Samenwerking voor duurzamer asfalt in het noorden
Overheden, brancheorganisaties en marktpartijen in de drie noordelijke provincies hebben een convenant ondertekend om duurzamer asfalt te realiseren. Wethouder Evert Stellingwerf ondertekende het convenant uit naam van de gemeente Leeuwarden. De ondertekenaars streven naar minder soorten asfalt, een duurzamere samenstelling, productie op lagere temperatuur, en hergebruik van asfalt. Ook worden de noordelijke asfaltcentrales verduurzaamd. Het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat omarmt het initiatief.
Het convenant is ondertekend door de provincies Fryslân, Groningen en Drenthe en de gemeenten Assen, Leeuwarden en Groningen. Bouwend Nederland, NL Ingenieurs, Vereniging Circulair Friesland en de noordelijke asfaltcentrales in Staphorst, Kootstertille en Westerbroek hebben eveneens getekend, samen met diverse marktpartijen.
Provinciale en gemeentelijke overheden willen hun milieu-impact verkleinen door de asfaltketen te verduurzamen. Dit levert een grote bijdrage aan de doelstelling uit de klimaatwet om in 2030 ten minste 55% minder CO2 uit te stoten ten opzichte van 1990. Infraprojecten hebben een grote milieu-impact door gebruikte grondstoffen en CO2-uitstoot. Op het gebied van asfaltproductie kunnen overheden hun ecologische voetafdruk halveren. Het convenant legt vast dat de partijen streven naar minder asfaltsoorten, gebruik van duurzamere materialen, uitfasering van blanke bitumen, inzet van biobased bindmiddelen, lagere productietemperaturen en meer hergebruik van bestaand asfalt.
Voor de asfaltcentrales biedt het convenant toekomstperspectief. De centrales in Westerbroek, Staphorst en Kootstertille kunnen nu investeren in vernieuwing, wetende dat er een markt is voor duurzamer asfalt. Ook infrabedrijven krijgen meer zekerheid om duurzaamheidsdoelstellingen te behalen.
Het convenant is ondertekend door de provincies Fryslân, Groningen en Drenthe en de gemeenten Assen, Leeuwarden en Groningen. Bouwend Nederland, NL Ingenieurs, Vereniging Circulair Friesland en de noordelijke asfaltcentrales in Staphorst, Kootstertille en Westerbroek hebben eveneens getekend, samen met diverse marktpartijen.
Provinciale en gemeentelijke overheden willen hun milieu-impact verkleinen door de asfaltketen te verduurzamen. Dit levert een grote bijdrage aan de doelstelling uit de klimaatwet om in 2030 ten minste 55% minder CO2 uit te stoten ten opzichte van 1990. Infraprojecten hebben een grote milieu-impact door gebruikte grondstoffen en CO2-uitstoot. Op het gebied van asfaltproductie kunnen overheden hun ecologische voetafdruk halveren. Het convenant legt vast dat de partijen streven naar minder asfaltsoorten, gebruik van duurzamere materialen, uitfasering van blanke bitumen, inzet van biobased bindmiddelen, lagere productietemperaturen en meer hergebruik van bestaand asfalt.
Voor de asfaltcentrales biedt het convenant toekomstperspectief. De centrales in Westerbroek, Staphorst en Kootstertille kunnen nu investeren in vernieuwing, wetende dat er een markt is voor duurzamer asfalt. Ook infrabedrijven krijgen meer zekerheid om duurzaamheidsdoelstellingen te behalen.
Geen opmerkingen: