikt in de elektriciteitssector. Het doel was hier een reductie van 20,2 Mton. De sterke toename van hernieuwbaar opgewekte elektriciteit zorgt er mogelijk voor dat Nederland in 2030 netto-exporteur van elektriciteit is en ook bijdraagt aan vermindering van emissies in het buitenland. Het einde van kolenstook en ondersteuning van wind- en zonne-energie zorgt ervoor dat in 2030 zo’n driekwart van de elektriciteitsproductie hernieuwbaar is.

De sector met daarna de grootste reductie is de industrie (6,0 – 13,9 Mton), waar naar verwachting het doel (14,3 Mton) niet wordt gehaald. De grote bandbreedte wordt volgens PBL veroorzaakt door onzekerheden over vormgeving van en de reactie van bedrijven op onder andere de bonus-malusregeling: zien zij het vooral als kans of als bedreiging?

Ook in de mobiliteit is er met 4,2 – 8,0 (doel 7,3 Mton) sprake van een forse emissiereductie. De bandbreedte komt hier door onzekerheid over de snelheid waarmee het aantal elektrische personenauto’s in Nederland zal toenemen, de mate van inzet van biobrandstoffen en de omvang van stedelijke zones voor zero-emissies van het goederenvervoer.

De aanpak in de landbouwsector (1,8 – 4,6 Mton reductie) is gelijk verdeeld over een reductie van overige broeikasgassen in de veeteelt en vernieuwing van de glastuinbouw; de reductie door ander landgebruik is minder. In de gebouwde omgeving (reductie 0,8 – 3,7 Mton) staat onzekerheid over het succes van de wijkaanpak centraal. De normering in de utiliteitsbouw kan naast de wijkaanpak ook tot forse emissiereductie leiden.

Vandaag planten 100.000 kinderen op Boomfeestdag 200.000 Klimaatbomen

Vandaag worden tijdens de 63ste editie van de Boomfeestdag ruim 200.000 bomen en struiken geplant door 100.000 kinderen in 250 gemeenten. Dit zijn omgerekend 80 voetbalvelden.

Zo’n grote hoeveelheid bomen op één dag en in zoveel gemeenten is een meer dan positief statement in al het rumoer rondom de doorberekening van het Klimaatakkoord, want Boomfeestdag-2019 vraagt hiermee nadrukkelijk aandacht voor het belang van het planten van bomen als belangrijke CO2-maatregel in het Klimaatakkoord.

Gemeenten beginnen sinds dit jaar te beseffen dat het planten van bomen hun daadwerkelijk helpt bij het halen van de gemeentelijke Klimaatdoelen-2020.  De Boomfeestdag-organisatie merkt dat in het aantal aanmeldingen dit jaar

De landelijke aftrap van de Boomfeestdag vindt plaats om 8:40 uur in Haarlemmermeer, waar Minister Carola Schouten, klimaatberaadvoorzitter Ed Nijpels, burgemeester Onno Hoes en Boomfeestdagvoorzitter Albert Verlinde de eerste boom planten, samen met kinderen uit Haarlemmermeer en kinderburgemeester Julia Pieter

Julia Pieters krijgt vervolgens de belangrijkste taak die dag, want zij gaat samen met 350 kinderen in debat met lokale politici en bedrijfsleven (o.a. Corendon, Dura Vermeer, BP-Nederland, DB-Schenker, Rabobank, Meerlanden, SADC, Tennet) tijdens de allereerste KinderKlimaattafel: kinderen willen een stem in de klimaatdiscussie! 14 Basisschoolgroepen gaan aan 14 KinderKlimaattafels praten met volwassenen over hun ideeën voor een beter klimaat. Dit resulteert in een KinderKlimaatDeal met 14 voorstellen

Julia Pieters en 4 deelnemertjes van de KinderKlimaattafels gaan deze KinderKlimaatdeal, na afloop van de Nationale Viering Boomfeestdag, aanbieden in het SER-gebouw (Bezuidenhoutseweg in Den Haag) aan Ed Nijpels  en de Klimaatvoorzitters, voordat de perspresentatie van de doorberekening Klimaatakkoord begint, in de verwachting dat de kinder-klimaatvoorstellen daadwerkelijk meegenomen worden in de klimaatdiscussie.

