vrijdag 28 april 2023

Woningen met recordlage CO-voetafdruk

VELUX opende recentelijk de deuren van Living Places Kopenhagen, een experimentele leefomgeving met zeven woonprototypes die aantonen dat we niet hoeven te wachten op toekomstige technologie om duurzamer te bouwen.

Het Living Places-concept laat zien hoe we gebouwen met een drie keer lagere CO2-voetafdruk dan de huidige Deense wetgeving en tegelijk een comfortabel binnenklimaat kunnen ontwikkelen. De volgende stap is uitbreiding van het concept naar een volledige leefomgeving buiten Kopenhagen, naar verwachting in 2025. De Nederlandse bouwsector kan zich laten inspireren om te bouwen binnen een CO2-budget met deze duurzamere bouwmethodes.

De bouwbranche is verantwoordelijk voor 34 procent van het wereldwijde energieverbruik en voor 37% van de wereldwijde CO2-uitstoot. In het meest recente IPCC-rapport van het VN-klimaatpanel wordt duidelijk dat koolstofarme oplossingen opgeschaald moeten worden2, zo ook in de bouwsector.

In Kopenhagen laat VELUX in samenwerking met partners zien hoe dat kan: door woningen te bouwen met een CO2-voetafdruk van slechts 3,8 kg/CO2eq/m2/jaar– tegen een prijs die overeenkomt met de marktprijs voor een eengezinswoning of rijtjeshuis. Daarnaast is Living Places Copenhagen ontworpen met een sterke focus op het creëren van een gezond en comfortabel binnenklimaat dankzij voldoende daglicht en frisse lucht.
 
De leefomgeving in Kopenhagen is het eerste prototype van het totaalconcept Living Places en een initiatief van VELUX en partners EFFEKT en MOE. De gezamenlijke missie is om het voortouw te nemen binnen de bouwbranche en te laten zien hoe een nieuwe manier van bouwen kan bijdragen aan het oplossen van enkele wereldwijde klimaat- en gezondheidsuitdagingen. Het Living Places-concept is gebaseerd op vijf belangrijke principes: woningen moeten gezond, betaalbaar, eenvoudig, schaalbaar en te delen zijn.     

woensdag 26 april 2023

Extra pakket maatregelen dicht gat tot klimaatdoel 2030

Klimaat- en energieminister Jetten heeft vandaag namens het kabinet extra maatregelen aangekondigd om de klimaatdoelen in 2030 te halen. Met dit pakket maakt Nederland in een keer de benodigde inhaalslag, worden de lusten en lasten zo eerlijk mogelijk verdeeld en de groene economie van de toekomst versterkt.

Van alle sectoren wordt een extra bijdrage gevraagd. De maatregelen zorgen voor een extra uitstootvermindering van circa 22 megaton, waarmee de doelstelling van 55%-60% minder CO2-uitstoot in 2030 ten opzichte van 1990 naar verwachting gehaald wordt.

Minister Jetten: 'Nederland heeft jarenlang achter de klimaatdoelen aan gehobbeld. Nu is het tijd om de grote sprong te maken. Tegelijkertijd moeten alle Nederlanders de transitie mee kunnen maken. Juist ook de mensen voor wie dat nu nog minder geldt. Klimaatbeleid moet werken voor iedereen. Daarom gaan we met subsidie stimuleren dat er meer zonnepanelen op huurwoningen komen te liggen en gaan we met voorrang aan de slag met de verduurzaming van de meest tochtige huizen in de meest kwetsbare wijken.'

In dit pakket ligt de nadruk op uitvoerbare maatregelen. Het kabinet vindt het daarnaast cruciaal dat het klimaatbeleid voor iedereen gaat werken, ongeacht woonplaats, leeftijd of inkomen. In het bijzonder óók voor mensen die vanwege geldzorgen, beperkte tijd of minder digitale vaardigheden nu nog minder goed mee kunnen komen. Het kabinet treft maatregelen om deze groep beter te ondersteunen en te ontzorgen. Tevens kiest het kabinet voor maatregelen die het toekomstig, duurzame verdienvermogen van Nederland versterken. Daar liggen namelijk kansen voor bedrijven om voorop te lopen: met duurzame producten, circulaire productieprocessen of met innovatieve, klimaatvriendelijke toepassingen – de verdienmodellen van de toekomst.

De doelstelling is om in Nederland in 2030 ten minste 55% minder CO2 uit te stoten ten opzichte van 1990. Daarbij wil het kabinet zekerheid inbouwen, zodat tegenvallers kunnen worden opgevangen. Het kabinet mikt daarom in de praktijk op een hogere opgave, wat neerkomt op circa 60 procent. Om het resterende gat te dichten komt het kabinet met een pakket van 22 megaton, in aanvulling op het coalitieakkoord. Van iedere sector een extra bijdrage gevraagd. De omvang van die bijdrage is gebaseerd op de mogelijkheden om binnen de sectoren tot 2030 de CO2-uitstoot sneller omlaag te brengen.

Cargors maakt met BigMile CO2 inzichtelijk voor mkb-verladers

Cargors, een transportnetwerk voor verladers in het midden- en kleinbedrijf, gaat BigMile gaat integreren. Voor gebruikers van de portal wordt het hierdoor direct inzichtelijk hoeveel CO2-uitstoot hun zending veroorzaakt. ‘Dit past perfect in onze missie om transport van goederen transparanter en duurzamer te maken’, zegt Najeeb Qazizada van Cargors.

