maandag 30 september 2019

51 miljoen zeer vervuilende dieselauto's in Europa

Vier jaar na het beroemde dieselgate blijkt uit een rapport van Transport&Environment dat het aantal "zeer vervuilende" dieselauto’s in Europa nog steeds stijgt. Vandaag de dag rijden er in Europa 51 miljoen van deze auto’s rond. Transport&Evironment heeft het over zogenaamde Euro 5 en 6 dieselvoertuigen, die een NOx-uitstoot hebben die minstens twee of drie keer zo groot is dan de limiet die vastgesteld is in de NEDC test. Volkswagen verkocht, ondanks het dieselschandaal, de afgelopen jaren de meeste Euro 5 en 6 auto’s.

vrijdag 27 september 2019

Advies over stikstof: maatregelen nodig, maar wel effectief

De commissie Remkes heeft het eerste advies uitgebracht over de stikstofproblematiek in Nederland. Energie-Nederland vindt dat een oplossing hard nodig is. Niet alleen om voort te gaan met de bouw van woningen, maar ook om te zorgen dat het plaatsen van meer windenergie verder kan. Het advies van Remkes maakt duidelijk dat meer reductie van stikstof hiervoor noodzakelijk is. Dat vraagt dan wel om een goede onderbouwing van voorgestelde maatregelen. Die onderbouwing ontbreekt voor de aanbeveling om het meestoken met biomassa te heroverwegen.

Stoppen met meestoken van biomassa zou volgens de commissie zowel reductie van stikstof als van CO2 opleveren. Dit voorstel lijkt gebaseerd op onvolledige of onjuiste informatie. De praktijk wijst uit dat het meestoken van biomassa niet leidt tot meer uitstoot van stikstof in Nederland. In het Energieakkoord is juist afgesproken om biomassa mee te stoken om meer duurzame energie in Nederland te realiseren en daarmee ook de CO2-uitstoot omlaag te brengen.
Stoppen met biomassa zou meer dan 5 miljoen ton CO2 aan extra uitstoot opleveren, ruim 1 procent minder duurzame energie (van de 14% die nodig is) en géén reductie van stikstof. Energie-Nederland zal de komende tijd hierover in contact treden met de adviescommissie en de ministers van LNV en EZK.

De energiesector werkt aan het verminderen van de stikstofuitstoot in Nederland. Sinds 1990 is deze met bijna 90 procent omlaag gebracht. Met zowel het Energieakkoord als het Klimaatakkoord heeft de sector afspraken gemaakt om het aandeel duurzame elektriciteit sterk te vergroten. Het aandeel elektriciteit uit zon en wind zal daarbij gestaag oplopen naar 75 procent in 2030.

donderdag 26 september 2019

IPCC: zee stijgt sneller door smeltende gletsjers en poolijs

De effecten van klimaatverandering op de oceanen en de cryosfeer (ijsgedeelte van de planeet) zijn wereldwijd duidelijk zichtbaar in de vorm van het smelten van gletsjers en ijskappen, ontdooien van permafrostgebieden, afname van de hoeveelheid zee-ijs , opwarming van de bovenste laag van de oceanen, steeds snellere stijging van de zeespiegel door de toenemende bijdrage van smeltwater, de verzuring en de afname van het zuurstofgehalte in de oceanen.

Ombuiging naar een duurzame ontwikkeling vergt effectieve adaptatiemaatregelen en sterke emissiereducties. Zonder dat zullen de effecten deze eeuw voor mens en natuur steeds voelbaarder en ernstiger worden en kunnen ze het aanpassingsvermogen van ecosystemen en samenlevingen te boven gaan. Daarnaast gaat zonder sterke emissiereductie de zeespiegelstijging na 2100 onverminderd door tot een stijging in 2300 van mogelijk meerdere meters. Dit zijn samengevat de belangrijkste bevindingen van het Intergovernmental Panel on Climate Change (IPCC), uit het  speciale IPCC-rapport (SROCC) dat vandaag is gepresenteerd.

Door de menselijke uitstoot van broeikasgasemissies en de daarmee gepaard gaande opwarming van de aarde zijn veranderingen in gang gezet in oceanen en ijskappen, die nog vele eeuwen tot millennia zullen aanhouden. Bij een toenemende opwarming neemt bovendien het risico van het overschrijden van drempels voor abrupte en onomkeerbare veranderingen toe.

Nieuw in het rapport zijn de toekomstverwachtingen (projecties) van zeespiegelstijging tot 2300 (in plaats van 2100). Onder het hoogste scenario, waarbij de concentraties van broeikasgassen in de atmosfeer fors toenemen zijn de schattingen voor het wereldgemiddelde 2,3 tot 5,4 meter. In het scenario waarin de uitstoot in de loop van deze eeuw naar nul gaat, blijft de zeespiegelstijging waarschijnlijk beperkt tot 1 meter in 2300. 

Zeespiegelstijging intensiveert extreme gebeurtenissen op zeeniveau die overstromingsrisico's langs de kust vergroten. Historisch zeldzame extreme gebeurtenissen zoals stormvloeden, sterke tropische cyclonen en mariene hittegolven zullen toenemen. In sommige regio's kunnen bijvoorbeeld historisch zeldzame - eens in de honderd jaar - hoogwaterniveaus aan de kust in 2050 al jaarlijks optreden.

De risico's van klimaatverandering voor de oceanen en de cryosfeer kunnen aanzienlijk worden beperkt door mitigatie, maar niet volledig worden vermeden. Zelfs bij snelle afname van de uitstoot van broeikasgassen, zullen de effecten van klimaatverandering tot het midden van de eeuw blijven toenemen. Als gevolg van de stijging van de luchttemperatuur is voortgaand massaverlies van gletsjers, permafrostdooi en afname van sneeuwbedekking en omvang van het zee-ijs naar verwachting op die termijn onvermijdelijk. Vanaf ongeveer 2050 worden de risico's van hoge emissiescenario’s echter aanzienlijk groter dan van lage emissiescenario’s en overschrijden de effecten in sommige gevallen het aanpassingsvermogen van ecosystemen en samenlevingen.

Het rapport is het derde speciale IPCC-rapport dat recent door het IPCC is opgesteld in navolging van het speciale rapport over klimaatverandering en land van augustus 2019 en het 1,5 gradenrapport van oktober vorig jaar. Het rapport over de oceanen en cryosfeer in een veranderend klimaat (SROCC) is op 24 september 2019 in Monte Carlo (Monaco) door de landendelegaties van het VN-klimaatpanel goedgekeurd.

De Nederlandse delegatie was samengesteld uit vertegenwoordigers van het KNMI, het ministerie van Economische Zaken en Klimaat en het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat.

Start-up poetst het ouderwetse imago van wasbare luiers op

Voordat ik hiermee begon had ik een heel vies beeld bij wasbare luiers, vertelt Jeffrey Scholten. Maar van een vies imago is geen sprake in de winkel van Kidzstore van Ramon Groesen en Scholten. De vrolijke printjes op de luiers en de lichte winkel in Hengelo ademen de sfeer van hip en duurzaam. Per dag bestellen zo’n honderd jonge ouders wasbare luiers en produceren zo minder afval. De moderne wasbare luier geeft ouders een milieubewust alternatief voor de traditionele wegwerpluier. In de winkel in Hengelo vertelt Scholten over hoe het allemaal begon. 'Anderhalf jaar geleden ontstond het idee van een webshop die gericht is op duurzaamheid. Omdat we zien dat mensen steeds meer bezig zijn met biologisch eten en afval scheiden.'

woensdag 25 september 2019

Stikstofproblematiek: maximumsnelheid moet omlaag voor natuurherstel

Nederland moet zo snel mogelijk drastische maatregelen nemen om de uitstoot van stikstof terug te dringen en om de natuur te herstellen. Dat concludeert het Adviescollege Stikstofproblematiek, onder leiding van Johan Remkes vandaag bij de overhandiging van het rapport aan minister Carola Schouten van LNV.

De manier waarop ons land omgaat met gevolgen van de stikstofuitstoot voor kwetsbare Natura 2000-gebieden is in strijd met de wet. De uitspraak van de Raad van State van 29 mei 2019 is daar duidelijk in. “We moeten ons realiseren dat in ons land niet alles kan. Er zijn noodmaatregelen nodig”, stelt voorzitter Johan Remkes van het Adviescollege. Vanwege de grote maatschappelijke urgentie roept het Adviescollege de politiek op om snel keuzes te maken, besluiten te nemen en die uit voeren.

