donderdag 30 november 2023

Landbouwinnovaties geven boer en natuur toekomst

Overgaan op gewasrotaties die stikstof beter opnemen en efficiënter bemesten om het uitspoelen van nitraat te voorkomen: onderzoekers van de Plant Sciences Group van Wageningen University & Research werken aan oplossingen om de uitdagingen van de landbouw het hoofd te bieden.

De veehouderij is vooralsnog een van de belangrijkste bronnen van ammoniakverlies naar de lucht. Ammoniak, een verbinding van stikstof en waterstof, ontstaat wanneer dieren eiwitten eten en hun mest en urine zich mengen. Deze vorm van stikstof komt via de lucht onder meer terecht in natuurgebieden. Daar verzuurt de bodem en verdwijnen, vaak zeldzame, planten die van een voedselarme bodem houden. Dit treedt op grote schaal op in veerijke provincies zoals Gelderland, Noord-Brabant, Limburg, Overijssel, Drenthe en Utrecht.

Een ander probleem is de uitspoeling van nitraat naar grond- en oppervlaktewater vanuit de akkerbouw. Om een optimale productie te behalen, bemesten boeren hun gewassen. Een deel van die stikstof wordt niet benut en spoelt in de vorm van nitraat uit naar het grond- en oppervlaktewater.

De onderzoekers komen met een oplossing waarbij niet alleen naar ammoniakemissie en nitraatuitspoeling wordt gekeken, maar ook naar de uitstoot van broeikasgassen, de bodemkwaliteit, droogte en gewasbescherming.

De kern van het plan is om de doelen voor ammoniak, broeikasemissies en nitraatuitspoeling te vertalen naar toelaatbare emissies per landbouwbedrijf, afhankelijk van het aantal hectare grond en het aantal stuks vee dat een bedrijf heeft. Concreet betekent dit bijvoorbeeld dat een veehouderijbedrijf per hectare gras-, maïs- of bouwland maximaal 22 kg ammoniak mag uitstoten. Voor die hoeveelheid krijgt de boer een emissierech. Beleidsmakers kunnen de toelaatbare emissies per gebied specifieker maken door strengere normen op te leggen voor boeren met een bedrijf dichtbij gevoelige natuur.

Ammoniakemissie vindt niet alleen plaats uit de stal maar ook in het veld kan er sprake zijn van uitstoot van ammoniak tijdens het uitrijden van de mest. Vooral bij bemesting van grasland treedt een relatief hoge emissie op. Binnen de Plant Sciences Group wordt gewerkt aan innovatieve oplossingen om ammoniakemissies te verminderen door efficiënter te bemesten.

woensdag 29 november 2023

Bioplastics vervuilen landbouwgrond

Veel Nederlandse boeren gebruiken bio-afbreekbare landbouwfolie. Maar ook de bio-afbreekbare variant is een grote bron van plasticvervuiling op akkers en sloten, blijkt uit wetenschappelijk onderzoek. Microplastics dringen zo verder de voedselketen binnen.

Landbouwakkers en omringende sloten zijn ernstig vervuild met microplastics. Dat toont recent onderzoek van Wageningen University & Research (WUR) aan, in opdracht van de Plastic Soup Foundation.

Een belangrijke oorzaak is bio-afbreekbare folie. Deze folie blijkt veel slechter af te breken dan de twee jaar die producenten beloven (EN 17033 Standaard). Microplastics dringen op deze manier verder het milieu én onze voedselketen binnen.

Plastic landbouwfolie is een sterk groeiende toepassing. De voordelen: water wordt beter vastgehouden op de akkers, wat bodemerosie voorkomt, en er groeit minder onkruid. Nadelen zijn dat plastic op het land achterblijft en de hoeveelheid plastic afval toeneemt.

Bio-afbreekbare plasticfolie zou het duurzame alternatief zijn. 5 procent van de 80 miljoen kilo plasticfolie die jaarlijks in Europa wordt gebruikt, bestaat al uit de bio-afbreekbare variant, en dit aandeel groeit.

Bio-afbreekbare landbouwfolies voldoen aan de Europese standaard (EN 17033), wat betekent dat het materiaal binnen twee jaar voor 90 procent afgebroken moet zijn. Boeren wordt verteld dat de grond met de folie kan worden omgeploegd, waarna het plastic afbreekt.

De afbreekbaarheid van de plastic folies is in het laboratorium getest en niet in het veld. Dit heeft de WUR in opdracht van de Plastic Soup Foundation nu wel gedaan.

Belangrijkste bevindingen uit het onderzoek:

Er werden 48 verschillende soorten microplastics aangetroffen op 16 boerderijen.
61 procent van aangetroffen microplastics is fossil-based; 39 procent is bioplastic-based.
In september 2022 werden monsters genomen op acht kwekerijen in Nederland en in november 2022 op acht boerderijen in Spanje.

De bio-afbreekbaarheidscriteria van de EU Fertilizer Regulation voor landbouwfolies wordt uiterlijk 16 juli 2024 herzien. Een belangrijke voorwaarde van deze regelgeving is dat bio-afbreekbare landbouw folies niet opeenhopen in het milieu. Echter, op basis van de uitkomsten van dit onderzoek blijkt dit wel te gebeuren.

Alternatieven om de bodem te beschermen zijn al beschikbaar, zoals bodembescherming met papier en het gebruik van reststromen uit de wolproductie.

dinsdag 28 november 2023

Blootstelling aan aantal PFAS kan leiden tot verhoogd risico op schildklierkanker

Een internationaal team van onderzoekers, onder leiding van het Amerikaanse Mount Sinai, heeft een verband ontdekt tussen een aantal per- en polyfluoralkylstoffen (PFAS) en een verhoogd risico op schildklierkanker. De onderzoeksresultaten zijn op 24 oktober gepubliceerd in het wetenschappelijke tijdschrift eBioMedicine.

PFAS, ook wel bekend als ‘Forever Chemicals’, zijn een groep synthetische chemische stoffen, die zich via de bodem, (drink)water en lucht in het milieu kunnen verspreiden. Door hun sterke koolstof-fluorverbinding breken deze chemicaliën niet gemakkelijk af in het milieu.

Sinds de jaren veertifg worden PFAS wereldwijd gebruikt in een groot aantal producten vanwege hun waterafstotende, vet- en temperatuurbestendige eigenschappen. Voorbeelden zijn anti-aanbakpannen, waterafstotende kleding en een aantal soorten schuim voor brandbestrijding.

