woensdag 31 juli 2024

Zwemwater Flevoland onder de PFAS risicogrens

Uit onderzoek naar PFAS in zwemwateren in Flevoland is gebleken dat deze voldoen aan de gebruikersadviezen van het RIVM. Het is veilig om in deze wateren te zwemmen.  

Naast het onderzoek naar zwemwateren is onderzocht of het water rond het vliegveld voldoet aan de PFAS-norm. Hieruit is gebleken dat in de Meerkoetentocht te hoge concentraties aan PFOS zitten. Wat de oorzaak is van de te hoge concentraties PFOS in de Meerkoetentocht moet uit vervolgonderzoek blijken. Het water uit de Meerkoetentocht wordt alleen in droge periodes gebruikt voor beregening van gewassen. In het water wordt niet gezwommen en gevist.

Waterschap Zuiderzeeland heeft GGD Flevoland geïnformeerd over de aangetroffen PFOS-concentratie in de Meerkoetentocht. Sophia Kastermans, woordvoerder Algemene Gezondheidszorg van GGD Flevoland, geeft aan dat het advies vanuit GGD Flevoland is om het water uit de Meerkoetentocht niet te gebruiken. Agrariërs in de omgeving zijn geïnformeerd.

dinsdag 30 juli 2024

Rioolwaterzuivering haalt weer meer stikstof en fosfor uit afvalwater

In 2022 zuiverden Nederlandse rioolwaterzuiveringsinstallaties 1,81 miljard kubieke meter rioolwater. Dat zijn meer dan 70 duizend olympische zwembaden gevuld met water. De installaties haalden weer meer stikstof en fosfor uit het afvalwater. Ook was de restlozing op het oppervlaktewater voor deze stoffen lager dan in 2021. De restlozing van medicijnresten neemt langzaam toe, evenredig met de vergrijzing en bevolkingsaanwas. Dit blijkt uit cijfers van het CBS en de Emissieregistratie.

De 313 rioolwaterzuiveringsinstallaties in ons land zuiverden in 2022 bijna 8 procent minder rioolwater dan een jaar eerder. De daling hangt samen met de droogte; er viel gemiddeld 11 procent minder neerslag dan in 2021 en dus werd er minder hemelwater afgevoerd naar het riool.

Rioolwaterzuiveringsinstallaties proberen zoveel mogelijk stikstof en fosfor uit het afvalwater te verwijderen om zo vermesting van het oppervlaktewater te voorkomen. In 2022 werd 86 procent van de aangevoerde stikstofverbindingen (92 miljoen kilogram) verwijderd, dat is 1,4 procentpunt meer dan in 2021. Ook werd 88 procent van de aangevoerde fosforverbindingen (12,9 miljoen kilogram) uit het afvalwater gezuiverd, iets meer dan een jaar eerder.

Nog nooit waren deze zuiveringsrendementen zo hoog. Dit is mede het gevolg van de voortgaande verbeteringen in het zuiveringsproces maar ook van het lagere volume afvalwater, waardoor de waterzuiveringsinstallaties beter functioneerden.

De restlozing van stikstof (13 miljoen kilogram) was in 2022 bijna 10 procent lager dan een jaar eerder. Van fosfor daalde de restlozing vanuit de rioolwaterzuiveringsinstallaties met ruim 4 procent naar 1,6 miljoen kilogram.

In 2022 waren de restlozingen vanuit rioolwaterzuivering voor zink (69 duizend kilogram) en koper (9 duizend kilogram) respectievelijk 2 procent en 10 procent lager dan in 2021. De zuiveringsrendementen van zink en koper schommelen de laatste jaren rond de 83 procent respectievelijk 93 procent.

maandag 29 juli 2024

UMCG, Renewi en GreenCycl werken samen voor duurzaam hergebruik van medisch afval

Het Universitair Medisch Centrum Groningen (UMCG), Waste-to-product bedrijf Renewi en GreenCycl tekenen een samenwerkingsovereenkomst. De pilot, die twee jaar geleden startte, is nu omgezet in een structurele samenwerking. Verschillende afvalstromen worden apart ingezameld en daarna verwerkt tot grondstoffen die kunnen dienen voor nieuwe medische materialen.

Metalen instrumenten, kunststof doeken en bakjes: in het operatiecentrum van het UMCG worden dit soort materialen sinds twee jaar apart ingezameld. Wat begon als pilot, is inmiddels helemaal geïntegreerd in het werk.  Iedereen weet precies wat waar naartoe gaat en het proces is zo ingericht dat het apart inzamelen nauwelijks extra tijd kost. Ook niet onbelangrijk in een druk operatiecentrum.

In totaal zamelt het UMCG op deze manier jaarlijks 550 kilogram aan metalen instrumenten en 150 kilogram aan kunststof doeken in; inmiddels al vier keer zoveel dan bij de start van de pilot. ‘Door deze medische materialen uit de reguliere afvalstroom te halen, voorkomen we dat ze verbrand worden en dus verloren gaan’, vertelt duurzaamheidsmanager Charlotte Kumm.

Naast het operatiecentrum doet ook de afdeling Oogheelkunde mee aan het project en recent is het Simulation Center begonnen om bruikbare medische producten uit de afvalstroom te scheiden.

Hoe meer medische materialen apart worden ingezameld, hoe beter. ‘Ziekenhuizen, klinieken en instellingen kunnen een verscheidenheid aan gebruikte medische materialen inzamelen die via ons zoveel mogelijk een nieuw leven krijgen, het liefst ook weer in de zorg’, zegt Sander Leenders, Commercieel Directeur Nederland bij Renewi. Denk bijvoorbeeld aan een instrumentenopener, gemaakt van steriele afdekdoeken, of aan bedbakjes, taperolhouders en nagelschrapers. ‘Belangrijk uitgangspunt daarbij is upcycling’, legt Leenders uit. Ervoor zorgen dat een medisch materiaal na verwerking een vergelijkbare of zelfs een betere kwaliteit heeft. ‘Door te upcyclen in plaats te verbranden, verliezen we geen waardevolle materialen.’

vrijdag 26 juli 2024

Stroomopwaarts digitaal geactualiseerd

Stroomopwaarts, het 2020 verschenen boek over de revoluties in elektriciteit is digitaal geactualiseerd en zwaar uitgebreid tot 320 pagina's. Er is een uitgebreid hoofdstuk over de recente energiecrisis  (de gevolgen van de coronacrisis en de aanvallen op Oekraïne) en de hoofdstukken over recente toepassingen zijn bijgewerkt. Ook zijn er nieuwe hoofdstukken toegevoegd over de zonneauto en windenergie met vliegers. 