Het Adviescollege kreeg in juli van minister Schouten de opdracht om binnen twee maanden advies te geven over maatregelen die op korte termijn helpen om uit de impasse te komen. In de kern moeten er volgens het Adviescollege twee dingen gebeuren: de stikstofuitstoot moet zo snel mogelijk omlaag en er zijn sneller herstel- en verbetermaatregelen nodig in Natura 2000-gebieden. Overheden moeten zo snel mogelijk de vergunningsprocedures weer oppakken, zeker in die situaties waarbij een betere onderbouwing van de aanvraag kan volstaan. Het Adviescollege schat in dat de vergunningverlening op korte termijn niet overal weer kan worden vlot getrokken. Dit heeft het Adviescollege gebracht tot de titel van dit advies: Niet alles kan.

Van de bouw tot het verkeer en van veehouderijen tot de industrie: overal waar stikstofuitstoot plaatsvindt, moet de uitstoot omlaag. Elke sector moet evenwichtig bijdragen, rekening houdend met kosten en opbrengsten, aldus het Adviescollege. Er moet snel in kaart worden gebracht welke veehouderijen verouderde stalsystemen hebben en relatief veel ammoniak uitstoten bij stikstofgevoelige natuurgebieden. Als dit duidelijk is, kan de overheid een gerichte verwerving of sanering van agrarische bedrijven uitvoeren. Ook kan winst worden geboekt als innovaties eerder worden toegestaan als dat leidt tot minder stikstofuitstoot. Het Adviescollege vraagt hierbij ook aandacht voor kringlooplandbouw.

Op het gebied van mobiliteit bepleit het Adviescollege een snelheidsverlaging op rijks- en provinciale wegen waar dat effect heeft op de neerslag van stikstof in kwetsbare natuurgebieden. Hiermee kan per regio worden gevarieerd. In de tweede fase van de opdracht komen andere vormen van mobiliteit aan de orde, te weten vrachtvervoer, openbaar vervoer, de luchtvaart en de scheepvaart. In de industrie en in de bouw verwacht het Adviescollege een positieve bijdrage van het stimuleren van innovaties. Het Adviescollege adviseert aanbestedingsvoorwaarden en vergunningsvoorwaarden hierop aan te passen.

Om de staat van instandhouding van de stikstofgevoelige Natura 2000-gebieden te verbeteren, zijn voor alle gebieden herstelmaatregelen uitgewerkt. Uit de ‘oriënterende studie evaluatie Natura 2000 - doelensystematiek’ (juni 2019) blijkt dat de uitvoering van deze herstelmaatregelen trager verloopt dan verwacht en dan noodzakelijk is. Het Adviescollege adviseert een intensivering en versnelling van het natuurherstel en het waar nodig beschikbaar stellen van geld door het Rijk en de provincies. Op korte termijn moeten zo mogelijk aanvullende maatregelen worden geprogrammeerd en dient een versneld realisatie-pad te worden uitgezet.

Het Rijk en de provincies vervullen volgens het Adviescollege een sleutelrol bij het terugdringen van de stikstofuitstoot. Provincies moeten het voortouw nemen en – samen met gemeenten, waterschappen en terreinbeherende organisaties –in kaart brengen waar de knelpunten het grootst zijn en welke maatregelen nodig zijn. Rijk en provincies moeten nieuw beleid maken. De regering moet hiervoor extra geld vrijmaken.

Het Adviescollege brengt uiterlijk in mei 2020 het tweede advies uit over een nieuwe aanpak van de stikstofproblematiek.
Let op: in verband met de persconferentie hierover in Nieuwspoort is de woordvoerder op woensdag 25 september slecht bereikbaar van 17.30-18.30 uur. Wilt u teruggebeld worden op woensdagavond 25 september, stuur dan een WhatsApp- of SMS-bericht. Vanzelfsprekend

Ban Ki-Moon, Rutte en Van Nieuwenhuizen starten actiejaar van klimaatcommissie

Foto Chatham House
Op de VN-klimaattop in New York is het actiejaar van de Global Commission on Adaptation ingeluid door onder meer Ban Ki-Moon, minister-president Mark Rutte en minister Van Nieuwenhuizen. De komende 12 maanden gaat de Commission werken aan praktische klimaatoplossingen voor regio’s die gevoelig zijn voor de toenemende weersextremen, zoals het versterken van kustgebieden en het toekomstbestendig maken van infrastructuur in steden. Het actiejaar loopt tot aan de Climate Adaptation Summit op 22 oktober 2020 in Amsterdam.

‘Het is cruciaal dat we in actie komen om ons goed voor te bereiden op de gevolgen van klimaatverandering. Niet alleen in Nederland, met zoveel land lager dan de zeespiegel, maar voor bijna alle landen ter wereld. Verdroging, extreme regenbuien, langdurige hitte en uitputting van landbouwgrond: innovatie, actie en aanpassing is hard nodig’, aldus premier Rutte.

Bij de startbijeenkomst, waar ook koning Willem-Alexander als delegatieleider aanwezig was, keken commissievoorzitters Ban Ki-Moon en Bill Gates terug op hun eerder gepubliceerde flagship rapport over de effecten van het veranderende klimaat.

Ban Ki-Moon: ‘We moeten in actie komen als we willen dat iedereen, en dan vooral diegenen die in de frontlinie van de klimaatverandering leven en onze kinderen, de kans krijgt op een betere toekomst. Tijdens ons actiejaar komen we met wereldwijde klimaatbestendige oplossingen, zodat we levens kunnen redden, risico's kunnen verminderen, economieën kunnen versterken en ons leefomgeving kunnen beschermen. Er is geen tijd meer te verliezen.’

Meerdere aanwezige regeringsleiders spraken over het omgaan met de gevolgen van het veranderende klimaat, waaronder minister-president Sheikh Hasina (Bangladesh) en president Sebastian Pinera (Chili).

Minister Van Nieuwenhuizen: ‘We staan op een kantelpunt. Steeds meer landen zien de noodzaak om sneller te gaan investeren in bijvoorbeeld sterkere kustbescherming en klimaatbestendige infrastructuur. Met het komende actiejaar zetten we als Global Commission de belangrijke volgende stap door het onderwerp niet alleen hoog op de agenda te houden, maar vooral te gaan werken aan praktische oplossingen voor het versterken van kwetsbare regio’s.’

De Commission, die vorig jaar op initiatief van minister Van Nieuwenhuizen is opgericht,  heeft op 10 september hun Adapt Now rapport gepresenteerd. De belangrijkste conclusie is dat schade door wateroverlast, hitte, droogte en overstromingen verder toeneemt als er niet snel wordt geïnvesteerd in het voorkomen van klimaatschade. Er is door de commission berekend dat elke euro die geïnvesteerd wordt in bijvoorbeeld dijkversterking tussen de 2 en 10 euro bespaart, omdat er dan bij hoogwater minder schade is.

Doel van de commissie is om, naast de noodzaak die er is voor terugdringing van de uitstoot van broeikasgassen, landen en regio’s ook te overtuigen van de noodzaak tijdig te investeren in het opvangen van de gevolgen van het veranderende klimaat. Dit om klaar te zijn voor de gevolgen van toenemende weersextremen, zoals stijging van de zeespiegel, lange periodes van hitte en droogte en steeds minder schoon drinkwater.

'Dringend onderzoek nodig naar relatie pesticiden en dodelijke ziekten'

FNV roept het kabinet op tot het direct instellen van onderzoek naar verband tussen het gebruik van pesticiden door land- en tuinbouwers en dodelijke ziekten. Kitty Jong, FNV-vicevoorzitter: ‘Wij zijn geschrokken van de uitzending van Zembla. We roepen leden uit de agrarische sector op die Parkinson hebben, zich te melden bij ons FNV Bureau Beroepsziekten. Ons bureau stelt zo nodig werkgevers aansprakelijk voor de gevolgen.’