Tweede Kamer-fracties negeren massaal lancering KinderKlimaattafel

Op 13 maart aanstaande wordt tijdens de 63ste editie van de Nationale Boomfeestdag in Haarlemmermeer, als antwoord op de Klimaattafels en vanwege het feit dat kinderen cq. de jeugd niet gehoord worden in de klimaatdiscussie, de eerste KinderKlimaatatfel gelanceerd.

De fractievoorzitters van de Tweede Kamer en vertegenwoordigers van het bedrijfsleven zijn uitgenodigd door organisator Stichting Nationale Bomfeestdag om met ruim 100 kinderen in gesprek te gaan over de ideeën cq. suggesties die zij hebben voor HUN gezonde toekomst. Steevast krijgt de organisatie echter vanuit de Tweede Kamer-fracties óf niets te horen óf dat men het erg druk heeft en dus niet kan komen. De organisaties betreurt dit zeer, erger: Peter Derksen, directeur van de stichting, stelt dat politici zich nog steeds afwenden van het belang om de nieuwe generatie een stem te geven in deze belangrijke discussie over hun toekomst.

Ruim 350 kinderen van 14 basisschoolgroepen uit Haarlemmermeer krijgen op dit moment masterclasses ter voorbereiding op de KinderKlimaattafel. Ze leren debatteren, luisteren, samenvatten, hun mening motiveren om zo voorbereid het gesprek aan te gaan! In 14 klimaatruimtes gaan per groep 9 klimaat-ambassadeurtjes in gesprek met volwassenen. Vanuit het bedrijfsleven is er beduidend meer enthousiasme om met de kinderen in gesprek te gaan. De Boomfeestdag-organisatie heeft op dit moment al een aantal interessante opties.

Omdat de fractievoorzitters niet of afwijzend reageerden, zijn de fractieleden benaderd, maar ook hier kreeg de organisatie nul op rekest. Afgelopen week zijn vervolgens de Eerste Kamerfractie benaderd, maar ook hier wordt niet of nauwelijks gereageert.

Derksen betreurt deze houding, want het blijkt in de masterclasses dat de kinderen hele originele ideeën hebben voor een gezond klimaat en hun toekomst. Hoe leuk en interessant is om de nieuwe generatie te betrekken bij de klimaatdiscussie en hoe jammer is het dat de politiek deze kans laat liggen….

Dit terwijl het Planbureau voor de Leefomgeving, die op de Boomfeestdag de doorberekening van het Klimaatakkoord presenteert, heeft laten weten het dermate belangrijk te vinden dat kinderen bij de klimaatdiscussie worden betrokken, dat ze besloten heeft de perspresentatie in Nieuwspoort pas te laten plaatsvinden na de het einde van de Boomfeestdag in Haarlemmermeer.

dinsdag 12 maart 2019

Milieurisico’s medicijnresten in zoetwater wereldwijd toegenomen

De concentratie medicijnen in zoetwater is wereldwijd in twintig jaar tijd flink toegenomen. De hoeveelheid antibioticum ciprofloxacine in water is zelfs zo hoog, dat er een risico op schadelijke ecologische effecten is. Dit blijkt uit onderzoek door milieukundigen van de Radboud Universiteit. Het onderzoek werd op 22 februari gepubliceerd in Environmental Research Letters. ‘We laten zien dat dat dit op meer plekken in de wereld gemeten moet gaan worden.’

‘Informatiebeschikbaarheid is een groot probleem bij het goed in kaart brengen van de risico’s van medicijnen in het milieu wereldwijd. Er bestaan weliswaar modellen die concentraties medicijnen in het milieu op een gedetailleerde schaal kunnen voorspellen, zoals het ePiE model, maar deze zijn vaak alleen te gebruiken voor plekken waar we veel informatie over hebben, zoals Europese rivieren’, aldus Rik Oldenkamp, eerste auteur van de publicatie.

Met het nieuwe model van de onderzoekers, dat voortbouwt op een bestaand model met minder hoge resolutie, is het juist wel mogelijk om wereldwijd voorspellingen te doen op het niveau van individuele ecoregio’s.

Hij bracht samen met collega's voor het eerst de risico’s van twee medicijnen in zoetwater wereldwijd in kaart.

Voor de twee middelen die in de studie zijn onderzocht – carbamazepine, een medicijn tegen o.a. epilepsie, en ciprofloxacine, een antibioticum – waren de milieurisico’s in 2015 wel 10 tot 20 keer hoger dan in 1995. Vooral de toename van menselijk gebruik van ciprofloxacine verhoogt de risico’s wereldwijd.

