maandag 30 november 2020

Rotterdamse scholengroep eerste klant KPN IoT-dienst voor gezond binnenklimaat

KPN heeft een nieuwe IoT-dienst op de markt gebracht die scholen, verpleeghuizen en bedrijven helpt met het creëren van een gezond binnenklimaat.

Het gaat om slimme sensor, een kastje zo groot als een stopcontact dat eenvoudig in een binnenruimte geplaatst kan worden. De sensor meet het CO2-gehalte in een ruimte. Met die waarde kunnen klanten gericht ventileren voor een gezonde  leer- of werkomgeving.

Afgelopen maandag  nam scholengroep CVO uit de regio Rotterdam voor al hun 670 lokalen de CO2-sensoren in gebruik.

De sensor die in de binnenruimte wordt geplaatst, heeft een led-lampje dat de kleuren van een stoplicht geeft: groen, oranje en rood, gebaseerd op voorgeschreven drempelwaarden. Zo kunnen docenten zien (en desgewenst via een signaal ook horen) hoe het met het binnenklimaat gesteld is op dat moment. Zo weten zij precies wanneer zij een raam open moeten zetten om het klaslokaal van frisse lucht te voorzien. Via de IoT-verbinding worden alle ruimtes voortdurend gemonitord. De data worden ook centraal verzameld in één overzicht en daarmee kan per schoolgroep, per school en per lokaal inzicht worden verkregen in het binnenklimaat en dat maakt het mogelijk gericht te handelen.

KPN CO2-monitoring meet naast CO2 ook luchtvochtigheid en temperatuur. De sensoren werken via het LoRa-netwerk. LoRa staat voor Long Range, Low Power en is een landelijk dekkend netwerk speciaal ontwikkeld om kleine hoeveelheden informatie uit te wisselen tussen objecten en systemen. Eén LoRa-module kan meer dan 10 jaar data zenden op slechts 2 batterijen.

donderdag 26 november 2020

Ruim een derde burgers beschouwt pandemie als wake-up call voor klimaat

Door het coronavirus zijn Nederlanders zich meer dan ooit bewust van de gevolgen van klimaatverandering. Zo vindt maar liefst 80 procent dat we zuiniger moeten omgaan met het klimaat en is ruim de helft bereid het eigen reisgedrag hiervoor blijvend aan te passen.

Dat blijkt uit onderzoek dat Ipsos in opdracht van ABN AMRO heeft verricht en vandaag is gepubliceerd.

Niet eerder sprak Nederland zich zo stellig uit voor het klimaat. Als reden voor het sterk gegroeide milieubewustzijn noemen bijna 4 op de 10 Nederlanders de coronacrisis; ruim een derde beschouwt dit zelfs als een wake-up call om meer oog te hebben voor het klimaat. Ruim 40 procent woont daarbij graag in een maatschappij waarin we zowel financieel als persoonlijk om elkaars welzijn denken. Voordat de crisis begon, gebeurde dat nauwelijks, meent 85 procent.
 
Bijna driekwart van de Nederlanders wil de positieve klimaateffecten die zijn ontstaan door corona vasthouden. Hoewel de economische gevolgen van de crisis 88 procent de meeste zorgen baren, scoort klimaatverandering met 82 procent ook hoog. Dit lijkt tot gevolg te hebben dat veel mensen hun reisgedrag willen aanpassen. Van de Nederlanders die gebruikmaken van een auto is 80 procent (enigszins) bereid deze vaker te laten staan.  

Ook is een grote meerderheid (83 procent) bereid vliegverkeer te beperken, wanneer de situatie weer is genormaliseerd. Niettemin zijn er ook veel Nederlanders die juist een inhaalslag willen maken voor de dingen die zij tijdens de crisis niet of minder konden doen. Dit ‘morele vrijheidseffect’ doet zich vooral voor bij vliegreizen (23 procent) en de horeca (26 procent). Voor het gebruik van de auto geldt dit minder (13 procent).

woensdag 25 november 2020

Sinds 2017 weer stijging nitraat in water op landbouwbedrijven

Sinds 2015 komt er weer meer stikstof en fosfor in de bodem terecht op landbouwbedrijven. Vanaf 2017 stijgt daarom de concentratie nitraat in het uitspoelings- en slootwater bij deze bedrijven. Dat blijkt uit de ‘Nitraatrapportage 2020’ van het RIVM.