Zowel op nationaal niveau als op Europees niveau is dringend onderzoek nodig. Het verband tussen het gebruik van pesticiden en een sterk verhoogd risico op dodelijke ziekten als Parkinson bij agrariërs is wetenschappelijk bepaald op 60 procent. De effecten op boeren, maar ook hun gezinnen en omwonenden van het werken met Europees toegestane pesticiden moet volgens de FNV serieus worden onderzocht. ‘We roepen het kabinet op hier direct werk van te maken’, zegt Jong. ‘De beschikbare cijfers zijn alarmerend.

‘Wat de Zembla-uitzending ook duidelijk maakt is dat van veiligheid nu geen sprake is in de agrarische sector. Zolang er pesticiden worden gebruikt in EU en dus ook in Nederland waarvan de samenstelling zeer sterk lijkt op verboden pesticiden, mogen we dus aannemen dat het risico op beroepsziekten in deze sector onverminderd hoog is. Dat baart mij grote zorgen’, aldus Jong.

FNV is daarom ook benieuwd naar wat de Inspectie SWZ, voorheen de arbeidsinspectie, op dit gebied heeft gedaan of kan doen. ‘We vragen ons bijvoorbeeld af of er voldoende inspecteurs zijn om te handhaven’, zegt Jeroen Brandenburg FNV-bestuurder Agrarisch. Zo is het sinds 2015 verplicht om een bewijs van bekwaamheid te hebben om te mogen spuiten met pesticiden en dienen de risico’s te zijn opgenomen in de Risico-inventarisatie & -Evaluatie bij bedrijven.

FNV heeft ook een meldpunt onveilige werksituatie. Dat is niet alleen in het Nederlands, maar ook in het Engels en het Pools. ‘Ik wil alle FNV-leden die hiermee op hun werk te maken hebben, dringend verzoeken zich bij ons te melden’, aldus de geschrokken vicevoorzitter van de FNV.

dinsdag 24 september 2019

Miami nieuwe uitvalsbasis voor klimaatkenniskantoor uit Nederland

De Amerikaanse stad Miami heeft het initiatief genomen om een kantoor van het Global Center on Adaptation (GCA) op te zetten. Dit wordt daarmee een regiokantoor van de vestigingen die vorig jaar openden in Rotterdam en Groningen. Minister Cora van Nieuwenhuizen (Infrastructuur en Waterstaat) heeft daartoe samen met burgemeester Francis Suarez van Miami een overeenkomst gesloten.

Het GCA werkt als kennismakelaar om landen, regio’s en steden te helpen aan oplossingen om zich weerbaarder te maken tegen het veranderende klimaat, zoals de stijgende zeespiegel en lange periodes van droogte. Dit nieuwe GCA Miami Office gaat deze rol nu vervullen voor het Noord-Amerikaanse continent.

Van Nieuwenhuizen: ‘Door de lage ligging ziet Miami net als Nederland de noodzaak zijn kust te versterken tegen een stijgende zeespiegel en kwetsbare delen van deze miljoenenstad anders in te richten. Met een plek voor dit nieuwe regiokantoor van het in Nederland gevestigde Global Center, onderstreept burgemeester Suarez nogmaals zijn boodschap dat het beter en goedkoper is tijdig te investeren om klimaatschade te beperken dan de schade achteraf te moeten opruimen.’

‘Samenwerking is het fundament van het Global Center on Adaptation, een model waarmee succesvolle lange termijn oplossingen worden gevonden voor onze klimaatuitdagingen,’ aldus burgemeester Francis Suarez. ‘Deze overeenkomst geeft eens te meer aan hoe dit onderwerp ons verbindt en het de samenwerking tussen organisaties en landen, zoals Nederland, wereldwijd bevordert. Dit maakt de weg vrij om als koplopers te werken aan klimaatoplossingen.’

Burgemeester Suarez heeft zich vorig jaar als commissielid aangesloten bij de Global Commisson on Adaptation. Deze internationale Commission is op initiatief van minister Van Nieuwenhuizen opgericht onder voorzitterschap van Ban Ki-Moon, Kristalina Georgieva en Bill Gates. Doel is om, naast de noodzaak die er is voor terugdringing van de uitstoot van broeikasgassen, landen en regio’s ook te overtuigen van de noodzaak tijdig te investeren in het opvangen van de gevolgen van het veranderende klimaat.

In de Verenigde Staten zal Miami als eerste de gevolgen van het veranderende klimaat voelen. Grote delen van de stad liggen maar net boven de zeespiegel en zijn volledig onbeschermd. Met de verwachte zeespiegelstijging van zestig centimeter tot 2050 zal een belangrijk deel van de stad onder water komen te staan als er niet wordt geïnvesteerd in bijvoorbeeld kustbescherming. Naast de ervaringen die Miami zelf gaat delen vanuit dit regiokantoor, zullen de medewerkers ook praktische klimaatoplossingen uit andere werelddelen verder verspreiden. Eerder dit jaar werd ook al een GCA-kantoor in Beijing geopend, dat de regio Azië bedient. landen, bedrijven en maatschappelijke organisaties onder meer laten zien op welke klimaatoplossingen zij hebben ingezet.

maandag 23 september 2019

Uitstoot CO2 hoger in het tweede kwartaal van 2019

De CO2-uitstoot in Nederland was in het tweede kwartaal 2,9 procent hoger dan in hetzelfde kwartaal van 2018. Volgens de tweede berekening groeide in dezelfde periode het bruto binnenlands product (bbp) met 1,8 procent. De toename van de CO2-uitstoot komt vooral doordat de huishoudens en de dienstverlening meer gas verbruikt hebben voor verwarming. Daarentegen nam de CO2- uitstoot van energiebedrijven juist af. Dit meldt het CBS op basis van de nieuwe kwartaalcijfers over de CO2-uitstoot.

Het tweede kwartaal van 2019 was kouder dan dat van 2018. Gecorrigeerd voor dit weereffect was de de CO2-uitstoot in het tweede kwartaal 1,3 procent lager dan een jaar eerder.

De CO2-uitstoot van huishoudens was bijna 13 procent hoger dan in hetzelfde kwartaal een jaar eerder. Vanwege het koudere weer, met name in april en mei, werd er meer aardgas verstookt voor verwarming van woningen en bedrijfspanden. Ook de emissies door autogebruik namen toe. In het tweede kwartaal bedroeg de CO2-uitstoot van huishoudens ruim 18 procent van het totaal. Verder was de CO2-uitstoot van de overige dienstverlening, die goed is voor 12 procent van de CO2-uitstoot, bijna 17 procent hoger dan in het tweede kwartaal 2018.

De CO2-uitstoot van de transportsector lag in het tweede kwartaal 1,5 procent hoger dan in hetzelfde kwartaal een jaar eerder. Het aandeel van de transportsector in de totale uitstoot was ruim 13 procent. De uitstoot van de luchtvaart, binnenvaart en wegvervoer nam toe, de uitstoot van de zeevaart nam daarentegen af.

In het tweede kwartaal was de CO2-uitstoot door het cluster landbouw, delfstoffenwinning, industrie en bouwnijverheid 0,4 procent hoger dan in hetzelfde kwartaal een jaar eerder. Dit cluster was in het tweede kwartaal van 2019 goed voor ruim 24 procent van de totale uitstoot. Met name de aardolie-industrie en de landbouwsector hebben meer CO2 uitgestoten, in de chemische industrie daalden de emissies.

Effecten klimaatverandering komen vooral voor rekening van armsten

De armste landen ontvangen circa $ 3 per inwoner per jaar – minder dan een cent per dag – om zichzelf te beschermen tegen de verwoestende gevolgen van de klimaatcrisis, zo stelt Oxfam in haar nieuwe rapport vandaag. Het rapport benadrukt hoe mensen in landen als Somalië en Mozambique dagelijks te maken hebben met toenemende financiële kosten door klimaatverandering. Terwijl zij het minst hebben bijgedragen aan klimaatverandering wat betreft CO2-uitstoot. Tegelijkertijd start vandaag in New York de belangrijke internationale VN-klimaattop.