‘De concentraties van dit antibioticum zijn schadelijk voor de bacteriën in het water, die op hun beurt een belangrijke rol spelen in allerlei voedselkringlopen. Daarnaast kunnen antibiotica ook een negatieve invloed hebben op de effectiviteit van bacteriënkolonies die gebruikt worden in waterzuivering’, aldus Oldenkamp.

Antibioticaresistentie is een onderwerp dat al enkele jaren op de agenda staat van de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) en de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties. Oldenkamp: ‘Over het algemeen wordt het gezien als probleem van de gezondheidssector: resistente bacteriën kunnen verspreid worden binnen ziekenhuizen of via de veehouderij. Maar nog weinig bekend is de rol die het milieu in dit probleem speelt, hoewel deze wel van essentieel belang is. Mensen worden immers ook blootgesteld aan bacteriën via afvalwaterzuivering, rivieren en meren.’

maandag 11 maart 2019

Universiteiten steunen klimaatbrief unaniem

De 14 Nederlandse universiteiten, verenigd in de VSNU, hebben alle hun steun uitgesproken voor de klimaatbrief die inmiddels door bijna 1300 medewerkers is ondertekend. De brief doet een stevige oproep aan de universiteiten om zelf een ambitieuze klimaatagenda uit te voeren.

Het gaat dan om zaken als woon-werkverkeer van de medewerkers, terugtrekken van investeringen in de fossiele industrie en het verminderen van vliegverkeer waar mogelijk. VSNU-voorzitter Pieter Duisenberg: 'De wetenschap kan en moet een hoofdrol spelen in de aanpak van klimaatverandering. Dan gaat het om kennis, maar ook om de inzet die we als universiteiten zelf kunnen plegen.'
Iedereen moet stappen zetten

De initiatiefnemers tonen zich verheugd dat alle 14 universiteiten hun steun aan de brief uitspreken. Mede-initiatiefnemer Thea Hilhorst: 'Na het meest recente rapport van het Intergovernmental Panel on Climate Change (IPCC) over opwarming van anderhalve graad is het glashelder dat iedereen stappen moet zetten, overheid, bedrijfsleven maar ook universiteiten en individuele wetenschappers. Zelf probeer ik nu bewust minder te vliegen. Reizen is onderdeel van de wetenschap, maar we kunnen veel vaker met de trein en investeren in andere vormen van communicatie.'

Ook Heleen de Coninck, Universitair Hoofdddocent Innovation studies aan de Radboud Universiteit en auteur van het meest recente IPCC-rapport, is duidelijk over de opgave: 'Het IPCC-rapport toont aan dat de gevolgen van zelfs maar twee graden temperatuurstijging groot en gedeeltelijk onomkeerbaar zijn. We stevenen nu op meer dan 3 graden af. Als er niet op alle niveaus ingegrepen wordt, is anderhalve graad snel buiten bereik. De universiteiten zijn hier ook een factor in, dus brede steun voor deze brief is daarom een betekenisvolle stap.'

Veel universiteiten zijn nu al bezig met een ambitieuze agenda op een aantal terreinen die genoemd worden in de brief, zoals reisgedrag of voedsel.

vrijdag 8 maart 2019

Onderzoek naar motivatie van boeren en telers voor vermindering gebruik gewasbeschermings-middelen

Wageningen University & Research onderzoekt de motivatie van boeren en telers om het gebruik van milieubelastende gewasbeschermingsmiddelen terug te dringen. Zo’n 7500 agrariërs ontvangen woensdag 20 februari een vragenlijst die ze online kunnen invullen. Hiermee willen de onderzoekers de kansen en belemmeringen identificeren die boeren en telers ondervinden als ze binnen twee jaar hun gebruik van deze middelen willen verminderen.

Vergroening in de landbouw is een breed gedragen maatschappelijke wens die heeft geleid tot een toenemend milieubewustzijn onder telers, tussenhandel en supermarkten. “Het terugdringen van het gebruik van de meest milieubelastende gewasbeschermingsmiddelen - middelen die onkruid, ziekten en plagen in de landbouw beheersen - kan bijdragen aan deze vergroening. Maar het is niet altijd gemakkelijk om het gebruik te verminderen,” zegt Lieneke Bakker, promovendus bij Farming Systems Ecology van Wageningen University.

