vrijdag 30 oktober 2020

Nieuwe filtertechnologie kan oplossing bieden voor fluorvervuiling

 

Bio-ingenieurs van de KU Leuven hebben een nieuwe methode gevonden om schadelijke geperfluoreerde chemicaliën uit het water te filteren. Zogenaamde PFAS, gebruikt in onder meer pannen met anti-aanbaklaag en in waterafstotende kledij, breken niet af en stapelen zich op in het milieu, met mogelijke gezondheidsrisico’s als gevolg.

Midden augustus werd in de haven van Antwerpen een ernstige vervuiling vastgesteld. De boosdoener: PFAS (PerFluorinated Alkylated Substances). Deze klasse van verschillende chemische stoffen is van naam misschien niet zo bekend, maar de toepassingen ervan zijn dat wel: pannen met anti-aanbaklaag, brandblusschuimen, voedselverpakkingen, waterafstotende kledij … De stoffen zijn populair vanwege hun chemische eigenschappen: ze zijn bestand tegen hoge temperaturen, bijtende producten en elektriciteit, en bovendien zijn ze water- en vuilafstotend.

De keerzijde van de medaille: omdat deze chemische stoffen zo robuust zijn, zijn ze ook niet biologisch afbreekbaar. Daarom worden ze ook forever chemicals genoemd. Deze fluorvervuiling is wijdverspreid: de chemicaliën verspreiden zich via de lucht en het water, en komen zo in onze voeding en drinkwater terecht. Er zijn ook aanwijzingen dat PFAS op lange termijn de gezondheid kunnen schaden: de stoffen zijn mogelijk kankerverwekkend en hormonaal verstorend.

donderdag 29 oktober 2020

100 miljoen beschikbaar voor veenweide aanpak

Rijk en provincies gaan samen met landbouw- en natuurorganisaties, de waterschappen en gemeenten de problematiek in veenweidegebieden aanpakken. Het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) heeft daar 100 miljoen euro voor beschikbaar gesteld in het kader van het Klimaatakkoord.

De kunstmatig lage waterstand in veenweidegebieden zorgt voor oxidatie van het veen en dat leidt tot extra uitstoot van broeikasgassen en tot bodemdaling. Het waterpeil verhogen in veenweidegebied heeft echter grote gevolgen voor agrariërs, want hogere waterpeilen vragen om een andere bedrijfsvoering. Op te natte gronden zakken koeien en machines weg en is de grasopbrengst minder. Nieuwe oplossingen zijn nodig.

Verschillende regio’s in veenweideprovincies Friesland, Groningen, Noord- en Zuid Holland,  Overijssel en Utrecht, vragen elk om hun eigen oplossingsrichting. Onderzoek is nodig om te kunnen bepalen welke oplossing in welk gebied het beste is.

In het Klimaatakkoord is afgesproken dat de landbouw en landgebruik zich inzetten voor een CO2-reductie van 3,5 megaton in 2030, met een verdere ambitie van 6 megaton. Met de gebiedsgerichte aanpak van de veenweidegebieden wordt een CO2-reductie van 1 megaton beoogd in 2030 onder regie van de provincies.

dinsdag 27 oktober 2020

Bankbeleid duurzamer

Vijf banken krijgen van de Eerlijke Bankwijzer hogere scores vanwege verbeterd klimaatbeleid in de afgelopen twee jaar, maar scores blijven vaak nog matig (vijf banken komen niet boven score 5-6).

ABN Amro en ING zijn wel transparanter over de CO2-voetafdruk van een deel van hun zakelijke leningen. Verder heeft ABN Amro voor de broeikasgasemissies van leningen aan energiebedrijven en vastgoed concrete reductiedoelstellingen ontwikkeld.

