vrijdag 31 juli 2020

Nitraatuitspoeling naar grondwater: Op de goede weg

Vanuit een gezamenlijke aanpak werken agrariërs, drinkwaterbedrijven en overheden aan het verminderen van de uitspoeling van nitraat naar grondwater. De aanpak is belangrijk om de kwaliteit van de bronnen van het drinkwater te beschermen en is in december 2017 bekrachtigd in een bestuursovereenkomst tussen LTO Nederland, Vewin, IPO en de ministeries van LNV en IenW.

Inmiddels zijn tussentijdse resultaten bekend van de 34 grondwaterbeschermingsgebieden waar de aanpak gehanteerd wordt. De resultaten laten zien dat er voortgang is, maar het is wel van belang dat er nog effectievere maatregelen worden getroffen en dat meer agrariërs aansluiten om het doelbereik te vergroten.

Uitspoeling van nitraat uit mest en kunstmest naar het grondwater betekent voor agrarische bedrijven een verlies van nutriënten. Drinkwaterbedrijven willen niet dat er te veel nitraat in de bronnen van het drinkwater terechtkomt en benadrukken dat het nitraatgehalte onder de 50 mg per liter grondwater moet liggen. Agrariërs bekijken per gebied welke maatregelen ze kunnen nemen om de uitspoeling te verminderen (denk bijvoorbeeld aan keuzes op het gebied van bemesting of welke teelt op welke plek). Ze worden hierbij bijgestaan door het Deltaplan Agrarisch Waterbeheer (DAW) en door adviseurs die beschikbaar worden gesteld door het Rijk, de Provincies en de drinkwaterbedrijven.

In een tussenevaluatie is de voortgang per gebied zichtbaar gemaakt. In 11 ‘groene’ gebieden is men goed op weg om de doelen te halen. In 12 ‘oranje’ gebieden is de verwachting dat de doelen alsnog gehaald kunnen worden met dezelfde aanpak, maar zijn aanvullende maatregelen en/of meer deelnemers nodig. In 11 ‘rode’ gebieden is meer nodig, hier redt men het niet met de bestaande afspraken.

donderdag 30 juli 2020

Economische schade door biodiversiteitsverlies mogelijk twee tot vier keer hoger dan klimaatmodellen tot nu toe aannemen

Verschillende klimaatschademodellen waarop beleidsmakers zich baseren om de klimaatopwarming tegen te gaan, onderschatten de economische schade door biodiversiteitsverlies. Dat blijkt uit onderzoek van de Universiteit Hasselt, de Australische Nationale Universiteit en de Universiteit van Waterloo (Canada). De economische waarde van biodiversiteit ligt dubbel, tot zelfs vier keer hoger dan tot nu werd aangenomen.

De onderzoekers komen tot deze conclusie na een analyse van veertig jaar onderzoek naar de waarde van biodiversiteitsbescherming. Zij analyseerden 62 studies wereldwijd, waarin mensen bevraagd werden over hoeveel zij bereid zijn om te betalen voor het behoud van biodiversiteit zoals ecosystemen, diersoorten en habitats waar de respondenten zelf waarschijnlijk nooit mee in aanraking zouden komen.

De huidige klimaatschademodellen moeten mogelijk dus worden bijgesteld, zeggen de onderzoekers. Wereldwijd worden op basis van deze modellen miljarden geïnvesteerd om de klimaatopwarming tegen te gaan door maatregelen zoals het beperken van CO2-uitstoot en investeren in groene energie. De werkelijke investeringen zouden mogelijk dus nog hoger moeten liggen als we rekening zouden willen houden met de economische schade wanneer biodiversiteit verloren gaat.

woensdag 29 juli 2020

Actiegroepen tegen geluidsoverlast motorvoertuigen richten NEFOM op

Bewonersgroepen die geluidsoverlast door motorvoertuigen bestrijden hebben zich verenigd in de Nederlandse Federatie Omgevingslawaai Motorvoertuigen (NEFOM). De begin deze maand opgerichte NEFOM telt nu al 23 bewonersgroepen vanuit heel Nederland en dit aantal zal naar verwachting sterk stijgen. De NEFOM wil dat overheden paal en perk gaan stellen aan geluidsoverlast die wordt veroorzaakt door een deel van de motorvoertuigen.

Hoofddoel is het met ingang van uiterlijk 1 juni 2023 vaststellen en handhaven van een maximale geluidsnorm van 70dB(A) voor alle motorvoertuigen, zowel oude als nieuwe. Verder ondersteunt de NEFOM het streven om uiteindelijk alle motorvoertuigen, auto’s, motorfietsen, (water)scooters, speedboten en bromfietsen, elektrisch te laten zijn per 1 januari 2030.

