donderdag 31 oktober 2024

CSRD verplicht bedrijven om ook te rapporteren over afvalstromen

Met de komst van de Corporate Sustainability Reporting Directive (CSRD) worden er nieuwe eisen gesteld aan duurzaamheidsrapportages van bedrijven. Bedrijven moeten de komende jaren transparant en uitgebreider gaan rapporteren over hun impact op klimaat, de maatschappij en beleid. Daaronder valt ook een gedetailleerde rapportage over de CO2-impact van hun afvalstromen. PreZero heeft een tool ontwikkeld die klanten hierin nu al met één druk op de knop inzage geeft.

De CSRD gaat gefaseerd in vanaf 2024 en luidt een nieuw tijdperk in van rapporteren over duurzaamheid voor bedrijven gevestigd in de Europese Unie. Ook kleine en middelgrote ondernemingen moeten vanaf 2026 aan deze eisen voldoen. “Voor onze klanten die volgens CSRD gaan rapporteren, is het belangrijk om te monitoren wat de CO2-impact van hun afvalstromen is. Onze tool biedt dat inzicht. Voor de toekomst hoort strategisch nadenken over afvalreductie en stimuleren van circulaire processen ook binnen CSRD. Ook daarvoor biedt deze tool goede uitgangspunten”, aldus Suzanne Stokman-Godschalk, Duurzaamheidsmanager PreZero Nederland.

De eerste klanten hebben de tool inmiddels in gebruik genomen en met de rapportage krijgen zij inzicht over de CO2-impact van afvalstromen die door PreZero worden opgehaald en verwerkt. Zij krijgen niet alleen inzicht in de CO2-emissies maar ook in de CO2-besparingen van hun afvalstromen. Suzanne Stokman-Godschalk: “Met de rapportage krijgen onze klanten inzicht in de grondstoffen die door onze afvalverwerkings- en recyclingsmethoden beschikbaar komen. Dit voorkomt de productie van nieuwe grondstoffen en zo dragen onze klanten bij aan CO2-besparing. Op deze manier voldoen bedrijven niet alleen aan de verplichting om te rapporteren over de impact van hun afval, het helpt hen ook om na te denken over hoe het nog beter kan. Zo bouwen we samen met onze klanten aan een circulaire economie. PreZero streeft namelijk naar een samenleving zonder afval, Zero Waste.”

De tool van PreZero kijkt naar de CO2-impact vanaf het moment dat het afval bij een bedrijf wordt opgehaald, tot het moment dat de inhoud ervan weer iets nieuws wordt. Dus zowel de verwerking van de afvalstroom als het transport in dit hele proces. In de rapportage zijn momenteel tien categorieën afval meegenomen, denk aan kunststof, papier en karton, hout en bouw- en sloopafval. In de toekomst wordt dat aantal nog verder uitgebreid. De tool voldoet aan alle vereisten die worden voorgeschreven door CSRD en is onafhankelijk gecertificeerd door het Duitse ifeu.

woensdag 30 oktober 2024

Natuurgebied ter grootte van twee derde van Nederland verdwijnt jaarlijks door productie en consumptie van sneakers, bankstellen en smartphones

De impact op de biodiversiteit van de wereldwijde productie en consumptie van sneakers, bankstellen en smartphones is enorm. Jaarlijks leidt dit tot een biodiversiteitsverlies van een gebied ter grootte van 28 keer de Veluwe, of bijna twee derde van de oppervlakte van Nederland. De totale wereldwijde productie van sneakers gaat naar schatting ten koste van 324.000 hectare natuurgebied, omgerekend 3,6 keer de Veluwe per jaar.

Bij de totale productie van bankstellen gaat het jaarlijks naar schatting om 298.000 hectare (3,3 keer de Veluwe) en bij smartphones gaat zelfs een gebied ter grootte van 1.942.000 hectare (21 keer de Veluwe) verloren.

Dit concluderen ABN AMRO en Impact Institute in een rapport. Om de geschatte minimale biodiversiteitskosten van deze producten te compenseren, zou gemiddeld één paar sneakers 1,50 euro, een bankstel 109 euro en een smartphone 7,10 euro extra moeten kosten. Deze opbrengsten moeten dan ingezet worden om biodiversiteitsverlies tegen te gaan. De inzet van duurzame energie in de productie en het gebruik van gerecyclede of duurzame materialen, evenals het verlengen van de levensduur van producten heeft, naast het verminderen van consumptie, de grootste positieve impact.

Wereldwijd is de biodiversiteit in de laatste vijftig jaar met bijna 70 procent afgenomen. Dit leidt in talloze gebieden tot onherstelbare schade. Nederland is hierop geen uitzondering en het is volgens ABN AMRO van groot belang dat deze schade wordt teruggedrongen, ook vanuit economisch oogpunt. Zo is ruim de helft van de wereldeconomie afhankelijk van opbrengsten van ecosysteemdiensten, zoals gewasbestuiving door insecten. De Europese Corporate Sustainable Reporting Directive (CSRD) verplicht alle grote bedrijven vanaf 2025 over biodiversiteit te rapporteren als zij hierop significante of materiële invloed hebben en als het direct hun businessmodel raakt. Dit onderzoek brengt in kaart welke factoren de biodiversiteit het meest onder druk zetten. Door deze factoren - klimaatverandering, lucht- en watervervuiling, water- en landgebruik - afzonderlijk te meten, ontstaat meer inzicht in hoeverre retailproducten bijdragen aan biodiversiteitsverlies en wat ertegen gedaan kan worden.

Het meten van de impact van biodiversiteit is complex en vereist nieuwe vaardigheden en samenwerking in de keten. Dat komt doordat de meeste retailers producten rechtstreeks inkopen bij fabrikanten en groothandelaren. "Door analyse van hun waardeketen kunnen retailers de impact van hun producten op de biodiversiteit in kaart brengen. De volgende stap is concreet beleid formuleren om positieve impact te maken en biodiversiteitsrisico’s te beperken, gevolgd door een transitieplan met wetenschappelijk onderbouwde doelen.

dinsdag 29 oktober 2024

PFAS in runderen Saeftinghe

Het bloed van enkele runderen – van één Belgische veehouder - die grazen in het buitendijks natuurgebied Het Verdronken Land van Saeftinghe bevat verhoogde gehalten PFOS. Dat is een stof uit de groep van PFAS-stoffen.

