vrijdag 30 september 2022

CO2-meter moet in ieder klaslokaal en extra ondersteuning bij inzet luchtreinigers

Nu de coronabesmettingen weer langzaam toenemen, is het belangrijk om ook op het aantal scholen waar ventilatie nog onvoldoende op orde is, de ventilatie ook daar vlot te trekken. Daarom wordt het verplicht om in alle lokalen een werkende CO2-meter op te hangen. Ook krijgen scholen extra hulp en ondersteuning om luchtreinigers in te zetten. Dit heeft minister Wiersma aangekondigd in een brief aan de Tweede Kamer.

In de klas moet je voortdurend kunnen meten of de ventilatie in orde is. Uit een recente peiling onder scholen blijkt dat circa 60 procent een werkende CO2-meter in ieder klaslokaal heeft hangen, maar 40 procent heeft dat om diverse redenen nog niet. Hoewel bij vele scholen de meters wel in bestelling zijn, is het noodzakelijk om op alle plekken voorbereid te zijn als de coronabesmettingscijfers mogelijk verder oplopen. Daarom wordt een werkende CO2-meter in iedere klas verplicht. Deze verplichting is voor nieuwbouw en gerenoveerde basisschoolgebouwen al opgenomen in het Bouwbesluit. Dit wordt gelijkgetrokken.

In Staphorst hebben zes scholen het initiatief genomen om 75 luchtreinigers te plaatsen. Scholen die hieraan willen meedoen, kunnen zich hiervoor aanmelden op www.ventilatiehulp.nl.

donderdag 29 september 2022

Samsung kondigt nieuwe duurzaamheidsstrategie aan

Samsung heeft zijn nieuwe duurzaamheidsstrategie aangekondigd. Hiermee sluit het bedrijf aan bij wereldwijde inspanningen om klimaatverandering aan te pakken. Het omvat toezeggingen om bedrijfsbreed netto nul (Net Zero) koolstofemissies te bereiken. Ook plannen om meer hernieuwbare energie te gebruiken, te investeren in en onderzoek te doen naar nieuwe technologieën om energie-efficiënte producten te ontwikkelen, waterhergebruik te vergroten en koolstofafvangtechnologie te ontwikkelen, maken onderdeel uit van Samsungs inspanningen.

​De kern van het nieuwe plan is het bereiken van netto nul koolstofemissies (Scope 1 & Scope 2) voor alle activiteiten in de Device eXperience (DX) Divisie tegen 2030. Alle wereldwijde activiteiten, inclusief de Device Solutions (DS) Divisie, moeten tegen 2050 Net Zero opereren. De DX-divisie omvat de consumentenelektronica-activiteiten van het bedrijf, waaronder Mobile eXperience, Visual Display, Digital Appliances, Networks en Health & Medical Equipment, terwijl de DS-divisie de geheugen-, systeem-LSI- en halfgeleiderfabricage omvat.

​Samsung Electronics heeft zich ook aangesloten bij RE100, een wereldwijd initiatief dat zich toelegt op het nastreven van 100 procent hernieuwbare energie. Als onderdeel van deze verbintenis is het bedrijf van plan om binnen vijf jaar de elektriciteitsbehoeften van alle internationale markten waar het actief is, buiten Korea, te voorzien van hernieuwbare energie.

​Het nieuwe plan bouwt voort op de bestaande klimaatinspanningen van Samsung Electronics en breidt de reikwijdte van zijn programma's en investeringen aanzienlijk uit. Samsung Electronics zal nieuwe technologieën ontwikkelen en verdere duurzame activiteiten implementeren.

​De duurzaamheidsstrategie van Samsung Electronics omvat ook een bedrijfsbrede inspanning om de circulariteit van hulpbronnen gedurende de gehele levenscyclus van het product te verbeteren: van de inkoop van grondstoffen tot recycling en verwijdering. Het plan beschrijft ook investeringen in nieuwe technologieën om de emissies van procesgassen te verminderen en het energieverbruik in consumentenproducten te verminderen. Het bedrijf is ook van plan om technologieën voor koolstofafvang en -gebruik te onderzoeken en schadelijke fijne stofdeeltjes in de lucht aan te pakken.

woensdag 28 september 2022

'Financiële sector heeft cruciale rol bij klimaatadaptatie'

De financiële sector speelt een cruciale rol bij klimaatadaptatie. Daarom brengt het Platform voor Duurzame Financiering grote financiële spelers samen. De organisaties werken aan nieuwe financieringsvormen en maatregelen die zijn gericht op klimaatadaptatie.

Gijs Kloek (senior manager klimaatverandering bij Achmea) is voorzitter van een nieuwe werkgroep binnen het platform Duurzame Financiering.

Namens Achmea en het Verbond van Verzekeraars is hij aan het woord in de gezamenlijke nieuwsbrief van het Deltaprogramma Ruimtelijke Adaptatie (DPRA) en de Nationale Klimaatadaptatiestrategie (NAS). Hij meldt dat er inmiddels al banken, verzekeraars en vastgoedbeleggers in de werkgroep deelnemen, waardoor er een stevig netwerk ontstaat en overheden en financiële spelers elkaar goed weten te vinden.

Het Platform voor Duurzame Financiering heeft de werkgroep gevraagd een plan van aanpak te schrijven. Het plan is naar verwachting in november klaar en bouwt onder meer voort op de Toolbox Financiering Klimaatadaptatie van het ministerie van BZK. Eind 2023 ligt er een rapport met een gedetailleerde uitwerking van concepten en oplossingen voor verschillende delen van de financiële sector.

dinsdag 27 september 2022

Nieuwe installatie voor fors minder schadelijke uitstoot Tata Steel

Een dezer dagen is de bouw gestart van de ontstoffings- en DeNOx-installatie bij de Pelletfabriek van Tata Steel. De installatie leidt tot 80% minder uitstoot van lood, zware metalen en stof bij de Pelletfabriek ten opzichte van 2019.