Toen de Russische president Poetin op 24 februari 2022 besloot Oekraïne binnen te vallen om in Kiev een marionettenregering te installeren, konden we nog niet vermoeden hoe groot de energiecrisis zou worden als gevolg van de opgelegde sancties. De energiemarkt was al in rep en roer door sterk gestegen stroom- en gasprijzen als gevolg van de aantrekkende markt na de coronapandemie. Maar toen Rusland gas inzette als politiek wapen, werd de wereld geconfronteerd met historische prijsstijgingen en de hoogste inflatie sinds de Tweede Wereldoorlog. Het begrip energiearmoede maakte zijn entree en het kabinet moest vergaande maatregelen nemen om de lastendruk te verlichten. Nog maar nauwelijks nadat het stof van deze crisis was neergedaald was de volgende crisis een feit: de capaciteitsproblemen op het elektriciteitsnet. Dat net is simpelweg niet berekend op grootschalige opwekking van elektriciteit met zonnepanelen en windturbines die we nu zo hard nodig hebben.

f van het aardgas en vragen ze om een (zwaardere) aansluiting op het elektriciteitsnet.
Energiecrises zijn van alle tijden, en ze houden bijna allemaal verband met oorlogen, maar zelden zijn we de afgelopen twee jaar zo hard met de feiten op de neus gedrukt, of liever gezegd: op onze afhankelijkheid van fossiele brandstoffen. De energietransitie die al in gang was gezet voor de coronacrisis, heeft een enorme boost gekregen. Zelden zijn er zoveel projecten aangekondigd die onze huizen volledig aardgasvrij moeten maken, worden er weer plannen gesmeed voor kerncentrales en is de vraag naar zonnepanelen nog nooit zo hoog geweest.

De nieuwe versie kan hier digitaal worden gedownload




donderdag 25 juli 2024

Samenwerking voor duurzamer asfalt in het noorden

Overheden, brancheorganisaties en marktpartijen in de drie noordelijke provincies hebben een convenant ondertekend om duurzamer asfalt te realiseren. Wethouder Evert Stellingwerf ondertekende het convenant uit naam van de gemeente Leeuwarden. De ondertekenaars streven naar minder soorten asfalt, een duurzamere samenstelling, productie op lagere temperatuur, en hergebruik van asfalt. Ook worden de noordelijke asfaltcentrales verduurzaamd. Het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat omarmt het initiatief.

Het convenant is ondertekend door de provincies Fryslân, Groningen en Drenthe en de gemeenten Assen, Leeuwarden en Groningen. Bouwend Nederland, NL Ingenieurs, Vereniging Circulair Friesland en de noordelijke asfaltcentrales in Staphorst, Kootstertille en Westerbroek hebben eveneens getekend, samen met diverse marktpartijen.

Provinciale en gemeentelijke overheden willen hun milieu-impact verkleinen door de asfaltketen te verduurzamen. Dit levert een grote bijdrage aan de doelstelling uit de klimaatwet om in 2030 ten minste 55% minder CO2 uit te stoten ten opzichte van 1990. Infraprojecten hebben een grote milieu-impact door gebruikte grondstoffen en CO2-uitstoot. Op het gebied van asfaltproductie kunnen overheden hun ecologische voetafdruk halveren. Het convenant legt vast dat de partijen streven naar minder asfaltsoorten, gebruik van duurzamere materialen, uitfasering van blanke bitumen, inzet van biobased bindmiddelen, lagere productietemperaturen en meer hergebruik van bestaand asfalt.

Voor de asfaltcentrales biedt het convenant toekomstperspectief. De centrales in Westerbroek, Staphorst en Kootstertille kunnen nu investeren in vernieuwing, wetende dat er een markt is voor duurzamer asfalt. Ook infrabedrijven krijgen meer zekerheid om duurzaamheidsdoelstellingen te behalen.

woensdag 24 juli 2024

Klimaatrisico’s woning blinde vlek bij helft Nederlanders

Meer dan de helft van de Nederlanders ziet geen klimaatrisico voor zijn of haar woning. Dit blijkt uit de eerste trendmonitor Klimaatbewust Wonen van Centraal Beheer, uitgevoerd door onderzoeksbureau Memo2. Ook bij aankoop van een woning is dit bewustzijn nog te laag.

Klimaatverandering zorgt voor toenemende risico’s voor Nederlandse huiseigenaren. Pieter Roorda, senior manager Wonen en Onderweg bij Centraal Beheer: 'Het overstromingsrisico neemt toe, zoals we in Limburg in 2021 zagen, maar ook toen eerder dit jaar de IJssel en het Markermeer bijna overstroomden. Ook het steeds extremere weer zoals hevige stormen, onweer en neerslag kunnen zorgen voor grote waterschade aan woningen. De schommelingen in grondwaterpeil door langdurige droogte of juist zeer natte periodes zoals de afgelopen maanden, tasten funderingen aan. Het risico op bosbranden wordt ook in Nederland steeds groter. En hittestress tijdens hittegolven vermindert sterk je woongenot en kan grote gevolgen hebben voor je gezondheid. Het is dus van groot belang dat Nederlanders weten hoe dit zit voor hun regio en woning. Want natuurlijk ligt er een grote taak bij overheid en gemeentes om hier maatregelen tegen te treffen, maar huiseigenaren kunnen gelukkig ook zelf genoeg doen.'

Uit het onderzoek van Centraal Beheer blijkt dat de woningeigenaren die wél bewust zijn van klimaatrisico’s, ook zeer handelingsbereid zijn. Bijna de helft (45%) van deze groep heeft al maatregelen genomen en nog eens 45% is dat van plan. Woningeigenaren die nog niks hebben gedaan, geven als belangrijkste reden dat zij er geen geld voor hebben (36%) of niet weten wat te doen (37%). Roorda: 'Het is bemoedigend dat mensen in actie komen zodra ze bewust zijn van de risico’s. Daarom is het zo belangrijk dit bewustzijn te vergroten. Hier ligt een taak voor hypotheekverstrekkers en verzekeraars zoals wij om hun klanten hierbij te helpen.'