Zes banken hebben echter nog geen of volstrekt ontoereikende doelstellingen om investeringen in fossiele energie (met name olie-en gasbedrijven) uit te faseren. Vier banken zijn ook nog niet transparant over hun aandeel in de broeikasgasemissies van alle bedrijven en projecten waarin zij investeren. De Volksbank en Triodos hebben veruit het beste klimaatbeleid: zij scoren beide een 9.

maandag 26 oktober 2020

Achmea Innovation Fund investeert in Land Life Company

Het Achmea Innovation Fund neemt een significant minderheidsbelang in herbebosser Land Life Company, en wordt hiermee de grootste externe investeerder in dit bedrijf.

Hiermee ondersteunt het fonds van Achmea de missie van Land Life Company om twee miljard hectare aangetast land wereldwijd te helpen herstellen.

Om de doelstellingen van het Parijs-akkoord te halen, moet er een groot hoeveelheid CO2 uit de atmosfeer worden afgevangen. Hiervoor is herbebossing een van de weinige maar ook een van de meest kostenefficiënte oplossingen. Land Life Company is een door technologie gedreven herbebossingsbedrijf dat op een schaalbare manier bomen plant. Dit zorgt voor natuurherstel en een enorme CO2-afvang.
 

zondag 25 oktober 2020

Soilwash maakt van afvalstromen weer iets waardevols

Met de nieuwste innovatie van TAUW en de Vries & van de Wiel kan zelfs de meest verontreinigde PFAS-houdende grond gewassen worden en hoeven bouwprojecten niet meer worden stilgelegd. Meer hierover is te lezen in onderstaand artikel dat verschenen is in Cobouw.

De bouwsector kan het hoofdpijndossier PFAS eindelijk achter zich laten. Althans, dat is de mening van de Vries & van de Wiel en ingenieursbureau TAUW.

De aannemer kwam vorig jaar evenals vele andere bedrijven flink in de problemen toen de PFAS-normen plotseling op 0,1 microgram per kilo grond werden gezet. Bouwprojecten door het hele land kwamen stil te liggen, opdrachtgevers trapten op de rem en miljoenen aan bouwomzet gingen verloren.

Inmiddels is de situatie verbeterd: de strenge norm is verruimd naar 1,4 PFAS per kilo grond, waardoor veel projecten weer door kunnen. Het probleem is echter nog niet opgelost. Nog zo’n tien procent van de markt kan niet uit de voeten met de huidige norm, bij veel opdrachtgevers heerst nog onzekerheid en bovendien zijn de giftige stoffen niet weg.

Om daar een oplossing voor te bieden besloten de Vries & van de Wiel en TAUW begin dit jaar de koppen bij elkaar te steken.

Net als de wasmachine thuis doet de Soilwash een voorwas, hoofdwas en nawas. Allereerst wordt de grond gescheiden in verschillende fracties. Dan volgt de hoofdwas en komt PFAS vooral in het waswater terecht. Daar zit de hele crux: de zuivering van het waswater. Slechts de fijne fractie, het slib, wordt gestort: de hoeveelheid te storten materiaal wordt zo met zo’n 80 procent verminderd.

vrijdag 23 oktober 2020

Medicijnresten zijn risico voor kwaliteit oppervlaktewater

Een nieuwe studie door RIVM en Deltares bevestigt dat medicijnresten een risico zijn voor de kwaliteit van het oppervlaktewater in Nederland. Dat blijkt uit een analyse van meetgegevens van waterbeheerders uit 2017 en 2018.

In 2017 en 2018 werd van 19 verschillende stoffen de risicogrens minimaal één keer overschreden. Stoffen als pijnstillers, antibiotica, bloeddrukverlagers, antidepressiva en anti-epileptica overschreden de risicogrens zelfs meerdere keren. Medicijnresten kunnen het ecosysteem aantasten, omdat ze een risico zijn voor dieren die in het oppervlaktewater leven.

Door uitbreiding van zowel het aantal meetpunten als de meetfrequentie, vonden de onderzoekers nu meer stoffen boven de risicogrens. Deze risicogrens is voor sommige stoffen erg laag. Voor die stoffen waren de metingen niet gevoelig genoeg. De werkelijke hoeveelheid medicijnresten in het oppervlaktewater is waarschijnlijk groter. Daarom kan het werkelijke risico hoger zijn.