Deze grote investering van Tata Steel in de ontstoffings- en DeNOx-installatie vloeit voort uit de maatregel die de provincie Noord-Holland en Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied (OD NZKG) eerder aan het staalbedrijf hebben opgelegd om de uitstoot van zeer zorgwekkende stoffen (ZZS) zoals lood fors te beperken.

De maatregel is een belangrijk onderdeel van het Programma Tata Steel 2020-2050, dat de provincie met de IJmondgemeenten heeft opgesteld voor een schonere en gezondere leefomgeving."

De ontstoffingsinstallatie is in 2023 gereed en leidt tot vermindering van de uitstoot van lood, zware metalen en stof. De DeNOx-installatie, waarvan de bouw vandaag tegelijk is begonnen, moet in 2025 leiden tot een verdere vermindering van de uitstoot van stikstof.

maandag 26 september 2022

Biodiversiteitsverlies en klimaatverandering versterken elkaar

Veranderingen in de landbouw en onze voedselsystemen zijn heel belangrijk om klimaatsverandering en verlies van biodiversiteit tegen te gaan.

Daarover gaat de zesde Mansholtlezing, dit jaar gegeven door Liesje Mommer, hoogleraar Plantenecologie en Natuurbeheer. Tijdens de Mansholtlezing presenteert Wageningen University & Research ieder jaar haar visie op Europese vraagstukken rondom voeding, landbouw en duurzaamheid.

Ecosystemen met een lage biodiversiteit zijn minder veerkrachtig en slechter in staat de gevolgen van klimaatverandering te ondervangen. Terwijl klimaatverandering de belangrijkste oorzaak is van het verlies van biodiversiteit. Biodiversiteitsverlies en klimaatverandering zijn dus twee crisissen die elkaar versterken. Worden de effecten van klimaatsverandering erger, dan verliezen ecosystemen biodiversiteit; gaat biodiversiteit verloren, dan reguleren ecosystemen de gevolgen van klimaatsverandering minder goed.

Deze gekoppelde crisis is voor een belangrijk deel het gevolg van de manier waarop mensen voedsel produceren: het voedselsysteem. Tegelijk zal ons voedselsysteem ook een belangrijk slachtoffer zijn van de verergerde effecten van klimaatsverandering, zoals overstromingen, droogte en hitte, maar ook plagen en ziektes. Het voedselsysteem heeft dus veel invloed op veranderingen in het leven op onze planeet. Liesje Mommer pleit daarom dit jaar in haar Mansholtlezing voor de herintroductie van biodiversiteit in het voedselsysteem, voor een duurzamere, gezondere en meer veerkrachtige planeet.

donderdag 22 september 2022

'Gebouwen aanpassen aan klimaatverandering hard nodig'

Het is hoog tijd om onze woningen, kantoren en andere gebouwen aan te passen aan het veranderende klimaat. Bijvoorbeeld door te beginnen met meer groen en zonwering. Dat zegt Sophie Kraaijeveld, Sector Banker Real Estate, ING

In Nederland bouwen we graag woningen met grote ramen voor de lichtinval. Maar door de grote ramen kan het in huis erg warm worden. Zeker in nieuwbouwhuizen blijkt het zweten te zijn.

En als het heet is, hebben wij daar als mens last van: we worden minder productief en slapen slechter. Bij extreme hitte gaan we naar binnen waar we het zo koel mogelijk willen houden. Daar zetten we dan het liefst de airco aan. Die airco slurpt energie en lekt schadelijk koudemiddel, waardoor het klimaat wordt belast. En vastgoed is al verantwoordelijk voor 40 procent van de CO2-uitstoot.

Gebouwen aanpassen aan het veranderende klimaat is een goede manier om deze cirkel te doorbreken. Dat kan al heel eenvoudig met zonwering zodat de ramen niet zo warm worden. Het toepassen van groen is ook effectief: beplanting zorgt voor schaduw en verdamping. Een groen dak (met een dikkere aardlaag, niet het bekende sedumdak met de vetplantjes) dempt de warmte op de bovenste verdieping. En een groene gevel zorgt voor natuurlijke isolatie (tegen hitte in de zomer en koude in de winter).

Naast de bewezen gunstige effecten tegen de klimaatverandering hebben groene gebouwen nog een positief effect: groen doet een mens goed. Planten hebben een bewezen positieve invloed op de gezondheid en productiviteit van mensen. Zo slapen mensen beter in een huis met veel groen.

HvA komt met de eerste beroepsopleiding op masterniveau

De Hogeschool van Amsterdam komt met de eerste beroepsopleiding op masterniveau in Nederland die opleidt tot specialist klimaatbewust gedrag. De master Klimaatpsychologie en -gedrag start september 2023.

Om de klimaatcrisis het hoofd te kunnen bieden, moeten we anders gaan leven. Dat vraagt om gedragsverandering van veel mensen. In deze deeltijdopleiding ontwikkelen professionals zich in twee jaar tot specialist op het gebied van klimaatbewust gedrag, die overheden en organisaties kan ondersteunen de complexe transitie naar een duurzame samenleving te maken.

De master is gericht op professionals die al werkzaam zijn in de praktijk, bijvoorbeeld bij overheden, gemeenten, onderzoeks- en adviesbureaus, milieuorganisaties of in het bedrijfsleven. Tijdens de opleiding werken zij aan een concreet verandertraject uit de eigen praktijk, dat aansluit op een van de vier centrale transitiethema’s: de mobiliteitstransitie, de energietransitie, de eiwittransitie (naar meer plantaardige eiwitten) en de transitie naar een circulaire economie.

De masterstudenten krijgen daarbij colleges van experts uit het hele land en van onderzoekers van het aan de master verbonden HvA-lectoraat Psychologie voor een Duurzame Stad.

woensdag 21 september 2022

Klimaatbeleid van kabinet is ambitieus, maar moet concreter

 

Het kabinet is gestart met een ambitieus klimaatbeleid. Maar de afstand tot de wettelijke klimaatdoelen is nog groot. Het kabinet moet extra stappen zetten om op koers te komen. Met nog iets meer dan zeven jaar te gaan tot 2030 is het essentieel dat nu extra maatregelen worden genomen. Het kabinet moet knopen doorhakken over concrete maatregelen en prioriteiten stellen.