In 2009 beloofden de ontwikkelde landen om vanaf 2020 $ 100 miljard per jaar aan klimaatfinanciering beschikbaar te stellen om armere landen te helpen hun CO2-uitstoot te verminderen en om zich aan te passen aan klimaatverandering. Vorige week, meldden de ontwikkelde landen dat zij nu $ 71 miljard per jaar hebben bereikt.  Dit bedrag is een schromelijke overschatting en haalt bij lange na niet de eerder gedane belofte van 100 miljard dollar. Uit de analyse van Oxfam komt naar voren dat de 48 minst ontwikkelde landen slechts $ 2,4- $ 3,4 miljard klimaatfinanciering per jaar ontvangen - gelijk aan ongeveer $ 3 per inwoner per jaar.

Het nieuwe Oxfam rapport, Who Takes The Heat ? richt zich op Somalië en Mozambique waar miljoenen mensen blootstaan aan de gevolgen van langdurige droogte en verwoestende cyclonen. Mozambique leed eerder dit jaar voor 3,2 miljard US-dollar schade door twee hevige cyclonen, goed voor meer dan een vijfde van haar bruto binnenlands product. Dit zou hetzelfde betekenen als wanneer de VS in 1 jaar door 23 orkanen van het kaliber Katrina geraakt zou worden.

Madelon Meijer, klimaatexpert Oxfam Novib: "Rijke regeringen houden zich niet aan hun beloftes om arme landen te helpen zich aan te passen aan de klimaatcrisis. De armste landen met de grootste schuldenlast op aarde hebben het minst bijgedragen aan deze crisis maar moeten wel de rekening betalen. Als we deze neerwaartse spiraal van steeds vaker voorkomende humanitaire crises willen doorbreken, moeten de rijke landen hun beloften nakomen.

In het afgelopen jaar zorgde de hevige droogte in de Hoorn van Afrika ervoor dat meer dan 15 miljoen mensen in Somalië, Ethiopië en Kenia humanitaire hulp nodig hadden. En in Mozambique hielden 2 cyclonen huis waardoor 2,6 miljoen mensen in nood kwamen. Meer klimaatfinanciering zou deze landen in staat stellen om de impact van klimaatverandering te verminderen door bijvoorbeeld hun landbouw te diversifiëren, water te besparen of te investeren in betere systemen om het weer te monitoren.

Somalië en Mozambique gaan gebukt onder hoge schuldenlasten. De schuldenlast van Somalië bedraagt ​​75 procent van het bbp. Elke klimaatfinanciering in de vorm van leningen maakt deze last groter. Oxfam schat dat ongeveer tweederde van klimaatfinancieringen wordt verstrekt in de vorm van leningen die moeten worden terugbetaald.

Halima Adan, adjunct-directeur bij Oxfam-partnerorganisatie Save Somali Women and Children : “Miljoenen Somaliërs, vooral vrouwen en kinderen, hebben honger. Zij zien hun levensonderhoud gedecimeerd worden doordat voor de derde keer de seizoensregens niet komen. Deze humanitaire crisis, die zich zo snel na de droogte van 2017 afspeelt, belemmert de herstelinspanningen van de getroffen gemeenschappen verder. “

Jose Mucote, oprichter van de Mozambikaanse humanitaire organisatie AJOAGO : “De trage reactie op de verwoesting van de cycloon heeft het risico op ziekten zoals cholera en malaria verhoogd. Veel gezinnen ontvangen nog steeds geen voedselhulp met als gevolg dat hun kinderen niet naar school gaan. “

Oxfam publiceert vandaag het rapport voorafgaand aan de VN-klimaattop in New York, waar wereldleiders bijeen zijn om de kloof te overbruggen tussen de doelstellingen die zijn vastgelegd in het Klimaatakkoord van Parijs in 2016 en de matige vooruitgang die sindsdien is geboekt.

zaterdag 21 september 2019

World Cleanup Day 2019 – Nederlandse jeugd levert grote bijdrage

Deze zaterdagochtend vond in Zaltbommel het landelijke startschot plaats van de tweede editie van World Cleanup Day.  In totaal werden er in heel Nederland ruim 1.100 opruimacties georganiseerd en waren er meer dan tienduizend vrijwilligers op de been. Een belangrijke bijdrage werd geleverd door de jeugd, die massaal meewerkte deze dag. De Plastic Soup Foundation en SodaStream gaven eerder deze week al aandacht aan wegwerpplastic door met basisscholen een educatieprogramma in te zetten en opruimacties te organiseren. Gezamenlijk hebben de ruim duizend kinderen zo’n 16.000 stuks plastic afval ingeleverd vandaag.

Naast vele opruimacties was er vandaag ook aandacht voor plasticsoep oplossingen op het ‘Solution Square’ in Zaltbommel. Hierbij toonden partijen als The Great Bubble Barrier (een installatie waarmee plastic naar het wateroppervlak wordt gedreven om het op te kunnen schonen) en SodaStream hun oplossingen. Het merk onthulde een wensboom, waarin tientallen kinderen hun duurzame wensen als message in a bottle in de boom hebben opgehangen. 

Scholen in Maasbree, Hardinxveld-Giessendam en Zaltbommel kregen deze week bezoek van de Plastic Soep Bus, volgden een gastcollege en speelden een ‘Trash Hunt Game’. Hiermee verzamelden zij spelenderwijs plastic zwerfafval. Net zoals vorig jaar waren sigarettenpeuken, plastic tasjes, flesjes en verpakkingen van voedingswaren de meest gevonden voorwerpen. Tamara Kroon (SodaStream, Marketing Manager Benelux): ‘Deze week hebben we ons samen met de jeugd hard gemaakt voor een schonere toekomst. Zij gaan het verschil maken en daarom is het belangrijk om juist hen bewust te maken van de impact van wegwerpplastic. ’

Naast opruimacties is het ook van groot belang dat bedrijven het gebruik van wegwerpplastic terugdringen en oplossingen bieden. Afgelopen week sprak de CEO van Pepsico, het moederbedrijf van SodaStream, de ambitie uit om in 2025 zo’n 67 miljard plastic wegwerpflessen bespaard te hebben. ‘Met onze ‘Beyond the Bottle’ strategie gaan we ervoor zorgen dat mensen hun dorst kunnen lessen zonder dat daar wegwerpplastic voor nodig is. We hebben nog wat stappen te zetten maar we zijn op de goede weg’. Wereldwijd komt zo’n 80% van al het plastic afval van land in de zee terecht (bron: Plastic Soup Foundation). De internationale opruimacties rondom World Cleanup Day hebben daarom niet alleen als doel om de plasticsoep terug te dringen maar ook om mensen te stimuleren in het dagelijks leven voorzichtiger om te gaan met wegwerpplastic en na te denken over oplossingen.

Voor meer informatie over World Cleanup Day kijk op www.worldcleanupday.nl

vrijdag 20 september 2019

'Beter ten halve gekeerd, open Lelystad niet'

Na lang stechelen met de Europese Commissie lijkt het minister Van Nieuwenhuizen dan toch gelukt goedkeuring te verkrijgen voor de verkeersverdelingsregeling voor Lelystad Airport. Deze regeling zorgt ervoor dat Lelystad ingezet kan worden als overloop luchthaven voor het vakantieverkeer van Schiphol. De minister is er in deze verkeersverdelingsregeling niet in geslaagd om aan de wens van de Tweede Kamer tegemoet te komen dat op Lelystad geen autonome groei mag plaatsvinden, zegt Natuur & Milieu. Er is dus nog allerminst groen licht, maar de luchtverkeersleiding wordt alvast in de startblokken gezet, want de minister moet en zal Lelystad Airport zo snel mogelijk openen voor de commerciële luchtvaart.

Dat de minister nog een enorme opgave rest om een oplossing te verzinnen voor de stikstofdepositie die  de luchtvaart veroorzaakt mag de pret niet drukken. De minister verzint er wel een list voor. De natuur laat zich echter niet door een administratieve list om de tuin leiden. De uitspraak van de Raad van State over de PAS maakt duidelijk dat er harde grenzen zijn aan de hoeveelheid schade die wij de natuur mogen berokkenen. De enige echte oplossing is een rem op de ongebreidelde groei. Niet alleen in het belang van de natuur, maar ook voor de gezondheid van omwonenden. Het is nog niet te laat om Lelystad Airport een andere bestemming te geven.