Roorda geeft concrete tips: 'Maatregelen die je zelf kan nemen hoeven niet ingewikkeld of duur te zijn. Zorg dat het water rondom je woning goed weg kan: vergroen je tuin, leg goede infiltratie aan, neem een groen dak of koppel je regenpijp af van het riool en installeer een waterton. Onderhoud je woning goed, zodat er bij extreem weer minder schade ontstaat. Woon je echt in een overstromingsrisicogebied? Verhoog je drempel, zorg voor een watervaste vloer, installeer een terugslagklep in je toilet en zorg dat je in je kelder geen waardevolle spullen op de vloer zet. Zo voorkom je veel ellende. Een groene tuin helpt ook tegen hittestress, net als goede isolatie en zonwering.'

dinsdag 23 juli 2024

Rijke landen claimen klimaatfinancieringsdoel te halen, echte waarde blijft sterk achter

Rijke landen claimen nu dat zij in 2022 bijna 116 miljard dollar aan klimaatfinanciering beschikbaar hebben gesteld aan ontwikkelingslanden. Daarmee zouden zij voor het eerst hebben voldaan aan de jaarlijks toegezegde 100 miljard, zoals afgesproken op de klimaattop in Kopenhagen in 2009. De werkelijke waarde van klimaatfinanciering door rijke landen wordt door Oxfam echter geschat op 28 à 35 miljard dollar. Dit is minder dan een derde van het bedrag dat wordt gerapporteerd door rijke landen.

Een groot deel van dit bedrag bestaat uit leningen, sommige zelfs tegen winstgevende rentetarieven, die bijdragen aan de groeiende schuldenlast van ontwikkelingslanden. Ook worden door rijke landen bedragen opgevoerd voor klimaatfinanciering die in werkelijkheid weinig met dit doel te maken hebben. Dit blijkt uit de nieuwe Oxfam-analyse die vandaag gepubliceerd wordt.

Klimaatfinanciering is vaker bij internationale klimaatonderhandelingen, zoals tijdens de VN-klimaattoppen, een twistpunt. De aanhoudende verschillen tussen de financiële beloften van rijke landen en de werkelijke bedragen die ontwikkelingslanden ontvangen, ondermijnen het onderling vertrouwen tussen landen om de klimaatonderhandelingen succesvol te laten verlopen. Het daadwerkelijke bedrag dat voor klimaatfinanciering beschikbaar is, is van essentieel belang om klimaatactie in veel landen echt mogelijk te maken.

Veel lage inkomens landen kampen nu al met enorme schade door klimaatverandering. Zonder adequate klimaatfinanciering is het voor deze landen moeilijk, zo niet onmogelijk, om zich aan te passen aan en bij te dragen aan het tegengaan van klimaatverandering.

In het Hoofdlijnenakkoord van het nieuwe kabinet worden miljarden bezuinigd op het budget voor ontwikkelingssamenwerking, daaronder valt ook de Nederlandse bijdrage aan klimaatfinanciering. ‘Als rijk land met een historisch grote CO2-uitstoot, zou Nederland zijn klimaatfinanciering juist stevig moeten verhogen. In plaats van fors te bezuinigen zou Nederland juist verantwoordelijkheid moeten nemen voor de kosten van klimaatmaatregelen in ontwikkelingslanden. Door achter de dijken weg te duiken lossen we het wereldwijde klimaatprobleem niet op’, zo stelt Stroot.

Later dit jaar komen landen opnieuw bijeen op de volgende VN-klimaatconferentie, de COP29, in Baku, Azerbeidzjan, om te onderhandelen over een nieuw wereldwijd doel voor klimaatfinanciering, de New Collective Quantified Goal. Oxfam roept op niet de fouten te herhalen die gemaakt zijn bij de eerdere toezegging van $ 100 miljard per jaar, maar zorg er in plaats daarvan voor dat rijke landen aanzienlijk meer klimaatfinanciering verstrekken, meer verantwoording afleggen en hun financiering transparanter maken.

maandag 22 juli 2024

Nederland zeer geschikt voor elektrische trucks, maar uitstel zero-emissiezones vertraagt de groei

Waar het nieuwe kabinet meer ruimte wil voor uitstel van zero-emissiezones, brengen fabrikanten internationaal juist eenbreder aanbod van elektrische trucks op de markt om in 2025 aan de eerste CO2-reductieverplichtingen te voldoen. Ook grote opdrachtgevers van transport gaan als gevolg van nieuwe Europese rapportageverplichtingen (CSRD) scherper op de uitstoot letten. Terwijl de korte ritafstanden (80% onder 150 km) in Nederland bij uitstek geschikt zijn voor elektrisch vervoer, dreigt de vaart er de komende tijd hier juist uit te raken.

Na jaren van productieproblemen zijn de orderachterstanden op de truckmarkt inmiddels hard ingelopen en is de vraag afgekoeld. Ditjaarblijftdetruckafzet nog overeind door een golf van nieuwe dieselbakwagens die voor de overgangsregeling van zero-emissiezones besteld zijn. In 2025 doet de truckafzet alsnog een stap van zo’n 10% terug. Transporteurs voelen minder druk om nu al over te stappen naar elektrisch vervoer en dat draagt bij aan uitstel van investeringen. Dit blijkt uit denieuwe Assetvisie Trucks en Trailersvan ING Research die vandaag wordt gepubliceerd.

Veel bedrijven zijn al bezig om voor te sorteren op de invoering van zero-emissiezones en de overgangsregeling die op 1 januari 2025 ingaat. Dit jaar was de subsidiepot (AANzet-regeling) opnieuw razendsnel leeg en veel bedrijven zijn actief vooruit aan het plannen. Dat het nieuwe kabinet nu naar uitstel wil kijken zorgt voor nieuwe onzekerheid bij investeerders en dat helpt de instroom van zero-emissietrucks niet. Van de 30 tot 40 beoogde gemeenten binnen de ‘Greendeal zero-emissie stadslogistiek’ gaat slechts een minderheid hier begin volgend jaar mee van start en de kans bestaat dat er in verschillende steden uitstel volgt. Apeldoorn en Ede zijn hiervan al voorbeelden.Dat de subsidie lijkt te blijven is gunstig, maar voor bedrijven die nog niet zijnbegonnen met elektrisch rijden, haalt de afzwakking van het beleid de druk enigszins van de ketel.

vrijdag 19 juli 2024

Loods doorzocht naar aanleiding illegale gewasbeschermingsmiddelen

Afgelopen week hebben de politie en de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) onder gezag van het Functioneel Parket een woning en een loods doorzocht in de gemeente Buren. Hierbij zijn contant geld, een laptop en een telefoon in beslag genomen. Aanleiding hiervoor was een eerdere transportcontrole op donderdag 20 juni bij Zwinderen van het Team Transport en Milieucontrole waarbij 1600 liter illegale gewasbeschermingsmiddelen werd aangetroffen. Er werden geen aanhoudingen verricht en het onderzoek is nog in volle gang.