Het onderzoek laat zien dat die stijging het gevolg is van de toename van het stikstofgebruik en de recente droge zomers (2018, 2019). Door de droogte nemen gewassen minder stikstof en fosfor op. Het ontstane overschot spoelt vervolgens deels uit naar het oppervlakte- en grondwater.

Het huidige beleid is ontoereikend om de doelstellingen te halen. Dat vraagstuk wordt nog knellender als we rekening houden met het vaker voorkomen van perioden van droogte, zoals in de afgelopen jaren het geval was.

De afgelopen decennia verbeterde de waterkwaliteit van het grond- en oppervlaktewater in Nederland. Dit komt vooral doordat boeren minder en zorgvuldiger mest gebruiken. De verbetering van de kwaliteit van het water gaat de laatste jaren veel minder snel dan in het verleden. Veel wateren voldoen nog niet aan het gewenste kwaliteitsniveau. De nitraatconcentraties blijken vooral te hoog in de bovenste meter van het grondwater op ruim de helft van de landbouwbedrijven in zand- en lössgebieden en in ruim 30 (zo’n 15%) van de circa 200 grondwaterbeschermingsgebieden.

Te veel stikstof en fosfor in water heeft op verschillende manieren negatieve gevolgen voor de waterkwaliteit in ons land. Allereerst kan het oppervlaktewater gevaarlijk worden voor mensen om in te zwemmen, bijvoorbeeld door de groei van blauwalgen. Contact met of inslikken van blauwalgen kan namelijk gezondheidsklachten veroorzaken. Ook dieren die het water drinken, kunnen vergiftigingsverschijnselen krijgen. Een ander negatief effect is vermindering van biodiversiteit doordat (gewenste) waterdieren en waterplanten verdwijnen door een overschot aan stikstof en fosfor, terwijl ongewenste soorten (zoals algen en eendenkroos) goed gedijen en zorgen dat nog meer gewenste soorten verdwijnen. Deze ongewenste soorten zorgen er bovendien voor dat het water er onaantrekkelijk uit kan zien, en een onaangename lucht (stank) heeft. Tenslotte moeten drinkwaterbedrijven steeds meer moeite doen om nitraat en andere vervuilende stoffen uit het grond- en oppervlaktewater te halen voor onze drinkwatervoorziening.

dinsdag 24 november 2020

Meer onderzoek nodig naar effect gewasbeschermingsmiddelen omwonenden

Het gros van de mensen die binnen 250 meter van landbouwpercelen wonen waar gewasbeschermingsmiddelen worden gebruikt, hebben niet méér gezondheidsproblemen dan mensen die verder weg of helemaal niet bij landbouwgebieden wonen.

Het RIVM, Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu, pleit niettemin voor verder onderzoek, omdat een aantal aandoeningen wel vaker voorkomt naast bepaalde teelten.

Er zijn al verschillende onderzoeken gedaan naar het effect van gewasbeschermingsmiddelen. Zo pleitte de gezondheidsraad voor de zomer al voor verder onderzoek.

maandag 23 november 2020

Gratis Milieubarometer voor Rotterdamse bedrijven

De gemeente Rotterdam biedt bedrijven een gratis abonnement aan op de Milieubarometer. Daarmee kunnen bedrijven in één oogopslag een duidelijk inzicht krijgen in hun eigen milieuprestaties.

Volgens wethouder Arno Bonte (Duurzaamheid) helpt de Milieubarometer de gemeente om groen aan te besteden. De gemeente koopt producten en diensten het liefst in bij duurzame bedrijven. Met de Milieubarometer kunnen bedrijven laten zien hoe milieubewust ze bezig zijn.

Bedrijven vullen gegevens in over energiegebruik, water, afval, emissies, transport en papierverbruik. Vervolgens krijgen ze een helder overzicht van de totale milieuscore, op welke onderdelen ze kunnen besparen en hoe ze scoren ten opzichte van branchegenoten. De Milieubarometer is bovendien een handige tool voor de aanvraag van milieucertificaten.

