donderdag 14 november 2024

Ruim 100 voetbalvelden aan groen erbij na het NK Tegelwippen

Minder tegels, meer groen. Afgelopen maanden wipten Nederlanders er lustig op los tijdens de vijfde editie van het NK Tegelwippen, waar een recordaantal van 199 gemeenten aan meedeed. In totaal werden meer dan 5,5 miljoen tegels ingewisseld voor gras, bloemperken, bomen en geveltuinen. Dat zijn ruim 100 voetbalvelden aan groen erbij, een nieuw record.

Deze week maakte de organisatie de winnende gemeenten bekend in een nabeschouwing met Nederlands bekendste tegelwipper Lodewijk Hoekstra. De drie Gouden Scheppen gaan naar Venlo, Vlaardingen en Halderberge: zij wipten de meeste tegels per inwoner. De grootste winnaar is gemeente Venlo. Inwoners van de Limburgse stad verwijderden 414.395 tegels, de meeste tegels van alle gemeenten. Deze prestatie wordt bekroond met de enige echte Gouden Tegel!
 
Het NK Tegelwippen leverde de afgelopen maanden weer veel vergroening op: van mini-tuintjes tot vergroende schoolpleinen en van private tuintransformaties tot grote buurtprojecten. Burgemeesters, wethouders, ondernemers en inwoners trokken hun scheppen uit de schuur om onze steden en dorpen koeler, waterbestendiger en biodiverser te maken. Zo reden Tegeltaxi’s af en aan, gaf de Utrechtse wipcoach een snelcursus tegelwippen en trok in Rotterdam een ‘groene karavaan’ voorbij. In Maashorst ging zelfs een hele buurt op de schop. En leerlingen van een basisschool in Drimmelen lieten luid van zich horen met hun openingslied van het nieuwe schoolplein.
 
Met 414.395 gewipte tegels spant Venlo de kroon. De gemeente sleept in totaal twee prijzen in de wacht. Wethouder Marij Pollux is apetrots: “We zijn van ambitie naar actie gegaan en meer dan 414.000 gewipte tegels zijn het resultaat! Dit succes is te danken aan onze gezamenlijke inzet met bewoners, scholen en de gemeente. Hierdoor hebben we Venlo groener, mooier, schoner en gezonder gemaakt tijdens het NK Tegelwippen.”
 
Dit jaar deed bijna 60 procent van alle Nederlandse gemeenten mee aan het toernooi, dat sinds 2020 jaarlijks terugkeert, en het aantal gewipte tegels nam flink toe. Van 1,5 miljoen tegels in 2021 naar dus meer dan 5,5 miljoen dit jaar. De totale tegelstand staat inmiddels op bijna 14,5 miljoen, gerekend vanaf de eerste editie. In juni werd de 10 miljoenste gewipte tegel gevierd met wiptips van ‘Eigen Huis & Tuin’-expert Boer Tom. Daarnaast pakten Vlamingen ook massaal de schep op tijdens de tweede editie van het Vlaams Kampioenschap Tegelwippen waar inmiddels ruim 5 miljoen tegels zijn vervangen door groen.

Leerlingen Esdal College gaan luchtkwaliteit meten

In de komende periode gaan dertig leerlingen van het Esdal College uit Emmen aan de slag met het meten van de luchtkwaliteit rond de school. Met ‘snuffelfietsen’, fietsen waar sensoren op zitten, kunnen leerlingen zelf fijnstofmetingen doen. Ook meten ze de stikstofdioxide. Het RIVM gaat de verzamelde data gebruiken voor wetenschappelijk onderzoek en het verbeteren van luchtkwaliteitsmodellen.

Voor het onderzoeksproject over luchtkwaliteit krijgt de school 10 fietssensoren. Leerlingen kunnen de sensoren aan hun fiets vastmaken en hun fiets zo ombouwen tot ‘snuffelfiets’. Daarmee kunnen ze langs hun fietsroutes - bijvoorbeeld naar school - fijnstof meten. Ook gaan de leerlingen stikstofdioxide in de lucht meten. Dit gebeurt met Palmes diffusiebuisjes. Het buisje heeft een vloeistof die van kleur verandert (van geel naar bruin) als het in contact komt met stikstofdioxide. Hoe donkerder de kleur, hoe meer er van de stof er in de lucht zit. Op basis van de metingen gaan ze vervolgens aan de slag met onderzoeksvragen over de luchtkwaliteit.