De onderzoekers richten zich met dit onderzoek op de identificatie van kansen en barrières die boeren en telers ondervinden als ze binnen twee jaar hun gebruik van milieubelastende gewasbeschermingsmiddelen willen verminderen. “Via een online vragenlijst hopen we inzicht te krijgen in welke factoren van doorslaggevend belang kunnen zijn voor de reductie van het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen en hoe boeren en telers hierin het best kunnen worden ondersteund.”
Online vragenlijst

Het onderzoek vindt plaats in diverse sectoren van de landbouw, namelijk akkerbouw, groente-, fruit- en bollenteelt. Op woensdag 20 februari 2019 ontvangen ongeveer 7500 agrarische ondernemers via e-mail een uitnodiging van agrarisch onderzoeksbureau Geelen Consultancy om mee te werken aan dit belangrijke onderzoek. Het invullen van de online vragenlijst duurt ongeveer 15 minuten. Alle gegevens worden anoniem verwerkt en zijn niet herleidbaar tot een individuele ondernemer.

donderdag 7 maart 2019

Omwonenden van bollenvelden meer blootgesteld aan gif dan gedacht

Omwonenden van bollenvelden worden langer blootgesteld aan veel hogere concentraties landbouwgif dan tot nu toe bekend was. Het gaat onder meer om de velden in de Bollenstreek. Sporen van pesticiden worden zelfs teruggevonden in de luiers van baby's die op 250 meter afstand van de bollenvelden wonen. Dit blijkt uit het 'Onderzoek Bestrijdingsmiddel en Omwonenden' dat in opdracht van het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat en het Ministerie van Economische zaken is uitgevoerd. Het televisieprogramma Zembla heeft het rapport van dat onderzoek in handen.

Ingrid Visseren-Hamakers nieuwe hoogleraar Milieubeleid en Politiek

Ingrid Visseren-Hamakers wordt met ingang van 15 mei 2019 de nieuwe hoogleraar Environmental Governance and Politics aan de Radboud Universiteit. De aankomend hoogleraar is als universitair hoofddocent en programmadirecteur verbonden aan George Mason University in Fairfax, Virginia, VS.

Ingrid Visseren-Hamakers is gespecialiseerd in de governance (de maatschappelijke sturing) van milieuproblemen. Haar onderzoek is vooral gericht op de transformatie van mondiaal milieubeleid. Visseren wil met haar onderzoek bijdragen aan zowel het wetenschappelijke als het maatschappelijke debat over hoe de samenleving en economie kunnen worden verduurzaamd en hoe zo’n transformatie wordt, en kan worden, gestuurd.

Visseren (Brummen, 1970) studeerde Bedrijfskunde aan de Erasmus Universiteit (Rotterdam) en Environmental Studies aan de Universiteit Utrecht. Voordat ze met haar wetenschappelijke loopbaan begon, werkte ze voor maatschappelijke organisaties en de provinciale overheid en was ze politiek actief.
Na haar promotie in Environmental Studies aan de Universiteit Utrecht (2009) startte ze bij de Forest and Nature Conservation Policy Group van de Wageningen Universiteit. Sinds 2015 is ze verbonden aan het Department of Environmental  Science and Policy aan George Mason University, waar ze ook directeur is van de Master en PhD programma’s.

Het onderzoek van Visseren heeft tot nu toe vooral bijgedragen aan het conceptualiseren van de relatie tussen verschillende beleidsterreinen, onder meer door het concept Integrative Governance te introduceren: ‘We kunnen de coherentie van beleid niet verbeteren als we de verschillende, en vaak complexe, oorzaken voor de bestaande interacties tussen verschillende beleidsterreinen niet volledig begrijpen.‘

Visseren is momenteel Coordinating Lead Author van het Global Assessment van de staat van de natuur en natuurbeleid van de Intergovernmental Science-Policy Platform on Biodiversity and Ecosystem Services (IPBES).
Onderzoek met een impact

woensdag 6 maart 2019

Methaan? De brand erin!

Bij de opslag van mest in de melkveehouderij komt methaan vrij. Per liter melk verdwijnt op dit moment ongeveer 13 gram van dit sterke broeikasgas de lucht in. Op de boerderij van Peter van Roessel loopt een opmerkelijke proef om die emissie terug te dringen.