Dat blijkt uit recent onderzoek van het Belgische Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen (FAVV). Zij besloot daarop dat de verkoop van het vlees van Belgische boeren die runderen hebben lopen in Saeftinghe zonder hun toestemming niet is toegestaan. Provincie Zeeland en Gemeente Hulst hebben hier contact over met de Nederlandse betrokken instanties.

Uit het onderzoek van de FAVV bleek dat vlees van één dier meer PFOS bevat dan is toegestaan. Daarnaast bleek dat in meerdere bloedmonsters van runderen ook verhoogde gehalten PFOS aanwezig waren. De FAVV onderzoekt nog twee andere Belgische veehouderijen.

Vee van zes pachters begrazen het natuurgebied. Drie daarvan zijn veehouders uit Nederland. De Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) doet onderzoek. Bij de Nederlandse veehouders heeft de NVWA maatregelen getroffen, waardoor er geen vlees met teveel PFAS op de markt gebracht kan worden.

maandag 28 oktober 2024

RTL: Meer ziekmakende stoffen de lucht in door heel Nederland

Het is de afgelopen jaren niet gelukt om de uitstoot van gevaarlijke stoffen overal in Nederland terug te dringen, terwijl dat wel het doel van het kabinet is. De onderzoeksredactie van RTL Nieuws vond 125 bedrijven waar de uitstoot van één of meer zeer giftige stoffen is gestegen.

De onderzoeksredactie van RTL Nieuws analyseerde cijfers over de uitstoot van zogenoemde 'Zeer Zorgwekkende Stoffen' van 224 bedrijven. Deze vaak door bedrijven zelf gerapporteerde gegevens zijn dit jaar voor het eerst openbaar. Bij meer dan de helft van de bedrijven is de uitstoot van één of meer giftige stoffen tussen 2015 en 2022 gestegen.

Het gaat om kankerverwekkende stoffen zoals benzeen en formaldehyde en om kwik en lood die vooral schadelijk kunnen zijn voor (ongeboren) baby's en jonge kinderen. Hun hersenen en zenuwen kunnen schade oplopen door die stoffen.

vrijdag 25 oktober 2024

Kabinet deelt toekomstig klimaatbeleid en bereidt alternatieve maatregelen naar 2030 voor

Nederland zit midden in de klimaat- en energietransitie, op weg naar een volledig CO2-neutraal 2050. We gaan een belangrijke fase in waarin de uitvoering van de huidige plannen centraal staat. Om de klimaatdoelen in zicht te houden moeten belangrijke knelpunten snel opgelost worden. Die knelpunten zorgen er mede voor dat het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) nu inschat dat het klimaatdoel voor 2030, 55 procent broeikasgasreductie ten opzichte van 1990, uit zicht is.

In de Klimaatnota legt het kabinet verantwoording af over de voortgang van het klimaat- en energiebeleid over het afgelopen jaar. Ook geeft het kabinet een reflectie op de Klimaat en Energieverkenning van het PBL. In de Klimaatnota staat dat het kabinet in het voorjaar beslissingen zal nemen over alternatieve maatregelen, gebaseerd op de verwachting van het PBL dat Nederland in 2030 op 45 tot 52% minder broeikasgas komt. Het doel is 55%. Daarnaast moet nu ook vooruit gepland worden voor ná 2030. De meeste maatregelen hebben een ruime aanlooptijd voordat ze in werking treden.

Tempo in de uitvoering is cruciaal. De Energienota laat zien dat de verduurzaming van Nederland gestaag voortgaat, maar dat er grote uitdagingen zijn. Daarbij is energieonafhankelijkheid een belangrijk argument. Momenteel is Nederland voor 80 procent afhankelijk van geïmporteerde energie. Dit zal onder meer afgebouwd worden door import uit verschillende en betrouwbare landen, opschalen van duurzame energiebronnen en het gebruik van fossiele brandstoffen afbouwen.

Het volle stroomnet is een van de belangrijkste knelpunten, daarom wordt een aantal extra inspanningen gedaan om dit tegen te gaan. Zo worden, samen met gemeenten en netbeheerders, standaardopties voor het bouwen van transformatorhuizen uitgewerkt die de bouw vergemakkelijken. Een vliegende brigade wordt opgezet die medeoverheden kan ondersteunen bij ruimtelijke procedures. Afgelopen jaar zijn diverse nieuwe contractvormen ontwikkeld die flexibiliteit op het net mogelijk maken. Dit moeten we verder stimuleren en met de sectoren afspraken maken. Waterschap is de eerste sector waar dit jaar nog een afspraak mee komt. En een nieuwe subsidieregeling van in totaal 65 miljoen euro wordt in 2025 opengesteld voor bedrijven om onder andere met energiescans het stroomverbruik te optimaliseren. Het kabinet zal de komende tijd de gesprekken met de grootste industriële uitstoters over hun verduurzaming intensiveren. Naast de gesprekken met de nationale hoofdkantoren worden ook actief gesprekken opgezet met de CEO's van buitenlandse moederbedrijven met als doel te kijken naar mogelijke doorbraken of oplossingen voor resterende knelpunten. Zo kunnen bedrijven in Nederland verduurzamen en bijdragen aan de kracht van onze economie.

In het Klimaatplan wordt voor het eerst een langetermijnstrategie naar klimaatneutraliteit geschetst en bekeken hoe de transitie tussen 2030 en 2050 kan verlopen. Het Klimaatplan bevat vervolgens een beleidsagenda over de periode 2025-2035. Naast maatregelen om te komen tot meer broeikasgasreductie, verbreden we het beleid naar koolstofverwijdering uit de atmosfeer. Dat is nodig om klimaatneutraal te worden. Het Klimaatplan kijkt niet alleen naar de 'megatonnen', maar geeft ook aandacht aan de vraag hoe deze transitie rechtvaardig kan verlopen.


De Klimaat en Energieverkenning laat teleurstellende cijfers zien, vindt de NVDE. De kans dat de klimaatdoelen voor 2030 gehaald worden, is kleiner dan vijf procent. Daarmee laat Nederland kansen liggen om snel onafhankelijker te worden van de import van fossiele energie.

Wel is het hoopgevend dat de onderkant van de bandbreedte van de CO2-reductie voor 2030 nauwelijks veranderd is. Er is dus een stevige bodem. Het is zaak die op te hogen, zegt de vereniging.