De Milieubarometer is ontwikkeld door stichting Stimular, de Rotterdamse werkplaats voor duurzaam ondernemen. Het abonnement is voor 1 jaar gratis voor alle Rotterdamse bedrijven en bedrijven die meedoen in een Rotterdamse aanbesteding of inkooptraject. Voor deelnemers die nu inschrijven duurt het abonnement tot het einde van volgend jaar. Daarna zijn de kosten van een abonnement 70 euro per jaar.

zaterdag 21 november 2020

Zeespiegelstijging beter in kaart met nieuwe satelliet Sentinel-6

ESA lanceert 21 november de nieuwe aardobservatiesatelliet Sentinel-6 Michael Freilich. De satelliet is van cruciaal belang voor het wereldwijde onderzoek naar klimaatverandering en gaat nauwkeuriger dan ooit de stijging van de zeespiegel in kaart brengen.

De Sentinel-6 missie is onderdeel van het Europese aardobservatieprogramma Copernicus, waarin het KNMI deelneemt. Het KNMI gaat met de gegevens van Sentinel-6 werken.

Meer dan 90 procent van de huidige opwarming van de aarde wordt opgeslagen in de oceanen, die daardoor uitzetten. Ook smelt landijs en dat veroorzaakt een nog grotere stijging van de zeespiegel. Hierdoor steeg de zeespiegel de afgelopen decennia met 3,3 centimeter per 10 jaar gemiddeld. Inmiddels is dat opgelopen tot 4,0 centimeter en deze stijging gaat waarschijnlijk nog verder oplopen in de komende decennia.

vrijdag 20 november 2020

Alliantie van topuniversiteiten roept G20-leiders op om prioriteit te geven aan netto nuluitstoot

Een internationale alliantie van prominente universiteiten die klimaatonderzoek doen, waaronder de TU Delft, heeft haar eerste verklaring uitgebracht voorafgaand aan de G20-top op 21 en 22 november 2020.

In deze verklaring van de International Universities Climate Alliance (IUCA) worden wereldleiders opgeroepen om de herstelperiode na de coronapandemie aan te grijpen om maatregelen door te voeren om klimaatverandering tegen te gaan, met de waarschuwing dat het uitblijven daarvan zware gevolgen zal hebben voor de komende generaties.

Dat deze IUCA-verklaring specifiek is gericht aan de G20-leiders is bijzonder relevant aangezien de leden van de G20 85 procent van het wereldwijde bruto binnenlands product en bijna 80 procent van de wereldwijde CO2-uitstoot vertegenwoordigen.

De G20-leden zijn daarnaast goed voor 95 procent van de steenkoolconsumptie ter wereld en meer dan 70 procent van de olie- en aardgasconsumptie.

Daarom hebben volgens de IUCA-verklaring de G20-leiders zowel de plicht als de gelegenheid om het voortouw te nemen bij een wereldwijde systeemverandering. G20-overheden zullen moeten samenwerken om te waarborgen dat fossiele brandstofindustrieën op korte termijn grootschalig genoeg inzetten op het leveren van energie met netto nuluitstoot.

woensdag 18 november 2020

Omschakelprogramma voor stikstofarme(re) en meer duurzame landbouw mogelijk

Voor boeren en tuinders die willen omschakelen naar een stikstofarme(re) en meer duurzame manier van produceren is financiering vaak een belemmering. Om hierin tegemoet te komen, heeft minister Schouten van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) 175 miljoen euro uitgetrokken voor het ‘Omschakelprogramma duurzame landbouw’ (voorheen: ‘Omschakelfonds’).

Het programma bestaat uit een investeringsfonds van 70 miljoen euro, een subsidieregeling voor ondersteuning bij het maken van een bedrijfsplan voor omschakeling, een subsidieregeling voor het opstarten van demonstratiebedrijven en een borgstellingsregeling voor werkkapitaal.

Het omschakelprogramma komt voort uit de vele gesprekken die LNV gevoerd heeft met agrarische ondernemers, financiers, onderzoekers en andere belanghebbenden. De omschakeling naar een stikstofarme(re) en duurzame landbouw is een stevige stap voor veel agrarisch ondernemers, waarbij de ene agrariër tegen andere belemmeringen aanloopt dan de andere. Daarom zet het ministerie van LNV in op twee sporen: een omschakelspoor en een overbruggingsspoor.

