vrijdag 30 mei 2025

Asbest en chemische vervuiling op terrein voormalige AAF-fabriek Emmen

Het terrein van de voormalige AAF-fabriek in Emmen kampt volgens RTV Drenthe met ernstige vervuiling door asbest en chemische stoffen. De fabriek, die luchtfilters produceerde, is inmiddels gesloten, maar de gevolgen van de vervuiling zijn nog steeds merkbaar.

In de fabriek werd gebruikgemaakt van formaldehyde, een kankerverwekkende stof die in de lijm zat waarmee filterdoeken werden vervaardigd. Medewerkers werden jarenlang blootgesteld aan concentraties formaldehyde die tot 22 keer hoger lagen dan de wettelijke grenswaarden. Ondanks waarschuwingen in 1999, 2008 en 2010 werden er geen adequate maatregelen genomen om de blootstelling te verminderen. Pas in oktober 2017 greep de Inspectie SZW in en sloot de betreffende afdeling van de fabriek. In 2021 werden twee oud-leidinggevenden veroordeeld tot voorwaardelijke celstraffen en taakstraffen vanwege nalatigheid.      

Naast de chemische vervuiling is er sprake van asbestvervuiling op het terrein. Asbestvezels kunnen vrijkomen door verwering van asbestdaken, vooral onder invloed van regenwater. Deze vezels kunnen zich verspreiden naar de bodem en het oppervlaktewater, wat gezondheidsrisico’s met zich meebrengt. De provincie Drenthe benadrukt het belang van het verwijderen van asbestdaken om verdere verspreiding te voorkomen. 

woensdag 28 mei 2025

Liander ondervindt problemen door Gelderse stikstofzones

Netbeheerder Liander ondervindt aanzienlijke problemen bij twaalf hoogspanningsprojecten in Gelderland vanwege nieuwe stikstofmaatregelen van de provincie. Gelderland heeft een zone van 500 meter rond stikstofgevoelige Natura 2000-gebieden ingesteld waarin anderhalf jaar lang geen nieuwe activiteiten zijn toegestaan die ammoniak of stikstofoxiden uitstoten. Deze maatregel is bedoeld om de stikstofuitstoot op de Veluwe en andere natuurgebieden tegen 2035 met 60 tot 70 procent te verminderen.

Liander heeft in een brief aan gedeputeerde Ans Mol van de BBB aangegeven dat deze beperkingen hun wettelijke verplichtingen onder de Elektriciteitswet 1998 in gevaar brengen. De provincie maakt slechts uitzonderingen voor projecten van ‘groot openbaar belang’, zoals dijkversterkingen en defensieactiviteiten, en voor activiteiten die maximaal anderhalf jaar duren. Liander’s projecten, zoals de aanleg van onderstations en 50kV-verbindingen, vallen hier niet onder vanwege hun langere doorlooptijd.

De provincie heeft deze zones ingesteld om juridische risico’s te beperken, met name met betrekking tot PAS-melders die sinds 2019 zonder natuurvergunning opereren. Door strengere zones in te stellen, hoopt Gelderland beter bestand te zijn tegen handhavingsverzoeken van actiegroepen. Liander dringt aan op een heroverweging van deze maatregelen om de noodzakelijke uitbreiding van het elektriciteitsnet mogelijk te maken.

dinsdag 27 mei 2025

'Aai hond of kat niet na behandeling met antivlooienmiddel'

Waterschap Rijnland laat weten dat het bestrijdingsmiddel imidacloprid in oppervlaktewater hoogstwaarschijnlijk afkomstig is van antivlooienmiddelen gebruikt voor huisdieren. Door voorzichtiger met antivlooienmiddelen om te springen kunnen de risico’s voor mens en waterleven worden beperkt.

Imidacloprid is een zogenaamde ‘neonicotinoïde’ en heeft schadelijke effect op bijen en andere insecten. Dit middel is al jaren verboden in de landbouw. Desondanks blijven de concentraties van deze stof in het oppervlaktewater hoog, met name in de buurt van afvalwaterzuiveringen. Dit betekent dat imidacloprid waarschijnlijk ook via het huishoudelijk afvalwater in het oppervlaktewater terechtkomt. De stof is moeilijk af te breken bij de zuivering van het rioolwater.

Imidacloprid zit in ‘spot-on's’, halsbanden en speciale shampoos om vlooien te bestrijden bij honden en katten. De stof komt na behandeling via urine, haren of andere onbedoelde manieren in het milieu terecht. Dat heeft schadelijke effecten voor het waterleven. Bij mensen kan imidacloprid de slijmvliezen, de huid en de ogen irriteren. Bij wie hier gevoelig voor is kan dit leiden tot een allergische reactie.