Cargors brengt beschikbare transportcapaciteit van aangesloten vervoerders gedetailleerd in kaart en kan zo verladers met de meest geschikte vervoerder verbinden, met als resultaat dat beschikbare capaciteit beter wordt benut en vervoerders duurzamer kunnen rijden.

Cargors is in zijn portal niet alleen transparant over prijzen, maar voegt daar nu dus ook informatie over CO2-uitstoot per zending aan toe. De verlader geeft de opdracht in en binnen enkele seconden geeft het systeem enkele alternatieven en kan een zending direct worden aangemaakt. De verwachte CO2-uitstoot wordt ook meteen weergegeven.

dinsdag 25 april 2023

Rotterdam presenteert het Klimaat Actieplan

Veel Rotterdammers ervaren gezondheidsklachten door luchtvervuiling. Steeds meer bewoners komen moeilijk rond vanwege onder andere stijgende energiekosten. En in sommige versteende wijken wordt het zomers 8 graden warmer dan in groene wijken.

Het College van Burgemeester en Wethouders wil dan ook extra tempo maken met de klimaataanpak en presenteert het Klimaat Actieplan Rotterdam.

Deze eerste versie van het Klimaat Actieplan Rotterdam brengt in beeld wat er in deze collegeperiode allemaal gaat gebeuren. Zo wil Rotterdam koploper worden op het gebied van zonne-energie. Voor 2026 is het doel 3,2 km2, oftewel 1.778.000 zonnepanelen neer te leggen. In het havenconvenant staat de afspraak om minimaal 300 megawatt windenergie op te wekken. Deze collegeperiode willen we 10.000 woningen gasloos maken bovenop de 8.000 die al zonder aardgas koken en verwarmen.

Dat doet dit college samen met de stad, want het klimaat is van ons allemaal. Het college zet alles op alles om vanuit alle portefeuilles het maximale te doen. Precies waar dit college voor staat: we zijn één stad.

In het algemeen geldt: het beleid is ambitieus en de uitvoering komt op stoom, maar voor het halen van onze doelen in 2030 en 2050 moeten we met z’n allen onze mouwen nóg meer opstropen. Daarom moeten er meer goede plannen worden gemaakt én worden uitgevoerd. Hiervoor gaat de gemeente Rotterdam in gesprek met bewoners, ondernemers en partners om concrete afspraken te maken. Onder andere via een Burgerberaad Klimaat.

Het Klimaat Actieplan Rotterdam (KAR) is eerlijk en transparant over wat ons allemaal nog te doen staat. In dit plan zetten we de belangrijkste zaken op een rij wat we samen met bewoners, ondernemers en partners moeten doen om een mooie en gezonde stad te maken voor nu en voor de generaties na ons. Een voorbeeld is het Actieplan isolatie woningen en toekomstbestendige Verenigingen voor Eigenaren (VvE’s).

Ongeveer 40 procent van de Rotterdamse woningen is onderdeel van een VvE. In een VvE dienen eigenaren gezamenlijk tot beslissingen te komen over onderhoud van en verbeteringen aan het gebouw. Dat maakt het nemen van gezamenlijke beslissingen een stuk ingewikkelder. Met het actieplan gaat de gemeente de komende jaren woningeigenaren- en verhuurders hulp aanbieden waardoor zij nog meer worden gestimuleerd voor het nemen meer isolerende maatregelen. Daarnaast worden ook huurders geholpen met laagdrempelige energiebesparende maatregelen.

maandag 24 april 2023

TAUW committeert zich aan wetenschappelijke net-zero klimaatdoelstellingen TAUW committeert zich aan wetenschappelijke net-zero klimaatdoelstellingen

Ingenieursbureau TAUW committeert zich aan wetenschappelijke net-zero klimaatdoelstellingen. Waarbij TAUW zich richt op een halvering van de CO2-uitstoot in 2030. En per 2050 een minimale 90% CO2-reductie.

Het laatste IPCC rapport loog er niet om en onderstreepte weer eens de noodzaak om meer actie tegen klimaatverandering te ondernemen, omdat de 1,5 graad definitief niet meer haalbaar is. Om verdere schade te voorkomen is een verregaande transformatie vereist van alle systemen die ten grondslag liggen aan onze economie. De politiek moet hierin zijn rol pakken en met beleidsmaatregelen komen. Maar de tijd dringt en in het huidige politieke klimaat gaat besluitvorming traag.

Met het net-zero initiatief pakt het bedrijfsleven haar verantwoordelijkheid door ambitieuze net-zero doelstellingen te formuleren en die ook wetenschappelijk onderbouwd vast te stellen en te monitoren en rapporteren.

vrijdag 21 april 2023

Rijk compenseert omwonenden Schiphol voor geluidshinder

Omwonenden van Schiphol in de gemeenten Uithoorn, Haarlemmermeer, Aalsmeer en Amstelveen komen in aanmerking voor compensatie wegens geluidsoverlast. Het gaat om mensen die in de periode van november 2017 tot en met oktober 2019 in de buurt van een handhavingspunt woonden waarvan de grenswaarde voor geluid is overschreden. Dat heeft het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat donderdag bekendgemaakt.

Rondom Schiphol liggen handhavingspunten met grenswaarden voor hoeveel geluid er maximaal mag worden veroorzaakt. Aan de hand van die handhavingspunten wordt getoetst of aan de grenswaarden wordt voldaan. Maar omdat er de afgelopen jaren al werd gevlogen volgens nieuwe regels die nog niet officieel waren vastgelegd (het anticiperend handhaven) werd er door de ILT niet gehandhaafd op overschrijding van die grenswaarden.