De NEFOM stelt vast dat zich op vele plekken in ons land geluidsoverlast door motorvoertuigen voordoet. Vaak gaat het daarbij om kwetsbare locaties, zoals stads- en dorpskernen, landschappelijk waardevolle gebieden en stiltegebieden. Het stoort de NEFOM dat de geluidsnormen voor motorfietsen ver achterlopen bij personen – en vrachtauto’s. Daar komt bij dat de gemiddelde leeftijd van personenauto’s 10 jaar is en voor motorfietsen het dubbele. Dit verklaart dat het gemiddelde geluidsvolume voor personenauto’s geschat wordt op 72-74 dB(A) en voor motorfietsen op 80 dB(A). Voor de zwaardere en oudere motoren kan dit oplopen tot maximaal 106 dB(A).

maandag 27 juli 2020

PlanetCare houdt met wasmachinefilter plasticvervuiling tegen bij de bron


De Sloveense startup PlanetCare introduceert een wasmachinefilter die voorkomt dat plastic microvezels in het spoelwater terecht komen. Met deze wasmachinefilter - die vanaf vanadaag beschikbaar is voor concumenten in Nederland - wordt een grote milieuprobleem bij de bron oplost.

Microplastics zijn stukjes plastic kleiner dan 5 millimeter groot die voor milieu- en gezondheidsproblemen zorgen. Ze worden gebruikt in bijvoorbeeld kunstmest, schoonmaakmiddelen, cosmetica en kledingstof.

Wereldwijd komt jaarlijks 1,5 miljoen ton microplastics in de wereldzeeën terecht. Dat is het equivalent van een tote bag vol microplastics per week per persoon op aarde. Momenteel is maar liefst 35 procent van al deze microplastics in de oceanen afkomstig van kleding in wasmachines. Tegenwoordig wordt namelijk meer dan 60 procent van het textiel gemaakt van synthetische materialen bestaande uit plasticvezels.

Het PlanetCare microvezelfilter is gebaseerd op fysieke filtratie en in het gehele proces worden er geen chemicaliën gebruikt. Al het water dat uit een wasmachine komt, wordt gefilterd en er wordt gebruik gemaakt van een speciaal ontworpen dieptefilter dat een breed scala aan vezelgroottes (over het algemeen tussen 50 micron en 5 millimeter) vangt. De externe retrofit-huishoudfilter kan binnen 10 minuten op elke huishoudwasmachine worden geïnstalleerd.

zondag 26 juli 2020

Landsdekkend beeld PFAS

Om een landsdekkend beeld te krijgen van de onderzoeken naar de aanwezigheid van PFAS in de Nederlandse bodem, heeft het RIVM in opdracht van het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat (IenW) een database opgezet voor het verzamelen van analyseresultaten van PFAS in grond.

Om tot een definitieve normstelling voor PFAS te komen, is het belangrijk om de achtergrondwaarden en de aanwezigheid van PFAS in de Nederlandse bodem in beeld te brengen. Aangezien er tot voor kort niet veel bekend was over PFAS in de grond heeft de staatssecretaris van het ministerie van IenW in een kamerbrief van 9 oktober 2019 de sector, overheden en bedrijfsleven gevraagd om meetgegevens aan te leveren aan het RIVM. Deze gegevens zijn gezamenlijk met de 200 locaties ruimtelijk ontsloten op het portaal Atlas Leefomgeving.

donderdag 23 juli 2020

Provincie en rijk maken nadere afspraken over stikstof extern salderen en natuurherstel

Het rijk, provincies, gemeenten en waterschappen spraken op donderdag 9 juli over hoe de komende tijd wordt samengewerkt aan de aanpak stikstof en het herstel van de natuur. Het betreft afspraken op hoofdlijnen, die onder meer gaan over het legaliseren van meldingen, de opkoopregeling voor veehouderijen en natuurherstel en procesafspraken over het openstellen van extern salderen.

Er zijn ook afspraken gemaakt over het legaliseren van meldingen. Het gaat om meldingen die onder de PAS niet vergunningplichtig waren. Door de uitspraak van de Raad van State moeten de melders echter wel over een vergunning beschikken. De melders hebben destijds te goeder trouw gehandeld. Rijk en provincies hebben afspraken gemaakt over de wijze van legaliseren.

Het rijk draagt hiervoor primair de verantwoordelijkheid, de provincies zullen helpen om dit voor elkaar te krijgen. Melders ontvangen binnenkort een brief met informatie over het vervolg. In Brabant gaat het om ruim 600 locaties waarvoor in potentie een melding gelegaliseerd moet worden.

Geld voor Gelderse stikstofmaatregelen

Provincie Gelderland stelt 33,5 miljoen euro beschikbaar voor de aanpak van stikstof. Het gaat om geld voor onderzoek naar het duurzamer maken van de bouw, de binnenvaart en de industrie en geld voor gezonde en duurzame kalverbedrijven. Met deze aanpak kunnen de stikstofmaatregelen van start. De eerste keukentafelgesprekken met houders van kalveren beginnen na de zomer van 2020.