Dit is te lezen in de jaarlijkse beschouwing van de Afdeling advisering van de Raad van State over het klimaatbeleid van het kabinet. In deze beschouwing toetst de Afdeling advisering of het kabinetsbeleid voldoet aan de klimaatdoelstellingen die de Klimaatwet stelt.

Het wettelijke streefdoel voor emissiereductie is 55% in 2030. In de uitwerking van het beleid richt het kabinet zich op een reductiepercentage van 60%. In afwachting van het verschijnen van de Klimaat- en Energieverkenning 2022 begin november, laten de voorlopige cijfers van het Planbureau voor de Leefomgeving zien dat de afstand tussen het wettelijke streefdoel en de verwachte resultaten van het beleid nog groot is. Bij ongewijzigd beleid zal er sprake zijn van een reductie van 39% tot ten hoogste 50%. Het kabinet erkent dat er nog een grote afstand moet worden overbrugd en kondigt aanvullend klimaatbeleid aan.

Het kabinet toont grote ambitie, maar geeft te weinig inzicht in wat er op korte termijn en op lange termijn concreet gaat gebeuren. De Afdeling advisering roept in haar beschouwing het kabinet daarom op bestaande beleidsprogramma’s zoveel mogelijk en zo snel mogelijk om te zetten in concrete uitvoeringsagenda’s.

Niet alles kan tegelijkertijd worden uitgevoerd. De krapte op de arbeidsmarkt is groot en materialen zijn schaars. Het kabinet moet prioriteiten stellen om de doelstellingen te halen. Ook moet het kabinet de volgorde kiezen waarin het klimaatbeleid wordt uitgevoerd en knelpunten wegnemen, zoals het tekort aan infrastructuur voor duurzame energie. Dit alles vraagt om sterke bestuurlijke regie. De Afdeling advisering beveelt daarom aan de positie van de minister voor Klimaat en Energie te verstevigen en de regierol van de minister-president te verhelderen.

De zorgen in de samenleving over stijgende (energie)prijzen zijn groot. De impact op de financiële huishouding van burgers is fors. Naast het behalen van de klimaatdoelen moet het kabinet nadrukkelijk aandacht hebben voor de koopkracht van burgers. Tegelijkertijd kan de huidige situatie ook worden benut om klimaatmaatregelen te versnellen. Door de hoge energieprijzen zijn energiebesparende maatregelen niet alleen goed voor het klimaat, maar leveren deze ook in financieel opzicht besparingen op. De investeringen die nodig zijn voor de energietransitie kunnen daardoor rendabeler worden. De Afdeling advisering wijst er in de beschouwing dan ook op dat de huidige situatie ook mogelijkheden biedt om de energietransitie flink te versnellen.

dinsdag 20 september 2022

Prinsjesdag: Naar een nieuwe balans voor landbouw en natuur

In 2023 wordt in de huidige begroting van LNV in totaal 340 miljoen euro gereserveerd voor ondersteuning gericht op de verdere verduurzaming van de veehouderij en het verminderen van stikstofdepositie door middel van diverse vrijwillige beëindigingsregelingen.

Voor technische innovatie stelt LNV onderdelen van de Subsidiemodules brongerichte verduurzaming stal- en managementmaatregelen (Sbv) ook in 2023 open; daar is in 2023 29 miljoen euro voor gereserveerd. Veehouders kunnen hiermee innovatieve technieken en managementmaatregelen ontwikkelen en deze vervolgens breder toepassen. Dit moet resulteren in een vermindering van de uitstoot van ammoniak, methaan, geur en fijnstof, wat ook de biodiversiteit ten goede komt. Daarbij is er ook aandacht voor verbetering van dierenwelzijn en brandveiligheid.

Voor de glastuinbouw en weerbare planten en teeltsystemen is in 2023 77 miljoen euro aan budget beschikbaar. Een groot deel daarvan is bestemd voor subsidies op het terrein van energiebesparing en duurzame energie in de glastuinbouw.

In 2023 staat ook de gebiedsgerichte aanpak in het landelijk gebied centraal. Gebieden in Nederland verschillen enorm van elkaar en ook de staat van de natuur, bodemgesteldheid, waterkwaliteit en stikstofneerslag verschillen per gebied. Dat vraagt om maatwerk. Daarom werkt het kabinet samen met provincies, gemeenten, waterschappen, ondernemers en terreinbeheerders in een gebiedsgerichte aanpak aan programma’s om de doelen op het gebied van stikstof, waterkwaliteit, bodem, klimaat en biodiversiteit te halen. De aanpak is beschreven in het Nationaal Programma Landelijk Gebied en bestaat uit zowel landelijke als gebiedsgerichte maatregelen.

Satellietdata van emissies mogen nog preciezer en gebruiksvriendelijker

 

Satellieten worden steeds beter en meten steeds preciezer. Bijvoorbeeld de uitstoot van broeikasgassen en andere vervuilende stoffen. Deze gegevens kunnen nog beter gebruikt worden voor emissieschattingen als satellieten vaker overvliegen en preciezer meten.

Verschillende organisaties, zoals het RIVM, overheden en onderzoekers, gebruiken deze data. Netherlands Space Office (NSO) kan met de onderzoeksresultaten bepalen welke ontwikkelingen rond satellietdata in de toekomst nodig zijn.

Satellieten zijn aanvulling, geen vervanging van bestaande metingen
Gebruikers hebben behoefte aan preciezere satellietmetingen van steeds kleinere oppervlakten. Zo kan ook van een kleine emissiebron, zoals een fabriekspijp, bepaald worden welke stoffen deze bron uitstoot. Satellietdata zijn volgens gebruikers een belangrijke aanvulling op onder andere uitgebreide lokale metingen op de grond.