Het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen is strikt gereguleerd. Alleen middelen die in Nederland zijn toegelaten met een Nederlands toelatingsnummer mogen in Nederland gebruikt worden. De politie en NVWA doen onderzoek naar het bezit en de handel illegale middelen. Het gebruik van dergelijke illegale middelen kan tot ernstige milieuschade leiden: ze vervuilen de grond, het water en zelfs de lucht. Ook kunnen ze onbedoeld schade aan planten en dieren aanbrengen die belangrijk zijn voor onze natuur.

Zware milieucriminaliteit raakt de samenleving en de schade die het teweegbrengt, blijft lange tijd voortduren. Milieucriminaliteit is aan de oppervlakte niet altijd zichtbaar en zit veelal verweven in ogenschijnlijk bonafide bedrijven. Daarom is het zaak dat milieucriminaliteit hard en grondig wordt bestreden. Het milieu-team van het domein High Tech Crime & Environmental Crime van de Eenheid Landelijke Opsporing en Interventies richt zich op grenzeloze georganiseerde milieucriminaliteit. Zij sporen milieucriminaliteit met een internationale focus op en pakken deze effectief en grondig aan door deze criminaliteit in de volle breedte te bestrijden. Hierbij werken ze nauw samen met de andere milieuclusters van de Eenheid Landelijke Expertise en Operaties. Ook is de expertise van de NVWA cruciaal om milieucriminaliteit echt goed te bestrijden.

donderdag 18 juli 2024

ACM: concurrentieregels bieden ruimte aan samenwerking recycling koffiecapsules

De Autoriteit Consument & Markt (ACM) is positief over de samenwerking tussen producenten van koffiecapsules om meer plastic en aluminium koffiecapsules te recyclen. Negen producenten van koffiecapsules investeren samen in sorteermachines waardoor afvalverwerkers koffiecapsules beter uit het afval kunnen halen. De afvalverwerkers zorgen er vervolgens voor dat de capsules worden gerecycled. De Koninklijke Nederlandse Vereniging voor Koffie en Thee (KNVKT) had de ACM gevraagd of deze samenwerking mag volgens de concurrentieregels.

De ACM heeft de samenwerking informeel beoordeeld en ziet geen bezwaren. Zo ziet de ACM geen risico op prijsverhogingen of uitsluiting van concurrenten als gevolg van dit initiatief. Wel vindt de ACM het belangrijk dat de producenten naast de samenwerking blijven innoveren om koffiecapsules te verduurzamen.
 
De meeste koffiecapsules zijn gemaakt van aluminium of plastic. Een groot deel van alle gebruikte koffiecapsules wordt weggegooid en verbrand. Producenten van koffiecapsules – die 90% van de markt vertegenwoordigen – willen daar met de samenwerking verandering in brengen. Het gaat om merkeigenaren Jacobs Douwe Egberts, Nestlé, Nespresso en Simon Lévelt en private labelproducenten Ahold Delhaize Coffee Company, CAPPAC, Euro Caps, Beyers Koffie en UCC Coffee Benelux. Een belangrijk onderdeel van de samenwerking is dat zij samen investeren in technologieën (zoals sorteermachines) die het voor afvalverwerkers makkelijker maken om koffiecapsules uit het afval te halen. Afvalverwerkers sorteren de koffiecapsules en brengen de capsules vervolgens naar de plek waar deze worden gerecycled.

woensdag 17 juli 2024

PFAS onder advieswaarde bij alle aangewezen zwemlocaties in Noord-Holland

Alle aangewezen zwemlocaties in de provincie Noord-Holland die op PFAS zijn onderzocht blijven onder de gestelde advieswaarden van het RIVM.

De provincie Noord-Holland heeft in april 2024 in samenwerking met de waterschappen onderzoek gedaan naar de concentraties PFAS bij 46 van de 151 aangewezen zwemlocaties. Bij 28 van deze locaties hebben het Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier en het Waterschap Amstel, Gooi en Vecht onderzoek gedaan. Alle onderzochte locaties blijven onder de gestelde advieswaarden van het RIVM.

Eerder publiceerde de provincie de resultaten van het Hoogheemraadschap van Rijnland, waaruit blijkt dat de PFAS-concentratie bij alle 18 gemonitorde zwemlocaties ook onder de advieswaarden van het RIVM blijven. Hetzelfde geldt voor de 3 zwemlocaties waar Rijkswaterstaat heeft gemeten.

PFAS (poly- en perfluoralkylstoffen) zijn stoffen die van nature niet in het milieu voorkomen. PFAS kunnen een risico vormen voor de gezondheid van mensen, dieren en planten. De metingen geven inzicht in de aanwezigheid van deze chemische stoffen die wereldwijd bekend staan om hun hardnekkigheid en gezondheidsrisico’s.

De provincie heeft 46 locaties in dit onderzoek meegenomen. Een aantal van deze zwemlocaties vertegenwoordigt meerdere plekken, omdat ze dicht bij andere zwemlocaties liggen. Veel andere van de, in totaal 151, aangewezen zwemlocaties liggen aan de kust. Voor het zwemmen in zeewater is geen reden tot zorg voor de gezondheid, zoals eerder gecommuniceerd in het persbericht PFAS in zeeschuim langs de Nederlandse kust.

In juli 2024 vindt een tweede ronde aan metingen plaats bij de 46 locaties, om de situatie te blijven monitoren en eventuele veranderingen te signaleren. De provincie blijft nauw samenwerken met de Omgevingsdienst Noord-Holland Noord, de waterschappen, gemeenten en de GGD om de waterkwaliteit en de gezondheid van de zwemmers te waarborgen.

dinsdag 16 juli 2024

Volkswagen moet tóch boete betalen wegens sjoemelen

Volkswagen moet de in 2017 door de Autoriteit Consument & Markt (ACM) opgelegde boete van 450.000 euro toch betalen. Dat oordeelde de Rechtbank Rotterdam op 9 juli 2024. De toezichthouder beboette de autofabrikant nadat de Consumentenbond om ingrijpen had gevraagd.

De Consumentenbond vroeg in 2016 aan de ACM om op te treden tegen Volkswagen wegens het misleiden van consumenten en keuringsinstanties. De autofabrikant had tussen 2009 en 2015 de verplichte emissietesten gemanipuleerd door het installeren van verboden software. Daarmee leken de auto’s milieuvriendelijker dan ze in werkelijkheid waren. In november 2017 gaf de toezichthouder de Consumentenbond gelijk. Volkswagen kreeg de (toen) maximale boete opgelegd: €450.000.