Gelderland heeft sinds oktober 2019 samen met de Gelderse partijen uit de bouw, mobiliteit, landbouw, natuur, industrie, regio’s en waterschappen gewerkt aan een Gelders plan om de stikstofproblematiek aan te pakken. Daar zijn mogelijke maatregelen uitgekomen, om stikstof te verminderen en de natuur sterker te maken.

De provincie reserveert 30 miljoen voor kalverbedrijven. Door COVID-19 is er in de agrarische sector een aantal bedrijven die in zwaar weer zitten. Het Rijk komt in het kader van stikstof met een beëindigingsregeling voor veehouderijen met productierechten.

De Gelderse maatregelen zijn aanvullend op die van het Rijk. Ze zijn gericht op een duurzaam uitzicht op de toekomst voor de kalverbedrijven. Met behulp van keukentafelgesprekken onderzoeken we wat de mogelijkheden zijn voor vernieuwing, het vinden van andere verdienmodellen of eventueel het beëindigen van bedrijven.

woensdag 22 juli 2020

Utrecht neemt maatregelen voor gezonde lucht

De luchtkwaliteit in Utrecht wordt steeds beter, maar is nog steeds niet gezond genoeg volgens de advieswaarden van de Wereldgezondheidsorganisatie. De gemeente wil zich er dan ook voor inspannen om de lucht voor haar inwoners zo gezond mogelijk te maken.

Onlangs presenteerde de gemeente een plan om de luchtkwaliteit in de stad verder te verbeteren. Er is in kaart gebracht waar de meeste luchtverontreiniging in Utrecht vandaan komt en op welke van deze bronnen de gemeente invloed heeft. De belangrijkste bronnen zijn het lokale wegverkeer, mobiele (bouw)werktuigen (zoals aggregaten, hijskranen en graafmachines) en houtstook.

De gemeente wil dat zeer vervuilende dieselauto’s uit de stad wegblijven. Een heel klein deel van deze auto’s stoot naar verhouding erg veel ongezonde stoffen uit. Daarom wil de gemeente de toegangseisen voor de milieuzone strenger maken. Vanaf 1 februari 2021 zijn alleen diesel personen- en bestelauto’s van na 2004 (emissieklasse 4 en hoger) welkom in de milieuzone. Hoe hoger de emissieklasse, hoe schoner de auto. Alle benzine-, LPG- en elektrische auto’s blijven toegestaan.

In 2025 wil de gemeente de toegangseisen van de milieuzone nogmaals aanpassen. Alleen dieselauto’s van na 2009 (emissieklasse 5 en hoger) mogen dan nog naar binnen. Ook wordt het gebied van de huidige milieuzone dan emissievrij voor al het logistieke verkeer. Verder komt het college van B&W uiterlijk in januari 2023 met een raadsvoorstel om de milieuzone te vergroten tot aan de snelwegring. Tenzij uit onderzoek blijkt dat het verkeer dusdanig verminderd of de lucht dermate verschoond is dat een vergroting van de milieuzone niet noodzakelijk is om uiterlijk in 2030 aan de advieswaarden van de WHO te voldoen. Dan wordt ook gekeken of een aanvullende sloopregeling nodig is en of dit past binnen de beschikbare middelen.

Op dit moment rijden snorfietsers nog overal op het fietspad. Rond de zomer van 2021 wil de gemeente dat snorfietsers (met een blauw kenteken) in Utrecht op veel plekken niet meer op het fietspad rijden, maar op de rijbaan, net als brommers (met een geel kenteken). Dit verbetert de doorstroming en de verkeersveiligheid op het fietspad en zorgt voor gezondere lucht voor de fietsers.

De gemeente stelt verder voor om de meest vervuilende mobiele bouwwerktuigen niet meer toe te laten in de stad. De lokale uitstoot van mobiele werktuigen kan erg hoog zijn en ze dragen voor een belangrijk deel bij aan de luchtvervuiling in de hele stad. Bouwwerktuigen moeten vanaf 1 januari 2022 minimaal voldoen aan de emissieklasse Fase IV. Daarnaast komt de gemeente samen met de bouwsector tot een aanpak om het stationair draaien van bouwmachines te verminderen.

dinsdag 21 juli 2020

Kabinet maakt werk van erkenning slachtoffers gevaarlijke stoffen

Mensen die ernstig ziek zijn geworden door het werken met gevaarlijke stoffen moeten op termijn in aanmerking kunnen komen voor een financiële tegemoetkoming. Dat is een van de aanbevelingen van de commissie Vergemakkelijking Schadeafhandeling Beroepsziekten onder leiding van Ton Heerts.