Negen omwonenden hebben in 2020 aangegeven dat zij schade hebben geleden door het anticiperend handhaven en dienden verzoeken in om nadeelcompensatie. Een onafhankelijke commissie onder leiding van mr. dr. Onno te Rijdt bracht in opdracht van het ministerie van IenW een advies uit over de verzoeken. De commissie oordeelde dat het anticiperend handhaven inderdaad tot gederfd woongenot leidt.

Het ministerie neemt het advies over en heeft laten onderzoeken hoeveel andere omwonenden te maken hebben met vergelijkbare omstandigheden. Het gaat om zo’n 4600 adressen. In de week van 24 april krijgen de bewoners van de betreffende adressen van het ministerie een brief met informatie over de nadeelcompensatie en de aanvraagprocedure.

Van 1 mei tot en met 31 juli 2023 kunnen zij een aanvraag voor nadeelcompensatie indienen. Het streven is om alle aanvragen binnen 8 weken na het sluiten van de termijn te beoordelen. Dat betekent dat de meeste mensen hun compensatie voor het einde van het jaar ontvangen.

donderdag 20 april 2023

RIVM: Recycling van textiel kan veilig

Bij het maken van textiel worden chemische stoffen gebruikt. Veel schadelijke chemische stoffen mogen niet meer in textiel gebruikt worden. Ze kunnen nog wel voorkomen in oudere ingezamelde kleding. Het RIVM deed onderzoek naar de veiligheid van gerecycled textiel.

Chemische stoffen in kleding lijken nu bij het recyclen geen gezondheidsproblemen op te leveren. Wel is het sorteren van textiel arbeidsintensief en daardoor duur. Dat komt vooral doordat kleding uit veel verschillende materialen bestaat. Het is voor recycling daarom belangrijk dat textiel gemakkelijker uit elkaar te halen is. Ontwerpers kunnen hier al bij de keuze van materialen rekening mee houden.

De Nederlandse overheid streeft naar een circulaire economie in 2050. Daarin worden materialen en grondstoffen opnieuw gebruikt voor dezelfde of nieuwe toepassingen. Voor textiel is het doel dat in 2030 minimaal 30% van alle textiel uit gerecyclede vezels bestaat. Op dit moment is dat nog maar het geval voor 1-4% van het textiel. Om het doel voor 2030 te halen, moet er meer consumentenkleding gerecycled worden.

Kleding moet voldoen aan de Europese wet voor chemische stoffen (REACH(Registration, Evaluation, Authorisation and restriction of Chemicals )). Het RIVM heeft van verschillende soorten vezeltypes in nieuw en gerecycled textiel in kaart gebracht welke chemische stoffen erin kunnen zitten. Dat geeft producenten en gebruikers van gerecycled textiel handvatten waar ze bij welke materialen op moeten letten. Gerecyclede vezels afkomstig van ingezameld textiel wordt nu op zeer kleine schaal toegepast in nieuwe producten. Er zijn bijvoorbeeld spijkerbroeken te koop die deels gemaakt zijn van katoenvezels uit ingezamelde jeans.

Het RIVM heeft voor dit onderzoek gebruik gemaakt van beschikbare gegevens over stoffen in nieuw en ingezameld textiel. Op basis van deze informatie verwacht het RIVM dat de huidige kleding gemaakt van gerecycled (consumenten)textiel voldoet aan de wettelijke grenswaardes voor stoffen. Of dat zo blijft hangt af van hoeveel en welke soorten textiel gerecycled zullen worden.

Textielrecycling is een arbeidsintensief proces. Katoenen jeans bijvoorbeeld bevatten vaak andere materialen zoals elastaan (stretchstof), naaigarens en ritsen. Het is deze combinatie van materialen die verwerking tot gerecyclede vezels moeilijk maakt. 

woensdag 19 april 2023

Verpakkingsindustrie slaat alarm: stoppen met single use-producten schaadt milieu

Helemaal stoppen met producten en verpakkingen voor eenmalig gebruik (single use) kan juist slechter uitpakken voor het milieu. Zo blijkt uit wetenschappelijk onderzoek dat op papier of karton gebaseerde recyclebare single use-producten een lagere milieu-impact hebben en voor minder CO2-uitstoot zorgen dan herbruikbare producten (reusables).

Daarom waarschuwt de Nederlandse Vereniging van Groothandelaren in Papier- en verpakkingsmaterialen (NVGP) het kabinet en de Tweede Kamer in een brandbrief voor een totaalverbod op single use-producten. De brief en de beantwoording ervan door staatssecretaris Vivianne Heijnen van Infrastructuur en Waterstaat worden donderdag 20 april behandeld door de IenW Kamercommissie.

De belangenvereniging voor de verpakkingsindustrie staat achter het doel van de overheid om plastic zwerfafval te verminderen om daarmee de plastic-vervuiling in zeeën en oceanen terug te dringen. Om dit bereiken heeft de EU de Single Use Plastic Directive (SUPD) opgesteld, die inmiddels in werking is getreden. Daardoor zijn bijvoorbeeld plastic bestekken, plastic rietjes, plastic borden en nog een aantal productgroepen voortaan verboden.