Volkswagen verzet zich al jaren tegen compensatieregelingen voor gedupeerde consumenten. In een aantal landen leidde het zogeheten Dieselschandaal weliswaar tot forse schadevergoedingen. Maar in veel andere Europese landen, waaronder Nederland, hebben consumenten nog geen cent gezien.

Volkswagen kan nog in beroep gaan tegen de uitspraak van de Rechtbank Rotterdam. Maar de Consumentenbond roept het bedrijf op om dat niet te doen.

In een individuele rechtszaak tegen Volkswagen, waarbij de Consumentenbond ook betrokken is, zette het Gerechtshof in Arnhem gisteren een streep door de vertragingstactieken van Volkswagen. Volkswagen vroeg de rechter onder meer om te wachten met het vellen van een oordeel, totdat er in een andere collectieve procedure uitspraak was gedaan. De rechter vond dat de gedupeerde daardoor onredelijk lang moest wachten op een uitspraak en verwierp het verzoek.

maandag 15 juli 2024

Twence verlengt proef inleveractie lachgascilinders

Minder ontploffingen in de verbrandingsoven en minder lachgascilinders die verdwijnen tussen het afval; de inzamelingsactie van lachgascilinders door Twence lijkt zijn vruchten af te werpen. De afvalverwerker uit Enschede heeft daarom besloten een inzamelproef met drie maanden te verlengen.

Vanaf april van dit jaar kunnen mensen anoniem hun lachgascilinders inleveren bij het milieupark in Hengelo en het afvalbrengpunt Enschede Oost. Voor elke ingeleverde lege cilinder krijgen ze vijf euro.

Ruim tweeduizend lachgascilinders zijn de afgelopen maanden ingeleverd.

vrijdag 12 juli 2024

Klein deel bedrijven volledig klimaatneutraal

Ongeveer 1,5 procent van de bedrijven is volledig klimaatneutraal. Dit meldt het CBS op basis van nieuwe vragen in de conjunctuurenquête. Deze enquête wordt gehouden onder bedrijven met vijf of meer werkzame personen in de industrie, auto- en detailhandel en de dienstverlening.

De landen in de Europese Unie willen in 2050 klimaatneutraal zijn. Bedrijven moeten dan geen broeikasgassen uitstoten of de uitstoot moet worden gecompenseerd. Een relatief klein deel van de bedrijven (ongeveer 1,5 procent) is op dit moment volledig klimaatneutraal. 26 procent van de bedrijven is in kleine of zeer kleine mate klimaatneutraal. Bijna 37 procent van de bedrijven in Nederland weet nu niet hoe klimaatneutraal ze is. Grotere bedrijven geven vaker dan kleinere bedrijven aan dat ze in enige mate klimaatneutraal zijn.

Om klimaatneutraal te worden verwacht 68 procent van de bedrijven dit jaar te investeren in verduurzaming. Ook hier geven grote bedrijven dit vaker aan dan kleinere. De belangrijkste investeringsdoelen zijn volgens de bedrijven efficiënter omgaan met energie of energie besparen en circulaire productie. Investeringen in waterbesparing worden het minst vaak genoemd. In de horeca verwachten bedrijven wel vaker dan andere bedrijfstakken in waterbesparing te investeren. In vervoer en opslag is het verminderen van uitstoot een belangrijk investeringsdoel.

Per saldo verwachten bedrijven dat ze dit jaar meer zullen investeren in het klimaatneutraal maken van hun bedrijf dan vorig jaar. Ook verwachten bedrijven dat ze dit jaar meer zullen besteden aan duurzame inkoop dan vorig jaar. Vooral het grootbedrijf (bedrijven met 250 of meer werkzame personen) verwacht dit jaar per saldo een toename in zowel de investeringen als in de waarde van duurzame inkoop.

donderdag 11 juli 2024

Carbon Equity haalt in 4 maanden € 60 mln op voor nieuw climate tech-fonds

Carbon Equity, het investeringsplatform voor de financiering van klimaatoplossingen, heeft bij de first close van het in maart dit jaar gelanceerde Climate Tech Portfolio Fund III 60 miljoen euro opgehaald. Het kapitaal is afkomstig van ruim 160 private en (semi)professionele investeerders, zoals family offices en stichtingen. Het fonds blijft gedurende 2024 open voor nieuwe inschrijvingen, tenzij het maximum van 200 miljoen eerder wordt bereikt.

Carbon Equity werd in 2021 opgericht vanuit de ambitie om op grote schaal privaat kapitaal te
ontsluiten bij investeerders om ‘s werelds meest impactvolle klimaatoplossingen te financieren. Met het Climate Tech Portfolio Fund III kunnen investeerders via 7 tot 10 geselecteerde private equity- en venture capital-fondsen beleggen in minimaal 150 leidende klimaatinnovaties, van groene waterstof tot Co2-vrij cement en van iron-air batterijen tot een nieuwe generatie eiwitten.

Carbon Equity heeft met de nu opgehaalde 60 miljoen euro voor het Climate Tech Portfolio Fund III op dit moment in totaal 250 miljoen onder beheer, een stijging van 80 procent ten opzichte van een jaar geleden. Het aantal investeerders via het platform nam het afgelopen jaar met 75 procent toe tot meer dan 900. Van de investeerders die nu instappen, belegde 25 procent al eerder in een fonds van Carbon Equity. Het bedrijf heeft tot op heden via 18 fondsen in 120+ portfoliobedrijven geïnvesteerd. Carbon Equity is hiermee een van de meest actieve klimaatfonds-investeerders.

woensdag 10 juli 2024

Maatregelen voor stikstofuitstoot circuit Zandvoort

Provincie Noord Holland legt het circuit Zandvoort maatregelen op om de stikstofuitstoot van de racebaan te beperken.

De stikstofuitstoot die het circuit elk jaar mag veroorzaken moet hetzelfde blijven als in de vergunning uit 2019. Verder moet het circuit jaarlijks rapporteren over de daadwerkelijke uitstoot. Ook is er een verplichting opgenomen dat de maximale stikstofuitstoot over 3 jaar wordt geëvalueerd. De omgevingsdient controleert de rapportages namens de provincie.

Eind 2019 heeft Noord-Holland een natuurvergunning afgegeven. Op basis daarvan kon het circuit de racebaan aanpassen en organiseerde het Formule 1-races. Verschillende natuur- en milieuorganisaties tekenden tegen de vergunning bezwaar aan en later beroep bij de rechtbank.