Het omschakelspoor geeft financiële ondersteuning aan agrarisch ondernemers die willen omschakelen naar een meer extensieve of duurzame bedrijfsvoering, zoals biologische en natuur/landschapsinclusieve landbouw. Dit kan individueel of in een samenwerkingsverband. Het omschakelspoor bestaat uit een investeringsfonds bij het Nationaal Groenfonds (NGF) en twee subsidieregelingen. Als een agrariër financiering aanvraagt voor het omschakelen van zijn of haar bedrijf, kan een financier dat te risicovol vinden. Met het investeringsfonds zorgt LNV voor aanvullende financiering om de omschakeling mogelijk te maken. In totaal is hiervoor in 2021 70 miljoen euro beschikbaar. Het investeringsfonds zal begin 2021 starten.

Utrecht bekroond tot bijvriendelijkste gemeente 2020

De prijs werd uitgereikt vanuit Nederland Zoemt en is in ontvangst genomen door Utrechtse wethouder Lot van Hooijdonk.

Om de inzet van gemeentes toe te juichen kiest Nederland Zoemt jaarlijks de bijvriendelijkste gemeente. De helft van de wilde bijensoorten wordt op dit moment bedreigd, hier willen ze dan ook gauw verandering in brengen.

De integrale aanpak van acties rondom biodiversiteit en bijen van de gemeente Utrecht is één van de belangrijkste redenen geweest van de jury om te kiezen voor de gemeente Utrecht. Opvallende acties zoals het megabijenhotel op een reclamemast langs de A2, bijvriendelijke planten en ecologisch maaien hebben hier flink aan bijgedragen.

Totaal zijn er 67 bijvriendelijke gemeentes in Nederland. Een gemeente wordt als ‘bijvriendelijk’ bestempeld als zij zorgen voor jaarrond bloeiende planten, bijvriendelijk bermbeheer uitvoeren en nestgelegenheid voor wilde bijen creëren.

dinsdag 17 november 2020

Nitraat App krijgt Europese innovatieprijs

Technologieën die het makkelijk maken eigen acties te meten en te monitoren zijn belangrijk om gezamenlijk resultaat te boeken.

De Nitraat App van Deltares is zo’n oplossing. Onlangs won deze innovatie een Europese prijs (digital water award) en die werd digitaal in ontvangst genomen door Joachim Rozemeijer.

Met de Nitraat App kunnen boeren zelf vaststellen hoeveel nitraat er in hun oppervlakte- en grondwater terecht komt. Als de data vervolgens wordt gedeeld is dat weer belangrijk voor verder onderzoek en kunnen ook anderen hun voordeel doen.

De nitraatrichtlijn uit 1991 is erop gericht de waterkwaliteit in heel Europa te beschermen door te voorkomen dat nitraat uit agrarische bronnen het grond- en oppervlaktewater verontreinigen. Dat een digitale oplossing als de Nitraat App hierbij helpt wordt door Water Europe onderschreven.

maandag 16 november 2020

Dit jaar géén Black Friday maar Green Friday

Er klinken steeds meer geluiden tegen Black Friday, de jaarlijkse koopgekte die massaconsumptie en onnodige aankopen aanjaagt.

Stichting Trees for All laat een positief tegengeluid horen en maakt van Black Friday nu Green Friday.

Met de Green Friday actie wil Trees for All Nederlanders bewust maken van de impact van de toenemende consumptie rondom Black Friday en een groen alternatief bieden. Onder de noemer ‘Kom shoppen in het bos’ word je uitgenodigd om een Green Friday Deal te ‘kopen’, het gaat hierbij om een donatie van bijvoorbeeld 2 bomen voor 10 euro. Deze worden door de stichting geplant in Nederland en in Oeganda.

Verduurzamingsmaatregelen Cultuurhuis De Garenspinnerij

Verduurzaming en klimaatbestendigheid zijn speerpunten voor de gemeente Gouda. Ambitie is om in 2040 energie- en CO2-neutraal te zijn.

De achtergevel van Cultuurhuis De Garenspinnerij had te maken met vochtdoorslag en moest hierdoor gerenoveerd worden. Mooie aanleiding om de gevel gelijk te isoleren en daarmee een verduurzamingsbijdrage te leveren.