De studie onderstreept het belang van het terugdringen van medicijnresten in het oppervlaktewater. Waterschappen, drinkwatermaatschappijen, rijksoverheid, gemeenten, farmaceuten en zorgsector, werken daarvoor samen in de ketenaanpak Medicijnresten uit water.

donderdag 22 oktober 2020

Samen aan de slag voor een nieuwe gewasbescherming

Tien verschillende partijen uit de land- en tuinbouw, fytopharmacie en natuur- en milieubescherming slaan samen de handen ineen met overheid en toezichthouders om te werken aan een nieuwe aanpak van gewasbescherming. 

Met het ‘Uitvoeringsprogramma Toekomstvisie Gewasbescherming 2030’ wordt onder andere ingezet op meer onderzoek en pilotprojecten om te komen tot een land- en tuinbouwpraktijk die zo min mogelijk behoefte heeft aan chemische gewasbeschermingsmiddelen en daarmee beter in balans met natuur en milieu.
 

Onder meer wordt gekeken een omslag naar weerbare teeltsystemen waarin gewassen uit zichzelf tegen een stootje kunnen, en fors minder behoefte hebben aan chemische gewasbeschermingsmiddelen. Dat is een grote ambitie omdat de benodigde systemen, de kennis en de technologie nog niet of slechts beperkt bestaan en dus moeten worden (door)ontwikkeld. In het UP staan verschillende acties beschreven om ontwikkeling te stimuleren op het gebied van o.a. weerbare rassen door veredeling, innovatieve teeltconcepten en het stimuleren van natuurlijke plaagbestrijders. Ook is er aandacht voor een gelijk speelveld binnen en buiten de Europese Unie.

Het Uitvoeringsprogramma doet een groot beroep op het ondernemerschap en de innovatiekracht van zowel agrarisch ondernemers als ook van alle andere ketenpartijen. De minister van LNV wil dat graag ondersteunen en stelt daarom voor de periode 2020 – 2022 een bedrag van respectievelijk 2, 4 en 6 miljoen euro beschikbaar. Daarmee kunnen onder andere meer (praktijk)onderzoek, monitoring en diverse pilotprojecten gefinancierd worden in verschillende sectoren en regio’s die allemaal een eigen aanpak behoeven.

woensdag 21 oktober 2020

Straling rond terrein van kerncentrale Borssele voldoet aan de norm

Het stralingsniveau aan de terreingrens van de kerncentrale Borssele lag in 2019 onder het toegestane maximum van 0,01 millisievert per jaar. Dit blijkt uit controlemetingen van het RIVM.

Het RIVM controleert elk jaar de stralingsniveaus aan de terreingrenzen van kerncentrale Borssele, en COVRA, op verzoek van de Autoriteit Nucleaire Veiligheid en Stralingsbescherming (ANVS). Dit maakt onderdeel uit van de taak van het RIVM om in kaart te brengen aan hoeveel straling mensen in Nederland worden blootgesteld.

Als iemand door radioactiviteit aan een hoge dosis straling wordt blootgesteld, kan dat negatieve gevolgen hebben voor de gezondheid.

In Nederland worden mensen per jaar gemiddeld aan 2,9 millisievert blootgesteld en dat is laag in vergelijking met andere Europese landen. De blootstelling in Nederland bestaat vooral door medische diagnostiek en door natuurlijke straling in de woning (radon, thoron en externe straling).

Foto Anefo

dinsdag 20 oktober 2020

Oxfam: Werkelijke waarde klimaatfinanciering is maar een derde van opgegeven bedragen

De werkelijke waarde van het bedrag aan klimaatfinanciering dat door ontwikkelde landen wordt verstrekt aan ontwikkelingslanden om de gevolgen van de klimaatcrisis aan te pakken, is slechts een derde van het gerapporteerde bedrag.