Mensen ervaren een zigzagkoers van de overheid rond zonnepanelen, warmtepompen, elektrisch rijden en milieuzones. Dat leidt ertoe dat ze afwachten en dat markten afkalven. Bedrijven die in schone energieprojecten willen investeren, zien zich geconfronteerd met enorme doorlooptijden. We verwachten een stimulerende overheid, in plaats van een remmende. Burgers en bedrijven moeten worden aangemoedigd en geholpen om stappen te zetten bij verduurzaming. Er zijn genoeg mensen en bedrijven die zien dat duurzaam de toekomst is en die daaraan willen bijdragen.
 
De industrie is zich er terdege van bewust dat zij binnen het ETS in 2040 geen emissieruimte meer heeft. Vooral door het ETS zijn de prognoses voor CO2-reductie in 2040 goed. In lijn met de bevindingen van Draghi, is vergroenen hun beste strategie. Dat lukt als de randvoorwaarden excellent zijn: stikstofruimte voor duurzame energieprojecten, snellere vergunningverlening (bijvoorbeeld van projecten als de Delta Rijn Corridor), een impuls voor elektrificatie en groene waterstof en een CO2-normering van de vraag naar industriële producten.
 
In de gebouwde omgeving kan schaal gemaakt worden met woningverbetering, als er meer wijk voor wijk gewerkt gaat worden, om te beginnen waar veel energiearmoede is. Erken snel de innovatieve opsporingsmethodes voor vleermuizen, zodat de isolatiesector weer aan de slag kan. En trek geld uit voor de investeerbaarheid en betaalbaarheid van warmtenetten, zodat die uitrol wordt versneld. Zorg daarnaast voor een snellere opschaling van duurzame warmtebronnen.

Er is meer duurzaam elektriciteitsaanbod nodig, terwijl de groei van windenergie op zee, op land en zonne-energie vertraagt. Ten opzichte van eerdere Klimaat- en Energieverkenningen verslechtert het aandeel hernieuwbare elektriciteit (van 85 procent naar zeventig procent in 2030). Ook zal de elektriciteitssector een hogere uitstoot veroorzaken dan in 2022 verwacht. Het is dus nodig om geen nieuwe belemmeringen op te werpen voor de opwek van zon- en windenergie. Maak afspraken met de decentrale overheden over doelen na 2030. En blaas het vertraagde traject richting CO2-vrije flexibiliteit nieuw leven in.
 
Binnenkort presenteert de NVDE een serie voorstellen om de gaten richting 2030 dicht te lopen.

donderdag 24 oktober 2024

Het eerste Burgerberaad van Rotterdam presenteert adviezen om klimaatdoelen te behalen

Het burgerberaad klimaat heeft haar adviezen gepresenteerd aan Chantal Zeegers, wethouder Klimaat, Bouwen en Wonen. Het burgerberaad, dat bestaat uit een diverse groep gelote Rotterdammers, heeft sinds april met passie gewerkt aan de adviezen. Dit burgerberaad, waarin inwoners actief konden meedenken en meebeslissen over hoe de gemeente de klimaatdoelen kan halen, heeft waardevolle en concrete adviezen opgeleverd. De adviezen zijn gebaseerd op uitgebreide discussies, opgedane kennis en eigen ervaringen van de deelnemers.

Het burgerberaad over het klimaat in Rotterdam bewijst dat een gelote groep bewoners in staat is om waardevolle, concrete adviezen te geven over complexe maatschappelijke vraagstukken. De samenstelling van de groep was een echte afspiegeling van de stad, waardoor er verschillende perspectieven en ervaringen zijn meegenomen in de adviezen. Dit heeft geleid tot rijkere beleidsvoorstellen die beter aansluiten bij de behoeften en leefwerelden van verschillende groepen Rotterdammers.

Een belangrijk kenmerk van dit burgerberaad was de ruimte voor participatie: Rotterdammers kregen niet alleen de kans om mee te praten, maar ook om daadwerkelijk mee te beslissen. Het heeft een podium geboden aan betrokken inwoners die samen iets goeds willen doen voor de toekomst van hun stad. Ook het wegnemen van praktische belemmeringen blijkt een waardevolle methode om inwoners te laten meebeslissen over belangrijke vraagstukken. Rotterdam kijkt uit naar nieuwe mogelijkheden om deze aanpak verder uit te bouwen en toe te passen.

Nu de adviezen overhandigd zijn aan wethouder Chantal Zeegers gaat het college aan de slag met het maken van uitvoeringsvoorstellen. Die worden samen met het adviesrapport naar de gemeenteraad gestuurd. De verwachting is dat de gemeenteraad in het eerste kwartaal van 2025 een besluit neemt over welke adviezen zij overneemt en laat uitvoeren. Daarna gaan ambtenaren aan de slag met de uitvoering van de adviezen. Om de klimaatdoelen voor 20230 en 2050 te halen is samenwerking met alle betrokken partijen, inclusief de haven en de industrie, essentieel. “Ik zie het als onze verantwoordelijkheid om deze adviezen te vertalen naar concrete acties. Het burgerberaad heeft ons mooie adviezen aangeboden en daar moeten we wat mee doen.  Nu begint de volgende, belangrijke fase waarin wij als gemeente moeten laten zien hoe belangrijk we het perspectief van bewoners vinden.”, aldus wethouder Zeegers.

woensdag 23 oktober 2024

Almeerse inwoners doen mee met het meten van luchtkwaliteit

Op donderdag 17 oktober heeft wethouder Alexander Sprong de eerste luchtkwaliteitsmeter uitgereikt aan Rosa van Gent uit Almere. Met het plaatsen van deze meters helpen inwoners te onderzoeken hoe het staat met de luchtkwaliteit in Almere. Voor Almere zijn 61 luchtkwaliteitsmeters beschikbaar.

Almere werkt samen met provincie Flevoland, kennispartners en andere gemeenten aan het project Luchtmeetnet Flevoland. We gaan 3 jaar lang fijnstof meten in de lucht op verschillende plekken. De lucht in Flevoland is meestal goed, maar we willen precies weten hoe het in wijken en straten is. Daarom gaan 61 inwoners uit Almere onder meer fijnstof meten in hun eigen tuin.

Almere is één van de ondertekenaars van het Schone Lucht Akkoord. Dit is een afspraak tussen de overheid, provincies en veel gemeentes. Zij werken samen om de luchtvervuiling minder te maken. Het doel is om in 2030 de gezondheid met 50% te verbeteren vergeleken met 2016.