Schone lucht is belangrijk voor de gezondheid. Daarom werkt de provincie binnen het Schone Lucht Akkoord(verwijst naar een andere website) samen met partners aan het verbeteren van de luchtkwaliteit. Door deelname aan het GLOBE-project ‘Scholieren meten luchtkwaliteit’ worden Drentse scholieren betrokken bij dit onderwerp. Provincie Drenthe bekostigt de deelname van het Esdal College Emmen aan dit project. De verkregen data is toegankelijk voor iedereen via het dataportaal Samen meten van RIVM.

GLOBE is een internationaal netwerk met een wereldwijd onderzoeksprogramma voor middelbare scholieren in samenwerking met NASA, RIVM, KNMI, ministerie van Infrastructuur en Waterstaat en universiteiten. Het lesmateriaal is geschikt voor verschillende vakken en inzetbaar van vmbo onderbouw tot vwo bovenbouw. GLOBE gaat samen met 22 gemeenten en 8 provincies aan de slag om de luchtkwaliteit in Nederland te meten.

woensdag 13 november 2024

Nationale Klimaatweek start: steeds meer Nederlanders voelen zich medeverantwoordelijk voor tegengaan klimaatverandering

Bijna vier op de tien Nederlanders is zeer gemotiveerd om klimaatvriendelijke keuzes te maken. Dat blijkt uit de jaarlijkse Publieksmonitor Klimaat en Energie. Ook zijn veel Nederlanders gemotiveerd, maar we denken dat andere Nederlanders minder gemotiveerd zijn. Deze onderschatting is volgens gedragswetenschappers één van de redenen waarom actie achterblijft: als we denken dat de ander het niet doet, waarom ik dan wel.  

SHet onderzoek laat daarmee zien waarom de Nationale Klimaatweek 2024, die deze week van start gaat, zo belangrijk is. Een week waarin honderden burgers, bedrijven en organisaties anderen enthousiasmeren tot een duurzamer leven met acties en evenementen door het hele land. Deze vierde editie van de Nationale Klimaatweek telt 260 Klimaatburgemeesters, 176 Klimaatsupporters en 127 gemeenten om Nederland te inspireren.

De Publieksmonitor is een uitgebreide peiling over kennis, houding en gedrag op het gebied van de klimaat- en energietransitie. Met de resultaten wil de overheid inzicht krijgen in de actuele beleving van de klimaat- en energietransitie bij burgers. Belangrijke uitkomsten zijn:

Steeds meer Nederlanders vinden dat zij zelf medeverantwoordelijk zijn voor het tegengaan van klimaatverandering (50% dit jaar vs. 46% in 2023). Het grootste deel vindt dat de verantwoordelijkheid voor het tegengaan van klimaatverandering bij de overheid en grote bedrijven ligt.

Bijna vier op de tien Nederlanders is zeer gemotiveerd om klimaatvriendelijke keuzes te maken. Nederlanders schatten de motivatie van andere Nederlanders tot klimaatvriendelijke keuzes tamelijk laag in: één op de tien denkt dat anderen gemotiveerd zijn tot klimaatvriendelijke keuzes.

Dit jaar geven iets meer Nederlanders dan vorig jaar aan zich in staat te voelen klimaatvriendelijke keuzes te maken (9% dit jaar vs. 7% in 2023). Meer dan de helft geeft aan zeker een bijdrage te kunnen leveren aan een meer duurzame samenleving.