Uiteindelijk eindigde de gang naar de rechter bij de Raad van State. Deze oordeelde vorig jaar dat de provincie geen vergunning had mogen verlenen. Het circuit kon al binnen de vergunningen die het had, de aanpassingen doen aan de racebaan en de Formule1-races laten plaatsvinden. De Raad van State liet de bestaande natuurvergunning van 2019 echter wel in stand. Daardoor bleef het maximum aan stikstofuitstoot staan om de omliggende natuur te beschermen.

Noord-Holland weigert nu met dit besluit de natuurvergunning. Om toch beperkingen aan het circuit op te leggen neemt de provincie bovengenoemde maatregelen.

dinsdag 9 juli 2024

Arnhem lanceert agenda voor schonere lucht

De lucht in Arnhem wordt meetbaar schoner. De gemeente ligt op koers om de huidige doelen van het luchtbeleid te halen. Maar om deze doelen ook echt zeker te stellen, moet het huidige beleid worden aangescherpt. De maatregelen die hiervoor nodig zijn, beschrijft Arnhem in de nieuwe Uitvoeringsagenda Schone Lucht 2024-2030.

Er komt een subsidie op het onklaar maken van bestaande rookgaskanalen. Ook wordt gekeken of bij nieuwbouw een verbod op haarden en rookgaskanalen mogelijk is. Daarnaast wil de gemeente het centrum van Arnhem verder ontlasten. Daarom komen er subsidieregelingen voor onder meer het slopen van oude scooters en brommers en het stimuleren van elektrische deelauto’s. Ook wil Arnhem de huidige milieuzone aanscherpen en inzetten op zero-emissie busvervoer.

Meten is weten. De gemeente gaat daarom het huidige meetnet uitbreiden met het meten van de schadelijke stof PM2.5. Dit meetnet is mede tot stand gekomen door een intensieve samenwerking met de bewoners van de binnenstad. Daarnaast gaat Arnhem extra aandacht besteden aan de leefomgeving van kwetsbare groepen, zoals chronische longpatiënten.

In een volgende stap zal door analyse van de meetgegevens worden bekeken waar en hoe het luchtbeleid nog verder moet worden aangescherpt. Dit is nodig omdat medio 2024 de nieuwe, aangescherpte EU-richtlijnen worden verwacht. De Uitvoeringsagenda Schone Lucht is een uitvloeisel van het eerdere Plan Gezonde Leefomgeving en het Schone Lucht Akkoord.

maandag 8 juli 2024

Vanaf 1 januari 2025 uitstootvrije zone voor bedrijfs- en vrachtauto’s en strengere milieuzone Amsterdam


Vanaf 1 januari geldt in Amsterdam een uitstootvrije zone voor bedrijfs- en vrachtauto’s in het centrum (binnen de S100). Ook wordt de milieuzone binnen de Ring A10 aangescherpt: de meest vervuilende dieselauto’s mogen daar dan niet meer komen. Met deze maatregelen zet het stadsbestuur een volgende stap naar schonere lucht in de stad. De komende jaren gelden er nog verschillende overgangsregelingen en ontheffingen. Dat moet ervoor zorgen dat ondernemers die niet direct kunnen overstappen de tijd hebben om, eventueel met hulp van een subsidie van het Rijk of de sloopregeling van de gemeente, toch naar schoner vervoer over te gaan.

De afgelopen 15 jaar is de luchtkwaliteit in Amsterdam al flink verbeterd: de uitstoot van het verkeer is gehalveerd. Met het invoeren van de uitstootvrije zone en het verscherpen van de milieuzone zet de gemeente een volgende stap. De uitstootvrije zone zou eerst binnen de hele A10 gelden, maar omdat er nog geen geschikte verkeersborden zijn vastgesteld in de Tweede Kamer, wordt de zone tijdelijk verkleind tot de S100. Het voornemen is om de zone in 2028 uit te breiden naar de Ring A10. Ook Rotterdam, Maastricht, Eindhoven en Utrecht voeren op 1 januari 2025 een uitstootvrije zone in. De bestaande milieuzone binnen de ring A10 wordt per 1 januari 2025 aangescherpt voor dieselpersonenauto's en bedrijfsauto's. Daar mogen dan alleen nog maar wagens in vanaf emissieklasse 5 of hoger.

Het is belangrijk dat Amsterdam goed bevoorraad en bereikbaar blijft. Dankzij verschillende overgangsregelingen kunnen veel wagens de komende jaren nog de stad inrijden en krijgen ondernemers de ruimte stap voor stap het wagenpark aan te passen aan de nieuwe regels. Ook heeft de gemeente verschillende informatieavonden georganiseerd om ondernemers persoonlijk advies te geven over het verduurzamen van hun wagens. Er is ook een landelijke subsidieregeling voor bedrijfsauto’s. Wanneer het voor een ondernemer echt nog niet mogelijk is om over te stappen op elektrische voertuigen, bijvoorbeeld omdat deze voertuigen nog niet beschikbaar zijn, of als een bedrijf in financieel zwaar weer zit, kan een ontheffing worden aangevraagd. Er zijn ook jaarlijks twaalf dagontheffingen beschikbaar voor ondernemers die niet vaak in het centrum hoeven te zijn.

Voor de aanscherping van de milieuzone voor vervuilende dieselauto’s is er een sloopregeling. Eigenaren van dieselpersonenauto´s en bedrijfsauto´s met emissieklasse 4 kunnen in aanmerking komen voor subsidie (respectievelijk 1.000 en 1.500 euro) als zij hun auto laten slopen. Voor Stadspashouders is er 50% extra subsidie beschikbaar.

De maatregelen om een uitstootvrije zone in te voeren voor bedrijfs- en vrachtauto’s maken onderdeel uit van een bredere aanpak om meer schoon vervoer in de stad te krijgen. Vanaf 1 januari 2025 moeten ook alle nieuwe brom- en snorfietsen uitstootvrij zijn en staat ook de uitstootvrije zone voor de pleziervaart gepland. Daarnaast wordt het openbaar laadnetwerk inclusief snellaadpunten uitgebreid.

vrijdag 5 juli 2024

Budgetmaatschappijen minder vervuilend dan traditionele vliegmaatschappijen

Binnen Europa vliegen budgetmaatschappijen efficiënter en vervuilen daarmee minder dan traditionele luchtvaartmaatschappijen. Dat blijkt uit onderzoek van de Consumentenbond. Prijsvechters vliegen over het algemeen met zuinigere toestellen en vervoeren minder overstappers.

De Consumentenbond vergeleek verschillende Europese maatschappijen en routes. Budget airlines zoals Corendon, easyJet, Ryanair, TUI en WizzAir hebben geen ruime businessclass. Daardoor zijn hun toestellen beter gevuld. En over het algemeen vliegen zij passagiers rechtstreeks naar hun bestemming.