Eén van de adviezen van de commissie is het introduceren van een regeling die het mogelijk maakt een financiële tegemoetkoming toe te kennen aan slachtoffers van beroepsziekten door blootstelling aan gevaarlijke stoffen op het werk. Het kabinet onderschrijft het belang van erkenning voor deze slachtoffers en gaat dit voorstel nader uitwerken. Na de zomer neemt het Kabinet een definitief besluit over de tegemoetkoming en de financiering ervan.

Het kabinet verkent eveneens hoe de bestaande kennis en expertise over beroepsziekten als gevolg van werken met gevaarlijke stoffen en de behandeling daarvan beter kan worden geborgd en beter kan worden ingezet voor preventie ervan. Op dit moment is die kennis bij meerdere instituten verspreid.

maandag 20 juli 2020

Milieuschade voorkomen met beter toezicht

Ongezonde grafietregens en ernstige bodemverontreiniging: het zijn nare voorbeelden van milieuschade die niemand in zijn achtertuin wil.

De afgelopen jaren is veel gedaan om uitstoot van schadelijke stoffen naar de bodem, water en lucht te verminderen. Nog te vaak zijn er overtredingen die milieu- en gezondheidsschade kunnen geven.

Staatssecretaris Van Veldhoven (Milieu) vindt dat dit afgelopen moet zijn. Het is zaak dat we milieu- en gezondheidsschade voorkomen, in plaats van achteraf herstellen. Een cruciaal onderdeel daarvan is het verbeteren van het systeem van milieutoezicht- en handhaving. Onder leiding van Jozias van Aartsen (voormalig minister, voorheen burgemeester van Den Haag) gaat een milieucommissie met deze opdracht aan de slag.

De commissie Van Aartsen heeft als voornaamste opdracht gekregen te adviseren hoe milieutoezicht en -handhaving versterkt kan worden. Van Veldhoven wil met name weten hoe de onafhankelijkheid en deskundigheid van toezichthouders, in het bijzonder omgevingsdiensten, kan worden versterkt. Ook wil de staatssecretaris weten hoe het stelsel van handhaving en toezicht eenvoudiger, effectiever en transparanter kan. De commissie Van Aartsen gaat het huidige systeem kritisch tegen het licht houden en is gevraagd begin 2021 de eerste resultaten te kunnen presenteren.

vrijdag 17 juli 2020

'Geen verschil in uitloging van PFAS uit grond en bagger'

Bij het gebruik van bagger en grond onder water kunnen stoffen vrijkomen in het oppervlaktewater en het grondwater. Uit onderzoek van het RIVM en Deltares blijkt dat er evenveel PFOS (perfluoroctaansulfonaten) en PFOA (perfluoro octanoic acid) vrijkomen uit grond als uit bagger.

Aan het gebruik van grond en bagger waarin PFAS voorkomen, zijn eisen gesteld om te voorkomen dat deze stoffen zich verder verspreiden in het milieu. Dat geldt ook voor het gebruik onder oppervlaktewater, zoals het ondieper maken van plassen waaruit vroeger zand en klei werd gewonnen.

Eerder was al bekend dat veel partijen grond en bagger lage concentraties PFAS bevatten. Omdat PFAS zich anders gedragen dan veel andere stoffen, was het niet bekend in hoeverre het soort bodem van invloed is op de mate waarin PFAS kunnen vrijkomen.

donderdag 16 juli 2020

Kabinet zet in op verdere verduurzaming financiële sector

Het moet makkelijker worden om in de financiële sector groene financiële keuzes te maken en risico’s die klimaatverandering met zich meebrengt beter in te schatten. Dit staat onder meer in de door de ministerraad vastgestelde kabinetsreactie van minister Hoekstra van Financiën op de initiatiefnota ‘Van oliedom naar gezond verstand: verduurzaming van de financiële sector’.

Ook zal het kabinet zich in Europees verband ervoor inzetten banken beter rekening te laten houden met klimaatrisico’s, bijvoorbeeld door meer buffers aan te houden. Er moet daarnaast meer openheid komen over de risico’s die bedrijven lopen als gevolg van klimaatverandering, en hoe ze daarmee omgaan. Klanten en investeerders kunnen zich dan beter voorbereiden op risico’s die klimaatverandering met zich meebrengt.