Drie tot vier op de tien Nederlanders denkt impact te kunnen maken met andere keuzes op het gebied van koopgedrag (zoals spullen repareren en tweedehands kopen), reizen, eten en wonen.
Minister Hermans (Klimaat en Groene Groei): “De Nationale Klimaatweek laat zien hoe steeds meer mensen en organisaties zich inzetten voor een beter klimaat en ontdekken dat met duurzame keuzes het leven ook beter en fijner wordt. De motivatie en creativiteit om een positief verschil te maken zijn volop aanwezig zijn bij inwoners, gemeenten en bedrijven. Zo bouwen we samen aan een schoon en welvarend Nederland."

Tijdens de Nationale Klimaatweek zetten 260 Klimaatburgemeesters, verspreid over het hele land, zich in hun stad, dorp of wijk in voor een beter klimaat. Velen van deze Klimaatburgemeesters vervullen die rol al jaren. Naast Klimaatburgemeesters komen onder andere gemeenten, scholen, bedrijven en maatschappelijke organisaties samen om concrete stappen te zetten richting een duurzamere toekomst.

Tijdens de Nationale Klimaatweek worden in heel Nederland activiteiten georganiseerd om bewustwording rond het klimaat te vergroten en mensen te inspireren tot actie. Van workshops en lezingen tot groene initiatieven in de wijk, het programma is breed en divers. De evenementen hebben als doel om zowel individuen als organisaties aan te moedigen om mee te doen en te ervaren hoe dat is: dat vegetarisch eten gezond is en ook lekker kan zijn, dat spullen een tweede leven geven goed voelt en geld bespaart, dat een groenere straat een fijnere plek om te wonen is. En dat het ook beter is voor de aarde. Zo biedt de Nationale Klimaatweek een kans om te leren, te verbinden en samen positieve verandering te realiseren.

dinsdag 12 november 2024

Shell wint baanbrekende klimaatzaak

Shell hoeft zijn uitstoot niet met 45 procent te verminderen in 2030, oordeelde het Gerechtshof in Den Haag dinsdag. Het percentage is onvoldoende onderbouwd en het is onduidelijk of het een effectieve manier is om klimaatverandering tegen te gaan.

In 2019 begon Milieudefensie een zaak tegen Shell, waarbij werd geeist dat het bedrijf meer zou doen tegen 'gevaarlijke klimaatverandering'. De rechter was het hiermee eens en oordeelde in 2021 dat Shell over zes jaar zijn uitstoot bijna gehalveerd moest hebben. Shell ging in hoger beroep.

In het hoger beroep heeft de rechter nu een streep gezet door de eerdere uitspraak. Ook het Hof vindt dat op Shell een zorgvuldigheidsplicht rust. Dat betekent dat het bedrijf moet handelen in overeenstemming met het Parijsakkoord en andere internationale afspraken over het klimaat. Maar dat betekent nog niet dat een rechter Shell kan dwingen om de uitstoot met een bepaald percentage te verminderen, aldus het Hof.

Volgens Milieudefensie blijkt uit de internationale klimaatwetenschap dat de wereldwijde uitstoot tussen 2019 en 2030 met 45 procent moet dalen om de opwarming van de aarde te beperken tot 1,5 graden. Shell vindt echter dat het bedrijf minder hoeft te doen, omdat het geen kolen verkoopt. Steenkool heeft een groter klimaateffect dan olie en gas.

Het Hof geeft Shell gelijk. De klanten van Shell, de mensen en bedrijven die benzine tanken en gas afnemen, zijn geen goede afspiegeling van "het wereldwijde productaanbod en wereldwijde klantaanbod", oordelen de rechters. Daarom kan zo'n wereldwijd percentage niet op een individueel bedrijf worden geplakt.

Bovendien is volgens het Hof onduidelijk of het wel zin zou hebben om Shell een verplicht CO2-doel op te leggen. Als Shell minder olie en gas doorverkoopt, zouden andere bedrijven in dat gat stappen. Het is volgens het Hof "niet aannemelijk dat de fossiele brandstoffen de eindgebruiker niet meer bereiken".

Op een aantal punten krijgt Milieudefensie wel gelijk. Van bedrijven kan worden verwacht dat zij hun steentje bijdragen om klimaatverandering tegen te gaan, en ze moeten daarbij luisteren naar de internationale klimaatwetenschap. Shell heeft een "mensenrechtelijke verplichting om haar CO2-emissies te beperken en zodoende gevaarlijke klimaatverandering tegen te gaan", aldus het Hof.

