dinsdag 9 september 2025

Attero steunt petitie FNV tegen hogere belasting op restafval

Recycling- en afvalverwerkingsbedrijf Attero vraagt nadrukkelijk aandacht voor de petitie van vakbond FNV tegen de extreme verhoging van de belasting op de verwerking van restafval met €567 miljoen. De petitie, die inmiddels online staat op de website van FNV, wordt binnenkort aangeboden aan de Tweede Kamer. Attero roept iedereen – zowel FNV-leden als niet-leden – op om de petitie te ondertekenen.

Volgens Attero pakt de verhoging van de belasting op restafval verkeerd uit. “De belasting op afvalverwerking is al de hoogste in Europa. De kostprijs van recycling- en afvalverwerking in Nederland stijgt door deze nieuwe heffing extreem waardoor burgers nog meer voor hun afval gaan betalen en het goedkoper wordt om Nederlands afval in het buitenland te laten recyclen en verwerken. Het wordt hierdoor ook moeilijker om onze geplande investeringen in CO2-afvang, meer plastics recycling en warmteleveringen aan warmtenetten door te zetten,” stelt Paul Ganzeboom, CEO van het bedrijf. “De plannen van het Ministerie van I&W om verwerkingscapaciteit in Nederland af te bouwen terwijl we vorig jaar onvoldoende capaciteit hadden om het Nederlands afval zelf in Nederland te kunnen verwerken zijn ook contra-productief. We hopen met Prinsjesdag dat er nieuw eerlijk beleid op tafel komt waarbij onze groene banen en vitale afvalinfrastructuur behouden blijven en wij in staat gesteld worden om onze verduurzamingsplannen door te zetten.”

Attero sluit zich daarom aan bij de oproep van FNV om deze 567 miljoen euro belastingen op afvalverwerking terug te draaien. De Plastic Tafel deed de afgelopen weken al dezelfde oproep. Attero hoopt dat de oproep van de vakbond, samen met die van de vele andere organisaties, bij de Tweede Kamer gehoor vindt.

maandag 8 september 2025

Elektrisch materieel zorgt voor minder uitstoot in Heerhugowaard

Voor het eerst heeft de aannemerscombinatie Mobilis-Hegeman bij de bouw van de spooronderdoorgang in Heerhugowaard zwaar elektrisch materieel ingezet. Een grote stap in de richting van emissieloos bouwen en een schonere leefomgeving.

“Mobilis-Hegeman maakt hier gebruik van de elektrische Sany SCE800TB-EV kraan,” vertelt Marcel Martens, bouwmanager vanuit ProRail. “Deze wordt sinds april ingezet voor diverse hijswerkzaamheden, waaronder het verplaatsen van wapening en bekistingen.” En dat betaalt zich uit: de kraan behaalt een energieprestatie die vier keer hoger ligt dan conventionele machines. Dat leidt tot een aanzienlijke reductie van CO₂ en stikstofuitstoot.

vrijdag 5 september 2025

Jennifer Hoffman plant eigen bos

Trees for All-ambassadeur Jennifer Hoffman gaat haar eigen bos planten en roept zoveel mogelijk mensen op om mee te doen. Vanaf 5 september - International Charity Day en daarmee dé dag om iets goeds te doen - kan iedereen online meeplanten in het Bos van Jennifer. Het doel: 10.000 bomen, waarvan Trees for All de helft in Nederland (Noord-Brabant) plant en de andere helft in Tanzania. “Zo zorgen we hier én daar voor een stabieler klimaat, meer natuur en een leefbare wereld.”

Jennifer Hoffman werd in 2024 ambassadeur van Trees for All, omdat ze zich zorgen maakt om klimaatverandering en het verlies van natuur wereldwijd. “Zonder natuur hebben we geen toekomst. Door bomen te planten zorgen we niet alleen voor meer bos, maar ook voor een leefbare wereld voor onszelf en de volgende generaties, zoals mijn zoontje.”

De actrice voegt nu de daad bij het woord door haar eigen bos te planten. De helft van de 10.000 bomen groeit straks in het Brabantse natuurgebied Het Groene Woud, waar Trees for All bijdraagt aan de uitbreiding van zeldzame leembossen. De andere helft krijgt een plek in het Nguru-gebergte in Tanzania, waar ontbossing de biodiversiteit ernstig bedreigt en Trees for All zich samen met de lokale bevolking inzet voor herbebossing en bosbescherming.

De geplante bomen zorgen straks niet alleen voor CO2-opslag en natuurherstel wereldwijd, maar ook voor een beter leven voor de mensen in Tanzania. Hier ondersteunt Trees for All lokale families bij de overstap naar duurzame landbouw, waardoor zij extra werk, inkomsten en voedsel hebben dankzij de bomen. Jennifer: “Het voelt goed om met een kleine actie als het planten van een boom aan zoiets zinvols bij te dragen. Elke boom maakt een verschil: hier én aan de andere kant van de wereld.”