Nederland wil in 2030 jaarlijks 49 procent minder broeikasgas uitstoten dan in 1990. Hoe we dat gaan doen, wordt vastgelegd in een Klimaatakkoord. In de praktijk vinden al tal van proeven plaats om de uitstoot terug te dringen.

Onderzoekers van Wageningen Livestock Research coördineren de verschillende pilots in de veehouderij. Zo ook de proef naar het verbranden van methaan.

dinsdag 5 maart 2019

Boeren meer beloond voor inspanningen duurzaamheid

Provincie Drenthe, Rabobank en FrieslandCampina slaan de handen ineen om de verduurzaming in de melkveesector te versnellen en de inspanningen van melkveehouders financieel te belonen. De betrokken organisaties hebben bovendien de intentie uitgesproken om de eigen duurzaamheidsprogramma’s op inhoud en aanpak op elkaar aan te laten sluiten. Op deze manier beogen de partijen melkveehouders extra te stimuleren om aan de slag te gaan met duurzaamheid. Een goed toekomstperspectief voor de boer en een duurzamere wereld zijn daarbij de sleutelwoorden.

De gezamenlijke ambitie van de drie partijen is dat er in 2025 op Drentse melkveebedrijven zoveel mogelijk sprake is van gesloten kringlopen. In 2018 startte provincie Drenthe samen met *Duurzame Melkveehouderij Drenthe de pilot duurzaamheidsplannen op maat om melkveehouders te helpen concrete stappen te zetten naar verduurzaming. Gedeputeerde Henk Jumelet (CDA): “Gezamenlijk hebben we hetzelfde toekomstbeeld voor de sector en hanteren we dezelfde thema’s waarop we belonen tot maximaal 7.500,- euro. Met onze duurzaamheidsplannen weet elk melkveebedrijf precies waar het staat en welke stappen nodig zijn om te verduurzamen. Zo ontstaat er voor de melkveehouderij meer duidelijkheid in de route naar de toekomst. Alleen ga je sneller, maar samen kom je verder!”

Melkveehouders die verbeteringen laten zien op onder andere weidegang, grondgebondenheid, vermindering van uitstoot van broeikasgassen, ammoniakemissie en stikstofbodemoverschot kunnen rekenen op financiële steun.

maandag 4 maart 2019

Luchtzuiverende prinses onder de planten

Luchtkwaliteit neemt in een gezonde leefstijl een belangrijke plaats in en daarop inspelend wil het nieuwe merk ROOTZ.PLUS het bewustzijn van het belang van planten in de leefomgeving vergroten.  De bezoekers in de centrale hal van de educatieve attractie worden vanaf nu dan ook getrakteerd op een spectaculaire groene wand vol met luchtzuiverende Clusia rosea Princess.

De luchtzuiverende werking van planten is een uniek proces. Een voorbeeld van een goede luchtzuiverende plant is de prinses van de regenwouden, de Clusia rosea Princess. Deze natuurlijke luchtverfrisser neutraliseert schadelijke stoffen door ze op te nemen met haar bladeren en ze in haar wortels weer af te breken. Ze verbetert ook nog eens de luchtvochtigheid door haar regulerende verdampingsproces. Een paar van deze groene, natuurlijke zuiveraars zijn al in staat het leefklimaat in een woonkamer of kantoor te verbeteren. Op steeds meer plaatsen, zowel binnen als buiten, komt er aandacht voor groen.

De luchtzuiverende planten zijn niet te koop bij de traditionele verkoopkanalen van planten maar zijn online te koop en op bijzondere plekken die passen bij ROOTZ.PLUS.

vrijdag 1 maart 2019

Hogere stikstof efficiëntie en minder uitstoot naar milieu

De ureaseremmer Limus maakt ureum houdende meststoffen net zo effectief als de vertrouwde KAS. Dankzij de hogere stikstof efficiëntie wordt de stikstofgift optimaal benut en profiteert het milieu van minder uitspoeling en vervluchtiging. Vloeibare ureum houdende kunstmeststoffen zijn populair omdat ze op een praktische manier en nauwkeurig zijn toe te dienen. Vooral in granen heeft het gebruik van stoffen als Urean en NTS een grote vlucht genomen. Een belangrijk nadeel van deze meststoffen is dat er forse N-verliezen kunnen optreden door de omzetting naar ammonium en nitraat.