Verduurzaming in de financiële sector is een van de speerpunten van het kabinet. Vorig jaar gaf Nederland met succes een groene obligatie uit - die dit jaar tweemaal is heropend - waarmee groene uitgaven worden gefinancierd. Op Europees niveau wordt aan een nieuwe standaard gewerkt voor groene obligaties. Het kabinet wil bij toekomstige uitgiftes dat de Nederlandse groene staatsobligatie daaraan voldoet.

woensdag 15 juli 2020

Subsidie voor opruimen gedumpt drugsafval

Gemeenten, terreinbeheerders en particuliere grondeigenaren in Zuid-Holland, die voor het opruimen van drugsafval en sanering van de stortplaats in 2019 of 2020 kosten hebben gemaakt, kunnen vanaf 3 juli tot en met 1 december 2020 een aanvraag indienen. De subsidieaanvraag loopt via www.subsidiedrugsafval.nl, een website van de provincie Noord-Brabant, die de regeling ook namens de provincie Zuid-Holland uitvoert.

Het kabinet stelt voor alle provincies samen in de periode 2019 tot en met 2024 per jaar 1.000.000 euro beschikbaar. Elke provincie kent een eigen subsidieplafond; voor Zuid-Holland geldt voor 2020 een subsidieplafond van €98.466.

Volgens de Zuid-Hollandse regeling krijgen particulieren de kosten van het afvoeren en verwijderen van gedumpt drugsafval en het eventueel saneren van bodem en water volledig vergoed tot een maximum van 24.999 euro. Gemeenten of andere publiekrechtelijke rechtspersonen krijgen maximaal 50 procent van de kosten vergoed, ook met een maximum van 24.999 euro.

dinsdag 14 juli 2020

Maastricht ondertekent Schone Lucht Akkoord

Maastricht ondertekende onlangs het Schone Lucht Akkoord. Het is een intentieverklaring om samen te werken aan maatregelen die op landelijke en/of regionale schaal ingezet kunnen worden om de luchtkwaliteit te verbeteren en gezondheidswinst te behalen. Het doel is om in 2030 50 procent gezondheidswinst te hebben gerealiseerd door schonere lucht.

Volgens Gert-Jan Krabbendam, wethouder Klimaat & Energie, Ruimtelijke ontwikkeling en Mobiliteit, is schone lucht geen luchtig onderwerp maar een serieuze zaak. 'Met het ondertekenen van het akkoord committeren wij ons aan de ambitie om de luchtkwaliteit permanent te verbeteren. Het akkoord is in lijn met de ambities en doelstellingen uit het coalitieakkoord en uit de omgevingsvisie om een duurzame en gezonde stad te zijn. We streven naar een continue verbetering van de luchtkwaliteit en daarmee de gezondheid van de inwoners van de stad.'

maandag 13 juli 2020

Nieuwe meetapparatuur brengt atmosfeer boven TU Delft Campus nauwkeurig in kaart

Onlangs is een zogenaamde 94 GHz FMCW Doppler Cloud Radar geleverd en geïnstalleerd op The Green Village, op TU Delft Campus. Deze compacte en mobiele wolkenradar gaat de komende tijd hoge resolutie beelden leveren van de samenstelling van de wolken boven de TU campus.

Deze stralingsmeter wordt voornamelijk gebruikt om verticale profielen van temperatuur en luchtvochtigheid af te leiden. Beide instrumenten gaan samenwerken om een gedetailleerd beeld te krijgen van de lokale weersomstandigheden, en worden daarnaast ingebed in het landelijke meetnetwerk van het Ruisdael Observatorium.

Het Ruisdael Observatorium - naar de 17e-eeuwse schilder Jacob van Ruisdael - combineert een landelijk dekkend meetnetwerk met fijnmazige simulaties en de benodigde rekenkracht om gedetailleerd de verandering van het lokale weer, luchtkwaliteit en klimaat in beeld te kunnen brengen.

zondag 12 juli 2020

ACM biedt meer mogelijkheden voor samenwerking tussen bedrijven om klimaatdoelen te halen

De Autoriteit Consument & Markt (ACM) wil de mogelijkheden verruimen voor samenwerking tussen concurrerende bedrijven op het gebied van duurzaamheid. Vooral voor het bereiken van klimaatdoelen, zoals vermindering van CO2- uitstoot, krijgen bedrijven meer mogelijkheden om afspraken te maken. Dat kan volgens de ACM als de voordelen voor de gehele samenleving opwegen tegen de nadelen van de mogelijke beperking van de concurrentie.

Dat staat in de conceptleidraad ‘duurzaamheidsafspraken’. Aan de hand van voorbeelden schetst de ACM daarin de mogelijkheden voor samenwerking tussen bedrijven die bijdraagt aan een duurzame samenleving. De ACM legt de leidraad nu ter consultatie voor aan nationale en internationale belangengroepen, bedrijven, wetenschappers, belangstellenden en overheden.

Allereerst legt de ACM in de leidraad uit dat verschillende soorten samenwerking de concurrentie helemaal niet beperken en dus zijn toegestaan. Bijvoorbeeld om samen tot stevige keurmerken of labels te komen of gezamenlijke afspraken om wetten in andere landen na te leven, zoals een verbod op kinderarbeid of illegale houtkap.