Verschillende (inter)nationale instituten, waaronder het European Chemical Agency (ECHA) en het Amerikaanse Environmental Protection Agency (EPA), hebben de blootstelling aan PFAS uitgeroepen tot een gezondheidscrisis. Dit onderzoek ondersteunt de acties die nodig zijn om PFAS te reguleren en te voorkomen dat ze zich verder in het milieu verspreiden. Ondanks dat wordt aangenomen dat PFAS bijdragen aan de recente toename van schildklierkanker, zijn er maar een beperkt aantal studies die het verband tussen blootstelling aan PFAS en schildklierkanker hebben onderzocht in menselijke populaties.

Verschillende (inter)nationale instituten, waaronder het European Chemical Agency (ECHA) en het Amerikaanse Environmental Protection Agency (EPA), hebben de blootstelling aan PFAS uitgeroepen tot een gezondheidscrisis. Dit onderzoek ondersteunt de acties die nodig zijn om PFAS te reguleren en te voorkomen dat ze zich verder in het milieu verspreiden. Ondanks dat wordt aangenomen dat PFAS bijdragen aan de recente toename van schildklierkanker, zijn er maar een beperkt aantal studies die het verband tussen blootstelling aan PFAS en schildklierkanker hebben onderzocht in menselijke populaties.

Met behulp van BioMe, een biobank van Icahn School of Medicine, Mount Sinai, onderzochten de onderzoekers de relatie tussen PFAS-waarden in plasma en de diagnose schildklierkanker. Ze bestudeerden zowel plasmamonsters van 88 schildklierkankerpatiënten die op of vóór de kankerdiagnose waren afgenomen, als plasmamonsters van 88 controlepersonen die geen enkele vorm van kanker hadden. In de bloedmonsters van de BioMe-deelnemers werden de waarden van acht soorten PFAS onderzocht met behulp van innovatieve non-target screening (NTS) van chemische stoffen in biologisch materiaal.

maandag 27 november 2023

Klimaattransitie loopt nog geen storm in de retail

Om de klimaatdoelen van Nederland – in 2030 minimaal 55 procent minder uitstoot van broeikasgassen - te realiseren, ontkomt ook de retailsector er niet aan de CO2-uitstoot te verminderen.

Uit een inventarisatie onder de 40 grootste Nederlandse winkelformules blijkt dat slechts een derde van de winkelketens concrete klimaatdoelen heeft gepubliceerd. Vooral formules van beursgenoteerde bedrijven nemen het voortouw, ook gedreven door wet- en regelgeving. Om de CO2-uitstoot te reduceren voeren retailers vooral energiebesparende maatregelen door bij de eigen activiteiten. De CO2-uitstoot veroorzaakt door hun vele leveranciers hebben de meeste retailers nog niet in kaart gebracht, terwijl daar de meeste uitstoot zit. Uiteindelijk moet de retail toe naar een economische groei, waarbij duurzaamheid en commercie beter met elkaar in balans zijn. Dit blijkt uit een vandaag gepubliceerd artikel van ING Research.

Evenals andere sectoren staat de retail voor de uitdaging om de uitstoot van broeikasgassen de komende jaren fors te verminderen om zodoende de door Nederland gestelde klimaatdoelen te behalen. Uit een inventarisatie van ING Research onder de 40 grootste Nederlandse winkelformules (met ten minste 100 vestigingen in Nederland) blijkt dat een meerderheid nog geen concrete klimaatdoelen heeft gepubliceerd. Mogelijk zijn een aantal van deze bedrijven wel al bezig met het formuleren van klimaatdoelen, maar zitten ze nog in de beginfase en willen ze dat, om uiteenlopende redenen, vooralsnog niet publiekelijk delen.

Binnen de keten worden drie stromen onderscheiden die broeikasuitstoot genereren. Scope 1 en 2 betreffen de uitstoot van de eigen activiteiten, zoals het gasverbruik en de inkoop van elektriciteit voor de winkels en het hoofdkantoor. Scope 3 betreft de uitstoot door derden in de keten, zoals de productie van de ingekochte goederen, het transport en het gebruik van producten door consumenten. De retailbedrijven zelf hebben een relatief lage CO2-uitstoot. De scope 1 & 2-emissies van de 40 onderzochte winkelketens vertegenwoordigen gemiddeld zo’n 2% tot 10% van de totale emissies, afhankelijk van het segment waarin een retailer actief is. Circa 90% tot 98% van de CO2-uitstoot zit in de keten, zowel bij producenten en andere leveranciers als bij de consument.
 
Van de 40 grootste winkelketens hebben 14 bedrijven klimaatdoelen gepubliceerd. Daarvan heeft de helft een net-zero doelstelling. Dit houdt in dat zij ernaar streven de broeikasemissies in de hele keten (scope 1, 2 en 3), in dit geval in de periode tussen 2030 en 2050, maximaal te reduceren (90% tot 95%). Het restant, de onvermijdelijke CO2-emissies, wordt opgevangen en vervolgens opgeslagen om te voorkomen dat het in de atmosfeer terecht komt. Het bereiken van net-zero is voor alle bedrijven zeer uitdagend en het meest verregaand omdat het alle emissies betreft uit de hele keten. Slechts 17% van de 40 grote winkelketens durft dus een net-zero commitment uit te spreken.

Gemiddeld streven de bedrijven met concrete klimaatdoelen naar een ruime halvering (55%) van de CO2-uitstoot in scope 1 & 2 in 2030. Daarbij zijn er wel grote verschillen in de gestelde doelen, deze variëren van een reductie van 20% tot 78% van de CO2-uitstoot. Hoewel de grootste CO2-reductie elders in de keten valt te realiseren (scope 3), hebben slechts zeven van de 40 geanalyseerde Nederlandse winkelketens concrete openbare klimaatdoelen opgesteld voor scope 3. Voor veel bedrijven is het ingewikkeld om scope 3 in kaart te brengen.

vrijdag 24 november 2023

Belgische zinkfabriek loost dagelijks duizenden kilo’s chloride

De Dommel is door lozingen zo vervuild met chloriden, dat het water afgelopen jaren soms zout smaakte en onder de definitie ‘brak’ viel. De oorzaak ligt bij de zinkfabriek van Nyrstar in Pelt, net over de Belgische grens. Die loost duizenden kilo’s chloriden en sulfaten per dag, meldt het Eindhovens Dagblad.