De NVGP wil een aantal zaken in een breder en genuanceerder perspectief plaatsen. De vereniging stelt dat er meerdere wegen leiden naar een oplossing. Op dit moment wordt er vanuit de overheid enkel ingezet op gebruik van reusables en worden single use-producten in het verdomhoekje gezet. Dat is niet terecht.

dinsdag 18 april 2023

Bloemencorso Bollenstreek steeds duurzamer

Alle tractoren van Bloemencorso Bollenstreek zijn vervangen door duurzame en herbruikbare praalwagenonderstellen, die met een milieuvriendelijker dieselaggregaat worden aangestuurd.

Het Bloemencorso Bollenstreek mag voor het tweede jaar op rij rekenen op door GP Groot Heiloo gesponsorde Nestle MY Renewable Diesel dat de CO2 uitstoot van de corsokaravaan tot wel 90 procent vermindert. Daarnaast staan dit voorjaar 2 nieuwe duurzame pilotprojecten op het programma.

Het eerste pilotproject draait om een duurzamer alternatief voor het foam dat op de praalwagens wordt gebruikt. Zowel op de Rabobankpraalwagen ‘Groene Energie’ als op de praalwagen ‘Noord-Holland verbindt natuur’ van de provincie Noord-Holland wordt het foam voor een deel vervangen door Mycelium. Subsidie- en duurzaamheidsbijdragen van Rabobank en de provincie Noord-Holland maken het mogelijk hiermee te experimenteren.

Mycelium is een composteerbaar materiaal dat door de Duitse firma GROWN bio wordt gemaakt van paddenstoelen, zwamvlokken. Mycelium is het wortelnetwerk van paddenstoelen en fungeert als natuurlijke lijm. Het is een levend organisme dat onder de grond groeit en zich voedt met landbouwresten en al groeiend bindt het de bodem. Op het juiste moment creëert mycelium paddenstoelen. Na de groei wordt een vorm gedroogd waardoor het mycelium dood gaat. Wat overblijft is een puur natuurlijk alternatief voor piepschuim. De paddenstoelen laten sporen vrij, die verwaaien en elders op de bodem landen om opnieuw in mycelium te veranderen.

Het tweede pilotproject is een EcarPOWER batterij pack die in een aanhanger achter praalwagen Lisse 825 jaar zit. EcarPOWER batterijen zijn opgebouwd uit oude batterijen die uit EV-auto’s komen. Gedurende de hele corsoroute levert deze voldoende stroom aan de praalwagen om schoon van Noordwijk naar Haarlem te rijden en tijdens het avondcorso door Noordwijkerhout. Dit product is ontworpen door Autogroep Ursem Barten en gemaakt met EV batterijen.

Bloemencorso Bollenstreek 2023 rijdt op corsozaterdag 22 april van Noordwijk naar Haarlem en de avond ervoor tijdens het lichtjescorso door Noordwijkerhout. Op 19 en 20 april is het overdekken van de praalwagens met bloemen ‘achter de schermen’ te zien. Op zondag 23 april staan de praalwagens in het centrum van bloemenstad Haarlem opgesteld.

Historische daling CO2-uitstoot grote industrie, vooral chemische bedrijven stoten veel minder uit

In Nederland is in 2022 de CO2-uitstoot van de bedrijven onder het Europese emissiehandelssysteem (EU ETS) gedaald met 7,6 procent t.o.v. 2021. Vooral de industrie noteert met een daling van 8,3% de grootste uitstootverlaging in 15 jaar. Dat blijkt uit cijfers van de Nederlandse Emissieautoriteit (NEa).

De CO2 emissies in 2022 zijn met 68,5 miljoen ton (Mton) fors lager dan de 74,1 Mton in 2021. Vergeleken met het jaar 2019, voordat de coronacrisis begon, is het zelfs een daling van bijna 20%. De 330 bedrijven die onder het ETS vallen, zijn samen verantwoordelijk voor ongeveer de helft van de totale CO2-uitstoot in Nederland.

Vooral chemische fabrieken zoals DOW Chemical, Chemelot en kunstmestfabrikant Yara zagen hun uitstoot in 2022 flink afnemen.

De grote uitstoot reducties in de chemie zijn uiteraard positief, maar het gaat hier wel om bedrijven die veel aardgas gebruiken bij hun productie. De prijs voor aardgas was vorig jaar natuurlijk hoog en dit heeft in veel gevallen geleid tot een lagere productie. Het is dus nog te bezien wat dit betekent op de langere termijn.

De CO2-uitstoot van de 4 kolencentrales is in 2022 vrijwel op hetzelfde niveau gebleven als in 2021. In totaal stootten de kolencentrales 11,7 Mton CO2 uit in 2022 en waren daarmee verantwoordelijk voor 8% van de totale Nederlandse CO2-uitstoot.

Vanaf 1 januari 2022 zou er eigenlijk een plafond voor de CO2-uitstoot van kolencentrales in werking treden, dit is geschrapt door het kabinet vanwege de hoge gasprijzen.

maandag 17 april 2023

Koffiecups recyclen of composteren?


In Nederland alleen al drinken we zo’n 33,5 miljoen bakken koffie per dag. De laatste jaren zijn koffiecups of -capsules in opmars. Bijna 30 procent van de consumenten gebruikt deze thuis, blijkt uit onderzoek van Koffie & Thee Nederland, de vertegenwoordiger van de Nederlandse koffie- en theesector.