Dit blijkt uit de schattingen afkomstig uit het derde Oxfam Climate Finance Shadow Report dat vandaag wordt gepubliceerd.

De Oxfam-schattingen komen voorafgaand aan het verwachte rapport van de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO) over de vooruitgang van de 100 miljard dollar aan klimaatfinanciering per jaar die ontwikkelde landen in 2009 hebben toegezegd.

In het nieuwe Oxfam Climate Finance Shadow Report 2020 wordt berekend dat donoren gemiddeld 59,5 miljard per jaar rapporteerden in 2017 en 2018, dit zijn de laatste jaren waar cijfers van beschikbaar zijn. Maar de werkelijke waarde van de klimaatfinanciering wordt door Oxfam geschat op slechts 19 tot 22,5 miljard dollar per jaar als verschillende vormen van overrapportage worden afgetrokken.

maandag 19 oktober 2020

Particulier gebruik van bestrijdingsmiddelen in tuinen daalt niet

Ondanks de Green Deal die de overheid en brancheorganisaties in 2017 sloten, daalde het gebruik van bestrijdingsmiddelen door particulieren in tuinen niet tussen 2014 en 2019. Dat blijkt uit een analyse van verkoopcijfers door het RIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu.

Tuinbezitters gebruiken vooral steeds meer middelen tegen insecten. Tegen onkruid gebruikt men meer middelen op basis van organische zuren en minder op basis van glyfosaat.

Het Europese en Nederlandse beleid streeft naar vermindering van particulier gebruik van bestrijdingsmiddelen in tuinen.

Tegen onkruid gebruikt men overigens wel steeds meer bestrijdingsmiddelen op basis van organische zuren en minder op basis van glyfosaat. Twee van de vijf Nederlanders met een tuin gebruikt helemaal geen onkruidbestrijdingsmiddelen. Zij trekken het onkruid er met de hand uit of doen er niets tegen. Het aantal tuinbezitters dat onkruidbestrijdingsmiddelen gebruikt, is iets afgenomen. Maar zij gebruiken in plaats daarvan wel steeds meer azijn. Dit kan schadelijk zijn voor mens en milieu.

donderdag 15 oktober 2020

Eerste Klimaatmeter van Nederland onthuld

Met de ThermoMate app kan iedereen voortaan zien hoeveel warmer of kouder het echt is in Nederland. De app is nu live en om dat te vieren staat er tot en met zaterdag op de Grote Markt in Groningen een Klimaatmeter opgesteld.

De ThermoMate app combineert het weer en het klimaat door op elk moment van de dag te laten zien hoeveel warmer of kouder het is dan normaal. Zo blijkt dat het dit jaar in Nederland 70 procent van de dagen warmer was dan normaal, met een gemiddelde temperatuurstijging van 1,8 graden.

Op basis van KNMI-data ziet de gebruiker direct hoe het weer op zijn locatie zich verhoudt ten opzichte van het verleden.

De app is gratis te downloaden voor Android- en iOS-toestellen.

woensdag 14 oktober 2020

Precisievoeding voor varkens zorgt voor een verminderde milieubelasting

Door het aanbod van nutriënten uit het varkensvoer beter af te stemmen op de werkelijke behoefte van de dieren, zal er een vermindering van milieubelasting plaatsvinden.

Dat blijkt uit onderzoek in het kader van het EU Feed-a-Gene project van Wageningen Livestock Research, dat ze samen met 22 andere internationale partijen heeft afgerond.

Feed-a-Gene was gericht op het verbeteren van de voederconversie voor varkens, pluimvee en konijnen in verschillende productiesystemen en op het reduceren van impact op het milieu. Daarbij keken de onderzoekers naar het voer (grondstoffen en nutriënten), naar de genetische aanleg van de dieren en hoe beiden beter op elkaar kunnen worden afgestemd. De Wageningse onderzoekers hebben het varkensonderzoek onder meer gedaan op VIC Sterksel.