'Deze uitspraak raakt ons diep. Het is een tegenslag voor ons, de klimaatbeweging en miljoenen mensen over de hele wereld die zich zorgen maken. Maar wie ons een beetje kent, weet dat wij nooit opgeven. Ook hier zullen we samen sterker uitkomen. Het is hoopvol dat de rechter vaststelt dat Shell verantwoordelijk is voor het verminderen van uitstoot en dat bedrijven ook mensenrechten moeten respecteren. Het is een marathon en geen sprint en de race is nog niet gelopen. Vervuilers zijn sterk. Maar met z'n allen zijn wij sterker,' zegt Donald Pols, directeur van Milieudefensie.

De uitspraak vandaag betekent dat belangrijke onderdelen van het eerder vonnis worden teruggedraaid. 'Maar het betekent niet dat we weer bij nul beginnen. De rechter zei dat Shell verantwoordelijk is om zijn CO2-uitstoot te verminderen. Maar de rechter legt Shell helaas geen verplichting op.'
 

Proef afgerond, innovatief bamboescherm geen alternatief voor gewoon geluidscherm

De provincie Noord-Holland, gemeente Amsterdam (Ingenieursbureau), Rijkswaterstaat en de Vervoerregio Amsterdam presenteren het eindrapport over de proef met een geluidscherm van levend bamboe. Het geluidscherm is in 2015 aangelegd langs de N245 tussen Alkmaar en Schagen. Na ruim 8 jaar groeitijd is de proef in de zomer van 2024 afgerond. De conclusie? Het bamboescherm houdt geluid tegen, maar onvoldoende om een gewoon geluidscherm te vervangen.

Met een lengte van 150 meter, een breedte van 6 meter en een hoogte van zo’n 5 meter is het bamboescherm langs de N245 haast niet te missen. Bovendien is het bamboe tijdens de proef gegroeid, waardoor de dichtheid van het scherm is vergroot. Een grotere dichtheid, dus meer planten en stammen per vierkante meter, zorgt ervoor dat er minder geluid doorheen komt. In de eindmeting is dit ook terug te zien: het bamboescherm houdt ongeveer 2 decibel aan geluid tegen. Toch is een geluidsafname van 2 decibel in de praktijk voor het menselijk gehoor niet waarneembaar. De bedoeling was dat het bamboescherm 9 decibel minder geluid zou doorlaten. Dat betekent dat het bamboescherm onvoldoende geluid tegenhoudt om een gewoon geluidscherm te vervangen.

In 2009 ontstond het idee om levend bamboe te gebruiken als duurzaam en groen alternatief voor een gewoon geluidscherm van glas of beton. Volgens onderzoeken zou een geluidreductie van 3 tot 9 decibel haalbaar moeten zijn. Bovendien heeft een geluidscherm van bamboe een positief effect op de beleving van de omgeving, kan deze fijnstof en CO2 opnemen en is de aanleg en het beheer goedkoper dan een regulier geluidscherm. Reden genoeg voor de provincie Noord-Holland, gemeente Amsterdam, Rijkswaterstaat en de Vervoerregio Amsterdam om een proef te starten naar een geluidscherm van levend bamboe. In 2015 is dit scherm vervolgens aangelegd door het aanbrengen van 1.600 niet-woekerende bamboeplanten langs de provinciale weg N245 tussen Alkmaar en Schagen. Een primeur, want het is het eerste scherm ter wereld van levend bamboe dat gemaakt is om geluid tegen te houden.