Ook het klimaat vormt een steeds hardere grens waar de luchtvaart nu al overheen gaat. De opening van een nieuw vliegveld strookt op geen enkele manier met onze mondiale ambitie om de opwarming van onze aarde te beperken tot 1.5 graden. Ook buiten Nederland wordt dit zichtbaar. Teken aan de wand is een recent advies van het Franse milieuagentschap dat de luchthaven van Marseille sommeert haar uitbreidingsplannen te herschrijven en aantoonbaar te maken deze plannen niet strijdig zijn met klimaatneutraliteit in 2050. De harde grenzen worden voelbaar en maatregelen zijn onvermijdelijk.

Laten we niet dezelfde fout maken als in de energiesector, zegt Natuur & Milieu. Nederland gaf alle ruimte om nog drie nieuwe kolencentrales te bouwen terwijl we internationaal afspraken maakten over het uitfaseren van fossiele energie. De inkt van het Parijs akkoord was amper droog en de centrales stonden al op de nominatie voor sluiting. Lelystad Airport is eenzelfde lot beschoren als de overheid nu niet tot inkeer komt. De grenzen worden steeds harder en de maatschappelijke weerstand stapelt zich op. Het is nog niet te laat om Lelystad Airport een heel andere bestemming te geven. Een mooi recreatiegebied bijvoorbeeld.

woensdag 18 september 2019

FNV steunt wereldwijde klimaatweek

FNV steunt de klimaatweek die milieuorganisaties wereldwijd vanaf 20 september in 150 landen organiseren, en die wordt afgesloten met een gezamenlijke actie op vrijdag 27 september in Den Haag.

FNV vindt dat het klimaatakkoord op belangrijke punten tekort schiet. De vakbond is kritisch over een eerlijke verdeling van lusten en lasten en de afwenteling van kosten van de energietransitie op huishoudens en het mkb. Een eerlijke verdeling van de kosten en het voorkómen van ‘klimaat-armoede’ bij mensen is noodzakelijk, wil de FNV een handtekening zetten.

FNV-vicevoorzitter Kitty Jong: ‘De energietransitie is vooral ook een maatschappelijke transitie waarin het kabinet draagvlak moet hebben. We volgen de politiek zeer kritisch, er zijn concrete plannen nodig om klimaat-armoede te voorkomen en die missen we, dat is een breekpunt voor ons’.

FNV toetst het klimaatakkoord ook aan groene doelstellingen en vormgeving van de arbeidsmarkt: de vakbond wil eerlijke, groene banen. Bovendien wil de bond dat mensen die door de energietransitie hun baan kwijtraken en lager betaald werk moeten accepteren óf niet meer omgeschoold kunnen worden, een aanvulling op hun inkomen krijgen vanuit het Kolenfonds. Dat fonds is er gekomen dankzij inzet van FNV.

dinsdag 17 september 2019

AEB-directie waarschuwt voor faillissement

Als het Afval Energie Bedrijf (AEB) niet wordt geprivatiseerd, dreigt er een direct faillissement voor het bedrijf. Dat schrijft de directie in een brandbrief aan het stadsbestuur. In de brief die in handen is van het FD schrijven twee directieleden van de afvalverwerker dat het bedrijf afstevent op een tekort van 74 miljoen euro. Daar zou zelfs al voor het einde van oktober sprake van zijn. De financiële crisis kan nog wel worden afgewend. Maar daarvoor zou de gemeente alsnog in zee moeten gaan met het commerciële recyclebedrijf Beelen, dat direct bereid is om een grote som geld in het AEB te pompen.

maandag 16 september 2019

'Maximumsnelheid 130 moet omlaag'

Nederland beschermt de natuur niet voldoende tegen stikstof. Dat constateerde de rechter onlangs. Milieudefensie onderzocht die uitspraak. En wat blijkt? Éen van de oorzaken, de maximumsnelheid van 130 km per uur, is in strijd met de wet. Lees hoe het zit en wat wij eraan doen.

Hoe harder je rijdt, hoe meer stikstof je uitstoot. Zo simpel is het. Van 120 naar 130 km per uur veroorzaakt al een behoorlijke schade aan de natuur: 12% meer stikstof. Van 100 naar 130 km per uur is nog veel schadelijker: 40% meer stikstof. Teveel stikstof is slecht voor de natuur: planten en dieren raken in de problemen. En juist de rijkdom aan planten en dieren (de biodiversiteit) is zo belangrijk om de aarde leefbaar te houden.

De regelgeving voor stikstof valt onder de wet Natuurbescherming. De snelheidsverhogingen naar 130 op allerlei trajecten zijn zonder vergunning uitgevoerd. Op 2 september werd bekend dat geplande snelheidsverhogingen voorlopig niet doorgaan.

vrijdag 13 september 2019

Urgenda: Positief advies aan de Hoge Raad

Vandaag hebben twee adviseurs van de Hoge Raad, plaatvervangend procureur-generaal Langemeijer en advocaat-generaal Wissink, hun advies uitgebracht aan de Hoge Raad in de zogenaamde klimaatzaak, die Urgenda al sinds 2012 voert om de Nederlandse Staat aan te zetten zich te houden aan haar eigen minimumnorm van 25 procent CO2-reductie in 2020 ten opzichte van 1990. De adviseurs volgen de redeneringen van het Hof en de Rechtbank en adviseren de uitspraak in stand te houden.

Urgenda is blij met deze steun in de rug. Na de uitspraken van de rechtbank (2015) en het Hof (2018) Den Haag, zeggen nu ook de twee adviseurs van de Hoge Raad dat de Nederlandse Staat een plicht heeft om zijn burgers te beschermen en dat ze niet onder het minimum van 25 procent CO2-reductie in 2020 moeten komen. Dit getal hebben de rechters niet zelf verzonnen, maar heeft Nederland op basis van de wetenschap en afspraken in internationaal verband meer dan 10 jaar zelf aangehouden als ondergrens voor industriële landen. Het is het minimum niveau om nog op een enigszins geloofwaardig traject te zitten om ontwrichtende klimaatverandering zoveel mogelijk te voorkomen.

De adviseurs zien ook het enorme gevaar dat klimaatverandering oplevert voor onze samenleving. Binnen de kaders van het klimaatverdrag is afgesproken dat industriële landen in 2020 tussen de 25 en 40 procent broeikasgassen minder zouden uitstoten dan in 1990. Gisteren hoorden we van het CBS dat Nederland eind 2018 op 15% reductie zat. Nog 23 Mton te gaan dus. Dus het gat is zeker geen 9 Mton zoals de regering ons wil doen geloven. Met drie uitspraken die de overheid zeggen volgend jaar 25% minder uit te stoten en een gat van 23 Mton is het nu dus eindelijk zaak om de turbo aan te zetten. Als het kabinet de rechtsstaat wil respecteren, dan moeten er nu beslissingen genomen worden, ook als ze pijnlijk zijn. 130 terug naar 120, waterpeil hier en daar omhoog, handhaven bestaande wetgeving op het gebied van energiebesparing. Veel maatregelen vallen samen met maatregelen om de uitstoot van stikstof terug te brengen, dus twee vliegen in 1 klap. Veiligheid en gezondheid weer voorop.

18 september: Bijeenkomst ‘Hoe voorkomen we afvalbranden?’

Afvalbranden lijken steeds meer aandacht te krijgen. Feit is dat de branden vaak uitbreken bij afvalbedrijven, maar dat de oorzaak in veel gevallen eerder in de keten ligt. Op woensdag 18 september organiseert de Vereniging Afvalbedrijven samen met de provincie Noord-Brabant, NVRD, BRBS Recycling, Federatie Herwinning Grondstoffen, Transport en Logistiek Nederland de bijeenkomst ‘Hoe voorkomen we afvalbranden?’ in 's-Hertogenbosch.

Er zijn twee belangrijke oorzaken van afvalbranden: broei en de aanwezigheid van brandgevaarlijke stoffen of voorwerpen in het afval. Er zijn twee risicovolle voorwerpen: matrassen en lithiumbatterijen. Lithiumbatterijen of voorwerpen waarin deze batterijen zijn steeds vaker te vinden in het restafval, wat het risico op brand vergroot. Afvalopslagbedrijven hebben al vele technische en organisatorische verbeteringen doorgevoerd, toch worden de bedrijven nog steeds geconfronteerd met afvalbranden. Ook in de keten is verandering nodig om het risico op brand te verkleinen. De bewustwording moet daar omhoog.