Trees for All plantte de afgelopen 25 jaar al meer dan 13 miljoen bomen wereldwijd. Als het aan Jennifer ligt, komen er dankzij haar initiatief nog minstens 10.000 bomen bij.

donderdag 4 september 2025

Afvalverwerker Heros strandt op ’onuitvoerbare’ Haagse regels

Heros Sluiskil, de grootste verwerker van bodemas in Nederland, luidt de noodklok. Volgens het Zeeuwse bedrijf dreigt er een afvalcrisis als Den Haag vasthoudt aan het plan om alle bodemas – het restproduct van afvalverbranding – verplicht volledig te wassen.

“Als deze maatregel doorgaat, kunnen wij eind dit jaar niet verder,” stelt directeur Paul Dijkman. “Het is onuitvoerbaar, gevaarlijk voor mens en milieu én economisch onverantwoord. Uiteindelijk draait de burger op voor de kosten.”

Sinds 2000 verwerkt Heros op het terrein van de voormalige cokesfabriek in Sluiskil jaarlijks zo’n 1,3 miljoen ton bodemas. Daarbij worden waardevolle metalen als ijzer, aluminium, koper, maar ook goud en zilver teruggewonnen voor onder meer de auto-industrie. De overblijvende mineralen worden ingezet als alternatief voor zand en grind in de bouw.

Bodemas is het residu dat ontstaat bij de verbranding van huishoudelijk en bedrijfsafval. Heros verwerkt ruim 60 procent van de totale Nederlandse hoeveelheid. Hoewel dit gebeurt volgens de geldende milieuregels, benadrukt Dijkman dat de techniek zijn grenzen kent.

“Het is onmogelijk om alle bodemas volledig schoon te krijgen. Sterker nog: de kwaliteit neemt af doordat het afval dat wij verbranden steeds verandert. Nederlanders zijn kampioen afvalscheiden, en dat beïnvloedt wat er overblijft in de verbrandingsovens. Toch schrijft de overheid volledige reiniging voor, terwijl dat praktisch niet haalbaar is.”

woensdag 3 september 2025

Uitstoot luchtverontreinigende stoffen lager dan norm voor 2030

De uitstoot van luchtverontreinigende stoffen in Nederland voldoet aan Europese milieudoelen. De uitstoot van bijvoorbeeld stikstofoxiden en fijnstof is vorig jaar gedaald tot onder het uitstootplafond dat vanaf 2030 geldt. Dat komt onder andere doordat auto’s steeds schoner zijn. Dat blijkt uit cijfers van het CBS en RIVM/Emissieregistratie.

Luchtverontreinigende stoffen kunnen schadelijk zijn voor de natuur en de gezondheid van mensen. Zo kunnen stikstofoxiden en fijnstof doordringen tot in de kleinste delen van de luchtwegen. Hierdoor kunnen mensen luchtwegklachten en astma-aanvallen krijgen. Langdurige blootstelling aan fijnstof kan ook problemen veroorzaken voor hart en bloedvaten.

Met Europese wetgeving is voor elke luchtverontreinigende stof een maximale uitstoot vastgelegd ten opzichte van 2005. Er moeten sinds 2020 bijvoorbeeld 45 procent minder stikstofoxiden uitgestoten worden dan in 2005. Vanaf 2030 moet de uitstoot van stifstofoxiden 61 procent lager zijn dan in 2005. Voor alle luchtverontreinigende stoffen was de uitstoot in Nederland sinds 2020 lager dan het emissieplafond dat vanaf toen gold. Ook was de uitstoot van elke stof in 2024 lager dan het plafond dat vanaf 2030 geldt.

Sinds 2005 worden er bijna ieder jaar minder stikstofoxiden uitgestoten. Stikstofoxiden komen vooral vrij als er fossiele brandstoffen worden gebruikt, en zitten bijvoorbeeld in uitlaatgassen. De meeste uitstoot van stikstofoxiden komt door vervoer. Deze uitstoot is gedaald omdat personenauto’s en vrachtverkeer aan strengere uitstooteisen moeten voldoen. De daling zet waarschijnlijk door, omdat er steeds meer schonere auto’s en vrachtwagens rijden in Nederland. Zo komen er nog steeds meer volledig elektrische auto’s bij, die geen stikstofdioxiden uitstoten.


dinsdag 2 september 2025

'De Maas dringend beschermen tegen lozingen van afvalwater'

Het wil maar niet lukken om meer grip te krijgen op afvalwaterlozingen. Dit blijkt uit het jaarrapport 2024 van RIWA-Maas. De waterkwaliteit van de Maas voldoende beschermen tegen schadelijke stoffen is een basisvoorwaarde voor de productie van drinkwater. Ondanks diverse initiatieven om meer grip op afvalwater te krijgen, moeten drinkwaterbedrijven nog te vaak de inname van Maaswater staken vanwege verontreiniging.