Als de afspraken wél de concurrentie beperken, dan zijn deze toegestaan als aan bepaalde voorwaarden is voldaan. Eén van die voorwaarden is dat de voordelen van de samenwerking moeten opwegen tegen de nadelen. Een voordeel is bijvoorbeeld minder uitstoot van CO2; een nadeel is een prijsverhoging voor gebruikers. Nieuw in deze conceptleidraad is de manier waarop deze voordelen tegen de nadelen worden afgewogen.

Ook is in de leidraad een aantal voorwaarden versimpeld. Zo is nieuw dat niet altijd een cijfermatige analyse hoeft te worden gemaakt. In sommige gevallen volstaat een goed onderbouwde beschrijving van de voor- en nadelen. Dat geldt bijvoorbeeld als bedrijven die de afspraken maken samen een marktaandeel van minder dan 30 procent hebben of wanneer evident is dat de voordelen groter zijn dan de nadelen.

vrijdag 10 juli 2020

Onderzoek naar ‘klimaatbomen’ van start in Barendrecht

In Barendrecht start een onderzoek naar het effect van bomen op hitte in steden. Wetenschappers van de TU-Delft onderzoeken de komende drie jaar welke bomen zorgen voor de meeste verkoeling op verschillende plekken in de stad.

Het onderzoek vindt plaats bij Loods38 in de Dutch Fresh Port, een woon-werkgebied in ontwikkeling. De provincie stelt hiervoor 21 bomen ter beschikking.

De TU-Delft voert een dergelijk onderzoek al uit op hun eigen terrein. Het klimaatbos bij Loods38 in de Dutch Fresh Port is hieraan een mooie toevoeging aangezien het een stenige omgeving is met veel loodsen. De gemeente Barendrecht ontwikkelt hier het project De Stationstuinen. De ambitie is om een groen en gezond leefgebied te maken.

Bij het onderzoek werkt de TU-Delft samen met Lentiz MBO Barendrecht, waar de groenprofessionals van de toekomst worden opgeleid. Op hetzelfde terrein werken zij aan een zogeheten living lab voor stedelijk groen. Leerlingen en start-ups gaan onder andere aan de slag met de ontwikkeling van stedelijke voedsellanen, verticaal groen en groen op daken. Ook de bedrijven leveren hieraan een bijdrage.

donderdag 9 juli 2020

RIVM verricht verkennende metingen naar ultrafijnstof in de IJmond

In het IJmondgebied zijn door RIVM metingen van ultrafijnstof gedaan. In Wijk aan Zee zijn tijdens de meetperiode de meeste ultrafijnstof deeltjes aangetroffen. In IJmuiden werd het minste ultrafijnstof gemeten.

De metingen vonden plaats in december 2019 en januari 2020. De resultaten zijn dus alleen representatief voor deze twee maanden. De niveaus blijken verder sterk afhankelijk van de windrichting. In deze periode kwam de wind vooral uit het zuiden en zuidwesten.

Het gemiddelde niveau in Wijk aan Zee is dan bijna vergelijkbaar met wat wel gemeten wordt in een straat met veel verkeer. Bij andere windrichtingen zijn de niveaus in Wijk aan Zee lager.

Voor elk meetpunt werd berekend welke windrichtingen meer of minder bijdragen. Daardoor weten we dat het meeste ultrafijnstof komt uit het gebied tussen Wijk aan Zee en IJmuiden. In dit gebied kunnen industrie, scheepvaart en zwaar transport de uitstoot van ultrafijnstof veroorzaken. Welke bronnen meer of minder bijdragen, is niet vast te stellen met de informatie uit dit onderzoek. Zo liggen genoemde bronnen dicht bij elkaar, en zijn grootte en locaties van de emissies niet precies bekend.

woensdag 8 juli 2020

Ecologen RUG onderzoeken effect Groningse zonneparken op biodiversiteit en bodem

Ecologen van de Rijksuniversiteit Groningen zijn gestart met een onderzoek naar biodiversiteit en bodemkwaliteit in Nederlandse zonneparken in de provincie Groningen.

De komende vijf jaar gaan de onderzoekers bij vijftien zonneparken de bodem, begroeiing, insecten, zoogdieren en vogels monitoren. Het doel van het onderzoek is te komen tot de beste inrichting en beheer voor biodiversiteit en bodemkwaliteit. Het onderzoek wordt uitgevoerd in opdracht van de provincie Groningen en producent van duurzame energie Solarfields.

Voor het eerst in Nederland worden verschillende opstellingen en vormen van beheer van zonnepanelen getoetst. Daarmee wordt onderzocht welke effecten de inrichting en het beheer hebben op de bodemkwaliteit en biodiversiteit en hoe die kunnen bijdragen aan de verbetering ervan.