In de ochtend schetsen enkele experts uit het vak tijdens korte pitches oorzaken en gevolgen van afvalbranden vanuit verschillende perspectieven. Na de lunch gaan de deelnemers in twee groepen discussiëren over prikkelende stellingen. Het doel is de interactieve dag af te sluiten met conclusies en acties die ertoe doen: wat moet er gebeuren om het risico op afvalbranden te verkleinen? Wie zijn daarbij aan zet?

donderdag 12 september 2019

Textielrecycling lijdt onder toename verontreiniging

Een circulaire economie vraagt meer focus op kwaliteit. Afvalscheiding loont alleen wanneer het materiaal daadwerkelijk wordt gerecycled. Liefst zo hoogwaardig mogelijk. Over de kwaliteit van afvalstromen publiceert de Vereniging Afvalbedrijven een serie artikelen. Derde aflevering: textiel.

Nederland zamelt jaarlijks 75 miljoen kilo textiel in. De kwaliteit van het materiaal gaat hard achteruit, constateert Roderick Ferrari, secretaris van de Vereniging Herwinning Textiel (VHT). “Met name de laatste vijf jaar. De verontreinigingsgraad steeg van acht naar vijftien procent.” Eén van de veroorzakers: de inzamelmethodiek. “Gemeenten zetten steeds vaker ondergrondse containers neer, ook voor textiel. Door regen en grondwater wordt het textiel vaak nat. Tijdens het lossen verspreidt het vocht zich over de kleding.”

Inzamelconcepten als diftar, waarbij huishoudens moeten betalen voor hun restafval, verergeren het probleem. Prijsprikkels leiden volgens Ferrari tot ontwijkgedrag. Hij beschrijft de textielbak als het restafvalputje. “Containers voor textiel en restafval hebben dezelfde maat opening. Mensen gooien hun restafval gratis in de textielbak.” Omdat ondergrondse containers mechanisch worden gelost, ontbreekt een menselijke controle bij het lossen. Ferrari’s voorkeur gaat dan ook uit naar bovengrondse containers die handmatig worden gelost. “Dat gebeurt in Duitsland. Daar hebben ze negen procent verontreiniging. Huis-aan-huis-inzameling is nauwelijks verontreinigd, hoogstens één of twee procent.” Ferrari constateert een gebrek aan kennis. “Binnen de afvalinzameling is textiel een ondergeschoven kindje. Dat geldt voor lokale overheden, maar ook voor burgers en bedrijven. Veel mensen weten bijvoorbeeld niet dat textiel altijd in een dichte plastic zak hoort. Om het droog en schoon te houden.”

Een deel van de kwaliteitssleutel ligt bij gemeenten. “Gemeenten moeten bij aanbestedingen meer focussen op de kwalitatieve sturing. Ze sturen nu op kwantiteit, niet op kwaliteit. Daarnaast eisen gemeenten vaker ‘social return’. Sorteren is een ambacht. Laat je dat door mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt doen, dan heeft dat kwalitatieve gevolgen. Sommige gemeenten verminderen bij social return het aantal deelstromen.”

De gemeente Amsterdam, goed voor jaarlijks drie miljoen kilo afgedankt textiel, erkent het kwaliteitsprobleem. In de gemeente staan 235 containers; het gros bovengronds, maar ook enkele ondergronds. “We stoppen met de huidige ondergrondse containers. Sympany, onze textielinzamelaar, geeft aan hierdoor last te hebben van vervuiling van textiel”, vertelt Stef le Fèvre, strategisch adviseur afvalketen van de gemeent

woensdag 11 september 2019

NWO-TTW-subsidie voor nieuwe technologie voor filtratie van organische microverontreinigingen

Het UT-cluster Membrane Science and Technology start een groot project voor de ontwikkeling van een nieuwe technologie om organische microverontreinigingen, zoals medicijnresten, uit het water te filteren. Het project is een samenwerking met Wageningen Universiteit, Saxion, KWR, STOWA, NX Filtration, Nijhuis Water, Oasen en vier waterschappen en wordt mede mogelijk gemaakt door een financiële bijdrage uit het NWO-domein Toegepaste en Technische Wetenschappen (NWO-TTW).

De toenemende hoeveelheden medicijnresten in ons oppervlaktewater zijn al langer een probleem. Niet alleen de mens, maar ook het leven in het water raakt van slag door de toename van deze kleine, organische microverontreinigingen. Tubantia schreef in 2017 al over mannetjesvissen in onze Nederlandse wateren die eicellen produceren onder invloed van resten van de anticonceptiepil.

Als we medicijnen innemen, beseffen we vaak niet dat we een groot gedeelte van deze moleculen gewoon weer uitplassen. Die kleine, organische moleculen zijn voorbeelden van microverontreinigingen. Via het riool komen deze stoffen bij onze waterzuiveringsinstallaties die nog niet zijn ontworpen om deze kleine moleculen verwijderen. Uiteindelijk komen de medicijnresten via deze weg in ons milieu terecht.

De UT gaat, in samenwerking met de leerstoelgroep Milieutechnologie van Wageningen Universiteit, vier waterschappen, drie bedrijven, twee waterkenniscentra en de hogeschool Saxion een nieuwe technologie ontwikkelen om de medicijnresten uit het water te halen. De basis hiervoor is een nieuw en uniek membraan, ontwikkeld binnen het Membrane Science and Technology cluster, dat de schadelijke organische verontreinigingen op efficiënte wijze uit water haalt. Gewenste moleculen, zoals zouten, worden juist wel doorgelaten.

Aan de hand van dit nieuwe membraan is een volledig nieuw waterbehandelingsproces ontworpen. Hierbij worden de microverontreinigingen na de reguliere waterzuivering uit het afvalwater verwijderd en onmiddellijk op biologische wijze afgebroken. Als het proces succesvol is kan dit snel leiden tot efficiënte technologie die vrijwel volledige verwijdering van microverontreinigingen uit ons afvalwater mogelijk maakt.

Het project krijgt een miljoen euro van de NWO en wordt aangevuld met geld van de drie bedrijven en waterschappen Rijn en IJssel, Vechtstromen, Aa en Maas, en Vallei en Veluwe. De waterschappen zullen ook betrokken worden bij een pilot programma waarbij een eerste ontwerp in de praktijk zal worden getest.

Lagere broeikasgasuitstoot

In 2018 bedroeg de uitstoot van broeikasgassen in Nederland 189,3 miljard CO2-equivalenten. Dit is 2 procent lager dan in 2017 en 15 procent lager dan in 1990. In 2018 was de Nederlandse economie bijna 80 procent groter dan in 1990. De bevolking nam met 15 procent toe. Om de afspraken in het Klimaatakkoord te halen, is in 2030 een reductie nodig van 49 procent ten opzichte van 1990. De grootste reductieopgave ligt bij de elektriciteitsbedrijven en de industrie. Dat meldt het CBS op basis van nieuwe emissiecijfers die door RIVM/Emissieregistratie vastgesteld zijn.

In 2018 stootte de industrie 30 miljard CO2-equivalenten minder uit dan in 1990. De sectoren gebouwde omgeving (stoken van aardgas voor verwarming) en landbouw realiseerden allebei een reductie van 6 miljard CO2-equivalenten. Bij de elektriciteitsbedrijven en in de sector mobiliteit (binnenlands verkeer en vervoer) was er een toename van 6 miljard en 3 miljard CO2-equivalenten. Alle vijf sectoren zijn omvangrijker geworden.

Als de sectordoelen gehaald worden, dan zal in 2030 de uitstoot 78,7 miljard CO2-equivalenten lager zijn dan in 2018. Van deze reductie nemen de elektriciteitsbedrijven 42 procent voor hun rekening, de industrie 27 procent, verkeer en vervoer 13 procent, de gebouwde omgeving 12 procent en de landbouw 6 procent. De vervanging van fossiele brandstoffen verkleint de uitstoot in alle sectoren, maar zorgt ook voor een grotere vraag naar elektriciteit. Dit vergroot de opgave voor de elektriciteitsbedrijven om aan de klimaatdoelen te voldoen.