Op het moment dat de meter klaar is voor gebruik en is aangemeld, zijn de meetresultaten van de meter meteen te zien op de kaarten van Sensor Community en het RIVM. Inwoners kunnen bij het aanmelden van hun meter aanvinken dat zij niet hun precieze woonplek willen laten zien. Dan komt de meter als een stip op de kaart te staan op een plek dicht bij hun huis. De stip staat dan dus niet precies op hun adres.

dinsdag 22 oktober 2024

Schadelijke lozingen van afvalwater op het riool blijven vaak buiten beeld

De kwaliteit van het oppervlaktewater in Nederland staat steeds verder onder druk. Onlangs trokken zowel RIWA-Maas als RIWA-Rijn – verenigingen van drinkwaterbedrijven die de rivieren gebruiken voor de productie van drinkwater – aan de bel over de toenemende hoeveelheid schadelijke stoffen die in de rivieren wordt aangetroffen. Een belangrijke oorzaak hiervan zijn lozingen van afvalwater. Met name het lozen van persistente, mobiele en toxische stoffen zoals PFAS vormt een bedreiging voor mens en milieu.

De meeste lozingen van afvalwater vinden plaats op de riolering. Deze indirecte lozingen moeten voldoen aan strenge eisen. Een van de vereisten is dat de stoffen in het afvalwater de werking van een rioolwaterzuiveringsinstallatie (rwzi) niet mogen verstoren. Toch vinden de voor de rioolwaterzuiveringen verantwoordelijke waterschappen steeds vaker stoffen in het water die bij de zuivering moeilijk te verwijderen zijn, zegt Erwin. "Onze rwzi’s hebben het steeds zwaarder te verduren. Dit komt onder meer door stoffen die worden geloosd door bedrijven.

Hoe groot het aandeel van ongewenste stoffen uit bedrijfslozingen precies is, is lastig te zeggen. Het probleem is namelijk dat er weinig grip is op indirecte lozingen.  Gemeenten zijn verantwoordelijk voor indirecte lozingen. De vergunningverlening, het toezicht en de handhaving hebben ze uitbesteed aan omgevingsdiensten. In de praktijk blijkt dat deze taken niet bij elke omgevingsdienst even hoog op het lijstje staan. Dat is niet per se de schuld van de diensten zelf, maar heeft vooral te maken met bestuurlijke prioriteiten. Als gemeenten weinig geld vrijmaken voor de aanpak van lozingen, hebben omgevingsdiensten ook minder middelen voor het inzetten van mensen voor controles en om te investeren in kennis over stoffen."

Een ander probleem is dat omgevingsdiensten allemaal op een andere manier werken. Elke dienst heeft een eigen systeem waarop ze hun data verwerken. Dat maakt het heel lastig om een goed overzicht te krijgen van alle indirecte lozingen, voor zover deze informatie al beschikbaar is.

De Omgevingswet maakt het aanpakken van het probleem er niet eenvoudiger op. De wet geeft bevoegde gezagen meer ruimte om landelijke regels aan te scherpen of uit te breiden. Gemeenten kunnen dat doen in de omgevingsvergunning. Dat klinkt positief, want je kunt beter sturen op stoffen die relevant zijn. Maar dat werkt alleen als waterkwaliteit hoog op de agenda staat.

maandag 21 oktober 2024

80 procent minder medicijnresten door extra zuiveringsstap afvalwater Amstelveen

De rioolwaterzuivering Amstelveen krijgt een extra stap met ozon en koolstof om het afvalwater schoner te maken. Ook worden bacteriën en virussen uit het afvalwater verwijderd met uv-licht. Door de extra stap komt er minder voeding zoals fosfor en stikstof in het water. Ook komt 80% minder medicijnresten terecht in het water dat uit de rioolwaterzuivering naar de rivier de Amstel gaat. Het waterschap wil dat alle 11 rioolwaterzuiveringen voor 2035 deze extra stap hebben.

Medicijnresten komen in het rioolwater via bijvoorbeeld de douche, de keuken en het toilet. Daarna komt dit door de rioolwaterzuivering in het oppervlaktewater terecht. Medicijnresten zijn slecht voor de natuur. Pijnstillers zijn bijvoorbeeld schadelijk voor vissen en door anticonceptiemiddelen kan het geslacht van vissen veranderen. Ook het gedrag van kleine waterkreeftjes en vissen kan veranderen door medicijnen tegen psychose. Ook zitten er veel voedingsstoffen zoals stikstof en fosfor in afvalwater. Voedingsstoffen zorgen ervoor dat algen groeien. Dit maakt het water troebel en dat is slecht voor het leven in de Amstel.

De rioolwaterzuivering maakt het afvalwater in verschillende stappen schoon. Als extra stap bij het schoonmaken voegt het waterschap ozon toe aan het afvalwater. De ozon breekt de medicijnresten af zodat de natuur dit kan verwerken. Daarna worden de medicijnresten en voedingsstoffen met actiefkool uit het afvalwater gehaald. Bij de laatste stap worden bacteriën en virussen uit het schone water gehaald met uv-licht.

vrijdag 18 oktober 2024

'Banken blijven de plasticproductie financieren'

De meeste commerciële banken zijn blind voor de risico's die gepaard gaan met de financiering van bedrijven in de toeleveringsketen van plastic, met name de schadelijke invloed van plastic op het klimaat, de natuur, de menselijke gezondheid en gemeenschappen. Als gevolg daarvan hebben maar heel weinig banken beleid om effectief met deze risico's om te gaan, laat staan om financiering voor de plasticindustrie helemaal uit te sluiten.

Dit is de belangrijkste conclusie van een eerste beoordeling van het beleid van banken met betrekking tot plastic, uitgevoerd door de Plastic Banks Tracker, een initiatief van Profundo, BankTrack en de Plastic Soup Foundation.

Uit een nieuwe website die vandaag is gepubliceerd, www.plasticbankstracker.org, blijkt dat geen van de twintig onderzochte banken als toonaangevend kan worden beschouwd. Slechts twee banken scoren redelijk goed op Erkenning en Betrokkenheid.

Het Duitse ProCredit kwalificeert in onze ranglijst als een gematigde presteerder, terwijl de Nederlandse bankgroep ING wordt gezien als een volger.