De vervuiling met zware metalen is op geen stukken meer zo erg als aan het begin van de eeuw. Dankzij bodemsaneringen, slibvangers en vooral minder vervuilende productiemethodes bij de zinkfabriek.

Er zal nog heel wat water door de Dommel stromen voordat het riviertje schoon te noemen is. Vooral op het stuk tussen de Belgische grens en Eindhoven. Maar vooral komt het door de chloride en sulfaten die Nyrstar als afval in de beek loost. Dat gaat niet om kleine hoeveelheden. Volgens de vergunning mag het bedrijf dagelijks gemiddeld 14.000 kilo chloride en 8300 kilo sulfaat lozen.

donderdag 23 november 2023

'Samenwerking financiële sector en overheid leidt tot versnelling klimaatadaptatie'

Uit wetenschappelijk onderzoek blijkt dat Nederland zich moet aanpassen aan de gevolgen van extreem weer. Dat betekent dat we niet alleen maatregelen moeten nemen om verdere opwarming te voorkomen (klimaatmitigatie), maar ook klimaatadaptief moeten worden. Als onderdeel van Deloitte Impact Foundation deed Deloitte onderzoek naar concrete maatregelen om de rol van de financiële sector te versterken bij het klimaatadaptief maken van Nederland.

Het onderzoek maakt het belang van een juiste balans tussen klimaatmitigatie en klimaatadaptatie inzichtelijk. Daarnaast heeft het partijen bij elkaar gebracht om zo concrete aanbevelingen te kunnen doen voor praktische vervolgstappen. Het onderzoek is gebaseerd op twee situaties: de overstromingsramp in Limburg die heeft laten zien dat regionale extreme regenval het risico op overstromingen vergroot. Daarnaast loopt Rotterdam, vanwege haar ligging nabij de zee en grote rivieren, ook een verhoogd overstromingsrisico. Deze risico’s zullen alleen maar toenemen door klimaatverandering en extremer weer. Deloitte vergelijkt de huidige situatie met de financiële maatregelen die nodig zijn om het overstromingsrisico te verminderen.

De belangrijkste bevindingen op een rijtje:

Het financieren van klimaatadaptatie is complex. Businesscases worden overwegend beoordeeld op kortere termijn financiële risico’s en niet op langere termijn maatschappelijke meerwaarde.
Er is behoefte aan meer regie vanuit de overheid; een overkoepelende visie waaruit blijkt welk (economisch) perspectief er is, met heldere transitiepaden die leiden naar keuzes over bijvoorbeeld klimaatadaptief bouwen. Verder wordt er naar de overheid gekeken om wet- en regelgeving aan te passen en publiek-private samenwerkingen te initiëren.
Sociale ongelijkheid kan toenemen door de gevolgen van klimaatverandering. Dit blijkt onder andere uit verdiepende analyses met betrekking tot Rotterdam, vanwege haar specifieke ligging en relatie met water. Hier zijn hele woonwijken aan het einde van hun levensloop en bewoners zijn niet allemaal in staat om hun huizen klimaatadaptief aan te passen. Als samenleving is het belangrijk te waken voor een dergelijke tweedeling en te zorgen dat de klimaatrisico’s niet het grootst worden voor degenen met de minste draagkracht.

Het onderzoek van Deloitte liep parallel aan het onderzoek van de werkgroep Klimaatadaptatie van het Platform voor Duurzame Financiering, waarin de financiële sector samenwerkt met de overheid. Leden van de werkgroep Klimaatadaptatie, waaronder Gijs Kloek, waren vertegenwoordigd in de begeleidingsgroep van het onderzoek van Deloitte. Omgekeerd is Deloitte vertegenwoordigd in de werkgroep Klimaatadaptatie. Over enkele weken wordt het rapport van de werkgroep Klimaatadaptatie gepubliceerd.

woensdag 22 november 2023

Test met slimme systemen voor gezonde leefomgeving op Legmeerdijk (N231) Aalsmeer

De provincie Noord-Holland onderzoekt welke impact vrachtverkeer heeft op de luchtkwaliteit en het geluidsniveau rond de Legmeerdijk (N231) in Aalsmeer.

Dat test de provincie met behulp van slimme camera’s en geluidsensoren, om vervolgens te kijken of het vrachtverkeer via de voorkeursroute (N201) kan worden gestuurd.

Waar voorheen het verbeteren van de doorstroming van het wegverkeer vaak centraal stond, is nu steeds meer aandacht voor schoner vervoer en een gezonde leefomgeving. Het doel van dit onderzoek is om inzicht te krijgen in de effecten van verkeer op de geluid- en luchtkwaliteit en de (on)mogelijkheden om verkeer te beïnvloeden. De wens is om het verkeer via andere voorkeursroutes te laten rijden, wat bijdraagt aan een gezonde leefomgeving.

De eerste stap is dat de provincie op 11 november 2023 camera’s en geluidsensoren plaatst langs de Legmeerdijk (N231) en Burgermeester Brouwerweg (N201). De camera’s registreren het aantal en type voertuigen en de route die zij kiezen. Op basis daarvan is te berekenen hoeveel uitstoot dit met zich meebrengt. De sensoren meten het geluidsniveau. De combinatie van gegevens geeft een indicatie van het effect van het verkeer op de leefomgeving.

De tweede stap is dat de provincie het vrachtverkeer via de voorkeursroute (N201) probeert te sturen. Dat gebeurt van december 2023 tot eind januari 2024 met borden speciaal voor het vrachtverkeer bij de Bloemenveiling, in samenwerking met Royal FloraHolland. De data uit de slimme camera’s en sensoren - vóór en na de maatregel – worden met elkaar vergeleken om te zien of dit effect heeft gehad. De resultaten van deze pilot worden naar verwachting halverwege 2024 bekendgemaakt. 

dinsdag 21 november 2023

FNV: Zorgen over faciliteren fossiele industrie door ABN AMRO en ING

FNV Finance heeft een open brief verstuurd aan de directies van ABN AMRO en ING. De vakbond uit hierin haar zorgen over de recente onthullingen van Follow The Money, waaruit blijkt dat ABN AMRO en ING de fossiele industrie ondersteunde door het uitgeven van obligaties ter waarde van 42,4 miljard euro. Dit beleid staat volgens de vakbond haaks op de integriteitseisen waaraan het de eigen medewerkers houdt.