In 2030 dient de broeikasgasuitstoot door de industrie 51 miljard CO2-equivalenten kleiner te zijn dan in 1990. In 2018 is al een reductie van 30 miljard CO2-equivalenten bereikt. Slechts 16 procent van deze reductie komt door een kleinere CO2-uitstoot. De andere 84 procent komt voor de helft door een steeds kleinere methaanuitstoot door afvalstortplaatsen, voor een kwart door het uitbannen van fluorhoudende gassen (eind jaren negentig), en voor een kwart door een kleinere lachgasuitstoot bij de salpeterzuurproductie (in 2008). Hierdoor is het aandeel van CO2 in de industriële broeikasgasuitstoot toegenomen van 63 procent in 1990 naar 87 procent in 2018.

Per vierkante meter is de uitstoot van broeikasgassen in Velsen 42 keer groter dan gemiddeld in Nederland (5 kg CO2 per vierkante meter). In Velsen zit staalfabrikant Tata Steel en er staat een elektriciteitscentrale die de restgassen uit de hoogovens benut. Andere gemeenten met een hoge uitstoot per vierkante meter zijn Geertruidenberg (Amercentrale, 26 keer grotere uitstoot dan gemiddeld), Rotterdam met zijn raffinaderijen, chemische industrie en elektriciteitscentrales op en nabij de Maasvlakte (20 keer groter), Diemen met zijn elektriciteitscentrales (17 keer groter) en Sittard-Geleen (chemiebedrijf Chemelot, 16 keer groter). Al deze gemeenten hebben hun hoge score te danken aan een hoge CO2-uitstoot. Sittard-Geleen heeft daarnaast ook een hoge uitstoot van lachgas (productie van caprolactam, grondstof voor nylon). CO2 heeft met 85 procent het grootste aandeel in de totale broeikasgasuitstoot, gevolgd door methaan (9 procent), lachgas (5 procent) en de F-gassen (1 procent). 

dinsdag 10 september 2019

‘Nederland per direct van het verstikkende stikstofslot’

‘De neerslag van stikstof heeft een bemestend effect op onze natuur, waardoor Europees beschermde soorten in het gedrang komen. Daar zijn structurele oplossingen voor nodig. Ondertussen kan het niet zo zijn dat woonwijken, spoorwegen, sportvelden en groene projecten als windmolens niet worden aangelegd door de PAS-uitspraak. Nederland moet dan ook per direct van het verstikkende stikstofslot door onder meer vergunningsvrijstellingen,’ volgens VNO-NCW en MKB-Nederland.

De ondernemingsorganisaties doen daarom vandaag - vooruitlopend op de Commissie Remkes- tien voorstellen om Nederland van het slot te halen. Ook doen ze voorstellen voor structurele oplossingen waarbij natuur en economie in balans worden gebracht. 

Hans de Boer, voorzitter van VNO-NCW: 'Het is toch niet uit te leggen dat allerlei projecten die de ecologische footprint van ons land aantoonbaar verkleinen, zoals de aanleg van windmolens en schonere fabrieken, nu niet door kunnen gaan. Daarnaast vallen bovendien18.000 projecten stil, met alle gevolgen voor de werkgelegenheid van dien. Daarom doen we vandaag deze voorstellen voor spoedmaatregelen die snel kunnen in gaan en direct soelaas bieden voor de meeste projecten.’ 

Volgens de ondernemingsorganisaties moeten voor de korte termijn projecten worden vrijgesteld die alleen tijdens de bouw leiden tot stikstofuitstoot. Ook moet de al eerder ontwikkelde drempel van 1 mol stikstof (per ha/per jaar) worden ingevoerd voordat een vergunning nodig is. Daarnaast moet per direct de mogelijkheid in de Habitatrichtlijn worden benut om projecten te laten doorgaan als er dwingende redenen van groot openbaar belang zijn. Bijvoorbeeld bedrijfsinvesteringen die leiden tot een lagere milieubelasting of de bouw van woningen voor starters op de woningmarkt.

Lokale overheden mogen daarnaast in de tussentijd de PAS-uitspraak niet misbruiken om over de band van het stikstofbeleid andere doelen te bereiken. Ook halvering van de veestapel moet geen doel op zich zijn. Het gaat om vermindering van de uitstoot vanuit de veehouderij en daar zijn al allerlei mogelijkheden toe. Onze landbouwsector is juist zeer efficiënt en de sector werkt al hard aan innovaties die helpen de uitstoot van stikstof te verminderen. Bovendien is deze belangrijke sector nauw verweven met andere economische sectoren zoals de levensmiddelenindustrie. Voor de lange termijn pleiten de ondernemersorganisaties voor een herijking van het natuurbeleid, zodat de te eenzijdige focus op stikstof wordt vervangen door een veel meer integrale benadering waarin klimaat, droogte en andere belangrijke factoren beter worden meegewogen.

Nergens in Europa zo veel kinderen met astma door uitlaatgassen

Bij één op de vijf kinderen met astma in Nederland is de ziekte gerelateerd aan luchtvervuiling door het verkeer. In geen enkel ander Europees land is dat aantal zo hoog. In de grote steden worden uitlaatgassen zelfs verantwoordelijk gehouden voor de helft van de astmagevallen bij kinderen. Dat blijkt uit onderzoek gepubliceerd in het gerenommeerde medische tijdschrift The Lancet . De uitstoot van stikstofdioxide (NO2) is volgens de wetenschappers de grote boosdoener voor kinderen met de longziekte. Dat gas komt met name in de lucht via de uitlaten van dieselauto’s en vrachtwagens.

maandag 9 september 2019

Ook chroom-6 aangetroffen in verf van Utrechtse trams

In mei van dit jaar zijn er door de onderhoudspartij Stadler, sinds 2011 verantwoordelijk voor het preventieve en correctieve onderhoud van SIG-voertuigen van de provincie Utrecht via een sneltest gecontroleerd op de aanwezigheid van chroom-6. Uit deze sneltest bleek dat er in de conservering van de tramstellen mogelijk chroom-6 aanwezig is. De provincie en de onderhoudspartij hebben in overleg direct de werkzaamheden aan de conservering stil gelegd.

Sinds enige tijd is chroom-6 veel in de actualiteit. In het verleden is chroom-6 veel meer toegepast dan tot voor kort werd aangenomen. Tevens is er bij vele eigenaren van assets, niet bekend of en waar chroom-6 is gebruikt. Naast de goede eigenschappen van chroom-6 (corrosiewerend, sterk, kleurechtheid en goede hechting) kan het in bepaalde gevallen en in bepaalde omstandigheden effect hebben op de gezondheid van mensen en dieren.  Dit leidt tot een groeiend besef bij opdrachtgevers, werkgevers en werknemers.

Aangezien sneltesten ook positief kunnen reageren op andere stoffen, is er door de provincie en Stadler begin juni opdracht gegeven aan het bedrijf SGS om vast te stellen of er daadwerkelijk chroom-6 aanwezig is in de conservering van de SIG-trams. Medio augustus is er rapport uitgebracht. Hieruit blijkt, dat er op alle onderzochte locaties chroom-6 en andere zware metalen (zink/koper en lood) in de conservering aanwezig is. Hierop is aanvullend laboratoriumonderzoek uitgevoerd op verfmonsters waarmee de hoeveelheid is vastgesteld en tevens in welke conserveringslagen chroom-6 aanwezig is.

Chroom-6 levert pas risico op bij blootstelling in de ademhalingszone. Blootstelling kan onder andere ontstaan bij het spuiten van chroom-6 houdende verf of bij het schuren, stralen, snijden of lassen van oppervlakken met chroom-6 houdende verf. Hierbij kan via de luchtwegen stof- of rookdeeltjes met daarin chroom-6 worden ingeademd. Het risico voor de gezondheid is afhankelijk van meerdere aspecten, namelijk de concentratie in de verf, de blootstellingsduur, frequentie waarmee de werkzaamheden zijn uitgevoerd, maar is ook afhankelijk van de faciliteiten (stofafzuiging) en/of er persoonlijke beschermingsmiddelen zijn gedragen (ademwegbescherming) tijdens de uitvoering van de werkzaamheden. Bij het uitvoeren van het reinigen of het doen van preventieve en correctieve werkzaamheden aan de SIG-tramstellen is het de verwachting dat er geen chroom-6 stof- of rookdeeltjes zijn vrijgekomen.