Uit het onderzoek blijkt ook dat gebruikers van satellietdata tegen praktische problemen aanlopen. Ze kunnen bijvoorbeeld de data niet goed vinden of ze weten niet hoe ze deze kunnen gebruiken. Ook ontbreekt soms het geld om met de data aan de slag te gaan. Het is daarom belangrijk dat organisaties meer samenwerken. Door kennis en databronnen te delen kunnen satellietgegevens gebruikersvriendelijker en toegankelijker worden. Ook ontstaan hierdoor meer mogelijkheden om de satellietdata betekenis te geven.

maandag 19 september 2022

Extreme honger in laatste zes jaar meer dan verdubbeld in 10 ergste klimaatbrandhaarden

De acute honger in tien van 's werelds ergste klimaatbrandhaarden, - dit zijn de landen met het hoogste aantal VN-hulpoproepen ten gevolge van extreem weer – is in de afgelopen zes jaar met 123 procent gestegen.

Nu al hebben 48 miljoen mensen in deze landen te maken met acute honger, tegen 21 miljoen mensen in 2016. Hongersnood bedreigt 18 miljoen mensen. Zo blijkt uit het nieuwe Oxfam-klimaatrapport dat vandaag gepubliceerd is.

Uit het nieuwe Oxfam-rapport Hunger in a heating World blijkt dat de 10 wereldwijde klimaatbrandhaarden - Somalië, Haïti, Djibouti, Kenia, Niger, Afghanistan, Guatemala, Madagaskar, Burkina Faso en Zimbabwe - de afgelopen 20 jaar herhaaldelijk geteisterd zijn door extreem weer. Landen die het minst verantwoordelijk zijn voor de klimaatcrisis lijden het meest onder de gevolgen en hebben ook de minste middelen om klimaatverandering het hoofd te bieden.

De tien klimaathaarden zijn samen verantwoordelijk voor slechts 0,13 procent van de wereldwijde CO2-uitstoot en bungelen onderaan de lijst van landen die het minst voorbereid zijn op de effecten van klimaatverandering.
Het rapport vermeldt dat:

• Somalië wordt geconfronteerd met de ergste droogte ooit. Hongersnood dreigt in twee districten: Baidoa en Burhakaba. Door de droogte zijn een miljoen mensen gedwongen hun huis te ontvluchten. Somalië staat op de 172ste plaats van de lijst van landen die voorbereid zijn op klimaatverandering. De lijst bestaat uit 182 landen.

• In Kenia heeft de huidige droogte bijna 2,5 miljoen dieren gedood en lijden 2,4 miljoen mensen honger. Onder hen zijn honderdduizenden kinderen die ernstig ondervoed zijn.

• In Burkina Faso is de honger sinds 2016 met 1350 procent toegenomen. Meer dan 3,4 miljoen mensen hebben te maken met extreme honger sinds juni 2022 als gevolg van gewapende conflicten en de toenemende verwoestijning van landbouwgronden. Opwarming van de aarde boven de 2°C zou de graanopbrengsten zoals gierst en sorghum waarschijnlijk met 15-25% doen dalen.

Vervuilende geïndustrialiseerde landen zoals de leden van de G20 – die 80 procent van de wereldeconomie voor hun rekening nemen – zijn samen verantwoordelijk voor meer dan driekwart van de CO2-uitstoot in de wereld. De dagelijkse winst van fossiele brandstofbedrijven bedroeg de afgelopen 50 jaar gemiddeld $ 2,8 miljard. In minder dan 18 dagen zou die dagelijkse winst de hulpoproep van $ 49 miljard voor 2022 van de VN kunnen bekostigen.

vrijdag 16 september 2022

Aldi en FrieslandCampina gaan samen voor biodiversiteit

Aldi en FrieslandCampina slaan de handen ineen om de biodiversiteit te vergroten. In het project ‘Kruidenrijk Grasland’ gaat de supermarktketen een aantal leden van FrieslandCampina financieel ondersteunen bij de aanleg en onderhoud van kruidenrijke graslanden.

In het project zullen de melkveehouders 80 hectare grasland inzaaien met een mix van gras- en kruidensoorten. Daardoor worden de graslanden aantrekkelijk voor veel soorten insecten en weidevolgels.

“Een groot deel van ons zuivel- en kaasassortiment is On the way to PlanetProof-gecertificeerd. We kijken nu naar nog meer mogelijkheden om bij te dragen aan verduurzaming van de zuivelketen”, aldus Wouter Lefevere, managing director category management bij Aldi in Nederland.

donderdag 15 september 2022

PreZero maakt start met ophalen afval met waterstofwagen in Arnhem

PreZero Nederland, specialist in afval- en grondstoffenmanagement, gaat een waterstofwagen inzetten voor het inzamelen van afval in Arnhem.

Samen met de gemeente Arnhem neemt PreZero deel aan een Europees project waarbij gemeenten, afvalinzamelaars en leveranciers in verschillende landen samenwerken om ervaring op te doen met het rijden op waterstof.

Binnen dit project zet PreZero in de gemeente Arnhem een elektrisch voertuig in dat volledig rijdt op waterstof en geen schadelijke uitstoot heeft. De inzamelwagen gaat half september de weg op. Een mijlpaal op de weg naar een CO2-vrije afvalinzameling.
 
Voor de inzameling van huishoudelijk afval geldt dat Europese milieueisen voorschrijven dat de CO2-uitstoot en fijnstofemissies zo veel mogelijk moeten worden teruggebracht. Om aan deze EU-richtlijn te kunnen voldoen, hebben Arnhem en PreZero zich verbonden aan het project HECTOR, wat staat voor Hydrogen Waste Collection Vehicles in North West Europe1. Dit Europese project heeft tot doel CO2-emissies te verlagen door inzamelwagens in te zetten die rijden op waterstof. De ervaringen die dit oplevert, moeten antwoord geven op de vraag hoe de uitstoot van schadelijke stoffen in het wegvervoer aanzienlijk kan worden verminderd. Fabrikant E-Trucks Europe heeft de innovatieve waterstofwagen die hierbij wordt ingezet, ontwikkeld.
 