In de open brief benadrukt FNV Finance dat veel werknemers in de financiële sector betrokken zijn bij initiatieven om hun bedrijven te verduurzamen. De vakbond uit echter ernstige kritiek na aanleiding van de recente onthullingen van Follow The Money, die aantonen dat de genoemde banken aanzienlijke bedragen hebben gefaciliteerd voor de fossiele industrie, wat in strijd is met zowel internationale klimaatdoelen als de duurzaamheidsambities van de betrokken banken zelf.

Volgens het onderzoek van Follow The Money/Investico hebben de fossiele obligaties sinds het Parijs-akkoord de financiële sector minimaal enkele miljarden euro's opgeleverd. De vakbond wijst erop dat dit beleid niet te rijmen is met de integriteitseisen die ABN AMRO en ING stellen aan haar medewerkers, die dagelijks hard werken aan het vertrouwen van klanten en de samenleving in de bank. En dit roept vragen op over de oprechtheid van de duurzaamheidsinitiatieven van ABN AMRO en ING, met name gezien hun ondertekening van de UN Principles for Responsible Banking in 2019 en de belofte om hun strategie in lijn te brengen met het Klimaatakkoord van Parijs.

maandag 20 november 2023

Afspraken met bp over versnelde vermindering van CO2-uitstoot

bp wil via de maatwerkaanpak de komende zes jaar versneld in Nederland, bij de bp Rotterdam Refinery, verduurzamen. Voor 2030 wil het bedrijf de CO2-uitstoot verminderen met 1,2 megaton. Dit betekent een reductie van 60 procent ten opzichte van 2020 en 0,2 megaton meer dan waar het bedrijf in 2030 wettelijk aan moet voldoen volgens het Klimaatakkoord. Daarnaast zet bp in op schonere lucht.

De intentieverklaring tussen het Rijk, de provincie en bp is vandaag op het ministerie van Economische Zaken en Klimaat (EZK) in Den Haag getekend. Het is de tiende afgeronde Expression of Principles (EoP) binnen de Nederlandse maatwerkaanpak tot nu toe.

De intentieverklaring is een belangrijke stap om tot concrete en bindende maatwerkafspraken te komen tussen het Rijk en bp Rotterdam Refinery om sneller minder CO2 uit te stoten en bij te dragen aan een duurzame economie en een gezonde leefomgeving.

De raffinaderij van bp in Rotterdam is een van de grootste in West-Europa en zorgt voor ongeveer 2000 banen in de regio en indirect nog eens 12.000. Op deze locatie produceert het bedrijf brandstoffen voor het wegverkeer, de luchtvaart en scheepvaart en daarnaast smeermiddelen voor de industrie. Om de beoogde CO2-reductie te behalen wordt een aantal routes onderzocht.

Bp Rotterdam Refinery gaat een waterstoffabriek bouwen waar het bedrijf blauwe waterstof zal produceren om als duurzame brandstof te gebruiken. De waterstof wordt voornamelijk gemaakt uit restgassen van het raffinageproces. Bp gaat zowel de eigen restgassen opvangen als deze inzamelen bij andere bedrijven. Naast het eigen brandstofgebruik, levert het bedrijf straks dat deel van de blauwe waterstof dat met restgassen van anderen is geproduceerd, weer terug aan die bedrijven. Om waterstof te kunnen inzetten worden de huidige branders vernieuwd. Dit zal de stikstofuitstoot van dit gedeelte van het bedrijf met 20-30% verminderen in 2030, wat bijdraagt aan een schone lucht en een gezonde natuur.

De CO2 die bij de productie van deze waterstof vrijkomt, wordt afgevangen en opgeslagen in lege gasvelden in de Noordzee. Bp Rotterdam Refinery ziet Carbon Capture and Storage (CCS) als een tussenstap in de versnelde verduurzaming van de raffinaderij in 2030. Uiteindelijk wil het bedrijf groene, hernieuwbare waterstof gaan produceren om in te zetten in de raffinageprocessen in Rotterdam. Voor de productie van deze groene, hernieuwbare waterstof wordt dan groene elektriciteit gebruikt, bijvoorbeeld van wind op zee.

Naast de toepassing van waterstof in het productieproces onderzoekt het bedrijf een aantal andere opties om versneld te verduurzamen. Zo gaat het bedrijf steeds meer duurzame waterstof en biobrandstoffen bijmengen in alle benzine en diesel die het bedrijf produceert, waardoor het bedrijf ook een bijdrage levert aan de vermindering van de CO2-uitstoot van het wegverkeer en de (binnen)scheepvaart. Deze CO2-reductie kan oplopen tot 0,27 Mton in Nederland en daarbuiten.

Ook onderzoekt bp Rotterdam Refinery hoe ze een verdere bijdrage aan de verduurzaming van het wegverkeer kan leveren, bijvoorbeeld door ongeveer 200 elektrische snellaadpunten uit te rollen bij eigen tankstations en door biodiesel en waterstof aan te bieden voor het vrachtverkeer.

Bp Rotterdam Refinery erkent de potentie van de circulaire economie. In dit licht zal het bedrijf in de volgende fase daarom onderzoeken hoe de productie van ‘lower carbon’ producten kan toenemen.

Tot slot kijk het bedrijf of het mogelijk is om duurzame biobrandstof voor de luchtvaart te gaan produceren in Rotterdam, bijvoorbeeld uit plantaardige oliën en vetten

vrijdag 17 november 2023

McDonald's en FrieslandCampina bundelen krachten om de uitstoot van broeikasgassen in de zuivelketen terug te dringen

McDonald's en FrieslandCampina zijn een nieuwe samenwerking gestart gericht op het versneld terugdringen van de uitstoot van broeikasgassen bij de productie van zuivel die wordt geleverd aan McDonald's-restaurants in Nederland en België. Dit partnerschap onderstreept de toewijding van de bedrijven aan het bestrijden van de klimaatverandering en is afgestemd op hun klimaatambities voor 2050.

FrieslandCampina is een belangrijke leverancier van McDonald's en levert essentiële ingrediënten voor geliefde menu-items als McFlurry, Sundae, Milkshakes en vleesvervangers als Valess. Dit partnerschap heeft zich verder doorontwikkeld tot een bredere missie, waarbij de nadruk ligt op het verminderen van de voetafdruk die gepaard gaat met de zuivelproductie.