Geen gezondheidsrisico’s door bodemverontreiniging met benzeen door kleine gaslekken

In Nederland ligt een gasnet in de bodem dat vele tienduizenden kilometers lang is waarbij regelmatig kleine lekkages in de gasleidingen worden gevonden. Deze lekkages worden zo snel mogelijk gerepareerd om de veiligheid van de omwonenden en passanten te garanderen. Uit onderzoek blijkt dat rondom deze kleine gaslekken de bodem vervuild is met benzeen.

Omdat de gasnetten grotendeels in de openbare ruimte liggen heeft Netbeheer Nederland het RIVM verzocht onderzoek te doen naar de gezondheidsrisico’s voor passanten of omwonenden ten gevolge van benzeenverontreiniging rondom gaslekken. Benzeen komt van nature voor in het aardgas.

Uit het onderzoek van de met benzeen vervuilde grond blijkt dat de grootte van de vervuiling zeer beperkt is. De beoordeling van de risico’s van de vervuilde grond wijst uit dat omwonenden en passanten zich niet ongerust hoeven te maken over hun gezondheid.                                         
Tijdens reparaties aan de leidingen zijn tevens luchtmetingen gedaan. De gemeten hoeveelheden aan benzeen in de lucht liggen onder de gezondheidskundige grenswaarden en slechts iets boven de wettelijke milieukwaliteitsnorm. Doordat een reparatie  maar ongeveer 1 tot 2 uur duurt zijn de risico’s  verwaarloosbaar voor de omwonenden en passanten.

vrijdag 6 september 2019

180 miljoen euro nodig om ons drinkwater goed en schoon te houden

Het Drents drinkwater staat flink onder druk. Jarenlange vervuiling door de landbouw en de industrie bereiken onze drinkwaterbronnen. Waterwin- en pompstations zijn aan het einde van hun leven. En 800 kilometer waterleiding moet worden vernieuwd. De WMD moet de komende tien jaar 180 miljoen euro investeren om ons drinkwater goed, schoon en veilig te houden.

woensdag 4 september 2019

Heerenveners gooien veel minder afval in hun grijze sortibak

De inwoners van Heerenveen gooien 23 procent minder afval in hun grijze sortibak, sinds ze per kilo moeten betalen. De invoering van diftar-plus is een groot succes, zegt wethouder Jaap van Veen. 'We zijn per 1 januari begonnen met diftar-plus', aldus de VVD-wethouder. Voor iedere leging van de grijze bak betalen inwoners nu 1 euro, plus 25 cent voor iedere kilo vuil. Dit leidde in het eerste half jaar tot 23 procent minder kilo’s grijs afval ten opzichte van de eerste helft van 2018.

Techniek Nederland maakt Klimaatakkoord uitvoerbaar

Voorzitter Doekle Terpstra van Techniek Nederland tekent vandaag in Madurodam voor steun aan het Klimaatakkoord. Eric Wiebes, minister van Economische Zaken en Klimaat en Ed Nijpels, voorzitter van het Klimaatberaad, zijn daarbij aanwezig. De installatiebranche wil zich inzetten om de CO2-uitstoot van de gebouwde omgeving, de infrastructuur en de industrie terug te dringen.

De ruim 5.000 leden van Techniek Nederland zullen voor innovatieve oplossingen moeten zorgen om de kosten van de energietransitie binnen de perken te houden. Tegelijkertijd wil de branche alles op alles zetten om werknemers bij te scholen en nieuw talent te werven. De doelstellingen van het Klimaatakkoord zijn alleen te realiseren als er voldoende technici met green skills instromen op de arbeidsmarkt.

De leden van Techniek Nederland zullen met duurzame energietechnieken een belangrijke bijdrage leveren aan het reduceren van de CO2-uitstoot met 49 procent in 2030. Voorzitter Doekle Terpstra: ‘Zonder de technieksector krijgen we de energietransitie niet voor elkaar. Deze sector gaat het verschil maken.’ Terpstra hoopt dat ook andere sectoren hun steun zullen uitspreken voor het Klimaatakkoord. De voorzitter van Techniek Nederland is trots op het akkoord, waar zijn sector een belangrijke bijdrage aan leverde. Terpstra: 'We hebben veel gepraat en daar is een praktisch en realistisch akkoord uit voortgekomen. Nu zijn de klimaataanpakkers aan de beurt. Met concrete actieplannen rond innovatie en scholing gaan we vaart geven aan de energietransitie.’

CO2-uitstoot vertienvoudigd door importheffing op afval

De RDF Industry Group heeft een Technical Briefing Note gepubliceerd als reactie op de voorgenomen importheffing op afval. Nederland importeert afval uit Ierland en Engeland dat wordt omgezet in duurzame warmte en elektriciteit in Nederlandse afvalenergiecentrales, waarbij metalen worden teruggewonnen voor recycling. Als dit afval door de importheffing weer zal worden gestort in Ierland en Engeland dan zal de CO2-emissie met 370.000 ton toenemen (van 22 kg. naar 283 kg. netto CO2-emissie per ton afval). Dat berekende internationaal onderzoeksbureau Eunomia.

Naast dit schadelijke milieueffect zal de importheffing ook resulteren in minder duurzame energie, minder recycling en schade aan de economie, stelt de RDF Industry Group. De RDF Industry Group roept de overheid dan ook op om af te zien van de invoering van deze importheffing. De RDF Industry Group is een internationale belangenorganisatie bestaande uit 33 bedrijven uit 8 EU-landen die actief zijn in de keten van afvalopwerking tot RDF brandstof, RDF transport en RDF-verwerking tot energie en grondstoffen.

dinsdag 3 september 2019

Publieksconsultatie Klimaatplan en INEK van start

Het kabinet start een publieksconsultatie over de uitvoering van het Klimaatplan, dat beschrijft hoe Nederland tot 2030 het nationale klimaatbeleid vormgeeft. Aan de basis van het Klimaatplan ligt het Klimaatakkoord, dat op 28 juni 2019 gesloten werd.

Het Klimaatakkoord bevat maatregelen om de nationale CO2-uitstoot tot 2030 met 49% te verminderen op een manier die voor iedereen haalbaar en betaalbaar is. De publieksconsultatie over het Klimaatplan vraagt naar de aandachtspunten bij de uitvoering van die maatregelen.

Ook wordt gevraagd naar aandachtspunten die spelen op de langere termijn. De consultatie loopt tot 4 oktober, en is online te vinden op www.internetconsultatie.nl/klimaatplan. Tegelijk met het Klimaatplan consulteert het kabinet ook het Integrale Nationale Energie- en

Het Klimaatplan bevat de hoofdlijnen van het klimaatbeleid voor de komende 10 jaar. Het Klimaatplan is een verplichting die voortvloeit uit  de Klimaatwet, en is het instrument waarmee het kabinet klimaatbeleid vastlegt. De inhoud van het eerste Klimaatplan is volledig gebaseerd op het Klimaatakkoord.

Het INEK is een rapportage aan de Europese Commissie. Aan de hand van een uitvraag die gelijk is voor alle lidstaten van de Europese Unie, geeft Nederland hierin aan welk beleid wordt gemaakt op het gebied van energie en klimaat.

maandag 2 september 2019

Uitstoot van stikstof is schadelijker voor natuur dan gedacht

In heel Vlaanderen vormt de neerslag van stikstof een ernstige bedreiging voor het voortbestaan van essentiële schimmels in graslanden. Daardoor komt de biodiversiteit onder druk te staan. Dat blijkt uit een Europese studie onder leiding van Leuvense biologen.

Ons verkeer en vooral de bemesting in de landbouw zorgen voor de uitstoot van verschillende vervuilende stoffen waaronder stikstof. Het komt onder andere als gas in de lucht terecht en daarna via zure regen in de bodem. Door deze vorm van bodemvervuiling – stikstofdepositie – verzuurt de grond langzaamaan en wordt ze uiteindelijk giftig.

Stikstof tast talrijke schimmelsoorten aan. Die vormen een belangrijke schakel in ecosystemen zoals bossen of graslanden. Ze zijn immers onontbeerlijk voor de groei van de planten. Tal van schimmels voorzien de planten namelijk van voedingstoffen en water, de planten leveren deze schimmels dan weer suikers via hun wortels.