Sinds 2014 is het Cultuurhuis in Gouda vanwege zijn industrieel-technische geschiedenis een gemeentelijk monument. In 2016, honderd jaar na de herbouw, is Cultuurhuis Garenspinnerij te Gouda nog steeds een cultureel ontmoetingspunt met een jeugdtheaterhuis, Studio Gonz, een eigen theaterzaal, een sportschool en kunstenaarsateliers.

donderdag 12 november 2020

WUR analyseert grootste hoeveelheid plastic rivierafval tot nu toe

In een omvangrijk onderzoek van Wageningen University & Research en Stichting De Noordzee verzamelden en analyseerden vrijwilligers meer dan 150.000 stuks afval langs de Maas en de Rijn. De dataset die de burgerwetenschappers daarmee aanlegden is de grootste tot nu toe in Nederland.

Plastic afval in rivieren leidt overal ter wereld tot problemen voor mensen en milieu. Met name macroplastics (alles groter dan 0.5 centimeter) veroorzaken veel schade. De voorwerpen dragen bij aan de plastic soep en dieren kunnen plastic aanzien voor voedsel of raken erin verstrikt.

Het is cruciaal dat we meer te weten komen over afval in rivieren, en daar is heel veel data voor nodig. Binnen het Schone Rivieren-project, een initiatief van IVN Natuureducatie, Plastic Soup Foundation en Stichting De Noordzee, is in de afgelopen jaren onderzoek gedaan naar afval op rivieroevers. De gegevens zijn door Wageningen University & Research (WUR) in samenwerking met Stichting De Noordzee uitgebreid geanalyseerd.

woensdag 11 november 2020

Van vervuilende denimindustrie naar schone spijkerbroek

8000 liter water kost het om één spijkerbroek te maken, en de totale uitstoot van de textielindustrie wereldwijd is meer dan alle uitstoot van de internationale lucht- en zeevaart bij elkaar.

Er is in de textielbranche een wereld te winnen als het gaat om slim en zuinig grondstoffengebruik.

Staatssecretaris Van Veldhoven (circulaire economie en milieu) zet daarom samen met 30 partijen uit de denimindustrie een volgende duurzame stap voor een schonere textielbranche.

In de Denim Deal staan onder andere concrete afspraken voor meer hergebruik van oude denim kledingstukken.

n de Denim Deal is afgesproken dat merken als Scotch & Soda, MUD Jeans en Kuyichi samen drie miljoen spijkerkledingstukken maken met daarin minstens 20% gerecycled textiel. Daarnaast hebben alle partijen afgesproken dat zij gezamenlijk zo snel mogelijk toewerken naar de standaard van minimaal 5% gerecycled textiel in alle denim kledingstukken.

Nieuwe partijen die ook mee willen doen, kunnen zich nog aansluiten. Aan het einde van ieder jaar wordt gerapporteerd welke activiteiten partijen hebben ondernomen, welke resultaten geboekt zijn en welk effect deze hebben gehad op het bereiken van het doel. Meer informatie ook over aansluiten bij de Denim Deal is te vinden op www.denim-deal.nl.

dinsdag 10 november 2020

Milieubelastingen vormen kleiner deel belastingopbrengsten

In 2019 bedroegen de opbrengsten uit milieubelastingen 24,4 miljard euro. Hiermee maakten milieubelastingen 7,7 procent uit van de totale belasting- en premieopbrengsten van de Nederlandse overheid. Tien jaar eerder was dit aandeel 8,8 procent, zo meldt het CBS.

Dat het aandeel van de milieubelastingen in de totale belasting- en premieopbrengsten in 2019 lager was dan in 2009, komt doordat de milieubelastingdruk (de opbrengsten van de milieubelastingen als percentage van het bbp) lager was, terwijl de druk van andere belastingen toenam.

Tussen 2009 en 2012 daalde de milieubelastingdruk met ruim 0,2 procentpunt, daarna krabbelde deze weer wat op. De lastendruk van de wettelijke premies en de niet-milieubelastingen was in 2019 hoger dan in 2009, onder meer door de verhoging van btw-tarieven, hogere opbrengsten uit de vennootschapsbelasting en de inkomstenbelasting, de invoering van de verhuurderheffing en de verhoging van de assurantiebelasting.

maandag 9 november 2020

Extra Urgenda-pakket noodzakelijk: 'Kabinet doet al vijf jaar niet genoeg'

Urgenda roept het kabinet op haar belofte waar te maken en extra maatregelen te nemen nu het Urgenda doel gemist dreigt te worden.