De samenwerking tussen FrieslandCampina en McDonald’s Nederland en België draagt direct bij aan de beloning van leden-melkveebedrijven van FrieslandCampina voor hun inspanningen, met als resultaat een reductie van de uitstoot van broeikasgassen van 14% in 2025, ten opzichte van 2019. Dit is een stap in een langer traject. Door samen te werken om de uitstoot van broeikasgassen in de zuivelketen versneld te verminderen, willen beide bedrijven anderen binnen de sector inspireren om dit voorbeeld te volgen en bij te dragen aan een duurzamere toekomst.

De monitoringtool KringloopWijzer wordt gebruikt door de leden-melkveebedrijven van FrieslandCampina en geeft bedrijfsspecifieke inzichten op het gebied van klimaat en biodiversiteit. FrieslandCampina gebruikt deze tool om de voortgang te volgen en de leden-melkveehouders te belonen voor hun resultaat. Naast klimaat en biodiversiteit worden de leden-melkveehouders ook beloond voor hun resultaat op weidegang en diergezondheid en -welzijn, via het programma Foqus planet Duurzame ontwikkeling. De samenwerking tussen McDonald’s en FrieslandCampina draagt bij aan de ondersteuning en beloning van de leden-melkveehouders. Voorbeelden van maatregelen die melkveehouders nemen om de uitstoot van broeikasgassen terug te dringen, zijn het langer weiden van de koeien, veevoer met een lagere voetafdruk, het gebruik van voeradditieven om de methaanuitstoot te verlagen en het scheiden van mest en urine. Veel leden-melkveehouders wekken bovendien duurzame energie op, die vervolgens wordt gebruikt op de productielocaties van FrieslandCampina.

donderdag 16 november 2023

Weinig aandacht voor klimaatmaatregel in Nederlandse verkiezingsprogramma's

In de aanloop naar de Nederlandse verkiezingen op 22 november, wijzen experts erop dat veel politieke partijen nauwelijks aandacht besteden aan het Europese Carbon Border Adjustment Mechanism (CBAM) in hun verkiezingsprogramma's. CBAM is een belangrijke klimaatmaatregel die moet zorgen voor een eerlijke prijs voor CO2 die wordt uitgestoten tijdens de productie van koolstofintensieve goederen die de EU binnenkomen, en schonere industriële productie in niet-EU-landen.  Dit zal kunnen resulteren in zeer forse prijsstijgingen.

Sinds oktober is CBAM al in een voorbereidende fase en vanaf 2026 zal het volledig ingevoerd zijn. Het gaat dan vooral om producten zoals cement, ijzer en staal, meststoffen, elektriciteit en aluminium, die buiten Europa vaak goedkoper zijn omdat ze daar minder streng zijn voor het milieu. Dit is niet alleen belangrijk voor het klimaat maar heeft ook grote gevolgen voor de prijzen en de concurrentiepositie van Nederlandse bedrijven.

Het CBAM is al vanaf 1 oktober in een overgangsfase van toepassing waardoor bedrijven moeten rapporteren over hun ingebedde emissies – en zal vanaf 1 januari 2026 volledig van kracht zijn. Het zal in eerste instantie van invloed zijn op de invoer van goederen zoals cement, elektriciteit, meststoffen (inclusief ammoniak), gietijzer, ijzer en staal, en aluminium. Hoewel de lijst op dit moment nog beperkt is, wordt verwacht dat het toepassingsgebied in de toekomst zal worden uitgebreid.

Voor EU-bedrijven en niet-EU-bedrijven die goederen importeren die onder het CBAM vallen, is het vanaf 1 januari 2026 verplicht om CBAM-certificaten te kopen. Deze certificaten zijn gebaseerd op de wekelijkse gemiddelde veilingprijs van EU ETS-rechten en worden uitgedrukt in euro’s per ton uitgestoten kooldioxide. Het is echter mogelijk om het bedrag van de koolstofprijs dat al is betaald tijdens de productie in mindering te brengen op de eindfactuur, mits er geverifieerde informatie van de producent beschikbaar is.

Van alle partijen noemen alleen de VVD, D66 en GroenLinks-PvdA CBAM in hun plannen, en ook dan slechts kort. VVD en D66 willen deze klimaatheffing uitbreiden, maar details blijven uit. GroenLinks-PvdA verwijst slechts in algemene bewoordingen naar het CBAM. Dit terwijl de kosten voor de invoer van producten zoals ijzer en staal flink kunnen stijgen – een rekening die uiteindelijk bij bedrijven en consumenten terecht kan komen.

Wat schrijven de politieke partijen over CBAM?

·     Over het CBAM schrijft de VVD het volgende in het verkiezingsprogramma: 'We breiden de CO₂-grensheffing (CBAM) waar mogelijk uit naar meer sectoren, om een gelijk speelveld tussen Europese bedrijven en de rest van de wereld te houden.'

·     D66 schijft: 'Wij willen het ETS en CBAM uitbreiden naar meer sectoren en gratis rechten in het ETS volledig afschaffen. Uiteindelijk willen we een Europese CO2-heffing die onze nationale heffing vervangt.'

·     GroenLinks-PvdA schrijft: 'Dankzij de Europese grensheffing - een heffing op de import van CO2-intensieve producten van buiten de EU - wordt voorkomen dat vervuilende bedrijven hun activiteiten verplaatsen naar andere landen.'

woensdag 15 november 2023

Code oranje voor klimaat

De meerderheid van de grootste politieke partijen wil klimaatbeleid verder afzwakken, dit geldt voor de VVD, NSC en BBB. De PVV wil het zelfs helemaal stopzetten. Ook de meerderheid van partijen, die nu hoog scoren in de peilingen, is voor het afschaffen van ontwikkelingssamenwerking, VVD en PVV, of minder steun hiervoor: NSC en BBB.

 Michiel Servaes, algemeen directeur Oxfam Novib: 'Deze verkiezingen zijn cruciaal, voor het klimaat en voor de positie van Nederland in de wereld. Het is onvoorstelbaar en immoreel dat een meerderheid van de grote politieke partijen de steun aan de allerarmsten in de wereld wil verlagen of helemaal afschaft. Vreselijke rampen volgen elkaar in hoog tempo op en de klimaatcrisis leidt tot droogte en voedseltekorten. In plaats van aan onze morele plicht en internationale afspraken te voldoen, is solidariteit een sluitpost bij veel partijen.’