Teleurstellend genoeg scoren de andere 18 banken als achterblijvers. Sommige van deze banken, zoals Mitsubishi UFJ, Barclays en BNP Paribas, hebben relevant beleid op het gebied van bijvoorbeeld klimaatverandering, natuurbescherming of gezondheid en gemeenschappen. Maar omdat het hen ontbreekt aan de juiste erkenning van en betrokkenheid bij de plasticcrisis, kan niet van hen worden verwacht dat ze dit beleid strikt implementeren in hun financieringsrelaties met bedrijven in de plasticlevenscyclus.

donderdag 17 oktober 2024

Politie stoot minder CO2 uit in 2023

De politie heeft het afgelopen jaar minder CO2 uitgestoten. Dat blijkt uit de CO2-voetafdruk 2023. ‘Onze CO2-voetafdruk is met 4,8 procent gedaald naar een totaal van 156 miljoen kilogram CO2’, vertelt projectleider Koen Gerats van Team Duurzaamheid. ‘Dit staat gelijk aan ruim 272.000 retourvluchten tussen Schiphol en Rome. We zijn goed bezig om te bezuinigen op energie, maar voor vervoer is er nog werk aan de winkel.’

Een CO2-voetafdruk is de totale hoeveelheid broeikasgassen die de politie als organisatie op jaarbasis uitstoot. Denk aan het energieverbruik van panden, het wagenpark en de vaartuigen en luchtvaartuigen,

De CO2-uitstoot van de politiepanden is vorig jaar gedaald met 14 procent ten opzichte van 2022. Dat komt neer op 11,5 miljoen kg CO2, vergelijkbaar met meer dan 20.000 retourvluchten van Schiphol naar Rome. Het gemiddelde energielabel van onze panden ging van een C naar een B, en er werd 6.322 m2 zonnepanelen aangelegd. We kopen meer groene elektriciteit in, waardoor de CO2-uitstoot omlaaggaat. Daarnaast willen we nog meer energie besparen met duurzaam onderhoud en het renoveren van panden.’

De uitstootcijfers van het wagenpark zijn voor het jaar 2023 nauwelijks veranderd. De toevoeging van meer elektrische dienstvoertuigen moet ook deze cijfers de komende jaren laten dalen. De uitstootcijfers van vervoer in het algemeen zijn wel gestegen, voornamelijk door het hogere aantal vliegkilometers (meer dan 1,5 keer het aantal van vorig jaar). Dit aantal is bovendien hoger dan voor de coronaperiode.

In 2030 moet de politie, in lijn met Europese klimaatwetgeving, als organisatie 60 procent minder CO2 uitstoten dan dat ze in 1990 deed, benadrukt Gerats. ‘Om dit te halen focust Team Duurzaamheid op vier bedrijfsvoeringonderdelen: vervoer, huisvesting, facilitaire services en informatievoorziening. Voor die onderdelen zijn routekaarten opgesteld om als organisatie deze doelen te bereiken. Denk bijvoorbeeld aan het verminderen van dataverbruik, hergebruiken van materialen voor uniformen en zonnepanelen op de daken van onze panden.’

woensdag 16 oktober 2024

NVWA waarschuwt voor producten met mogelijk kankerverwekkend ingrediënt tongkat ali

De Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) waarschuwt consumenten om verboden kruidenpreparaten met het ingrediënt tongkat ali niet te gebruiken omdat deze mogelijk kankerverwekkend kunnen zijn. Producten met dit ingrediënt worden vaak verkocht als middel voor een beter seksleven. De NVWA heeft de verkopers opgedragen te stoppen met de verkoop en de middelen uit de handel te halen. Daarnaast heeft de NVWA boetes opgelegd aan de verkopers.

Tongkat ali is een plant die wordt gebruikt in kruidenpreparaten. Kruidenpreparaten met tongkat ali waren voor 15 mei 1997 niet of nauwelijks verkrijgbaar op de Europese markt. Daarom zijn het wettelijk gezien ‘nieuwe voedingsmiddelen’ of ‘novel foods’. De Europese Autoriteit voor Voedselveiligheid (EFSA) heeft geconcludeerd dat tongkat ali genotoxisch is en daarmee mogelijk kanker kan veroorzaken. Daarom zijn kruidenpreparaten op basis van deze plant verboden in de Europese Unie. Naar aanleiding van meldingen van andere lidstaten over de verkoop van producten met tongkat ali in Nederland startte de NVWA een onderzoek.

In juni en juli voerde de NVWA controles uit op de verkoop van producten met tongkat ali in Nederland. In totaal inspecteerde de NVWA 16 bedrijven. Bij 10 van deze bedrijven troffen inspecteurs producten met tongkat ali aan. In totaal ging het om 11 verschillende producten. Deze zijn in bewaring genomen en vernietigd.

Daarnaast bleek uit het onderzoek dat er ook een aantal buitenlandse bedrijven producten met tongkat ali verhandelden in Nederland. Bij twee online winkels werden vier verschillende producten verkocht met tongkat ali. Bij drie online platforms ging het om ruim 230 verschillende producten. De namen van deze bedrijven zijn door de NVWA gemeld aan de landen waar deze bedrijven gevestigd zijn, zodat zij de handel in deze producten konden stoppen.

Via buitenlandse webshops is het mogelijk om producten met tongkat ali te kopen. Omdat deze producten mogelijk kankerverwekkend zijn raadt de NVWA consumenten af deze middelen te gebruiken. Check daarom altijd de ingrediëntenlijst op de verpakking. Daarnaast vraagt de NVWA aan consumenten om melding te maken wanneer tongkat ali wordt aangeboden in een Nederlandse winkel of webshop. Melding maken kan via dit formulier. Bijwerkingen van dergelijke producten kunnen gemeld worden bij Bijwerkingencentrum Lareb. Dat is het meld- en kenniscentrum voor bijwerkingen van onder meer geneesmiddelen, vaccins en voedingssupplementen.

dinsdag 15 oktober 2024

Overheidsaanpak verduurzaming nu ook voor kleinere uitstoters

Alco Energy is de volgende in een reeks van industriële bedrijven dat via de maatwerkaanpak van het Rijk haar ambities om te verduurzamen kracht bij zet. Een dezer dagen ondertekende het bedrijf, het ministerie van Klimaat en Groene Groei (KGG) en de provincie Zuid-Holland een intentieverklaring, waarmee Alco Energy uitspreekt dat ze tussen 2020 en 2030 hun CO2-uitstoot met 70 procent en hun stikstofuitstoot met 10 procent verminderen. Alco Energy is daarmee het eerste Zuid-Hollandse bedrijf dat niet behoort tot de 20 grootste uitstoters waarmee we als Rijk en provincie een intentieverklaring ondertekenen.