De waterstofwagen in Arnhem is volledig nieuw en wordt ingezet voor de inzameling van ondergrondse containers. Tanken gebeurt bij het waterstoftankstation op de Westervoortsedijk in Arnhem. Het voertuig kan maximaal vijftien kilo waterstof tanken en daarmee twee dagen afval inzamelen. De inzet van de inzamelwagen zal een schat aan informatie opleveren die een rol gaat spelen bij besluitvorming over hoe afval in Nederland CO2-vrij kan worden ingezameld. HAN Automotive Research uit Arnhem is verantwoordelijk voor data-analyse en de verwerking van al deze gegevens in het HECTOR-project. 

woensdag 14 september 2022

Uitstoot broeikasgassen 9 procent lager in tweede kwartaal 2022

In het tweede kwartaal van 2022 was de uitstoot van broeikasgassen 9 procent lager dan in hetzelfde kwartaal van 2021. Dat komt vooral door minder aardgasverbruik in de industrie, landbouw en de gebouwde omgeving. Een ontwikkeling die ook al zichtbaar was in het eerste kwartaal van 2022. Dit melden het CBS en RIVM/Emissieregistratie op basis van de voorlopige kwartaalcijfers over de broeikasgassenuitstoot conform de richtlijnen van de IPCC.

Mede door de hoge aardgasprijzen en het relatief zachte en zonnige voorjaar werd er minder aardgas verbruikt door vrijwel de gehele economie en maatschappij. Dat leidde in de industrie, landbouw en gebouwde omgeving tot een forse vermindering van de broeikasgassenuitstoot. Het aardgasverbruik maakt in deze sectoren een relatief groot aandeel uit van het energieverbruik en het is moeilijk om op korte termijn andere energiedragers voor hun bedrijfsprocessen in te zetten.

Uitstoot door elektriciteitssector en mobiliteit gelijk gebleven
De elektriciteitssector heeft ruim 4 procent meer geproduceerd dan in het tweede kwartaal van 2021. Door de veranderde energiemix is de uitstoot van CO2 echter vrijwel gelijk gebleven. De energiemix die ingezet wordt voor de elektriciteitsproductie fluctueert in de elektriciteitssector meer dan in andere sectoren.

Net als de industrie, landbouw en gebouwde omgeving verbruikt de elektriciteitssector relatief veel aardgas, maar door de hoge aardgasprijzen is er minder elektriciteit geproduceerd met aardgas. Daarentegen zorgden relatief lage prijzen voor steenkool, zelfs bij de gestegen CO2-prijs, er voor dat er meer kolen zijn ingezet voor de elektriciteitsproductie. Verder vindt al langere tijd een groeiende inzet van hernieuwbare energiedragers plaats, die de verschuiving van aardgas naar kolen opvangt qua CO2-uitstoot.

De broeikasgassenuitstoot door de mobiliteitssector is eveneens vrijwel gelijk gebleven, net als de ontwikkeling van het motorbrandstofverbruik door het binnenlandse wegverkeer.

dinsdag 13 september 2022

Zwerfafval oprapen. Kleine moeite, grote waardering

Met verborgen camera’s is voor een nieuwe campagne gefilmd of mensen spontaan zwerfafval oprapen. Dat deden gelukkig veel mensen. Ze werden daarbij verrast door een groot uitrollend spandoek en een opgestoken duim uit een afvalbak.

Onderzoek toont aan dat er slechts een kleine verandering in gedrag nodig is om in Nederland gezamenlijk zwerfafval te verminderen. Onder het motto ‘Zwerfafval, natuurlijk raap je ook iets op’ laat de campagne zien hoe gemakkelijk het is om een stuk zwerfafval op te rapen. Die kleine handeling (want dat is het) moedigt twijfelaars aan om ook mee te doen en spoort mensen die af en toe al zwerfafval oprapen aan om dit vaker te doen.

Tijdens World Clean Up Day (17 september 2022) wordt wereldwijd aandacht geschonken aan het opruimen van zwerfafval. Met deze dag in het vooruitzicht, ziet de Rijksoverheid haar kans schoon om met een campagne zwerfafval oprapen te stimuleren. Ook na World Clean Up Day. Met als doel om nog meer mensen te bewegen regelmatig wat op te ruimen.

De overheid, gemeenten en andere organisaties hebben al veel gedaan aan het probleem van zwerfafval. Denk hierbij aan het invoeren van statiegeld en het zorgen voor voldoende prullenbakken. Ondanks de investeringen in de aanpak tegen zwerfafval zijn we er nog niet helemaal van af. De hulp van iedereen, dus ook andere organisaties, bedrijven en burgers om zwerfafval op te ruimen blijft dan ook belangrijk.  

De landelijke campagne loopt vanaf 12 september tot en met oktober en is online te zien, op social media, via de radio en met posters langs de weg. Naast de landelijke inzet van media, zal de campagne ook te zien zijn via de kanalen van gemeenten en andere organisaties zoals Nederland Schoon.  

Wil je je als organisatie aansluiten bij de campagne? Download materialen en kijk hoe je mee kunt doenop: www.schoudersonderschoon.nl

maandag 12 september 2022

Nederland blijkt spil in de wereldwijde export van plasticafval naar niet-westerse landen

Onderzoek van Plastic Soup Foundation heeft aangetoond dat Nederland een grote rol speelt in de schimmige handel in plasticafval. Zo was ons land in 2021 EU’s grootste exporteur van plasticafval naar niet-OESO-landen.

Ook wereldwijd zijn we een grote speler; alleen Japan en de VS exporteerden in 2021 nóg meer plasticafval naar landen in het mondiale zuiden. Per hoofd van de bevolking is Nederland zelfs wereldleider; ons land verscheept het meeste plasticafval van het rijke deel van de wereld naar landen die dat afval niet correct kunnen verwerken.