De gevolgen van de klimaatcrisis zijn overal merkbaar en maatregelen zijn nu nodig. Bij klimaat is gekeken of politieke partijen broeikasgasemissies voldoende terugdringen in lijn met VN-afspraken. Ook is onderzocht of internationale klimaatfinanciering en het afbouwen van fossiele subsidies zijn opgenomen. PVV, BBB, SGP en JA21 scoren slecht. VVD, NSC, CDA en SP scoren matig. Groenlinks-PvdA, D66, PvdD en CU scoren goed.

dinsdag 14 november 2023

Onderzoeken naar gevolgen houtrook op gezondheid geven nog onvoldoende duidelijkheid

In de rook van brandend hout zitten stoffen die schadelijk zijn voor de gezondheid. Dat is bekend. Er is nog geen duidelijk wetenschappelijk bewijs welk gevolg het stoken van hout heeft op de volksgezondheid. Daarvoor moet beter onderzocht worden in welke mate mensen rook echt inademen. Dat concludeert het RIVM in het overzicht van de wetenschappelijke literatuur naar de gezondheidseffecten van houtrook in huis en buiten.   

Bij de verbranding van hout in kachels en haarden komen chemische stoffen vrij. Bijvoorbeeld fijnstof, koolmonoxide, verschillende vluchtige organische stoffen en PAK(Polycyclische Aromatische Koolwaterstoffen )'s (polycyclische aromatische koolwaterstoffen). Deze stoffen zijn schadelijk voor de gezondheid.

Hoewel er aanwijzingen zijn, is er nog geen duidelijk wetenschappelijk bewijs wat de gevolgen van houtstook zijn voor de volksgezondheid. Dat komt omdat tot nu toe onvoldoende is onderzocht of en hoeveel rook mensen (in huis) inademen. Dat hangt onder andere af van het type houtkachel, het stookgedrag en de weersomstandigheden. Deze blootstelling is nog niet precies genoeg gemeten. De meeste onderzoeken vragen of mensen zich herinneren of en hoe vaak zij hun houtkachel hebben gestookt. Ook de (weers)omstandigheden tijdens het stoken zijn onvoldoende onderzocht. 

maandag 13 november 2023

Albert Heijn start herfst met PFAS-vrije pannen spaaractie

Deze herfst kunnen klanten van Albert Heijn sparen voor PFAS-vrije pannen van GreenPan gemaakt van gerecyclede materialen. Om te voorkomen dat oude pannen bij het restafval belanden, kunnen klanten extra zegels verdienen door tijdens deze actie hun oude pannen in te leveren. Daarnaast inspireert Albert Heijn klanten om met de nieuwe pannen van topkwaliteit allerlei heerlijke herfstgerechten te bereiden en op een gemakkelijke en lekkere manier met het seizoen mee te koken.

Een oude pan levert  15 pannenzegels op die ingezet kunnen worden om nieuwe pannen van GreenPan te sparen. Het aanbod bestaat uit kook- en koekenpannen, een stomer, een tajinedeksel en een gourmetstel. Deze pannen van topkwaliteit zijn gemaakt van gerecycled aluminium en rvs en de anti-aanbaklaag op de koekenpannen is volledig PFAS-vrij.

Albert Heijn heeft voor het inzamelen van de oude pannen een samenwerking opgezet met recycle-bedrijf Renewi, die de oude pannen verwerkt en ervoor zorgt dat hiervan grondstoffen worden gemaakt voor nieuwe producten.

vrijdag 10 november 2023

Aanpassingen aan klimaatverandering wereldwijd te ongecoördineerd

Een nieuw uitgebreid onderzoek van meer dan 1400 wetenschappelijke studies laat de uitdagingen zien van aanpassing aan klimaatverandering. Uit het onderzoek volgt belangrijke kritiek: het systematisch netwerken van verschillende groepen actoren is over het algemeen onvoldoende.

Met name individuen en huishoudens die geraakt worden door de gevolgen van klimaatverandering dragen de grootste last. Diana Reckien, universitair hoofddocent aan de Universiteit Twente, is een van de coauteurs van het artikel dat is gepubliceerd in het wetenschappelijke tijdschrift Nature Climate Change.

Wereldwijde klimaatverandering raakt ons allemaal. Maar wie zijn betrokken als het gaat om het verminderen van de risico's van klimaatverandering, zoals droogte, overstromingen en bosbranden? Hoe gaan overheden, organisaties, bedrijven en individuen om met de gevolgen van de opwarming van de aarde? En waar en hoe werken ze al systematisch samen?

Een nieuwe studie biedt de eerste wereldwijde analyse van betrokkenen bij klimaatadaptatie en de rol die zij daarin spelen. Voor de publicatie beoordeelde een internationaal team van wetenschappers meer dan 1400 wetenschappelijke studies over aanpassing aan klimaatverandering. Diana Reckien, universitair hoofddocent aan de afdeling Stedelijke en Regionale Planning en Geo-Informatie Management (PGM; Faculteit ITC) is een van deze wetenschappers.

Deze publicatie brengt wereldwijd in kaart welke mensen en organisaties betrokken zijn bij adaptatie aan klimaatverandering en hoe ze dat zijn. Dit is belangrijk om te zorgen voor een meer gecoördineerde en gerichte reactie op de huidige en toekomstige gevolgen en risico's van klimaatverandering.

De resultaten laten zien dat er wereldwijd veel gaten zitten in de verdeling van rollen en verantwoordelijkheden voor aanpassing. Bovenal is er een gebrek aan aanpassing die samenlevingen, infrastructuur en risicobeheer ingrijpend verandert om de enorme gevolgen van klimaatverandering aan te pakken. Verder is er een gebrek aan alomvattende samenwerking tussen verschillende overheids- en niet-overheidsactoren.

donderdag 9 november 2023

Europese consumentenorganisaties dienen klacht in over greenwashing op waterflessen

De Consumentenbond en 13 andere Europese consumentenorganisaties hebben samen met hun koepel BEUC een klacht ingediend over greenwashing op waterflessen. Grote fabrikanten zoals Danone (o.a. Evian) en Nestlé Waters (o.a. Vittel) zetten de misleidende claims 100% recyclebaar en 100% gerecycled op hun waterflessen en gebruiken ten onrechte groene afbeeldingen.
 
100% recyclebaar zegt niets over hoeveel er daadwerkelijk wordt gerecycled. Het recyclingpercentage van PET-flessen wordt in de EU geschat op slechts 55%. En 100% gerecycled lijkt alsof de plastic fles volledig is gemaakt van gerecycled materiaal. Maar dat geldt nooit voor de dop en zelden voor het etiket. 