Het ministerie van economische zaken en klimaat, nu het ministerie van Klimaat en Groene Groei, heeft in het voorjaar van 2022 het maatwerktraject verduurzaming industrie opgestart. Dit traject heeft tot doel om met de 20 grootste uitstoters van CO2, afspraken te maken om tot versnelde emissiereductie te komen zodat de 2030 doelen van het Klimaatakkoord worden behaald. Het ministerie van Klimaat en Groene Groei heeft eind 2023 aangekondigd de maatwerkpak ook aan te gaan bieden aan enkele bedrijven die niet tot de grootste industriële uitstoters behoren. Alco Energy is één van deze bedrijven.

Deze intentieverklaring is een belangrijke stap richting een bindende maatwerkafspraak tussen de overheid en Alco Energy. In de volgende fase gaat de overheid samen met het bedrijf onderzoeken wat de knelpunten zijn voor verduurzaming van van het bedrijf en op welke manier de overheid een rol kan spelen om deze weg te nemen. Bijvoorbeeld door de mogelijkheden te onderzoeken voor het versnellen van vergunningverleningsprocessen en het verkennen van subsidiekaders die essentieel zijn voor de succesvolle uitvoering van transitieprojecten.

De uiteindelijke verduurzamingsprojecten van Alco Energy worden uitgewerkt in concrete plannen. Die plannen worden beoordeeld door een onafhankelijke adviescommissie, waarna ze worden vastgelegd in een Joint Letter of Intent.

maandag 14 oktober 2024

'Te weinig kennis bij diensten die moeten toezien op afvallozingen van bedrijven'

In veel regio's hebben de mensen die in de gaten moeten houden of bedrijven illegaal giftige stoffen in het afvalwater lozen, onvoldoende kennis van zaken. Dat blijkt uit onderzoek van de regionale omroepen en de NOS.

Nederland kent 28 omgevingsdiensten. De regionale diensten controleren of risicovolle bedrijven, zoals Tata Steel en Chemours, zich aan de milieuregels houden. Ook zien ze toe op lozingen van bijvoorbeeld PFAS, het saneren van asbest en de milieuregels in de bouw en agrarische sector.

Omgevingsdiensten zijn verplicht jaarlijks te rapporteren over hun kwaliteitscriteria. Uit onderzoek van de regionale omroepen en de NOS blijkt dat omgevingsdiensten Veluwe, Brabant Noord en Twente dit de afgelopen jaren niet hebben gedaan.

vrijdag 11 oktober 2024

'Breng Kooksgasfabriek 2 Tata Steel in overeenstemming met de geldende regels'

De Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied (OD NZKG) heeft Tata Steel een voornemen tot aanzegging gestuurd, dat inhoudt dat Tata Steel de gelegenheid krijgt de Kooks- en gasfabriek (KGF 2) in overeenstemming te brengen met de geldende regels.

De OD NZKG voert in mandaat van Gedeputeerde Staten van Noord-Holland taken uit op het gebied van toezicht en handhaving. Gedeputeerde Staten (GS) onderschrijven de beslissing van de OD NZKG om een voornemen tot aanzegging naar Tata Steel te sturen.

De OD NZKG is in 2022 met het opleggen van een nieuwe Last onder Dwangsom voor ‘rauwe kooks’ ook een onderzoek begonnen naar de mogelijkheden voor het intrekken van de vergunning van de KGF2. De Omgevingswet schrijft voor dat een vergunning van een bedrijf slechts onder strikte omstandigheden kan worden ingetrokken. In het geval van overtredingen van een vergunning, zijn bovendien bepaalde formele stappen vereist. In het geval van overtredingen wordt een bedrijf eerst in de gelegenheid gesteld om de activiteiten alsnog in overeenstemming te brengen met de geldende. Daarbij is de eerste stap een ‘voornemen tot aanzegging’.

Het staalbedrijf heeft nu de mogelijkheid met een zienswijze een visie te geven op het voornemen. De OD NZKG zal deze zienswijze beoordelen en meenemen in de volgende te nemen stap.

De vervolgstap na de beoordeling van de zienswijze, is de (mogelijke) aanzegging. De zienswijze van Tata Steel zou kunnen leiden tot een aanpassing van de aanzegging of zelfs tot het achterwege laten ervan. Indien de OD NZKG beslist de aanzegging te versturen, wordt Tata Steel eerst in de gelegenheid gesteld overtredingen te beëindigen. Tata Steel zal worden gevraagd, binnen 6 weken na ontvangst van het voornemen, een plan van aanpak op te stellen en in te dienen waarin het staalbedrijf tot in detail beschrijft op welke manier de KGF 2 op orde wordt gebracht.  

donderdag 10 oktober 2024

Onderzoek Deltares leidt niet tot herkomst dinoterb

Kennisinstituut Deltares heeft geen bron gevonden voor de stof dinoterb die was gevonden in het gebied van HHNK. Er zijn geen aanwijzingen gevonden dat het middel nog in gebruik is. Ook blijken uit de data-analyse geen duidelijke fouten in de data. Dat concludeert het onafhankelijke kennisinstituut op basis van grondig onderzoek naar mogelijke verklaringen en bronnen voor de stof, dat het instituut deed. Deltares beveelt aan nog drie mogelijkheden te onderzoeken. HHNK gaat aan de slag met deze aanbevelingen en blijft vol inzetten op waterkwaliteit.

Jos Beemsterboer, portefeuillehouder integraal waterbeheer landelijk gebied bij HHNK: 'De aanwezigheid van een verboden stof zoals dinoterb, jaren nadat de stof niet meer gebruikt is, maakt eens te meer duidelijk hoe belangrijk het is om met alle partijen te blijven werken aan de waterkwaliteit. Dat is een gezamenlijke opgave. Waarbij het uitgangspunt wat ons betreft moet zijn: wat er niet in komt, hoeft er ook niet uit. HHNK gaat onverminderd door met de aanpak van de Kaderrichtlijn Water (KRW) en zet in op bronaanpak, het voorkomen van vervuiling en reductie. Daarnaast is een extra impuls voor waterkwaliteit in voorbereiding. HHNK zal partijen hierbij nadrukkelijk aanspreken op hun rol.'