De uitkomsten van de geluidmetingen dragen bij aan wat er wetenschappelijk bekend is over geluidschermen die gemaakt zijn van levende planten. Er zijn nu nog geen plannen om een vervolgonderzoek te doen. Het bamboescherm wordt binnenkort verwijderd omdat dit geen functie meer heeft op de huidige locatie. De provincie is in gesprek met mogelijke afnemers van het bamboe om te kijken of het hoogwaardig kan worden hergebruikt. Als er geen geschikte afnemer is, wordt het bamboe verwerkt als gft-afval.

maandag 11 november 2024

Milieu Centraal en Natuur & Milieu confronteren ver-vliegers met reisgedrag


Vier op de tien reizigers is zich nog onvoldoende bewust van de hoge klimaatimpact van verre vliegreizen. Dat blijkt uit nieuw onderzoek van Motivaction, in opdracht van Milieu Centraal en Natuur & Milieu, onder 502 Nederlanders van 25 tot 45 jaar met een HBO+ opleiding.

Zo is de CO2-uitstoot van een retourvlucht van Nederland naar Melbourne ongeveer gelijk aan de helft van wat een gemiddeld persoon per jaar uitstoot aan energie in huis, vervoer en voeding. Daarnaast zijn verre vliegreizen van meer dan 4.000 km goed voor 44% van de totale CO2-uitsoot van recreatieve vliegreizen. Om ver-vliegers te confronteren met deze impact en gedragsverandering bij de doelgroep te bevorderen, lanceren de twee organisaties vandaag de online campagne ‘Op vakantie? Denk dichtbij’. Om ze hierbij op weg te helpen heeft Milieu Centraal de Klimaatwijs op reis-tool ontwikkeld. Hiermee krijgen reizigers gemakkelijk inzicht in de klimaatimpact van hun reisplannen en tegelijkertijd inspiratie voor verrassende vakantiebestemmingen dichterbij huis. Voor meer informatie, zie: www.opvakantiedenkdichtbij.nl

Nu de dagen weer donkerder worden, is dit het moment waarop ver-vliegers weer vluchten gaan boeken. Ver-vliegers weten wel degelijk dat minder (ver en vaak) vliegen beter is voor het milieu, maar het daadwerkelijk doen blijft achter en daarom moet er iets veranderen in het keuzeproces wat men doorloopt bij het kiezen van een vakantiebestemming. Dat is hard nodig, want vooral verre vliegreizen hebben een aanzienlijke impact op het klimaat. Uit onderzoek van het Kennisinstituut voor Mobiliteitsbeleid (KiM) blijkt dat vliegreizen verder dan 4.000 km (zoals Bali, Willemstad (Curaçao), Kaapstad, Fiji) die 20% van alle vakantievluchten uitmaken, verantwoordelijk zijn voor 44% van de totale CO2-uitstoot van recreatieve vliegreizen. Dit geeft aan dat een klein deel van de reizigers verantwoordelijk is voor een groot deel van de uitstoot.

De groep reizigers die bovengemiddeld vaak kiest voor verre vliegvakanties (vanaf 4.000 km) heeft een HBO- of WO-opleiding en leeft voornamelijk in grote steden en randgemeenten. Het betreft vooral jongvolwassenen in de leeftijd van 25-34 jaar en 65+’ers. Aangezien de jongeren nog een heel leven voor zich hebben, richt de campagne zich op deze doelgroep.

Milieu Centraal en Natuur & Milieu bieden de ver-vliegers graag handvatten om duurzamere keuzes te maken. Dat doen zij met de Klimaatwijs op reis-tool. De tool biedt inzicht in de klimaatimpact van vakanties en geeft suggesties voor alternatieve bestemmingen dichter bij huis, met als doel CO2-uitstoot te verminderen. Daarnaast stellen de organisaties een gids met alternatieve bucketlistbestemmingen ter beschikking, die reizigers inspireert om vakanties dichterbij te overwegen, zonder concessies te doen aan de beleving; een van de belangrijke waarden voor de doelgroep.

vrijdag 8 november 2024

Criteria Stookwijzer aangepast

De Stookwijzer is aangepast en geeft nu stookadvies voor tijdsblokken van zes uur. Ook wordt bij windkracht 2 of minder code rood afgegeven. Daarnaast is de Stookwijzer in de loop van de middag als app op de telefoon beschikbaar.

In juni 2024 adviseerde het RIVM aan het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat om de criteria van de Stookwijzer aan te passen. Deze aanpassingen zijn nu doorgevoerd op stookwijzer.nu(externe link). De vernieuwde Stookwijzer kan bijdragen aan het verminderen van overlast door houtrook.