Daarnaast is het gebruikelijk dat fabrikanten ook aan de fles zelf nieuw plastic toevoegen. En met groene afbeeldingen suggereren fabrikanten ten onrechte dat plastic milieuvriendelijk is.

woensdag 8 november 2023

Geen privéjets meer op Eindhoven Airport

Eindhoven Airport wil vanaf 2026 geen privévliegtuigen meer toelaten die op fossiele brandstoffen vliegen. De luchthaven wil zo de CO2-uitstoot en geluidshinder verminderen tegen 2030.

Door het verbod op privévliegtuigen zouden er jaarlijks duizend vluchten minder zijn. Het aantal vluchten van en naar Eindhoven zou dan dalen van 41.500 naar 40.500. Wel zou er meer ruimte komen voor maatschappelijk vliegverkeer, zoals medische vluchten. Elektrische privévliegtuigen zijn wel welkom in Eindhoven, als dat technisch mogelijk is.

Vanaf 2028 wil de luchthaven ook meer sturen op geluidsnormen in plaats van op het aantal vluchten. Eindhoven Airport had al het doel om 30 procent minder geluidsoverlast te veroorzaken in 2030 vergeleken met 2019, maar neemt nu extra maatregelen om dat te versnellen.

Verder wil de luchthaven zo snel mogelijk een nieuwe procedure invoeren voor het opstijgen van vliegtuigen. Door op een bepaalde manier te starten en naar vlieghoogte te klimmen, zou de geluidshinder voor de directe omgeving minder worden. En uiterlijk vanaf 2030 mogen alleen nog de nieuwste generatie vliegtuigen gebruikmaken van Eindhoven Airport.

Ten slotte wil de luchthaven brandstof verkopen met meer dan 20 procent duurzame brandstof gemengd met kerosine. Dat is meer dan nu wettelijk is voorgeschreven.

dinsdag 7 november 2023

Onderzoek naar particulier gebruik van bestrijdingsmiddelen en effect op waterkwaliteit

Bestrijdingsmiddelen worden niet alleen ingezet in de landbouw, ook particulieren gebruiken ze om bijvoorbeeld hun tuin onkruidvrij te houden.

Een onderzoek van CLM Onderzoek en Advies in opdracht van de provincies Drenthe en Overijssel laat zien hoeveel bestrijdingsmiddelen particulieren gebruiken en wat de risico’s daarvan zijn. Het onderzoek kijkt in het bijzonder naar grondwaterbeschermingsgebieden, waar grondwater voor drinkwaterproductie wordt gewonnen.

Uit het onderzoek blijkt dat de totale hoeveelheid bestrijdingsmiddelen die particulieren gebruiken relatief klein is ten opzichte van de landbouw. Toch kunnen de effecten op de omgeving groot zijn, o.a. door onjuist gebruik van middelen. Daarom is het belangrijk om te zorgen voor goede communicatie over de effecten van bestrijdingsmiddelen en de vele chemievrije alternatieven die beschikbaar zijn. Partijen als tuincentra en volkstuinen kunnen een belangrijke rol in de voorlichting spelen. Verder is het goed om op regionaal niveau gericht gesprekken te voeren met gebruikers die een grote rol hebben (zoals landbouw, industrie, particulieren) waarbij ook alternatieven worden voorgelegd. Provincies en drinkwaterbedrijven kunnen verandering ondersteunen door zich actief uit te spreken.

Dat de kwaliteit van drinkwaterbronnen onder druk staat, komt ook door de emissie van bestrijdingsmiddelen. Zonder aanvullende inzet worden de doelen van de Kaderrichtlijn Water (KRW) niet gehaald. Er moeten extra maatregelen worden genomen om de emissie van bestrijdingsmiddelen naar drinkwaterbronnen terug te dringen en zo de waterkwaliteit te verbeteren en de KRW-doelen te halen. Aangezien het bestrijdingsmiddelengebruik van particulieren lokaal een groot effect kan hebben, is het goed om hen te wijzen op de schadelijke effecten van deze middelen op het milieu en het gebruik van chemievrije alternatieven te stimuleren. Verschillende drinkwaterbedrijven communiceren daarom hierover.

maandag 6 november 2023

Tata Steel wil voor miljarden verduurzamen

Tata Steel wil dat zijn fabriek in IJmuiden uiterlijk in 2029 schoner draait en heeft plannen om duurzamer staal te maken. Het bedrijf wil een van zijn hoogovens en een kooksfabriek die op vervuilende steenkolen werken vervangen door een installatie die eerst op aardgas draait en later op groene waterstof.

De installatie, een zogeheten Direct Reduced Iron Plant (DRP), gaat op waterstof draaien 'zodra waterstof in voldoende hoeveelheden en tegen de juiste prijs beschikbaar komt'. Wanneer dat mogelijk is, is niet bekend.

Het bedrijf wil de inzet van schroot vanaf 2030 verhogen van 17 procent naar 30 procent van de totale productie per jaar. De installatie waarmee het bedrijf schroot uit de DRP kan omsmelten, zou Tata naar eigen zeggen veel circulairder en minder afhankelijk maken van fossiele grondstoffen.

De plannen om duurzamer staal te maken, kosten volgens Tata miljarden euro’s. Het bedrijf wil dat de overheid daaraan meebetaalt, maar wil niet zeggen hoeveel geld het van de overheid wil voor de aangepaste plannen. Er lopen volgens de topman Hans van den Berg van de Nederlandse tak wel gesprekken hierover met het ministerie van Economische Zaken en Klimaat. Volgens hem wil het bedrijf in elk geval ondersteuning voor een sneller vergunningstraject.

Foto Anefo

vrijdag 3 november 2023

Renewi breidt machinepark voor metaalstromen verder uit

Waste-to-productbedrijf Renewi investeerde in het verder uitbreiden van het machinepark op haar locatie in Tisselt. Met deze investering is de recycler nu in staat om non-ferrometalen uit bodemassen en mix-metaalstromen nog beter op te werken en wordt er nog meer nieuw leven gegeven aan gebruikte materialen.  Het terugwinnen van waardevolle metalen uit bodemas maakt deel uit van de dagelijks activiteiten binnen Renewi’s divisie Mineralz & Water.  