FHHNK heeft als ambitie dat in 2027 al het water in zijn beheergebied schoon en gezond is en voldoet aan de KRW-normen. Dat is een stevige uitdaging en niet geheel haalbaar. Het is sterk afhankelijk van onder andere de voedselrijkheid, met de natuurlijke stoffen stikstof en fosfor. Ook speelt de historische belasting van de bodem mee bij de opgave om de doelen te halen. Sinds 2009 werkt HHNK al volop aan de gezamenlijke opgave van de KRW om de waterkwaliteit te verbeteren. Door onder andere de invloed van landbouw en andere menselijke activiteiten op het water te minimaliseren en de vismigratie te bevorderen. De afgelopen twee jaar is er een breed politiek en maatschappelijk besef gegroeid dat er meer nodig is om de KRW-doelen in 2027 te halen. Daarom bereidt HHNK een extra pakket maatregelen voor. Zwaarwegend in deze maatregelen zijn onder andere het verminderen van emissies, het actualiseren van de herkomst van stoffen als stikstof en fosfor, het verminderen van indirecte lozingen en uiteraard de inzet van het eigen instrumentarium.

woensdag 9 oktober 2024

Veel belangstelling voor Luchtmeetnet Flevoland

Meer dan 1.000 Flevolandse inwoners hebben zich in de afgelopen periode aangemeld voor een luchtmeetkastje. Provincie Flevoland en gemeentes zochten 200 deelnemers die bereid zijn een kastje aan hun woning te hangen om de fijnstof in de lucht te meten. Op vrijdag 4 oktober ontvangen de 200 deelnemers die geselecteerd zijn bericht over waar en wanneer zij het meetkastje kunnen ophalen.

De luchtmeetnetkastjes komen niet alleen bij woningen te hangen, maar ook bij bedrijven, scholen en instellingen. Zo zijn er inmiddels al twee meetkastjes geplaatst bij het Provinciehuis in Lelystad.

Midden augustus riep de provincie samen met de gemeenten haar inwoners op om zich aan te melden voor het luchtmeetnet Flevoland. Een 3-jarig project waarmee Flevolanders inzicht krijgen in de luchtkwaliteit in hun directe leefomgeving. De belangstelling was zo overweldigend groot de aanmeldtermijn moest worden ingekort.

De projectgroep heeft uit de duizenden aanmeldingen een selectie gemaakt. Hierbij is gekeken naar een goede verspreiding over de provincie. Maar ook naar een representatieve afspiegeling per gemeente.

Luchtmeetnet Flevoland is een samenwerking tussen provincie Flevoland, het RIVM, TNO, GGD Flevoland, Natuur- en Milieufederatie Flevoland, gemeente Almere, gemeente Lelystad, gemeente Dronten, gemeente Noordoostpolder, gemeente Zeewolde, gemeente Urk en provincie Zuid-Holland. Al deze partijen maken zich samen sterk voor een goede luchtkwaliteit, door de hoeveelheid stikstof in Flevoland letterlijk en figuurlijk in kaart te brengen.

dinsdag 8 oktober 2024

Climate Event van de Universiteit Twente

Op 5 november 2024 verwelkomt TU Twente bezoekers op de eerste editie van het Climate Event. Deelname geeft je toegang tot een breed scala aan inspirerende sprekers, een kijkje in het nieuwste onderzoek en innovatie op de UT, en netwerkmogelijkheden met meer dan 200 onderzoekers, professionals uit het bedrijfsleven, beleidsmakers en studenten. 

Met het Climate Event wil men samenwerking aanjagen voor het ontwikkelen van oplossingen die we dringend nodig hebben om het klimaatprobleem aan te pakken.

Het Climate Event biedt een gevarieerd en inspirerend programma, plus volop netwerkmogelijkheden om in contact te komen met onze experts op het gebied van klimaatgerelateerde onderwerpen. Met trots kondigen we onze toonaangevende keynote sprekers aan: Derk Loorbach, directeur van DRIFT, en Valerie Trouet, directeur van het Belgisch Klimaatcentrum. Doe mee aan thematische parallelsessies over energie, weersextremen, slimme duurzame industrie en meer, en ontdek het baanbrekende onderzoek en de innovatie die plaatsvindt op de Universiteit Twente op de postermarkt. Last but not least kun je collega-onderzoekers en professionals uit de industrie ontmoeten tijdens een lunch en borrel om mogelijkheden tot samenwerking te ontdekken.

maandag 7 oktober 2024

Steden gaan door met zero-emissiezones

Het kabinet heeft besloten om niet langer tegen de invoering van zero-emissiezones in binnensteden te vechten. Dit betekent dat vanaf januari 2025 in veertien Nederlandse steden geen bedrijfsauto’s op brandstof meer mogen rijden in bepaalde delen van de binnenstad. Er zijn echter wel diverse uitzonderingen mogelijk.

Aanvankelijk wilde het kabinet-Schoof de invoering van deze zero-emissiezones uitstellen, zoals vermeld in het regeerprogramma. Het kabinet wil dat binnensteden toegankelijk blijven voor ondernemers, die vrezen dat ze veel geld kwijt zullen zijn aan nieuwe elektrische bestelbusjes.

Na overleg met de gemeenten heeft staatssecretaris Jansen van Openbaar Vervoer en Milieu zijn bezwaren ingetrokken. Tijdens dit overleg, dat gisteren plaatsvond, gaven de betrokken gemeenten aan dat ze hun plannen voor de invoering van deze zones ongewijzigd doorzetten, ondanks de wensen van het kabinet.

De staatssecretaris (PVV) heeft besloten om niet langer tegen te werken en het beleid van het vorige kabinet-Rutte voort te zetten. De wethouders willen dat Jansen dit ook aan de Tweede Kamer laat weten, wat hij binnenkort zal doen.

Dit zijn de veertien steden waar de zones vanaf 1 januari zullen bestaan:

Betrokkenen op het ministerie van Infrastructuur zijn al langer verbaasd over de passage in het regeerprogramma waarin het kabinet stelt de zero-emissiezones te willen uitstellen. Het Rijk heeft hier namelijk geen zeggenschap over; gemeenten mogen zelf beslissen over de instelling van zo’n zone.

In het regeerprogramma staat dat het kabinet de uitzonderingen voor ondernemers landelijk wil regelen. Dit is echter al gebeurd. Op een landelijke website is te vinden welke ontheffingen er zijn, en deze gelden in alle veertien gemeenten die met de zero-emissiezones beginnen. Ook zijn landelijk al afspraken gemaakt over overgangsmaatregelen en uitzonderingen.

Uit een rondgang van de NOS blijkt dat naast de vier grote steden ook andere steden, zoals Assen, Delft, Den Bosch, Tilburg, Maastricht en Gouda, geen reden zagen om hun plannen te wijzigen naar aanleiding van de passage in het regeerprogramma.

vrijdag 4 oktober 2024

Meer meetpunten nodig om effecten stikstofdepositie op natuur beter in beeld te krijgen

Het RIVM volgt sinds 2020 de effecten van luchtvervuilende stoffen in een aantal natuurgebieden in Nederland. Dit meetnet Integrale Milieumonitoring in Natuur (IMN) meet naast de concentraties van vervuilende stoffen in de lucht, ook de verzuring van de bodem en de hoeveelheid voedingsstoffen (vermesting) in het grondwater. Uit deze metingen blijkt dat er nog steeds verzuring en vermesting plaatsvindt. Er zijn meer meetpunten en meetgegevens nodig om voor heel Nederland de kwaliteit van de natuur in kaart te brengen.  