Het levert ook jaarlijks een afvalberg op van miljarden cups. Ruim 95 procent van de koffiecups die op dit moment worden verkocht zijn gemaakt van aluminium (70 tot 80 procent) en plastic (rond de 20 tot 30 procent). Tot de overgebleven 5 procent behoren de bio-afbreekbare koffiecups.

Om voor de consument duidelijkheid te scheppen over wat je met je afval na gebruik moet doen, is er een wel/niet-lijst voor gft-afval opgesteld. Dit moet bijdragen aan meer en beter gescheiden gft-afval. Deze lijst, die is geüpdatet op 1 januari 2023, is samengesteld door Rijkswaterstaat in samenwerking met de Koninklijke Vereniging voor Afval- en Reinigingsmanagement (NVRD), Vereniging Afvalbedrijven en Milieu Centraal. De organisaties roepen "alle partijen in de keten, dus burgers, gemeenten, inzamelaars en verwerkers, op om deze lijst te gebruiken zodat we gezamenlijk de doelstelling behalen.”

Producenten van bio-afbreekbare koffiecups beweren dat hun product bij het gft of compost mag. Hier zijn de grote Nederlandse composteerbedrijven Indaver en Attero het niet mee eens. Zelfs de bio-afbreekbare omhulsels lijken volgens hen op hard plastic. Bij consumenten bestaat hierdoor de kans dat ze vervolgens in de war raken over in welke bak de cup nou moet.

vrijdag 14 april 2023

Klimaatonderlegger voor ruimtelijke plannen

De provincie Zuid-Holland en de Zuid-Hollandse waterschappen hebben samen een klimaatonderlegger ontwikkeld. Dit is een set kaarten die op basis van de meest recente kennis inzicht verschaft in de uitdagingen die water, bodem en klimaat meegeven voor bebouwing, landbouw en natuur.

Sommige delen van Zuid-Holland zijn als gevolg van veranderende condities op termijn meer of juist minder geschikt voor huidige of andere functies, of vereisen aanpassingen om toekomstbestendig te blijven.

Aan de basis ligt een set kaarten die klimaateffecten weergeeft tot 2100 ten aanzien van verzilting, verdroging, hitte, bodemdaling, wateroverlast en waterveiligheid. Deze klimaatonderlegger helpt om vanuit de genoemde invalshoeken de juiste kansen te benutten als het gaat om de ontwikkeling van Zuid-Holland. Het is een uitwerking van het leidend principe ‘Water en Bodem sturend’ dat het Rijk op de agenda heeft gezet en daarmee vertrekpunt voor bijvoorbeeld ‘de ruimtelijke puzzel’ en gebiedsontwikkelingen.

De klimaatonderlegger is ontwikkeld omdat we enerzijds voor een aantal opgaven staan die een plek zoeken in Zuid-Holland (daarbij valt te denken aan woningbouw, een duurzame energievoorziening, circulaire economie met alles wat daarbij hoort). Anderzijds krijgt Zuid-Holland te maken met bijvoorbeeld extra bodemdaling van de slappe veenweidegronden in het oosten en sterkere verzilting van het westelijk deel van de provincie.

donderdag 13 april 2023

Afspraken met Shell over snelle en forse vermindering van CO2-uitstoot

Shell wil snel een forse vermindering van de CO2-uitstoot van de fabrieken in Rotterdam en Moerdijk. Het bedrijf wil in 2030 3,9 megaton minder CO2 uitstoten. Dat is 20 procent van wat de Nederlandse industrie in totaal aan CO2 moet reduceren in 2030. Shell wil daarnaast de stikstofuitstoot met minstens 10 procent verminderen.

Deze en andere plannen zijn opgenomen in de intentieverklaring (Expression of Principles) die vandaag is ondertekend door minister Micky Adriaansens (Economische Zaken en Klimaat), staatssecretaris Vivianne Heijnen (Infrastructuur en Waterstaat), Frans Everts (President-Directeur Shell Nederland), Pauline Buitink (directeur Shell Energy and Chemicals Park Rotterdam), gedeputeerde Jeannette Baljeu (Zuid-Holland) en Commissaris van de Koning Ina Adema (Noord-Brabant). Het document is een belangrijke stap om tot concrete en bindende maatwerkafspraken te komen tussen het Rijk en Shell om sneller minder CO2 uit te stoten en daarnaast bij te dragen aan een gezonde en veilige leefomgeving.

Shell maakt grondstoffen voor onze noodzakelijke dagelijkse producten, zoals wasmiddelen, latexverven, isolatiemateriaal en verpakkingsmaterialen. Shell maakt ook smeermiddelen voor machines. Het bedrijf zorgt, direct en indirect, voor tienduizenden banen. Nederland is een belangrijke vestigingsplaats voor Shell: de raffinaderij in Rotterdam (Pernis) is de grootste van Europa. Hier produceert het bedrijf benzine, diesel en kerosine, belangrijk voor het weg-, water- en vliegverkeer.

Shell hoort bij de 20 grootste uitstoters van CO2 in Nederland en heeft ambitieuze plannen om die uitstoot fors te verminderen. In 2030 wil Shell 3,9 megaton minder CO2 uitstoten, dat is 0,5 megaton bovenop het coalitieakkoord. Om dat te bereiken gaat het bedrijf onder andere CO2 opvangen en opslaan in lege gasvelden onder de Noordzee. Deze techniek heet Carbon Capture Storage (CCS). Shell heeft de intentie om in haar fabrieken steeds meer fossiele brandstoffen te vervangen voor groene elektriciteit en waterstof. Daarnaast heeft Shell de intentie om op termijn steeds meer biobrandstoffen te gaan produceren. 

woensdag 12 april 2023

RIVM: gebruik meerdere producten met zelfde parabeen veilig

Parabenen zijn conserveermiddelen. In Europa zijn vier parabenen toegestaan in persoonlijke verzorgingsproducten en vingerverf. 