Vaak komen verschillende waardevolle metalen terecht in het (rest)afval, die vervolgens worden mee verbrand. Na verbranding van afval blijft er bodemas over. Nadat bodemasverwerkers met magneten het ijzer eruit hebben gehaald, blijven er non-ferrometalen over. Deze non-ferro’s komen binnen op de Renewi-locatie in Tisselt en gaan eerst door de flotatie. Via deze techniek zakken zware metalen naar de bodem en blijven de lichte metalen drijven. De lichte metalen, zoals aluminium en mineralen, gaan over de nieuwe Eddy Currents die het aluminium van de mineralen scheidt. De mineralen gaan naar de betonindustrie waar ze worden verwerkt in betonproducten. Het aluminium krijgt een nieuw leven in onder andere motorblokken voor auto’s.  

De zware metalen worden gezeefd in verschillende korrelgroottes. De kleine korrels bestaan uit koper, messing en edelmetalen en worden bij de smelters omgesmolten zodat ze als secundaire grondstof weer worden toegepast. De grotere korrels als koper, zink, rvs, lood en messing kunnen kleiner gemaakt worden met de inzet van de nieuwe breker. Deze korrels worden verder opgewerkt door de nieuwe XRF-installatie. Dit is een apparaat dat op basis van röntgentechnologie de non-ferrometalen nauwkeurig identificeert en sorteert. Na het scheiden middels de XRF-installatie wordt er gebruik gemaakt van handmatige sortering. Zo kunnen er nog meer metalen met een hogere kwaliteit gerecycled worden.

Metaal is 100 procent recyclebaar. Alle verwerkingstechnieken kunnen als één sorteerlijn ingezet worden, maar ook apart van elkaar. Naast het opwerken van non-ferrometalen uit bodemassen, werkt Renewi ook andere gemengde non-ferrostromen verder op. Deze zijn afkomstig van bijvoorbeeld  bouw- en sloopafval.  Door de uitbreiding kan de organisatie nog meer nieuw leven geven aan gebruikte materialen.

donderdag 2 november 2023

Klimaat en Energie verkiezingsdebat

Jonge Klimaatbeweging, NVDE, Natuur en Milieu, Greenpeace, JongRES, Milieudefensie en Netbeheer Nederland slaan de handen ineen en organiseren op dinsdag 7 november het Klimaat & Energieverkiezingsdebat in Tivoli, Utrecht.

Terwijl klimaatverandering door overstromingen, hittegolven en bosbranden steeds zichtbaarder wordt, klinkt de oproep voor snellere actie luid en duidelijk. Met het advies van de Wetenschappelijke Klimaatraad om in 2040 volledig klimaatneutraal te zijn, is de dringende vraag: “Hoe versnellen we ons klimaat- en energiebeleid?”.

Op woensdag 22 november zijn de Tweede Kamerverkiezingen en er is veel te kiezen. Niet alleen vanwege de vele nieuwe gezichten in de politiek, maar vooral vanwege de urgente vraagstukken die onze aandacht verdienen: woningbouw, bestaanszekerheid en bovenal,  klimaat- en energiebeleid.

Tijdens dit ‘hoe-debat’ delen partijwoordvoerders hun visie en plannen voor een duurzamer Nederland. Wat zijn de sleutelmaatregelen voor een groene toekomst? En hoe kunnen we de implementatie daadwerkelijk versnellen?

In drie rondes gaan kandidaat Kamerleden waaronder Sandra Beckerman (SP), Derk Boswijk (CDA), Silvio Erkens (VVD), Pieter Grinwis (ChristenUnie #2) en Tjeerd de Groot (D66) onder leiding van dagvoorzitter Rogier Elshout met elkaar in debat over het verduurzamen van onze energievoorziening,  de verantwoordelijkheid van de industrie en hoe we ervoor zorgen dat niemand wordt vergeten in deze energietransitie.

woensdag 1 november 2023

Eerste CO2-opslag project in Nederland van start

Porthos heeft de definitieve investeringsbeslissing genomen. Daarmee kan in 2024 de bouw van het eerste grote CO2-transport en -opslagsysteem in Nederland starten. Een grote mijlpaal voor Carbon Capture & Storage (CCS) in Nederland en voor Gasunie als mede-initiatiefnemer.

Met de Porthos-infrastructuur is een investeringsbedrag van 1,3 miljard euro gemoeid. Nu de definitieve investeringsbeslissing is genomen, zal Porthos de definitieve opdrachten verlenen aan de aannemers die het project gaan realiseren. Naar verwachting is het Porthos-systeem in 2026 operationeel.

Porthos gaat ongeveer 2,5 Mton CO2 per jaar opslaan gedurende 15 jaar, tot een totaal van circa. 37 Mton. Daarmee is Porthos uitverkocht. Het transportsysteem op land dat wordt aangelegd, biedt wel ruimte voor toekomstige CO2-opslag-projecten.  

Porthos is een joint venture van EBN, Gasunie en Havenbedrijf Rotterdam. Porthos levert aan een aantal bedrijven in de Rotterdamse haven transport- en opslagservices voor CO2. De bedrijven Air Liquide, Air Products, ExxonMobil en Shell gaan CO2 afvangen en aanleveren aan Porthos. Zij investeren daartoe zelf in afvanginstallaties. Porthos transporteert de CO2 vervolgens door de Rotterdamse haven naar lege gasvelden op circa 20 km uit de kust. Daar wordt de CO2 permanent opgeslagen op 3 tot 4 km onder de Noordzeebodem. (zie illustratie)

Voor de realisatie van het project werkt Porthos samen met TAQA Energy, de huidige operator van de P18-gasvelden, en gespecialiseerde aannemers en leveranciers als Denys N.V., Allseas, LMR Drilling GmbH, Mannesmann Grossrohr GmbH, Corinth Pipeworks, Equans, Ensco Offshore, Van der Ven en Bonatti. Zij zijn samen verantwoordelijk voor de aanleg van de betreffende infrastructuur.  

CO2-afvang en -opslag (CCS) is een kostenefficiënte manier om op korte termijn grote hoeveelheden CO2 uit de atmosfeer te houden. CCS is dan ook een belangrijke pijler onder het klimaatbeleid van het kabinet. Dankzij Porthos stoot de Rotterdamse havenindustrie straks ongeveer 10% minder CO2 uit. Tegelijkertijd werkt de industrie aan de transitie naar processen die gebaseerd zijn op hernieuwbare energie en grondstoffen.