China zette op 1 januari 2018 de wereld flink op z’n kop met een verbod op de import van plasticafval. Opeens moest het rijke westen er dus ergens anders mee naartoe. Sindsdien verschuift deze handel naar steeds kwetsbaarder landen, die niet over de juiste infrastructuur beschikken om dat afval goed te verwerken. Waar de bulk van het plasticafval voorheen naar China ging, gaat die nu vooral naar landen in Zuidoost-Azië zoals Indonesië, Thailand, Vietnam en Maleisië.

In deze landen wordt ruim de helft van dat afval mismanaged, en in Indonesië geldt dat zelfs voor 83 procent ervan. Het wordt in de open lucht gestort en ongecontroleerd verbrand. Daarbij komen schadelijke stoffen, restanten plastic en microplastics vrij die de akkers en oppervlaktewateren vervuilen en niet alleen het milieu maar ook de gezondheid van de lokale bevolking aantasten.

Boven op de legale export komen nog de illegale exportstromen. Naar de omvang daarvan kunnen we alleen maar gissen. Wel is duidelijk dat die sinds 2018 enorm zijn toegenomen en gepaard gaan met veel criminele activiteiten, waarvoor Interpol twee jaar geleden al waarschuwde.

Ondanks de bestaande wet- en regelgeving, zoals de EU Waste Shipment Directive en het Verdrag van Bazel, dat per 1 januari 2021 verder is aangescherpt, neemt de export naar kwetsbare landen opmerkelijk genoeg alleen maar toe. In 2021 was er zelfs sprake van meer dan een verdubbeling ten opzichte van 2020.

Nederland was in 2021 ’s werelds grootste exporteur van plasticafval naar Indonesië. Van de totale export van plasticafval van ruim 200 miljoen kilo ging er bijna 70 miljoen kilo naar Indonesië en bijna 64 miljoen kilo naar Vietnam.

vrijdag 9 september 2022

‘Klimaatonderzoek Initiatief Nederland’ nodig voor realisatie klimaat-neutrale samenleving

Klimaatwetenschappers, verenigd in een tijdelijk adviesorgaan ingesteld door NWO en KNAW, adviseren om zo snel mogelijk het ‘Klimaatonderzoek Initiatief Nederland’ – KIN – op te richten.

Doel van het nieuwe KIN is om een substantiële bijdrage te leveren aan het versnellen van de transformaties die nodig zijn om in 2050 een duurzame, klimaat-neutrale samenleving te realiseren. In het vandaag verschenen rapport van de taskforce staat uitgewerkt hoe het KIN eruit zou kunnen zien en functioneren.

Het klimaatbeleid in Nederland vooral gericht op het emissiedoel van 2030, maar uiteindelijk moet in de jaren veertig een volledige klimaatneutrale samenleving gerealiseerd worden. De grote uitdaging daarom is, stellen de wetenschappers in het rapport, om de maatschappelijke systeemtransities zo snel mogelijk vorm te geven. Aanpassing aan klimaatverandering en het elimineren van emissies moeten daarbij hand in hand gaan.

De missie van het Klimaatonderzoek Initiatief Nederland is om het klimaatgerelateerde onderzoek in Nederland te verbinden, te verdiepen en te verbreden, om in samenwerking met maatschappelijke partijen systeemtransities te versnellen.

Er wordt veel klimaatonderzoek in Nederland gedaan, maar het is gefragmenteerd, en niet missiegedreven: de financiering loopt via competitieve calls. In het rapport van de taskforce wordt in kaart gebracht hoe dit kan worden verbeterd ten behoeve van de systeemtransities. De bedoeling is via drie sporen te werken.

Het KIN-Programma is een nationaal onderzoeksprogramma voor integraal en missiegedreven klimaatonderzoek; het verbindt en integreert het onderzoek op relevante wetenschapsterreinen binnen Nederlandse onderzoeksinstellingen. Het bevat ook een internationaal programma om capaciteit voor systeemtransities in specifieke ontwikkelingslanden te helpen ontwikkelen. Het KIN-Pact maakt de activiteiten van de belangrijkste Nederlandse spelers op klimaatterrein zichtbaar en bundelt krachten om gezamenlijk aan nieuwe klimaat-gerelateerde kennis én kennistoepassingen te werken die de benodigde systeemtransities versnellen. Het KIN-Centrum is het centrale punt van waaruit het KIN-Programma en het KIN-Pact worden gecoördineerd en ondersteund. De wetenschappers bevelen aan het KIN-Programma als eerste en zonder uitstel te beginnen.

Het rapport van de taskforce is aangeboden aan de besturen van NWO en KNAW, die het hebben omarmd en momenteel werken aan een implementatieplan.

donderdag 8 september 2022

Wibra zamelt met app plastic verpakkingen in voor recycling

Wibra is in zijn winkels gestart met het inzamelen van plastic consumentenverpakkingen voor recycling. Klanten worden aangemoedigd om lege plastic verpakkingen die ze bij Wibra hebben gekocht terug te brengen, maar ook de verpakkingen die uit andere winkels komen. Voor elke teruggebrachte verpakking krijgt de klant kortingspunten in de zogeheten Impackt-app.

Jaarlijks gebruikt de gemiddelde Nederlander 48 kilo aan plastic verpakkingen. De meeste daarvan worden niet gerecycled. Wibra wil daar met deze actie, die begint als pilot, verandering in brengen.

Consumenten kunnen vanaf september de lege plastic verpakkingen van producten zoals schoonmaakmiddelen, verzorgingsproducten en wasmiddelen terugbrengen naar de winkel.

Wibra start de pilot samen met Impackt, dat een app heeft ontwikkeld waarin klanten kunnen bijhouden hoeveel ze hebben teruggebracht. In de 25 filialen waar de pilot plaatsvindt staan speciale bakken voor lege plastic verpakkingen. Via de Impackt-app kunnen klanten de streepjescode van het teruggebrachte product en de QR-code op de bakken scannen. In de app zien klanten wat de CO2-impact van hun bijdrage is. Voor elke ingeleverde verpakking krijgt de klant punten, die in de app kunnen worden verzilverd voor kortingsbonnen op producten bij de Wibra-winkels.