Het gebruik van een afzonderlijk product met één van deze parabenen is veilig voor de gezondheid. Voor drie van de onderzochte parabenen heeft het RIVM berekend dat het gebruik van meerdere producten met hetzelfde parabeen ook veilig is. Alleen voor butylparabeen is dat nog onduidelijk. Het RIVM adviseert daarom vervolgonderzoek.  

Parabenen zorgen ervoor dat een product langer houdbaar blijft. De stoffen worden gebruikt in persoonlijke verzorgingsproducten en ‘vochtig’ speelgoed. Bijvoorbeeld zonnebrand en shampoo of klei, slijm en vingerverf.

Parabenen kunnen schadelijk zijn. In elk product afzonderlijk zitten zo weinig parabenen dat het gebruik ervan niet schadelijk is voor de gezondheid. Uit onderzoek van het RIVM blijkt nu dat het ook veilig is, wanneer mensen meerdere producten met dezelfde soort parabeen (tegelijk) gebruiken. De totale blootstelling per parabeen is dan nog steeds zo laag dat er geen gevaar is voor de gezondheid. 

Voor butylparabeen kan deze conclusie op basis van dit onderzoek niet getrokken worden. Dat komt omdat butylparabeen al bij een veel lagere blootstelling schadelijk kan zijn. Ook voor gebruik van meerdere producten met verschillende soorten parabenen is nog onduidelijk wat de gezondheidsrisico’s zijn.

dinsdag 11 april 2023

Frans Timmermans verzorgt rede bij 61e Dies Natalis TU Twente

Frans Timmermans, vicevoorzitter van de Europese Commissie, verzorgt de Diesrede bij de 61e Dies Natalis van de Universiteit Twente. De traditionele viering van de verjaardag van de universiteit wordt dit jaar gehouden op vrijdag 12 mei vanaf 15.00 uur.

De Dies Natalis van dit jaar staat in het teken van op de existentiële uitdagingen waarvoor we staan in de klimaat- en milieucrisis. Duurzaamheid staat met dikgedrukte letters in onze visie Shaping2030. Wij willen met ons onderzoek en onderwijs bijdragen aan een eerlijke, duurzame en digitale samenleving. Het is een ambitieuze inzet die van ons verlangt dat we nieuwe innovatieve oplossingen vinden en de volgende generatie professionals opleiden die de wereld van morgen vorm zullen geven.

Timmermans zal in zijn rede ingaan op hoe de EU en haar lidstaten in eigen land het voortouw nemen bij de groene transitie, onze economie en samenleving koolstofvrij maken en overschakelen op hernieuwbare energie waarbij niemand achterblijft. Maar ook, hoe de EU wereldwijd partners bijeenbrengt om samen de klimaat- en milieucrisis aan te pakken.
Programma

Naast de Diesrede van Frans Timmermans hebben we een vol en inspirerend programma opgezet. Zo spreken universiteitshoogleraar Albert van den Berg en assistant professor Cheryl de Boer over hun groene ambities en dromen en geven we ambitieuze talentvolle studenten het podium.

donderdag 6 april 2023

Weer succes in rechtszaak om Volkswagen sjoemeldiesel

De Consumentenbond heeft voor de tweede keer succes geboekt in het sjoemeldieseldossier. Volkswagen moet opnieuw een consument 3000 euro terugbetalen voor het verkopen van een sjoemeldiesel. Dat oordeelde de rechtbank in Groningen in een zaak die de Stichting Volkswagen Group Diesel Efficiency (VGDES) en de Consumentenbond namens de gedupeerde hadden aangespannen.

Het is de tweede uitspraak over een sjoemeldiesel en de tweede keer dat een rechter beslist dat Volkswagen een consument moet compenseren. Op 23 maart oordeelde de rechtbank in Haarlem ook al dat de autofabrikant een consument €3000 moest terugbetalen wegens misleidende verkoop van een Volkswagen waarin sjoemelsoftware was gebouwd. Ook die zaak was aangespannen door VGDES en de Consumentenbond.

In 2011 kocht Groningse consument heel bewust een Volkswagen Polo Blue Motion diesel vanwege zijn 'schone karakter'. De auto werd aan hem verkocht als een investering in duurzaamheid. In de verkoopfolder schrijft Volkswagen onder meer: ‘Met de Polo BlueMotion zet Volkswagen een stap op weg naar een schonere toekomst. Zijn enorme zuinigheid, milieuvriendelijke technologie en aangename dynamiek maken hem tot de meest verantwoorde keus voor nu én komende generaties.’ Dat was misleidend, oordeelde de rechter. De milieuclaims stroken niet met de installatie en het gebruik van manipulatiesoftware om de emissieresultaten van de auto’s in een testomgeving te beïnvloeden.

woensdag 5 april 2023

Berekenen stikstof tot grens van 25 kilometer is aanvaardbaar

Voor elk project dat stikstof veroorzaakt, moeten de stikstofgevolgen tot op een afstand van 25 kilometer berekend worden. Of dat nu de aanleg of verbreding van een weg is of de oprichting of uitbreiding van een veehouderij. Het kabinet heeft deze afstand in 2021 vastgesteld. Maar daarover bestaat discussie, vooral of de afstand wel groot genoeg is voor een volledig zicht op de gevolgen van stikstofneerslag.