De IMN-meetpunten zijn verspreid over verschillende Natura 2000-gebieden, vooral in Drenthe, Friesland en Noord-Brabant. Op deze plekken blijkt dat er nog steeds verzuring en vermesting plaatsvindt. Voor een goed beeld van de kwaliteit van de natuur in heel Nederland zijn op meer plekken metingen nodig. Verder zijn er ook gegevens nodig over welke planten in deze gebieden groeien en de ontwikkeling daarin. Daarnaast moet op een andere manier gemeten worden, zodat de metingen te vergelijken zijn met de Europese standaard.

De IMN-meetpunten liggen voor een deel in dezelfde natuurgebieden als het voormalige Trendmeetnet Verzuring (TMV (Trendmeetnet Verzuring)). Uit dit meetnet bleek dat de kwaliteit van het bovenste grondwater onder natuurgebieden in 2014 beter was dan in de jaren negentig van de vorige eeuw. Wel was er nog steeds sprake van verzuring en vermesting, al gingen deze processen langzamer dan ervoor. De hoeveelheid stikstof die op de bodem viel was gedaald, maar wel nog steeds hoger dan de norm die daarvoor bestaat (de kritische depositiewaarde, KDW).  

De IMN-metingen op deze locaties sinds 2020 laten zien dat de KDW nog vaak wordt overschreden. Ook vindt er nog steeds verzuring en vermesting plaats. 

donderdag 3 oktober 2024

Amersfoort eerste grote stad met stookverbod

In Amersfoort mag voortaan niet meer altijd de houtkachel aan. De gemeente stelt een stookverbod voor houtkachels in nadat het meldingen had gekregen van bewoners dat rook huizen binnendrong. Amersfoort is de eerste grote stad met zo'n stookverbod.

Inwoners met longaandoeningen zoals COPD en astma hebben namelijk last van houtrook en kunnen daardoor niet goed ademen. Daar hebben zij meer hinder op momenten dat er gestookt wordt.

Als de zogeheten stookwijzer op code rood of oranje staat, is stoken verboden. Wanneer deze op code geel staat, is het wel toegestaan om de houtkachel aan te steken.

Alleen bij een melding van ongeoorloofd stoken gaat de handhaving bij een overtreder op bezoek.

woensdag 2 oktober 2024

Meeste microplastics in milieu door slijtende banden, plastic afval en plastic korrels uit industrie

Er komen steeds meer heel kleine stukjes plastic in het milieu terecht. Deze microplastics komen vooral van banden die slijten, plastic afval en plastic korrels die de industrie als grondstof gebruikt. Dat blijkt uit onderzoek van het RIVM.

Microplastics zijn schadelijk voor het milieu. Ze komen voor het grootste deel (80 procent) terecht in de bodem, maar ook in de lucht en het water. Het RIVM onderzocht welke maatregelen op korte termijn effectief kunnen zijn om de uitstoot te verminderen. Waar mogelijk minder plastic gebruiken ligt het meest voor de hand.  

Het RIVM heeft nu een completer overzicht waar deze deeltjes (kleiner dan 5 millimeter) voor het grootste deel vandaan komen. Ook stelt het RIVM maatregelen voor die effectief kunnen zijn om de uitstoot te verminderen. Wel is er verder onderzoek nodig om te kijken hoe haalbaar deze maatregelen zijn. Dus of ze technisch zijn uit te voeren en of er draagvlak voor is in de samenleving en de industrie. Dit vervolgonderzoek helpt bij het prioriteren van de maatregelen.

Het ligt voor de hand dat maatregelen die de uitstoot verminderen, het meeste effect hebben. Consumenten, de landbouw en industrie kunnen waar mogelijk minder plastic gebruiken. Dit is niet altijd effectief. In sommige gevallen kan plastic namelijk minder schadelijk zijn voor het milieu dan alternatieven als papier of katoen. Extra regelgeving zou kunnen voorkomen dat de korrels waarvan plastic producten worden gemaakt in bodem of water terecht komen. Dit gebeurt tijdens transport of bij bedrijven. De slijtage van banden kan worden tegengegaan, bijvoorbeeld door betere banden te ontwikkelen. Verder helpt het om het afvoerwater van wegen, waarin deze microplastics terechtkomen, te zuiveren. Deze zuivering vindt al plaats rond steden, maar niet rond wegen in gebieden daarbuiten.

dinsdag 1 oktober 2024

Nederlandse hostingproviders verkleinen CO2- voetafdruk

Duurzame of groene hosting lijkt op het eerste gezicht tegenstrijdig, aangezien websites en apparaten een aanzienlijke hoeveelheid energie verbruiken. Toch zijn er hostingproviders die duurzaamheid centraal stellen, door energie te besparen en innovatieve methoden te gebruiken om hun CO2-voetafdruk te verkleinen.

Joep van Dongen van Hostingvergelijker.nl: 'Ook in Nederland is het mogelijk om voor een hostingprovider te kiezen die niet alleen zorgt voor de veiligheid van data, maar ook actief bijdraagt aan een duurzamer internet.'

Hoewel duurzaamheid tegenwoordig in veel sectoren centraal staat, blijft het energieverbruik van het internet onderbelicht. Datacenters, waar websites en gegevens worden gehost, dragen voor 3,7 procent bij aan de totale wereldwijde CO2-uitstoot. Dit is meer dan de luchtvaartindustrie. Een gemiddelde website met 10.000 maandelijkse bezoekers veroorzaakt dezelfde CO2-uitstoot als een auto die 8.000 kilometer aflegt. Initiatieven zoals het Web Neutral Project schatten zelfs dat het internet verantwoordelijk is voor 10% van het wereldwijde elektriciteitsverbruik.

Green Web Foundation werkt aan een volledig fossielvrij internet tegen 2030. Ze beheren de grootste open dataset van websites die op groene energie draaien en bieden tools aan om de milieu-impact van digitale diensten te monitoren. Websites die op duurzame wijze worden gehost, kunnen dit aantonen met een badge van de Green Web Foundation.