Uit het RIVM-onderzoek bleek dat meer dan de helft van de meldingen over klachten werden gedaan bij windkracht 2 of minder. Bij weinig wind verspreidt houtrook zich minder snel. De vernieuwde Stookwijzer geeft daarom nu bij windkracht 2 of minder code rood af. Het advies is dan om geen hout te stoken.  Als het harder waait dan windkracht 2 geeft de Stookwijzer nu afhankelijk van de hoeveelheid fijnstof in de lucht, code geel, oranje of rood af.

Daarnaast geldt het stookadvies voor een tijdsblok van zes uur. Zo is bijvoorbeeld om 12.00 uur bekend wat het advies is voor het stoken van hout tussen 18.00 en 24.00 uur. Dit geeft stokers eerder inzicht of stoken kan zonder overlast te veroorzaken. Hiervoor werd het advies continue aangepast, wat veel onduidelijkheid gaf bij stokers. Dat het advies voor zes uur geldt geeft meer zekerheid.

Met de introductie van de vernieuwde Stookwijzer en het lanceren van de app wordt het Stookalert voorlopig stopgezet. Er is namelijk overlap ontstaan in de berichtgeving van beide instrumenten. Dit kan voor gebruikers verwarrend zijn. Net als het stookalert geeft de vernieuwde Stookwijzer nu ook ruim van tevoren een advies. Op basis van de ervaringen met de Stookwijzer wordt met het ministerie van IenW(Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat) besproken hoe we in de toekomst verder gaan met het stookalert.

donderdag 7 november 2024

Leiden voert zero-emissiezone 1 januari 2025 in

De gemeente Leiden voert de zero-emissiezone (ZE zone) per 1 januari 2025 in. Het doel is om de luchtkwaliteit en de bereikbaarheid van de stad te verbeteren. Daarnaast wordt het fijner om in Leiden te wonen, werken en winkelen. Invoering van de ZE zone is een eerste stap op weg naar het schoon, dus zonder uitstoot, bevoorraden van de binnenstad en het Stationspleingebied. De ZE zone wordt stap-voor-stap ingevoerd. Tijdens de invoering is er steeds aandacht voor die ondernemer die nog niet kan voldoen aan de eisen.

Om het doel te bereiken werkt de gemeente Leiden samen met de Stichting Ondernemend Leiden, Centrummanagement Leiden, de landelijke brancheorganisaties Transport en Logistiek Nederland, Techniek Nederland, VNO-NCW Rijnland, Horeca Nederland afdeling Leiden en Evofenedex. Deze partijen hebben hiervoor in 2020 een samenwerkingsovereenkomst getekend: het ‘Convenant Stedelijke Distributie 071’. De samenwerkingspartijen geven aan ‘dat veel ondernemers zich al goed hebben voorbereid. Zij hebben al geïnvesteerd in schoon en slim vervoer. Met de invoering van de ZE zone voert de gemeente een duidelijk beleid waar ondernemers op kunnen vertrouwen.’

De ZE zone wordt stap-voor-stap ingevoerd. Op 1 januari 2025 geldt de zone alleen voor bepaalde dieselbestelbussen (emissieklasse 4 of lager). Naar verwachting is dat 10 tot 15% van alle bussen die nu in Leiden rijden. Schonere dieselbestelbussen (met emissieklasse 5) kunnen nog tot 1 januari 2027 in de ZE zone rijden. Voor nog schonere voertuigen (emissieklasse 6) geldt dat tot 2028. Voor vrachtwagens gelden andere regels. Met de kentekencheck op de website is direct bekend voor welke voertuigen de regels gelden.

Voor die ondernemers die in 2025 met de invoering van de ZE zone te maken krijgen, belooft de gemeente Leiden een soepel beleid te voeren met aandacht voor ondernemers. Uitgangspunten zijn haalbaarheid en betaalbaarheid. Ontheffingen gelden onder andere bij dreigend faillissement, voor ondernemers die binnenkort met pensioen gaan of voor die ondernemers voor wie nu nog geen geschikte elektrische bedrijfswagen te koop is. Ook zijn er dagontheffingen voor wie slechts af en toe de ZE zone hoeft in te rijden. Daarnaast biedt de gemeente via een onafhankelijk adviseur van Zuid-Holland Bereikbaar gratis hulp aan bij vragen over alternatief vervoer, ontheffingen, vrijstellingen of laden.

woensdag 6 november 2024

CO2-uitstoot vervoerssector stijgt; miljarden euro’s klimaatschade door vliegen en SUV’s

De klimaatrecords en -rampen volgen elkaar in snel tempo op, maar de wereldwijde CO2-uitstoot blijft onverminderd hoog. Tussen 1990 en 2022 stegen de CO2-emissies in de transportsector gemiddeld met 1,7 procent per jaar. Het Internationaal Energie Agentschap voorspelt dat deze emissies tot 2030 verder gaan groeien, terwijl ze met 3% moeten dalen om binnen de afspraken van het Klimaatakkoord van Parijs te blijven.

Het IEA stelt dat SUV’s de grootste boosdoeners zijn binnen de vervoerssector. Als we de totale CO2-uitstoot van alle SUV’s bij elkaar optellen, dat neemt deze uitstoot de vijfde plaats in op de wereldranglijst van CO2-emissies, net achter Rusland en voor Japan. Ook de CO2-uitstoot van het vliegverkeer draagt significant bij aan de klimaatcrisis.

Uit de nieuwe berekeningen van Oxfam Novib blijkt dat de CO2-uitstoot van het mondiale vliegverkeer tussen 1990 en 2023 bijna 434 miljard euro aan economische klimaatschade heeft veroorzaakt. Op 11 november start de volgende VN-klimaattop in Azerbeidzjan.

Oxfam Novib pleit voor een hogere en progressieve belasting op zwaar vervuilende manieren van vervoer, die vooral door de hoogste inkomens gebruikt worden, te beginnen met SUV’s en veel vliegen. Deze belasting kan jaarlijks circa 3,7 tot 4,4 miljard euro aan klimaatfinanciering opleveren. Dit geld is hard nodig voor landen die nu al zwaar worden getroffen door de klimaatcrisis, die vooral veroorzaakt wordt door rijke landen.

Gemiddeld maken 50 van de rijkste miljardairs ter wereld 184 privéjetvluchten per jaar en brengen daarmee 425 uur in de lucht door. De CO2-uitstoot van deze vluchten is net zoveel als een gemiddeld persoon in 300 jaar zou produceren.  

De twee privéjets van miljardair en Amazon-eigenaar Jeff Bezos brachten in een periode van twaalf maanden bijna 25 dagen in de lucht door. Dit resulteert in evenveel CO-uitstoot als de gemiddelde Amazon-werknemer in de VS in 207 jaar zou produceren.

Wereldwijd is 1 procent van de mensen die vliegen verantwoordelijk voor de helft van alle CO2-emissies. De enorme CO2-uitstoot van deze hele kleine groep veelvliegers is verantwoordelijk voor de helft van de economische klimaatschade die het mondiale vliegverkeer tussen 1990 en 2023 heeft veroorzaakt. Die bedraagt meer dan 434 miljard euro. De verwachting is dat het vliegverkeer blijft groeien. Dit betekent dat de klimaatschade de komende decennia kan oplopen tot 7.700 miljard euro. Ongeveer 3% van de Nederlanders vliegt vijf of meer keer per jaar.

dinsdag 5 november 2024

Sporen van asbest gevonden in delen monument Short Sterling in Bos der Onverzettelijken

Er zijn sporen van asbest gevonden in delen van het Short Sterling monument in het Bos der Onverzettelijken. De gemeente Almere heeft het monument voorlopig afgezet met hekken.

Er is geen gevaar voor de gezondheid zolang het monument niet wordt aangeraakt. Het monument wordt binnenkort nader onderzocht.