De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft nu geoordeeld dat deze zogenoemde rekenafstand van 25 kilometer bij individuele projecten aanvaardbaar is.

Dat doet zij in een zogenoemde tussenuitspraak in de zaak over het tracébesluit ‘A15/A12 Ressen-Oudbroeken (ViA15)’ van de minister van Infrastructuur en Waterstaat. Met deze tussenuitspraak is nog niet duidelijk of de A15 bij knooppunt Ressen kan worden doorgetrokken en aangesloten op de A12. De Afdeling bestuursrechtspraak heeft namelijk nog niet op alle bezwaren beslist die tegen het tracébesluit zijn aangevoerd. Zij zal hierover later een definitieve uitspraak doen.

Vanwege het grote maatschappelijke belang heeft de Afdeling bestuursrechtspraak ervoor gekozen om in een tussenuitspraak alvast een oordeel te geven over de rekenafstand van 25 kilometer en het gebruik van het zogenoemde rekenmodel SRM2+ voor wegverkeer. De rekenafstand is namelijk voor het eerst gebruikt voor het gewijzigde tracébesluit voor de ViA15 in september 2021 en wordt sinds januari 2022 gebruikt voor alle stikstofveroorzakende projecten. Een oordeel over de aanvaardbaarheid van zowel het rekenmodel als de rekenafstand is daarom niet alleen voor deze zaak, maar voor veel projecten van groot belang.

Om te berekenen hoeveel stikstof van een individueel project neerkomt op beschermde natuur wordt gebruikgemaakt van de AERIUS Calculator. Daarbinnen worden voor wegverkeer twee rekenmodellen gebruikt: SRM2+ en OPS. Model SRM2+ wordt gebruikt voor het berekenen van de stikstofneerslag binnen 5 kilometer van een weg. Voor de afstand tussen de 5 en 25 kilometer wordt gebruikgemaakt van het OPS-model.

De bezwaarmakers voeren aan dat de minister alleen het OPS-model zou moeten gebruiken, omdat met het SRM2+-model de stikstofneerslag die op een natuurgebied terechtkomt, onderschat zou worden. De Afdeling bestuursrechtspraak oordeelt dat dit niet zo is. Het SRM2+-model dat de minister gebruikte voor het tracébesluit uit 2021 is volgens de Afdeling bestuursrechtspraak gebaseerd op de ‘beste wetenschappelijke kennis’. De bezwaren tegen dit model heeft de minister onder verwijzing naar rapporten van het RIVM en TNO overtuigend weerlegd, aldus de hoogste bestuursrechter.

Vervolgens moest de Afdeling bestuursrechtspraak beoordelen of voor het berekenen van de stikstofgevolgen van een individueel project een rekenafstand tot 25 kilometer aanvaardbaar is. Dat is het geval. Elk rekenmodel heeft een grens waarbuiten het geen wetenschappelijke betrouwbare uitspraken meer kan doen. Dat wil zeggen dat daarbuiten te onzeker is of de berekening nog overeenkomt met de werkelijkheid. De minister heeft met onderzoeken van onder meer het RIVM en TNO overtuigend gemotiveerd dat de maximale afstand waarbinnen voor een individueel project nog die wetenschappelijke betrouwbare stikstofberekeningen kunnen worden gedaan, 25 kilometer is. Het Europese natuurbeschermingsrecht vereist ook dat voor elk project de negatieve gevolgen voor beschermde natuur in beeld worden gebracht op basis van de beste wetenschappelijke kennis daarover. Het model om de stikstofgevolgen van projecten te berekenen, mét die rekengrens bij 25 kilometer vormt die beste wetenschappelijke kennis.

Dit betekent niet dat stikstof die buiten de grens van 25 kilometer op beschermd natuurgebied terechtkomt, niet relevant is. Die stikstofneerslag maakt deel uit van de totale stikstofneerslag in Nederland en is niet meer toe te rekenen aan het individuele project. De overheid is verantwoordelijk om maatregelen te nemen om verslechtering van beschermde natuur tegen te gaan als gevolg van die nationale stikstofneerslag. De vraag of die maatregelen de toets der kritiek kunnen doorstaan, kunnen echter niet in het kader van de beoordeling van een individueel project aan de orde komen, zoals een tracébesluit of een natuurvergunning.
 
Met de tussenuitspraak staat vast dat de stikstofberekening die aan de passende beoordeling voor het tracébesluit ViA15 ten grondslag ligt, in orde is. Wat overblijft zijn de bezwaren van vijf bezwaarmakers tegen de passende beoordeling en de externe saldering. De Afdeling bestuursrechtspraak zet de procedure met deze bezwaarmakers voort en doet later een definitieve uitspraak over het tracébesluit voor de ViA15. Voor een van de bezwaarmakers, Steenfabriek Huissenswaard B.V., komt vandaag wel een einde aan de procedure. De Afdeling bestuursrechtspraak verklaart haar beroep ongegrond. 

Kabinet zet volgende stap in klimaatbestendig bouwen

Met de 'Maatlat voor een klimaatadaptieve groene Gebouwde Omgeving’ geeft het  kabinet overheden en de bouwsector duidelijkheid over hoe ze moeten bouwen in het veranderende klimaat. Vandaag stuurden minister De Jonge (Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening), minister Harbers (Infrastructuur en Waterstaat) en minister Van der Wal (Natuur en Stikstof) de maatlat naar de Tweede Kamer.