Traditionele maatschappijen als KLM, Lufthansa en British Airways hebben door hun ruime businessclass vaak minder goed gevulde toestellen. En vliegen veel reizigers ook met een overstap naar bestemmingen. Dat laatste is vervuilender. Taxiën, opstijgen en landen zorgen namelijk voor veel uitstoot van allerlei schadelijke broeikasgassen (zoals CO2).
Vervuilende overstap

Op de route Kopenhagen – Nice bijvoorbeeld, kunnen consumenten kiezen voor 3 maatschappijen die rechtstreeks vliegen. Daarnaast vliegt ook KLM op die route, maar passagiers moeten op Schiphol overstappen.

De Consumentenbond bekeek ook de leeftijd van vliegtuigen op directe vluchten van Nederland naar Lissabon en naar Rome. De vliegtuigen van easyJet, ITA (voorheen Alitalia) en Wizz Air zijn op die routes gemiddeld maar 1 tot 5 jaar oud. KLM, TAP Air Portugal en Transavia vliegen met de oudste toestellen: respectievelijk 18, 17 en 16 jaar oud. Oudere toestellen verbruiken meer kerosine dan nieuwere. Toch vervangen traditionele maatschappijen hun toestellen gemiddeld maar eens in de 20 à 25 jaar.

Luchtvaartmaatschappijen adverteren graag met hun duurzame ambities en hanteren ten onrechte groene claims. Op 22 juni 2023 riep de Consumentenbond daarom samen met 15 andere Europese consumentenorganisaties de toezichthouders op iets te doen aan de greenwashing van 17 Europese luchtvaartmaatschappijen.

Er werd aan de maatschappijen opgeroepen om te stoppen met misleidende reclame-uitingen. En in maart van dit jaar werd KLM door de rechter op de vingers getikt vanwege valse duurzaamheidsclaims. Deze zaak werd aangespannen door Fossielvrij NL.

donderdag 4 juli 2024

Duidelijker besluitvormingproces helpt kennisopbouw voor radioactief afvalbeheer

Een gebrek aan urgentie en richting bij de besluitvorming over de berging van radioactief afval belemmert de kennisopbouw die voor die besluitvorming noodzakelijk is. Dat concludeert het Rathenau Instituut in het rapport Koersen naar kennis over de knowhow die Nederland heeft om te kunnen besluiten over een definitieve bergplek voor radioactief afval. Het rapport laat zien dat de overheid de kennisontwikkeling gerichter kan sturen door een helder stappenplan te maken voor de besluiten die ze in de toekomst zal moeten nemen.

Eind vorige eeuw besloot de regering om het Nederlandse radioactief afval op te slaan in Zeeland. Deze bovengrondse opslag is een tijdelijke oplossing voor de lange termijn. Het kabinet wil rond het jaar 2100 beslissen over een definitieve bergplek die bij voorkeur diep in de grond ligt en dertig jaar later in gebruik moet zijn. Het besluitvormingsproces hiervoor moet nog worden ingevuld.

Kennis is noodzakelijk om te bepalen hoe en waar Nederland het afval kan bergen en voor het in kaart brengen van de risico’s die daarmee samenhangen. Ook regionale overheden, maatschappelijke organisaties en burgers hebben deze kennis nodig om hun rol bij de besluitvorming te kunnen spelen. Omdat het momenteel niet duidelijk is wanneer het kabinet de beslissingen gaat nemen die aan een definitieve bergplek vooraf moeten gaan, is het volgens het Rathenau Instituut onduidelijk welke kennis wanneer beschikbaar moet zijn.

Het Rathenau Instituut sprak voor dit onderzoek met 24 deskundigen, organiseerde twee workshops en bestudeerde de relevante literatuur. Hieruit werd onder meer duidelijk dat Nederland de berging lange tijd vooral zag als een technische uitdaging. Het onderzoek richtte zich vooral op methoden om het afval in zout- of kleilagen te bergen. Sociaalwetenschappelijke kennis over bijvoorbeeld besluitvorming en het betrekken van belanghebbenden kreeg veel minder aandacht en is nog steeds een ondergeschoven kindje. Ook is het onduidelijk wie dat onderzoek moet financieren: de afvalproducenten of de overheid?

woensdag 3 juli 2024

Klimaatverandering drijft boer en voedingsproducent op kosten

Klimaatverandering heeft meerdere economische consequenties voor de voedingssector, zo vergroten weersextremen en waterschaarste de kans op misoogsten in de landbouw. De gevolgen daarvan ijlen na in de voedingsindustrie en komen uiteindelijk vaker in de vorm van hogere prijzen bij consumenten terecht. Scherpe prijsstijgingen doen zich vooral voor bij de meest klimaatgevoelige voedingsproducten zoals groente en fruit. Die producten vormen samen 30 procent van de voedseluitgaven van consumenten. Voedingsfabrikanten proberen risico’s te ondervangen door de blootstelling aan klimaatverandering in hun toeleverketen te verminderen en gevoeligheid voor weersinvloeden te verkleinen. Als klimaatverandering versnelt, wordt het echter steeds lastiger voor de sector om zich tijdig aan te passen. Dit stelt ING Research in een nieuwe sectorstudie over de noodzaak voor klimaataanpassingen in de voedingssector.

Weersextremen zijn een flinke belemmering voor bedrijven in de voedingssector. Tijdens en na de hete zomer van 2018 gaf ruim 25% van de Nederlandse landbouwbedrijven en 15% van de voedingsfabrikanten aan dat de weersomstandigheden hun productie belemmerden. De afgelopen maanden zijn de zorgen over de oogsten in de landbouw weer fors toegenomen door de extreme hoeveelheid regen in zowel de herfst en winter van 2023 als de lente van dit jaar.

Zonder aanpassingen valt te verwachten dat het aantal periodes met productiebelemmeringen stijgt. Bij boeren zijn belemmeringen vooral de lagere en meer onvoorspelbare gewasopbrengsten. Toenemende droogte leidt bijvoorbeeld eerder tot waterrestricties en warmer en natter weer verhoogt de ziektedruk bij gewassen en dieren. Lokale weersextremen zorgen ook voor toenemende inkomensverschillen tussen boeren vanwege schade aan gewassen. Dus groeit de behoefte in de landbouw om nieuwe rassen te telen, op andere gewassen over te stappen of te investeren in maatregelen zoals druppelirrigatie. Voor de voedingsindustrie ontstaat er meer onzekerheid over de beschikbaarheid van grondstoffen en wordt de kans op periodes met hogere grondstofprijzen en een lagere kwaliteit groter. Als groepen boeren andere gewaskeuzes gaan maken moeten sommige voedingsfabrikanten hun productievolume verlagen of op zoek naar alternatieve leveranciers.