Door een verbetering van de voederconversie gaat het dier efficiënter om met nutriënten waardoor er minder mineralen in mest en urine terechtkomen, en hetgeen leidt tot een mindere stikstofbelasting van het milieu. Daarnaast gaat ook de eiwit efficiëntie omhoog.

dinsdag 13 oktober 2020

Stikstofaanpak: sterkere natuur, perspectief voor de bouw

Het kabinet legt wettelijk vast dat de natuur herstelt en uitstoot en neerslag van stikstof dalen. Met een miljardenpakket voor natuurherstel en maatregelen om stikstofneerslag terug te dringen, zit in 2030 minimaal de helft van de natuur in beschermde Natura 2000-gebieden op een gezond stikstofniveau.

Deze structurele stikstofaanpak biedt ook ruimte voor economische activiteiten. Zo komt er een gedeeltelijke vrijstelling voor activiteiten van de bouwsector in de bouw- en sloopfase.

Dat staat in het wetsvoorstel Stikstofreductie en natuurverbetering, dat coördinerend minister Schouten van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) vandaag naar de Tweede Kamer heeft gestuurd samen met een aantal gerelateerde brieven.

Het kabinet legt met het wetsvoorstel vast dat de natuur sterker wordt en de stikstofdepositie omlaag gaat. Het credo is eerst stikstofruimte winnen, pas dan weer beperkt uitgeven.

Er komt tot 2030 bijna 3 miljard euro beschikbaar voor natuurherstel en -versterking en circa 2 miljard euro voor (bron)maatregelen om de stikstofuitstoot van landbouw, verkeer, bouw en industrie te verminderen. Elke sector levert een bijdrage.

Het kabinet verplicht zichzelf het hoofddoel – in 2030 zit de helft van de hectares natuur in stikstofgevoelige Natura 2000-gebieden op een gezond stikstofniveau – linksom of rechtsom te halen. Deze ambitie acht het kabinet, na zorgvuldige afweging en gesprekken met de sectoren, financieel en maatschappelijk haalbaar. In het wetsvoorstel zit een systeem van monitoring en bijsturing: het effect van de bronmaatregelen wordt jaarlijks getoetst en het herstel van de natuur elke twee jaar. Als  nodig stuurt het kabinet bij. In de Tweede Kamerbrief geeft minister Schouten aan dat met het wetsvoorstel veel aanbevelingen van het adviescollege Stikstofproblematiek onder leiding van Johan Remkes zijn overgenomen.

'CO2-uitstoot minder hard gedaald dan aantal vluchten'

 

De afname in vliegtuigbewegingen van en naar luchthaven Schiphol als gevolg van de wereldwijde coronacrisis was groter dan de bijbehorende CO2-uitstoot. In maart tot en met september 2020 waren er 67 procent minder vliegtuigbewegingen van groot verkeer dan in diezelfde periode in 2019. De CO2-uitstoot ging echter met maar 55 procent omlaag.

Dat blijkt uit eigen onderzoek van NLR – Koninklijk Nederlands Lucht- en Ruimtevaartcentrum. Een forse verlaging van het aantal reizigers per vlucht zorgt bovendien voor een toegenomen uitstoot per passagierskilometer.

Het verschil tussen het aantal vluchten en de gerelateerde CO2-uitstoot was vooral groot in de maanden mei en juni. Er werden toen 85 procent minder vliegbewegingen geregistreerd, terwijl de CO2-uitstoot met ‘slechts’ 64 procent afnam: een verschil van 21 procentpunt. In de maanden juli tot en met september kromp dat gat geleidelijk naar minder dan 5 procentpunt.

In totaal groeide het aantal vrachtvluchten, vooral naar Azië en Noord-Amerika, van maart tot en met september met 8 procent, resulterend in bijna 11 procent meer CO2-uitstoot ten opzichte dezelfde periode in 2019. Volledig tegen de trend van afnemende vraag naar luchtvervoer in.