De resultaten van het onderzoek kunnen als uitgangspunt dienen voor een natuurlijke inrichting van zonneparken. Als een zonnepark op een positieve manier bijdraagt aan de biodiversiteit, verhoogt dit ook het draagvlak in de maatschappij voor zonneparken. Tot en met 2025 worden in de provincie Groningen vijftien zonneparken van diverse eigenaren vanaf de aanleg nauwlettend gevolgd.

dinsdag 7 juli 2020

'Industrie kan CO2 uitstoot fors reduceren'

Een studie van de consultants RoyalHaskoningDHV en PDC toont aan dat de Nederlandse industrie met de toepassing van innovatieve, energiebesparende, technieken de komende 5 jaar tenminste 3 Mton CO2 uitstoot kan besparen. De studie is uitgevoerd in opdracht van FME en VEMW die in dit kader samenwerken in ‘Project 6-25’.

Uit de studie blijkt dat de grootste CO2 winst te behalen is met technieken op gebied van warmte-integratie, ICT en flexibiliteit.

Ondernemersorganisatie voor de technologische industrie FME is, in samenwerking met kenniscentrum en belangenbehartiger van zakelijke energie- en watergebruikers VEMW, Project 6-25 gestart met als ambitie om in 2025 zes megaton CO2 te kunnen reduceren. Er kan op grote schaal energie worden bespaard door simpelweg efficiënter te werken, blijkt uit de studie.

maandag 6 juli 2020

Ecodak van Reclassering Nederland zuivert lucht

Zonnepanelen, dakisolatie, warmtepompen: het zijn bekende keuzes voor de verduurzaming van woningen en kantoorpanden. Reclassering Nederland koos voor haar pand aan de Wibautstraat in Amsterdam voor een nog onbekende maar zeer innovatieve oplossing: een luchtzuiverend ecodak. Dit volledig witte dak zuivert de lucht en zorgt bovendien voor een lagere energierekening.

Het mag dan niet zichtbaar zijn vanaf de straat, maar het dak van Reclassering Nederland (Wibautstraat 6-12) is een bijzondere verschijning in de zee van zwart bitumen dat de platte daken in de directe omgeving kenmerkt. Het dak van 990 vierkante meter is de afgelopen weken door dakdekkersbedrijf Kewodak | De Dakmakers uit Alphen aan den Rijn voorzien van een witte leislag met een coating.
Onder invloed van UV-licht (de zon) werkt de coating als een katalysator die stikstoffen en zwaveloxides omzet in onschadelijke, milieuneutrale stoffen.

Het nieuwe dak zuivert op jaarbasis 225 kilogram NOx en 150 kilogram SOx uit de lucht en levert een CO2-reductie op van 822 kilogram per jaar, aldus het onafhankelijke Onderzoekscentrum voor de Wegenbouw (OCW).

zondag 5 juli 2020

Gids voor klimaatscenarioanalyse en onderzoek naar impact klimaatverandering op monetair beleid

Centrale banken en prudentieel toezichthouders over de hele wereld intensiveren hun inspanningen om klimaatgerelateerde risico’s in hun werk te integreren, met name in het toezicht op de financiële stabiliteit.

Bovendien richten centrale banken zich steeds meer op de potentiële impact van klimaatverandering op de prijsstabiliteit en de gevolgen daarvan voor het monetair beleid.

In de klimaatscenario’s worden de transitie- en de fysieke effecten van klimaatverandering op basis van uiteenlopende aannames onderzocht, om een gemeenschappelijk referentiekader te bieden waarmee centrale banken en toezichthouders de toekomstige risico’s kunnen doorgronden.

De allereerste Gids voor klimaatscenarioanalyse voor centrale banken en toezichthouders geeft praktisch advies over het gebruik van scenarioanalyses om de klimaatrisico’s voor de economie en het financiële stelsel inzichtelijk te maken. De Gids heeft naast praktisch advies ook tot doel de discussie over de gebruikte methodes te bevorderen.

vrijdag 3 juli 2020

Wettelijke grenswaarde voor uitstoot van dieselmotoren

Per 1 juli 2020 geldt een wettelijke grenswaarde voor dieselmotoremissie (DME). Deze is vastgesteld op 10 µg EC/m3 (uitgedrukt in respirabele elementaire koolstofdeeltjes) en geldt voor de komende 4 jaar.

Dat heeft de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid besloten. Een wettelijke grenswaarde voor DME bestond nog niet.

Dieselmotoren worden gebruikt voor de aandrijving van voertuigen en generatoren. Bij de verbranding van petroleumdiesel in deze motoren ontstaat dieselmotoremissie (DME). De roetdeeltjes in de uitlaatgassen van dieselmotoren zijn bij inademing schadelijk voor de gezondheid.