De proef vindt de komende vier maanden plaats in 25 filialen in Noord- en Zuid-Holland.
 

woensdag 7 september 2022

RIWA: doel 30 procent minder lozingen in de Rijn nog buiten beeld

RIWA-Rijn pleit voor extra inspanningen om het 30 procent-reductiedoel voor emissies naar de Rijn in 2040 te halen, nu duidelijk is dat voor 41 procent van de stoffen het halen van die doelstelling buiten beeld blijft.

Ook in 2021 werden weer tientallen stoffen in de Rijn aangetroffen in hogere concentraties dan de streefwaarden uit het European River Memorandum (ERM). Het betreft industriële chemicaliën, restanten van geneesmiddelen, bestrijdings¬middelen en hun afbraakproducten.

Dit meldt RIWA-Rijn in het jaarrapport over 2021 waarin de waterkwaliteit in het Nederlandse deel van het Rijnstroomgebied in kaart is gebracht. RIWA is het samenwerkingsverband van drinkwaterbedrijven die oppervlaktewater, zoals rivierwater, gebruiken voor de bereiding van drinkwater.

De Rijnministerconferentie concludeerde op 13 februari 2020 dat microverontreinigingen een steeds grotere uitdaging voor aquatische ecosystemen en de drinkwaterwinning zijn. Daarom werd de doelstelling geformuleerd dat emissies van microverontreinigingen naar de Rijn in 2040 in totaal met minstens 30 procent verminderd zijn ten opzichte van de periode 2016-2018. Om de emissiereductie op gezette tijden kwantitatief te kunnen controleren heeft de Internationale Commissie ter Bescherming van de Rijn de opdracht gekregen om een beoordelingssysteem te ontwikkelen.

De toetsing van het doelbereik betreft zowel de totale reductie over de voorgaande periode als de gemiddelde reductie per jaar. Stoffen waarvan de vracht elk jaar gemiddeld met 1,5 procent of meer afneemt zullen in 20 jaar tijd de gestelde 30 procent reductie bereiken, andere stoffen niet.

Uit een eerste toetsing blijkt dat 23 van de 56 getoetste parameters het gestelde reductiedoel zonder extra inspanning niet gaat halen, omdat de emissies onvoldoende afnemen of zelfs stijgen. Voor 20 van de 56 getoetste parameters wordt het reductiedoel wel ruimschoots gehaald in het huidige tempo.

In de periode 2016-2021 zien we voor deze stoffen een afname van de vracht van meer dan 30% en het ligt in de verwachting dat deze reductie zich nog enige tijd voortzet. Het zou daarom passend zijn om, overeenkomstig de verklaring van de Rijnministersconferentie, voor deze stoffen een aanvullend reductiedoel vast te stellen.

Uit het jaarrapport 2021 blijkt ook dat de zuiveringsopgave van de Rijn bij Lobith in 2021 is toegenomen, zowel door stijging van de (maximum)concentratie van bepaalde stoffen als door het overschrijden van opkomende stoffen. Dit ondanks het feit dat de bijdrage van een aantal andere parameters juist afnam.

De zuiveringsopgave is het verschil tussen de huidige concentraties van stoffen in de Rijn en hun normen in het Drinkwaterbesluit. De grootste bijdrage aan de zuiveringsopgave wordt gevormd door de groep industriële stoffen en consumenten¬producten, en deze groep is ook de grootste veroorzaker van de toename. Ook als de bijdrage van opkomende stoffen buiten beschouwing gelaten wordt, is de zuiveringsopgave-index in 2021 op hetzelfde hoge niveau als in de jaren 2017 en 2018.  

dinsdag 6 september 2022

Grootste uitvaartverzorger gaat duurzame ‘paddenstoelenkist’ aanbieden

Uitvaartverzorger- en verzekeraar coöperatie DELA neemt de levende doodskist van Loop Biotech op in haar assortiment. Met zo’n 4 miljoen verzekerden en jaarlijks ruim 40.000 uitvaarten is DELA de grootste uitvaartverzorger van Nederland.

De Living Cocoon is sinds twee jaar op de markt, waarbij deze tot nu toe vooral werd ingezet bij (natuur)begrafenissen. Onlangs is de Living Cocoon ook goedgekeurd voor crematies, waardoor de levende kist nu voor een groter publiek beschikbaar is.

Loop Biotech uitvinder, architect- en biodesigner Bob Hendrikx ontdekte tijdens langdurig materiaalonderzoek aan de TU Delft de potentie van mycelium, het wortelnetwerk van paddenstoelen. Door gebruik te maken van dit levend organisme, is de kist volledig afbreekbaar. Mycelium wordt in de natuur gezien als de grootste recycler, omdat dit fundamentele organisme verantwoordelijk is voor het omzetten van dode organische stoffen tot nieuwe nutriënten. Zo is de circle of life weer rond, en wordt er letterlijk leven teruggegeven aan de aarde.

De Living Cocoon laat mensen weer een worden met de natuur, zodat ze de bodem kunnen verrijken in plaats van vervuilen. De kist draagt volgens Hendrikx zo bij aan efficiënte compostering van het lichaam en is in staat om giftige stoffen op te ruimen en zo ook bij te dragen aan de biodiversiteit.

De levende doodskist is onlangs goedgekeurd voor gebruik bij crematies. Dat oogt tegenstrijdig, omdat bij de verbranding ook het wortelnetwerk van paddestoelen verbrandt en daarmee het unieke aspect van de kist verloren gaat. Maar omdat de kist in slechts zeven dagen groeit en enkel wordt geproduceerd met lokale materialen, is het nog altijd een duurzame keuze. De bomen die dienen als grondstof voor de traditionele houten uitvaartkisten, hebben decennia nodig om te groeien.

maandag 5 september 2022

Milieu Centraal raadt verwarmen met elektrische kachel of houtkachel af

Voorlichtingsorganisatie Milieu Centraal raadt het gebruik van elektrische kachels en houtkachels af en waarschuwt zelfs voor een extra hoge energierekening door het gebruik van deze apparaten.