Wanneer men verder meeneemt dat KLM haar Boeing 747 Combi’s, toestellen die naast passagiers ook vracht op het hoofddek vervoeren, sinds april effectief als gespecialiseerde vrachttoestellen heeft ingezet, laat dat segment zelfs een groei zien van 14 procent in vluchten en 24 procent in CO2-uitstoot. Daar bovenop komt eigenlijk ook nog een bijdrage van extra vluchten waarbij er vracht in de cabines van passagiersvliegtuigen is vervoerd. Vanwege gebrek aan data daarover hebben we die echter niet als vrachtvlucht aan kunnen merken en dus beschouwd als passagiersvlucht.

Vluchten naar Aziatische en Afrikaanse landen dichtbij Europa, zoals Turkije, Marokko, Egypte en Israël namen wel sterk af. Verre bestemmingen, zoals Taiwan en Zuid-Korea, bleven echter op peil of namen licht toe. Daardoor werden vluchten naar die werelddelen gemiddeld langer en werd daarmee ook de gemiddelde uitstoot per vlucht hoger.

Microplastics hopen zich op in Middellandse en Gele Zee

Microplastics concentreren zich in zee. Tegen het jaar 2100 kan 69 procent van het wateroppervlak van de Middellandse Zee en 54 procent van het wateroppervlak van de Gele Zee ongunstige condities vertonen voor zeeleven door de vervuiling met microplastics.

Dat blijkt uit een nieuwe studie van het Vlaams Instituut voor de Zee (VLIZ) en de universiteiten van Wageningen, Gent, Göteborg en Utrecht.

In 2010 ondervond 0,17 procent van het wereldwijde oceaanoppervlak een negatieve impact van microplastics op het mariene ecosysteem. Deze plasticdeeltjes zijn 5 millimeter of kleiner. In een worst-case scenario van de nieuwe studie zal dit tegen 2100 toenemen tot 1,62 procent van het oceaanoppervlak, een oppervlakte zo groot als tienmaal Frankrijk.

Met name de Middellandse Zee en de Gele Zee, twee ingesloten zeeën die te kampen hebben met een hoge menselijke druk, zijn sterk bedreigd.

donderdag 8 oktober 2020

Nieuwe deals voor het Rotterdams Klimaatakkoord

Het Rotterdams Klimaatakkoord wordt aangevuld met zes zogenoemde klimaatdeals, dat maken de voorzitters van de Rotterdamse klimaattafels bekend op een digitale bijeenkomst.

Het totaal aantal klimaatdeals groeit daarmee van 49 naar 55. De nieuwe deals gaan onder andere over het verduurzamen van 40 bedrijventerreinen, het realiseren van 90 buurtzonnecentrales op grote daken en over duurzaam woon-werkverkeer voor werknemers van grote Rotterdamse bedrijven.

Het Rotterdams Klimaatakkoord werd vorig jaar gesloten tussen de gemeente en meer dan 100 Rotterdamse bedrijven en maatschappelijke organisaties. De bedrijven werken samen aan vijf Rotterdamse Klimaattafels om invulling te geven aan 49 klimaatdeals. Daar zijn er nu dus 6 bijgekomen. Doel van het akkoord is binnen tien jaar de uitstoot van CO2 te halveren en Rotterdam voor te bereiden op een klimaatneutrale toekomst.

De duurzame prestaties van Rotterdam blijven ook internationaal niet onopgemerkt. Het wereldwijde klimaatnetwerk C40 roemde Rotterdam vorige week nog om zijn voortvarende klimaataanpak en noemde de stad een voorbeeld voor andere steden wereldwijd. Het netwerk onderwierp Rotterdam aan een strenge toets en kwam tot de conclusie dat de stad voldoet aan alle eisen uit het Klimaatakkoord van Parijs.