De Maas is een cruciale bron van drinkwater voor ruim 7 miljoen inwoners in Nederland en België. Lozingen van stoffen die niet afbreken, moeilijk te zuiveren zijn en schadelijk zijn voor mens en milieu, zetten de drinkwatervoorziening onder druk. Maarten van der Ploeg, directeur van RIWA-Maas: “Vooral als de rivier weinig water afvoert is de Maas extra kwetsbaar voor lozingen van schadelijke stoffen. Lage rivierafvoeren zullen door het veranderende klimaat naar verwachting vaker en langduriger voorkomen. Juist dan is extra bescherming nodig.” Of deze bescherming adequaat in lozingsvergunningen is opgenomen heeft RIWA-Maas recent laten onderzoeken.

Uit dit onderzoek blijkt dat de methode die Nederland gebruikt om rivierwater tegen lozingen te beschermen in de praktijk niet toereikend is. De methode gaat ervan uit dat een lozing 90% van het jaar aan de milieukwaliteitseisen voor oppervlaktewater voldoet; tijdens lage rivierafvoeren - gedurende 10% van het jaar - hoeft dit dus niet. In de praktijk blijkt echter dat tijdens droge zomers deze lage afvoeren gedurende veel langere perioden optreden. Lozingen kunnen zo een grotere en langdurigere negatieve invloed op de waterkwaliteit hebben dan in de vergunning is voorzien. Vanuit het drinkwater-perspectief is dat absoluut onwenselijk. RIWA roept op tot herziening van deze methode en een gedegen aanscherping van de methode ten aanzien van schadelijke stoffen.

maandag 1 september 2025

Nederlandse drinkwaterbedrijven: ontwikkel milieunormen voor lithium in oppervlaktewater

De Nederlandse drinkwaterbedrijven die afhankelijk zijn van water uit de Rijn om drinkwater te maken sturen de Europese Commissie een brief waarin zij vragen om een milieukwaliteitsnorm voor lithium in oppervlaktewater. Op steeds meer plaatsen in Europa en ook langs de Rijn wordt lithium gewonnen en verwerkt ten behoeve van de batterijproductie. Dit levert risico’s op voor de waterkwaliteit en daarmee ook voor ons drinkwater.

Het lithium dat in ons Rijnwater wordt aangetroffen komt voornamelijk van bovenstrooms. Zoals de grafiek uit ons jaarrapport 2024 laat zien, is er al enkele jaren sprake van een dalende trend in de hoeveelheid lithium in ons oppervlaktewater. Die daling komt door afnemende mijnbouwactiviteiten in het Rijnstroomgebied. Maar de winning en verwerking van lithium zal de komende jaren flink toenemen voor de productie van batterijen. RIWA-Rijn verwacht dat daardoor de hoeveelheid lithium in ons oppervlaktewater flink zal stijgen en wijst preventief op het belang van het begrenzen van industriële lithiumlozingen in het Rijnwater op basis van een Europese milieukwaliteitsnorm voor lithium in oppervlaktewater.

Volgens het RIVM is er nog geen wetenschappelijk onderbouwde, officiële norm (zoals die bij veel andere metalen zoals zink, koper en chroom bestaan) voor lithiumconcentraties in oppervlaktewater. Het RIVM heeft al wel een indicatieve milieurisicogrens bepaald om een indruk te krijgen op mogelijke gevaren voor het milieu en om regelgeving in ontwikkeling te ondersteunen.

Voor zoet oppervlaktewater heeft het RIVM in 2023 een veilige concentratie van 11 µg/L vastgesteld voor langdurige blootstelling voor planten en dieren. Dit wordt gezien als indicatieve risicogrens. Daarnaast merkt het RIVM op dat, op basis van de beperkte gegevens, de waarde van 11 µg/L ook als veilig voor mensen kan worden beschouwd — bijvoorbeeld bij het eten van vis uit dergelijke wateren — maar dat hiervoor wel aanvullend onderzoek nodig is. Zoals blijkt uit ons jaarrapport 2024 bedraagt de hoeveelheid lithium in de Rijn bij Lobith momenteel al ca. 13 µg/L .

De komende jaren (tot aan 2028) verwacht men in het Rijnstroomgebied 200.000 ton lithiumzouten te winnen, te verwerken en te recyclen. Zo heeft men plannen voor een lithium recycling fabriek in Dormagen die vanaf 2026 30.000 ton lithiumafval zal gaan verwerken, met een verwachte verwerkingsefficiency van 90%. Omdat deze lithiumrecycling een water-gebaseerd proces is, is het te verwachten dat de resterende 10% op het oppervlaktewater zal worden geloosd. Zo kan alleen al de fabriek in Dormagen de lithiumconcentratie in het Rijnwater bij Lobith verhogen met 8 µg/L .

Nederlandse burgers en bedrijven hebben de komende jaren een groeiende behoefte aan drinkwater, dat schoon en betrouwbaar is, maar het produceren daarvan wordt steeds kostbaarder door industriële lozingen in Duitsland. Vorig jaar wees RIWA-Rijn al op het belang van handhaving van industriële PFAS-lozingen in het Rijnwater.