Met de hoge gasprijzen zoeken steeds meer mensen naar andere oplossingen om minder gas te verbruiken voor het verwarmen van hun huis.

De stroomprijs is, net als de gasprijs, de afgelopen tijd behoorlijk gestegen. En de elektrische kachel is een echte stroomvreter. Met zo’n kachel ben je voor dezelfde hoeveelheid warmte twee keer zoveel geld kwijt als voor warmte uit een cv-ketel op gas. Ook voor het klimaat is het geen goed idee: de CO2-uitstoot is eveneens ruim twee keer zo hoog.

Ook de houtkachel wordt vaak gezien als dé oplossing voor het verwarmen van het huis. Zo’n kachel raadt Milieu Centraal ook af, om meerdere redenen.

Allereerst is een houtkachel slecht voor de gezondheid, vanwege het vrijkomen van fijnstof en andere schadelijke stoffen. Bovendien is een houtkachel niet zuinig met energie: een groot deel van de warmte vliegt via de schoorsteen naar buiten. Om dezelfde hoeveelheid warmte te krijgen met een houtkachel betaal je bijna anderhalf keer zoveel als voor die warmte uit de cv-ketel.

Volgens Milieu Centraal kun je om op je gasrekening te besparen veel beter letten op het slim en zuinig verwarmen van je huis met een cv-ketel. Door bijvoorbeeld alleen de verwarming aan te zetten in de kamers waar je bent, de deuren in huis dicht te houden en door je thermostaat op maximaal 19 te zetten. En als je de mogelijkheden hebt: door je huis beter te isoleren en over te schakelen naar een (hybride) warmtepomp. Warmtepompen gebruiken elektriciteit en warmte uit de buitenlucht of bodem, daardoor zijn ze veel energiezuiniger dan elektrische kachels.

Thuiswerkers kunnen op een zuinige manier warm werken door een kleine elektrisch deken in de bureaustoel te leggen. Of door een infraroodpaneel aan het plafond of de muur of zelfs onder je bureau te bevestigen. Deze geeft stralingswarmte en hoeft niet de hele ruimte te verwarmen.

vrijdag 2 september 2022

Carbon+Alt+Delete haalt geld op

Carbon+Alt+Delete haalt 600.000 euro investering op om hun carbon management software en remote-first team verder uit te bouwen.

De software van Carbon+Alt+Delete wordt door duurzaamheidsconsultants in verschillende Europese landen gebruikt. De Belgische climate tech startup speelt hiermee in op de sterk toenemende vraag van bedrijven om hun klimaatimpact te meten en reduceren. Carbon+Alt+Delete maakt deel uit van Start it @KBC, de grootste start-up accelerator van België.

Carbon+Alt+Delete werd in 2020 opgericht door Kenneth Van den Bergh en Hanspeter Höschle, 2 PhDs in de ingenieurswetenschappen van de KU Leuven. Carbon+Alt+Delete ontwikkelt software om de CO2-voetafdruk van bedrijven te meten en reduceren.

Duurzaamheidsconsultants gebruiken de software om alle nodige bedrijfsdata te verzamelen (energieverbruik, aangekochte goederen), deze data correct om te zetten in equivalente CO2-uitstoot en te simuleren hoe deze uitstoot kan worden verminderd (elektrificatie wagenpark, recyclage van afvalstromen).

donderdag 1 september 2022

Heijnen op G20: focus op hergebruik om plastic soep te voorkomen

Om plasticvervuiling en plastic soep tegen te gaan, redden we het niet met recycling alleen. We moeten wereldwijd veel meer toe naar hergebruik van plastic producten en verpakkingen. Zo dringen we de vraag terug naar nieuwe plastic producten en daarmee voorkomen we milieuvervuiling. Dat bepleitte staatssecretaris Heijnen (Infrastructuur en Waterstaat) op de G20-bijeenkomst over klimaat en milieu in Indonesië.

De G20 is het jaarlijkse overleg van de 19 grootste economische landen en de EU om overeenstemming te krijgen over hogere ambities op tal van onderwerpen onder de deelnemende landen: waaronder VS, Japan, China, India, Brazilië en enkele Europese landen. Nederland is geen vast lid van de G20 maar is dit jaar door voorzitter Indonesië uitgenodigd als gastland.

Het doel van staatssecretaris Heijnen op de G20 top van milieuministers is om hogere ambities tegen plasticvervuiling overeen te komen en de rol daarin van hergebruik te stimuleren. Overeenstemming op de G20 kan gezien worden als een belangrijke opstap om tot een ambitieus VN-verdrag te komen om wereldwijd plasticvervuiling tegen te gaan, wat weer tot bindende wetgeving moet leiden onder de landen die dat verdrag tekenen. Dat verdrag moet er eind 2024 zijn, zo spraken landen begin dit jaar tijdens de VN-milieutop af. Dat betekent dat er de komende twee jaar intensieve onderhandelingen zullen plaatsvinden.

Bij recyclen wordt het materiaal hergebruikt, bij hergebruik wordt het product hergebruikt. Recyclen is goed, maar hergebruik is in de meeste gevallen beter voor het milieu. Daarmee verleng je namelijk de gebruiksduur van een product. Hoewel de situatie in elk land anders is, ontstaat een groot deel van de plasticvervuiling door keuzes van een aantal grote multinationals.

Staatssecretaris Heijnen wil in overleg met deze grote multinationals over wat zij kunnen doen om het aanbod aan hergebruik te vergroten. Bijvoorbeeld verpakkingen van zeep, shampoo of schoonmaakmiddelen.

Staatssecretaris Heijnen neemt van maandag 29 augustus tot en met donderdag 1 september, samen met Minister Jetten, namens het kabinet deel aan de ‘G20 Joint Environment and Climate Ministers Meeting’. Nederland is dit jaar als gastland aanwezig op deze internationale top in Bali, Indonesië.