Pilot SchoolVent zorgt voor frisse lucht in de klas en minder energieverbruik

Bij het Jordan Montessori Lyceum in Zeist testen TNO, Lucam en VFA Solutions een innovatieve luchtbehandelingsinstallatie, waarin een energiezuinige koeling wordt gecombineerd met een geluidsarm fijnstoffilter. De pilot Schoolvent wordt uitgevoerd met steun van onder andere de provincie Utrecht.

Het schoolgebouw van het Jordan dateert uit 1965. Het is een mooi licht gebouw met grote ramen, en met een plat dak. Daardoor kan het in de lokalen erg warm worden. Ramen open zetten helpt dan niet voldoende. In de winter is ramen open zetten de enige manier om te ventileren, maar dan stook je ‘voor de straat’. Ook is op deze wijze ventileren niet wenselijk, omdat rond de school drukke wegen liggen.

Voor deze pilot is op het dak van de school een luchtbehandelingskast gebouwd, met daarin een energiezuinige koeling en een hoogwaardig fijnstoffilter. De installatie op het dak is aangesloten op een systeem van luchtkanalen dat uitkomt in vijf lokalen. De ‘oude’ lucht wordt bovenin de lokalen afgezogen en dan gekoeld door water te vernevelen, zogenaamde verdampingskoeling. Met behulp van een warmtewisselaar koelen we daarmee verse toevoerlucht. Een elektrostatisch filter haalt vervolgens de fijnstofdeeltjes uit de lucht.

woensdag 7 oktober 2020

Nieuwe verkeersborden voor de milieuzone


Vanaf 29 oktober 2020 gelden nieuwe landelijke regels voor milieuzones. De borden van de Utrechtse milieuzone worden hierop aangepast.

Alle milieuzones in Nederland moeten dezelfde regels en borden hanteren. Dit zorgt voor meer duidelijkheid. Iedereen die op dit moment in Utrecht de milieuzone in mag, mag dat vanaf 29 oktober ook nog.

Milieuzones gelden alleen voor dieselvoertuigen. Deze worden vanaf 29 oktober 2020 toegelaten tot de milieuzone op basis van hun emissieklasse in plaats van hun DET (Datum Eerste Toelating). De emissieklasse is een cijfer dat aangeeft hoe schoon het voertuig is. Hoe hoger, hoe schoner. Met de kentekencheck op www.milieuzones.nl kan iedereen nagaan welke emissieklasse een voertuig heeft. In Utrecht mogen alleen diesel personen- en bestelauto’s met emissieklasse 3 of hoger de milieuzone inrijden. Voor vrachtwagens geldt emissieklasse 4 of hoger. Dit is gelijk aan de huidige toegangseis van (minimaal) Euro IV.

Nieuw boek Stroomopwaarts: de impact van elektriciteit op ons dagelijks leven


De geschiedenis van elektriciteit in Nederland kent een aaneenschakeling van schokgolven. Nadat gaslicht was vervangen door elektriciteit omarmde Nederland massaal elektrische huishoudelijke apparatuur, zoals stofzuigers, straalkachels en de radio. Kernenergie luidde in de jaren 60 een tijdperk van nieuw optimisme in, maar daar kwam groeiend verzet tegen. De oliecrisis van de jaren zeventig zorgde voor weer een omslag, waarna het pionieren met windmolens begon.

De elektriciteitsrevolutie die 130 jaar geleden in Nederland begon is nog altijd niet ten einde. We zitten midden in de volgende en tot nu toe veruit grootste energietransitie. Windmolens, zonnepanelen, zonneparken en elektrische auto’s zijn al alom zichtbaar, en de belofte van groene kernenergie, groene waterstof en waterkracht staat voor de deur.

Journalist Jan Libbenga bestudeerde verleden, heden en toekomst van de elektriciteit in Nederland voor een nieuw boek Stroomopwaarts dat 7 mei verschijnt bij uitgeverij De Kring. Nooit eerder zijn de ontwikkelingen zo uitgebreid beschreven.