TANGO satelliet: het monitoren van broeikasgasuitstoot

De satellietmissie TANGO kan een bijdrage leveren aan het wereldwijd onafhankelijk monitoren van belangrijke bronnen van antropogene broeikasgasuitstoot.

De wendbare TANGO-satellieten kunnen meerdere keren per week rechtstreeks worden gericht op bekende bronnen van broeikasgasuitstoot om die nauwkeurig te meten. Op die manier kunnen openbaar beschikbare uitstootgegevens worden geverifieerd. Hierbij kunnen trends, zoals de geografische spreiding, variaties van emissies en het effect van reductiemaatregelen worden bepaald.

In samenwerking met ISISpace, SRON en het KNMI heeft TNO een belangrijke rol gespeeld in het ontwerpen van een tweelingsatellietsysteem. Dit systeem kan de uitstoot van afzonderlijke industriële installaties meten met een ruimtelijke resolutie van ongeveer 300 m x 300 m.

De instrumenten zullen het volgende meten:
Koolstofdioxide (CO2)emissies van meer dan 5Mt/ jaar, bijv. van energiecentrales, die alleen al in de EU verantwoordelijk zijn voor ongeveer 44% van de jaarlijkse CO2
Methaan (CH4) emissies van meer dan 10kt/ jaar, bijv. van olie & gas installaties, kolenmijnen en de afvalwerking, die alleen al in de EU verantwoordelijk zijn voor ongeveer 68% van de totale CH4 uitstoot
Stikstofoxide (NOx) emissies, die helpen CO2 pluimen te detecteren, historische CO2 trends te bepalen op basis van reeds beschikbare NOx data, en op de CO2 bijdrage te bepalen in gemengde CH4- CO2 bronnen.

donderdag 2 juli 2020

HvA-dak proeftuin voor 10.000 m2 klimaatbestendige daken

Een dak dat zorgt voor meer biodiversiteit in de stad, ons beschermt tegen al te grote hitte en overtollig water na fikse regenbuien opvangt en reguleert. Het klinkt als een utopie, maar in Amsterdam-Oost komt 10.000 m2 aan blauw-groene daken die dit mogelijk maken.

Het Benno Premselahuis van de Hogeschool van Amsterdam (HvA) was als eerste aan de beurt. Wethouder Laurens Ivens opende het dak van onderzoeksproject RESILIO op een van de warmste dagen van het jaar.

Met een Europese subsidie van 4,8 miljoen euro voor dit vernieuwende project op het gebied van klimaatadaptatie, wordt dit najaar 10.000 m2 aan blauw-groen dak gerealiseerd in Amsterdam. Vernieuwend in deze proef is het slimme systeem met sensoren, waardoor het dak water vasthoudt of juist loost gebaseerd op de weersvoorspelling. De slimme daken worden in een netwerk verbonden, waardoor een nieuw soort watermanagement op wijk- en gebouwniveau ontstaat.

Als onderdeel van onderzoeksprogramma Urban Technology, meet het team van RESILIO ook wat de effecten zijn van blauw-groene daken op hittestress. De daken hebben als voordeel dat ze veel meer water kunnen opvangen en dus ook langer vocht kunnen verdampen tijdens hitte en droogte. Daardoor blijft het koeler binnenshuis, maar kan het door opschaling ook de stedelijke omgeving verkoelen.

woensdag 1 juli 2020

Stikstof- en fosfaatuitscheiding dierlijke mest opnieuw afgenomen

De uitscheiding van stikstof en fosfaat in dierlijke mest is in 2019 verder afgenomen. Vergeleken met een jaar eerder daalde de stikstofuitscheiding met 2,8 procent. De fosfaatuitscheiding nam tegelijkertijd met 4,0 procent af. De daling hangt samen met de krimp van de veestapel. De uitscheiding van stikstof en fosfaat komt hiermee verder onder het plafond dat voor deze stoffen door de Europese Unie is vastgesteld. Dit meldt het CBS op basis van definitieve cijfers.

Vorig jaar daalde de fosfaatuitscheiding met 6,5 miljoen kilogram naar 155,5 miljoen kilogram. De fosfaatuitscheiding ligt daarmee ruim onder het fosfaatplafond van 172,9 miljoen kilogram.

In de melkveesector bedroeg de stikstofuitscheiding vorig jaar 279,7 miljoen kilogram, 10,2 miljoen kilogram (3,5 procent) minder dan in 2018. De stikstofuitscheiding van de melkveehouderij is nu gedaald tot onder het productieplafond van 281,8 miljoen kilogram voor deze sector. Vorig jaar was de fosfaatproductie van de melkveesector 75,5 miljoen kilogram, 3,2 miljoen kilogram (4,0 procent) minder dan in 2018. De fosfaatproductie in de melkveesector ligt daarmee ruim onder het fosfaatplafond voor deze sector van 84,9 miljoen kilogram.