Recente cijfers van het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) laten zien dat de 25 procent reductie van broeikasgassen per 2020 ten onzichte van 1990 die voor het eerst door de rechter in 2015 werd opgelegd waarschijnlijk niet wordt gehaald.

Urgenda heeft om die reden per brief de regering gevraagd om extra maatregelen te nemen en te laten zien dat de Staat de uitspraken van drie rechters in de Urgenda Klimaatzaak serieus neemt.
 
Het makkelijkst is het, volgens Urgenda, om de kolencentrales te sluiten of te zorgen dat ze niet harder gaan draaien dan dit jaar.

Dat kan heel goed, zagen we afgelopen jaar. De gasprijzen waren zo laag, dat kolencentrales voor minder dan 25 procent benut werden, terwijl gascentrales (met slechts de helft van de uitstoot per kWh) veel meer benut werden.

Nieuwe verf reflecteert 95,5 procent van het zonlicht

Wetenschappers van de Purdue University presenteerden onlangs een vondst die de wereld flink kan helpen bij de strijd tegen klimaatverandering: verf die warmte weert.

vrijdag 6 november 2020

UGent bouwt eerste klimaattoren in het Congolese regenwoud

Universiteit Gent bouwt een klimaattoren in Congo om over een periode van 20 jaar de koolstofopname en impact van de klimaatverandering op het tropische bos in het Congobekken te begroten.

De toren is compleet zelfvoorzienend en werkt op zonnepanelen. Met zijn 55 meter torent hij 15 meter boven het kronendak uit.

Het is de allereerste klimaattoren in Centraal Afrika en is operationeel sinds begin oktober 2020.

De toren kwantificeert ook de hoeveelheid water die het Afrikaanse regenwoud in de lucht pompt, de zogenaamde evaporatie. De mate van evaporatie  kan gevolgen hebben voor de hoeveelheid neerslag in andere regio’s van Afrika, en is dus van groot belang voor de lokale bevolking. Ten slotte worden ook de methaan- en lachgasniveaus gemeten. Die laatste zijn 2 zeer sterke broeikasgassen die de klimaatopwarming mee versterken.

woensdag 4 november 2020

Milieuzone Arnhem nu ook voor oude dieselbestelauto's

Vanaf 29 oktober mogen oude dieselbestelauto's niet meer in de Arnhemse milieuzone rijden. Arnhem krijgt dan een 'groene' zone. Dat houdt in dat vanaf dat moment alleen nog dieselpersonenauto's, dieselbestelauto's en vrachtauto's met emissieklasse 4 en hoger in de zone mogen rijden. Vanzelfsprekend blijft de zone toegankelijk voor niet-dieselvoertuigen.

Nieuw is de 'emissieklasse'. De emissieklasse is een cijfer waarmee wordt aangegeven hoe schoon een voertuig is. Hoe hoger het cijfer, hoe schoner het voertuig. Op de nieuwe verkeersborden staan die emissieklassen in de vorm van een groen bolletje met het getal 4. Dat betekent dat auto's met emissieklasse 4 en hoger de Arnhemse zone mogen inrijden. De emissieklasse van elk voertuig is met behulp van het kenteken te controleren op milieuzones.nl.

Net als eerder bij de invoering van de zone voor dieselpersonenauto's, kunnen bestuurders van dieselbestelauto's na 29 oktober nog wennen aan de nieuwe regels. De eerste vier maanden (tot 1 maart 2021) krijgen zij een waarschuwingsbrief als ze toch per ongeluk door de zone zijn gereden. In de twee maanden daarna (tot 1 mei 2021) krijgen ze maximaal één boete per week. Vanaf 1 mei geldt voor alle bestuurders van dieselbestelauto's die niet meer door de zone mogen rijden dat zij maximaal 1 boete per dag krijgen. De gewenningsperiode geldt niet voor voertuigen waarvoor de milieuzone al verboden gebied was. Die worden gewoon beboet als de door de zone rijden.

'CO2 heffing zal het verbrandingsproces niet verduurzamen'

Het kabinet legt industriële bedrijven met een hoge CO₂-uitstoot een CO₂-heffing op. Ook afvalverbranding valt onder de regeling. De sector wil beslist bijdragen aan klimaatdoelen, maar deze heffing zal het verbrandingsproces niet verduurzamen. Enkel de kosten zullen stijgen, met een ongelijk Europees speelveld als resultaat, zegt de Vereniging van Afvalbedrijven.