Uit de ING analyse blijkt dat sinds het begin van deze eeuw de opbrengsten per hectare van veruit de meeste belangrijke landbouwgewassen in de EU stijgen. Dit impliceert dat boeren vaak in staat zijn om zich aan te passen aan de grillen van weer en klimaat door technologische innovatie, genetische vooruitgang bij gewassen, meer kennis en verdere specialisatie. Tegelijkertijd constateren we wel dat op Europees niveau de opbrengsten bij een aantal gewassen van jaar tot jaar sterker zijn gaan schommelen.

Consumenten merken de gevolgen van klimaatverandering via de prijzen en beschikbaarheid van producten. Prijzen van veel voedingsmiddelen schommelen van nature vanwege weersomstandigheden, maar klimaatverandering kan die schommelingen versterken. De recente extreme prijsstijgingen van aardappels, cacao, olijfolie en sinaasappelsap zijn daar duidelijke voorbeelden van. Consumenten merken dergelijke prijsstijgingen vooral bij onbewerkte producten zoals groente en fruit, plantaardige basisproducten zoals bloem en suiker en tropische producten zoals koffie en chocolade. Samen zijn deze meest ‘klimaatgevoelige’ producten goed voor zo’n 30% van de totale uitgaven aan voeding.

dinsdag 2 juli 2024

Gezondere leefomgeving staat centraal in milieueffectrapport Tata Steel

De provincie Noord-Holland vindt dat een gezondere leefomgeving een centrale plek moet krijgen in het milieueffectrapport(MER) over groen staal.

Dit adviseert de provincie als bevoegd gezag voor de verlening van vergunningen voor de groen staalinstallaties aan Tata Steel.

De provincie Noord-Holland hanteert al sinds de start van de procedure voor het groen staalproject als belangrijke voorwaarde een gezondere leefomgeving in de IJmond. In het MER worden de milieugevolgen van het project en de impact daarvan op de leefomgeving in beeld gebracht. Gezondheidsaspecten worden zoveel mogelijk in het MER meegenomen. Het opstellen van het MER wordt uitgevoerd in opdracht van Tata Steel. Het staalbedrijf heeft laten weten het MER eind 2024 te willen opleveren.

Het afgeronde MER kan ook als bouwsteen worden gebruikt voor een op te stellen Gezondheidseffectrapportage (GER).

Eind januari van dit jaar is de Notitie Reikwijdte en Detailniveau (NRD) gepubliceerd. Daarin staan de reikwijdte en het detailniveau van wat Tata Steel laat onderzoeken in het MER. In de notitie is de inbreng van de participatie verwerkt. De provincie Noord-Holland heeft, mede aan de hand van adviezen van onder meer de IJmondgemeenten, Inspectie Leefomgeving en Transport, de GGD Kennemerland, de Expertgroep Gezondheid IJmond en de Commissie mer, nu advies uitgebracht aan Tata Steel over het op te stellen MER.


Meerdere ontwikkelingen maken het mogelijk om een gezondere leefomgeving een centrale plek in het MER te geven. Belangrijk daarbij zijn het RIVM rapport van september 2023 ‘De bijdrage van Tata Steel Nederland aan de gezondheidsrisico’s van omwonenden en de kwaliteit van hun leefomgeving’, de adviezen van de Expertgroep Gezondheid IJmond en het advies van de Commissie MER.

In het advies van de provincie staat op welke wijze zij van Tata Steel verwacht dat inzichtelijk wordt gemaakt wat de invloed is van het project groen staal op de leefomgeving. Duidelijk moet worden op welke aspecten de leefomgeving gezonder wordt.

maandag 1 juli 2024

Provincies dringen aan op Europese aanpak PFAS

Donderdag 27 juni werd in Brussel op initiatief van de 12 Nederlandse provincies gesproken over PFAS-vervuiling tijdens een EU Green Week-evenement. Het evenement 'Resilient Regions: Healthy Water and Soil for our Citizens – How to Move Towards a Feasible European PFAS Restriction?' benadrukte de noodzaak voor een uitvoerbare, eerlijke en effectieve aanpak van een Europees PFAS-verbod.

Tijdens het evenement sprak gedeputeerde van de provincie Noord-Brabant Hagar Roijackers namens de 12 provincies. Ze ging in op de noodzaak van het ontwikkelen van alternatieven van PFAS die niet schadelijk zijn, samen met het bedrijfsleven. Ook belichtte ze het groot aantal potentiële PFAS-vervuilde locaties in de Brabantse provincie waar momenteel onderzoek naar wordt gedaan. Dit zijn onder meer brandweerkazernes, defensielocaties en voormalige fabrieksterreinen waar grond mogelijk is verontreinigd met giftige stoffen die schadelijk kunnen zijn voor mens en milieu. “De komende jaren zullen we nog meer onderzoek doen om eventuele vervuilingen vast te stellen. Daarnaast bepalen wij welke maatregelen genomen moeten worden om de risico’s op bestaande besmettingen weg te nemen. Daarnaast moeten we uiteraard de uitstoot van PFAS naar ons milieu geleidelijk stoppen en samen goede alternatieve ontwikkelen.”

Monika Banka, van het European Chemical Regions Network, benoemde dat sommige regio’s zich zorgen maken over de gevolgen van een PFAS-verbod voor essentiële sectoren zoals de energiesector. De Nederlandse provincies erkennen dat een totaalverbod veel zou vragen van de industrie, maar vertrouwen op de inventiviteit van de markt om met duurzame, veilige en circulaire alternatieven te komen. De provincies pleiten voor een strengere bewijslast als bedrijven PFAS als uitzondering willen blijven gebruiken. Ook pleiten ze voor gezamenlijke inspanningen van de Europese Commissie, lidstaten, bedrijven en onderzoeksinstellingen om de uitfaseringsperioden tot een minimum te beperken.

De Uitvoeringsagenda Milieu van de provincie Noord-Brabant die binnenkort wordt vastgesteld, besteedt expliciet aandacht aan het PFAS probleem, het onderzoek en de aanpak ervan. We onderzoeken de ernst van de blootstelling op locaties en willen komen tot passende maatregelen hiertegen. Daarbij werken we samen met andere bevoegde gezagen, met name de provincie Zuid-Holland, Zeeland en de regio Antwerpen. Binnen de eigen bevoegdheden verrichten we de maximale inspanning om de gezondheid van de inwoners te waarborgen.