Foto boven Anefo archief

dinsdag 6 oktober 2020

Nieuwe stap vooruit in kunstmestvervanging

De erkenning van kunstmestvervangers (van dierlijke oorsprong) buiten de stikstofgebruiksnorm voor dierlijke mest is weer een stap dichterbij gekomen.

De Nitraatrichtlijn maakt onderscheid tussen twee soorten meststoffen: dierlijke meststoffen (inclusief verwerkte mest) en chemische meststoffen (geproduceerd via een industrieel proces). De kunstmestvervangers die uit dierlijke mest gewonnen worden, hebben van het Europese onderzoekscentrum Joint Research Centre (JRC) de naam RENURE gekregen.

RENURE staat hierbij voor REcovered Nitrogen from manURE. Het JRC heeft nu een rapport gepubliceerd met voorgestelde criteria voor RENURE, mede door inbreng vanuit LTO Nederland. De Europese politiek is nu aan zet.

De belangrijkste criteria voor RENURE die worden voorgesteld zijn: tenminste 90 procent minerale stikstof ten opzichte van stikstof totaal, of een verhouding organische-koolstof ten opzichte stikstof-totaal kleiner of gelijk aan 3.

Daarnaast gelden maximale gehaltes voor koper en zink. Het maximum voor kwik is mede door gezamenlijke Nederlandse inbreng (Ministerie van LNV, WUR, LTO Nederland) komen te vervallen. Het voorstel is dat bewerkte dierlijke mestproducten die aan de criteria voldoen, kunnen worden aangewend buiten de stikstofgebruiksnorm voor dierlijke mest (170/230/250 kg/ha). Het voordeel voor boeren is dat op deze manier meer stikstof uit dierlijke mest kan worden gebruikt.

zondag 4 oktober 2020

Nationale Klimaatweken verplaatst naar 2021

Door de aangescherpte coronaregels is besloten de Nationale Klimaatweken te verplaatsen naar 2021. De Nationale Klimaatweken zouden op 12 oktober van start gaan.

Tijdens de Nationale Klimaatweken zouden onder aanvoering van het ministerie van Economische Zaken en Klimaat diverse organisaties, bedrijven en burgers vier weken lang laten zien welke stappen zij zetten om de CO2-uitstoot verder terug te dringen om dichter bij de doelstellingen uit het Klimaatakkoord te komen.

Ook de geplande Cycling4Climate-fietstocht van klimaatgezant Marcel Beukeboom langs de denkbeeldige kustlijn van Nederland als de zeespiegel blijft doorstijgen, verschuift naar volgend jaar.

De aangekondigde Klimaatdag van het Klimaatplatform onder leiding van Ed Nijpels vindt in afgeslankte vorm geheel digitaal plaats op 12 oktober 2020. Professionals kunnen deelnemen aan diverse webinars over uiteenlopende onderwerpen. Aanmelden voor de webinars kan op www.klimaatakkoord.nl.

vrijdag 2 oktober 2020

Novo Nordisk: Doelstelling 100% hernieuwbaar voor al haar leveranciers

Novo Nordisk zal met al haar 60.000 directe leveranciers samenwerken om te verzekeren dat zij het bedrijf uiterlijk in 2030 kunnen voorzien van hun diensten op basis van 100 procent hernieuwbare energie.

De nieuwe doelstelling is onderdeel van Novo Nordisk’s ambitie om geen negatief effect meer uit te oefenen op het milieu.

Bij het behalen van de doelstelling zal Novo Nordisk ten minste 300.000 ton broeikasgassen uit haar bevoorradingsketen kunnen onttrekken. Novo Nordisk heeft zich al toegelegd op een CO2-vrije doelstelling in haar eigen wereldwijde vervoersketen in 2030. En heeft in 2020 het behalen van een mijlpaal kunnen vieren toen het de doelstelling bereikte van 100% hernieuwbare energie in de eigen productiefaciliteiten.