Voor afvalenergiecentrales ontbreken echter haalbare maatregelen om het eigen productieproces efficiënter in te richten, als het gaat om CO2-uitstoot. Voor vicevoorzitter Dion van Steensel van de Vereniging Afvalbedrijven, tevens algemeen directeur van afval- en energiebedrijf HVC, getuigt de CO2-heffing van de verkeerde aanpak die het kabinet kiest. De CO2-heffing, benadrukt hij, biedt de sector geen handelingsperspectief. 'De heffing vraagt om een CO2-reductie die de sector niet kan realiseren', zegt hij. AEC’s hebben immers weinig tot geen invloed op het restafval dat ze binnen de poort krijgen.

Andere maatregelen, zoals het nuttig toepassen van CO2 of van restwarmte, zijn in feite ‘indirecte maatregelen’. Investeren in dergelijke maatregelen leidt niet rechtstreeks (bij de AEC’s zelf) tot een lagere CO2-uitstoot en dus een lagere heffing.

CO2-afvang en -opslag zou het meest opleveren, maar is relatief kostbaar en lijkt niet bij alle AEC’s haalbaar.

dinsdag 3 november 2020

Start bodemsanering duinen Ameland

Op maandag 2 november 2020 is gestart met het saneren van een drietal bodemverontreinigingen in de duinen bij Hollum op Ameland.

De grondsanering is een gezamenlijk project van het Rijksvastgoedbedrijf en Rijkswaterstaat en zal 2 tot 3 maanden gaan duren.

De verontreinigingen zijn in 1964 ontstaan door het storten van boorspoeling door de NAM. Dat product werd destijds op de nabij gelegen boorlocatie gebruikt bij de boring naar aardgas.

De sanering van de oude boorlocatie was de verantwoordelijkheid van NAM. Omdat de verontreiniging van de stortlocaties dateert van vóór 1975 is er sprake van verjaring. Daarom is de sanering nu een rijks verantwoordelijkheid.

In de verontreinigde grond zijn hoofdzakelijk minerale oliën en barium aangetroffen. In mindere mate werden chroom en andere vluchtige stoffen als benzeen aangetroffen. De verontreiniging in de grond strekt zich uit tot meer dan 6 m diepte.

Door de afgravingen wordt er zand uit de duinen weggehaald. Om te voldoen aan de beschermingsnorm tegen hoogwater zal het ontstane tekort gelijk met Noordzeezand worden aangevuld. Hiervoor is al een extra zandvoorraad beschikbaar waarmee de buitenste duinen worden verstevigd.

zondag 1 november 2020

Groen in de wijk als maatregel tegen hitte

In de zomers van 2018, 2019 en 2020 werd het ene hitterecord na het andere gebroken en deze jaren kenden lange periodes van droogte. Bebouwing versterkt de hitte.

Vergroening van de openbare ruimte wordt dan ook steeds vaker toegepast als maatregel tegen hitte. Met deze trend neemt de vraag naar wetenschappelijke informatie over verkoeling door groen toe: hoe kan de verkoelende werking in stedelijk gebied maximaal worden benut en in stand gehouden tijdens droogte?

In het project Effectief groen voor klimaatadaptatie in de stad wordt bestaande wetenschappelijke Kennis vertaald naar praktische richtlijnen voor vergroening van stedelijk gebied en uitgewerkt tot sjablonen voor toepassing in veel voorkomende Nederlandse wijktypes. De sjablonen zijn weliswaar gericht op maximale verkoeling, maar zullen waar mogelijk ook afgestemd worden op praktische aspecten, zoals onderhoudskosten en gevolgen voor ondergrondse infrastructuur.

De gemeente Wageningen zint op herinrichting van de openbare ruimte van een aantal wijken en wil daarbij toenemende hitte zo goed mogelijk kunnen opvangen via groenvoorziening. De Tarthorst en de Roghorst in Wageningen zijn typische voorbeelden van bloemkoolwijken. Dit wijktype is een van de veel voorkomende standaardsituaties in stedelijk gebied die in het project onderzocht worden.