De maatlat maakt duidelijk wat klimaatadaptief bouwen en inrichten inhoudt en werkt toe naar een minder vrijblijvende aanpak. Bouwen op een manier die berekend is op het toekomstige klimaat, zorgt immers dat we ook in de toekomst in een veilige, gezonde én groene omgeving kunnen blijven wonen en werken.

De maatlat geeft een landelijk uniform referentiekader waarmee projecten klimaatbestendig en groen kunnen worden uitgevoerd. De maatlat beschrijft voor nieuwbouw doelen, prestatie-eisen en geeft richtlijnen mee voor de thema’s wateroverlast, droogte, hitte, biodiversiteit, bodemdaling en gevolgbeperking van overstromingen. Hoe er in een bouwontwikkeling invulling wordt gegeven aan de maatlat is en blijft een locatiespecifieke uitwerking. Door geen specifieke maatregelen voor te schrijven, blijft er lokaal ruimte voor slimme oplossingen en innovaties vanuit de markt.

De Maatlat Klimaatadaptieve Groene Gebouwde Omgeving is nu nog niet wettelijk verplicht. In het voorjaar start het Rijk met het verkennen van de mogelijkheden voor juridische borging. Voor nu geeft de maatlat duidelijkheid over wat er van nieuwbouw verwacht wordt op het gebied van klimaatadaptief bouwen en inrichten. De overheid vraagt om de maatlat al zo veel mogelijk toe te passen bij bouwplannen.
 


dinsdag 4 april 2023

ENKA-pluim ongezuiverd lozen op Nederrijn herzien

Recent onderzoek uitgevoerd in opdracht van provincie Gelderland, gemeente Ede en Waterschap Vallei en Veluwe laat in de komende decennia drastisch lagere concentraties sulfaat in de ENKA-pluim zien. Zo laag dat het oppompen en ongezuiverd lozen van het saneringswater op de Nederrijn niet langer noodzakelijk is en wordt herzien. Uit het onderzoek van het brongebied, de exacte stromingsrichting en toekomstige concentraties van de verontreinigingspluim blijkt dat de risico’s veel lager uitvallen.

In zomer 2022 is de eindrapportage gepubliceerd van de uitgevoerde grondwater-sanering ter plaatse van het voormalige ENKA-fabrieksterrein. Deze sanering heeft van 2013 tot 2018 plaatsgevonden onder het voormalig ENKA-terrein en had als voornaamste doel om het teveel aan zink in het grondwater te verwijderen. Met goed resultaat: uit de resultaten blijkt dat het zinkgehalte in het grondwater geen bedreiging meer vormt.

Na een grondwatersanering heeft het grondwatersysteem tijd nodig om weer tot rust te komen. Dat was de aanleiding voor het projectteam om in de zomer van 2022 nogmaals de bronlocatie, het voormalig ENKA-terrein te bemonsteren op sulfaat. Uit dit recente onderzoek komt naar voren dat de sulfaatgehaltes drastisch lager zijn dan uit eerder onderzoek bleek.

De veel lagere sulfaatgehaltes op de bronlocatie waren aanleiding om de huidige concentraties van de verontreinigingspluim en de verwachte verspreiding nogmaals in beeld te brengen. Adviesbureau Tauw is gevraagd om de stoftransportberekening te actualiseren met de recente gemeten (2022) sulfaatgehaltes uit het brongebied en de pluim. Uitkomst laat zien dat de verontreinigingspluim veel minder sulfaat bevat en veel langzamer dan in 2012 berekend richting de Bennekomse Meent stroomt. Naar verwachting bereikt de pluim na 200 jaar het natuurgebied in gehalten die geen bedreiging meer vormen voor kwetsbare wateren en natuur.

maandag 3 april 2023

Meerderheid werkend Nederland print minimaal vanwege ontbossingszorgen

1

Meer dan de helft  van de werkende Nederlanders print op het werk minimaal vanwege zorgen over ontbossing. Bijna twee op de vijf vinden dan ook dat er binnen de eigen organisatie te veel wordt geprint. Dit blijkt uit onderzoek van De Printgroep, de grootste onafhankelijke distributeur van printoplossingen in de Benelux, onder ruim 1.100 werkende Nederlanders die weleens printen op hun werklocatie.

Het printen van documenten kan binnen veel organisaties een stuk duurzamer. Zo vindt 37 procent van de werkende Nederlanders dat papier binnen de organisatie niet voldoende duurzaam wordt gebruikt en vindt dertien procent dat er veel meer printers op de werklocatie staan dan nodig. Bijna één op de drie (3 0 procent) is zelfs voorstander van een printvrij kantoor.

Nederlandse werknemers zien ook mogelijkheden tot duurzamere keuzes als het om hun eigen printgedrag gaat. Zo vinden drie op de tien (29 procent) dat ze minder zouden moeten printen. Over het printgedrag van collega’s zijn werkende Nederlanders minder positief. Eén op de drie (34%) is van mening dat collega’s niet voldoende nadenken over de hoeveelheid printjes die ze maken.

In januari 2023 onderzocht Panelwizard in opdracht van De Printgroep wat Nederlanders vinden van printen op de werkvloer. Aan het onderzoek deden 1.145 Nederlanders van 18 jaar en ouder mee, werkend in loondienst, die weleens voor het werk printen op de werklocatie of kantoor.