De Omgevingsdienst Flevoland, Gooi en Vechtstreek (OFGV) heeft een paar monters van het monument genomen, omdat er een vermoeden was dat er in delen van het monument asbest zou kunnen zitten.

De gemeente heeft hierover contact gehad met de OFGV en de Inspectie Leefomgeving & Transport. Eén afgenomen monster bleek positief. Als alle testresultaten binnen zijn kan er gekeken worden naar mogelijkheden om het monument zo te behandelen dat er geen asbestvezels kunnen vrijkomen.

maandag 4 november 2024

CO2 voetafdruk van Nederlandse verzekeraars en pensioenfondsen scherper in beeld

Nederlandse verzekeraars en pensioenfondsen beleggen niet alleen direct in beursgenoteerde aandelen en bedrijfsobligaties, maar ook indirect, via beleggingsinstellingen.

Nieuwe DNB-cijfers over de CO2‑uitstoot van niet-financiële ondernemingen omvatten zowel directe als indirecte beleggingen, en geven daarmee een completer beeld van de CO2‑uitstoot van pensioenfondsen en verzekeraars.

Daaruit komt naar voren dat de relatieve uitstoot gerelateerd aan economische productie over de periode 2020-2021 lager is als indirecte beleggingen worden meegerekend, terwijl de absolute uitstoot hoger is. Dat laatste komt doordat beleggingsinstellingen nu ook in de analyse zijn meegenomen.

Eind 2021 belegden verzekeringsinstellingen en pensioenfondsen (ICPF’s) in Nederland € 514 miljard direct in beursgenoteerde aandelen en bedrijfsobligaties, en nog eens € 376 miljard indirect via Nederlandse beleggingsinstellingen. Bij de beoordeling van de CO2‑uitstoot die gepaard gaat met deze ICPF-portefeuilles moeten zowel directe als indirecte beleggingen in overweging worden genomen om de risico's van verzekeringsinstellingen en pensioenfondsen nauwkeuriger in beeld te brengen. Vanuit het oogpunt van toezicht en financiële stabiliteit hebben we gekeken naar de transitierisico's die voortvloeien uit een waardedaling van – met name – CO2‑intensieve bedrijven, als gevolg van de maatschappelijke transitie naar een CO2‑neutrale economie in 2050.

vrijdag 1 november 2024

Gasunie stelt nieuwe ambitie vast: klimaatneutraal in 2045

Gasunie heeft haar nieuwe Klimaat Actieplan gepresenteerd. Dit plan biedt een transparante samenvatting van de acties die Gasunie onderneemt om de opwarming van de aarde tegen te gaan en haar infrastructuur te beschermen tegen de gevolgen van klimaatverandering. Het Klimaat Actieplan bouwt voort op het eerste klimaatplan van juli 2023 en geeft een duidelijker beeld van de inspanningen en resultaten tot nu toe.

In het Klimaat Actieplan spreekt Gasunie de ambitie uit om in 2045 klimaatneutraal te zijn en netto geen bijdrage meer te leveren aan de opwarming van de aarde. Om daar te komen, onderneemt het bedrijf 28 verschillende acties om zijn emissies in scope 1, 2 en 3 terug te dringen. Ondanks de uitdagingen, zoals de veranderde gasstromen in Europa door de Russische oorlog in Oekraïne, die voor meer eigen uitstoot zorgen, is Gasunie vastberaden om haar reductiedoelen te bereiken. Het bedrijf ligt op koers om zijn methaanemissies in tien jaar tijd met 45 procent terug te brengen.

Gasunie speelt een cruciale rol in de energietransitie als beheerder van het hoofdtransportnet voor aardgas in Nederland en een deel van Duitsland. De komende jaren investeert Gasunie grootschalig in infrastructuur voor het transport en de opslag van waterstof, CO2, warmte en groen gas. De grote problemen met elektrificatie, zoals congestie, lange wachttijden en stijgende nettarieven, tonen de noodzaak van een samenhangend, geïntegreerd energiesysteem aan. Duurzame gassen kunnen zeer kostenefficiënt bijdragen aan het transporteren en opslaan van energie vanwege hun hoge energiedichtheid.