Voorzichtig omgaan met antivlooienmiddelen met imidacloprid kan de risico’s voor het milieu én mensen beperken. Bijvoorbeeld door een hond of kat na een behandeling niet te aaien totdat de behandelde plek droog is en niet meer zichtbaar is. En door niet in één bed met het huisdier te slapen als deze net behandeld is.

Verder is het verstandig honden niet te laten zwemmen met hun vlooienband, of in de dagen nadat ze een shampoobeurt met imidacloprid hebben gehad. Uitgekamde haren van de hond of kat moeten worden verzameld en weggegooid bij het restafval en niet worden achtergelaten in de tuin of in de natuur. Resten anti-vlooienmiddelen kunnen worden ingeleverd bij het klein chemisch afval of bij de dierenarts.


maandag 26 mei 2025

Staalslakken aangetroffen in Muiden

In de Nederlandse gemeente Muiden zijn op diverse locaties staalslakken aangetroffen, een bijproduct van de staalindustrie dat als verhardingsmateriaal wordt gebruikt. Na meldingen van gezondheidsklachten zoals bloedneuzen, geïrriteerde ogen en ademhalingsproblemen onder bewoners, heeft de gemeente besloten tot het verwijderen van deze materialen op plekken waar kinderen spelen.

Staalslakken, vaak afkomstig van Tata Steel, worden in Nederland op veel plaatsen toegepast, waaronder in woonwijken, speeltuinen en begraafplaatsen. Hoewel het gebruik ervan legaal is, blijkt uit onderzoek dat bij onjuist gebruik gezondheids- en milieurisico’s kunnen ontstaan.

In Muiden, met name in de wijk De Krijgsman, zijn staalslakken aangetroffen op meerdere locaties, waaronder hofjes, paden en nabij speeltuinen. De producent van het gebruikte materiaal, Graustabiel, raadt inmiddels het gebruik op plekken met veel direct contact, zoals speelplaatsen, af.

De gemeente Gooise Meren heeft aanvullende onderzoeken gestart en houdt het grind voorlopig nat om verspreiding van stofdeeltjes te voorkomen.

vrijdag 23 mei 2025

Flevolanders meten zelf fijnstof in de buurt

In Flevoland nemen honderden inwoners actief deel aan het Luchtmeetnet Flevoland, een initiatief waarbij burgers zelf de luchtkwaliteit in hun omgeving meten. Met behulp van sensoren verzamelen zij gegevens over fijnstofconcentraties, die vervolgens worden gedeeld via een online platform. Deze burgerwetenschap stelt bewoners in staat om inzicht te krijgen in de luchtkwaliteit van hun directe leefomgeving.

Hoewel deze metingen waardevolle informatie opleveren, is het belangrijk te begrijpen wat precies wordt gemeten. Fijnstof bestaat uit deeltjes in de lucht die kleiner zijn dan 10 micrometer, zoals PM10 en PM2.5. Deze deeltjes kunnen afkomstig zijn van verkeer, industrie, houtstook en natuurlijke bronnen zoals pollen. De sensoren meten de hoeveelheid deeltjes in de lucht, maar geven geen informatie over de chemische samenstelling of de exacte herkomst ervan.

De verzamelde data wordt gebruikt om patronen en trends in de luchtkwaliteit te analyseren. Zo kunnen bewoners bijvoorbeeld zien hoe de luchtkwaliteit varieert gedurende de dag of bij bepaalde weersomstandigheden. Hoewel de metingen niet dezelfde nauwkeurigheid hebben als professionele meetstations, bieden ze toch waardevolle inzichten en vergroten ze het bewustzijn over luchtvervuiling.

donderdag 22 mei 2025

Zure bodem bedreigt Utrechtse Heuvelrug

De Utrechtse Heuvelrug wordt ernstig bedreigd door verzuring van de bodem, een proces dat schadelijk is voor zowel flora als fauna in het gebied. De verzuring tast de gezondheid van bomen aan, wat leidt tot sterfte, en veroorzaakt bij vogels botverzwakking, resulterend in gebroken poten.

De verzuring van de bodem wordt voornamelijk veroorzaakt door stikstofneerslag, afkomstig van landbouw, verkeer en industrie. Deze stikstof komt via regen in de bodem terecht, waar het de pH-waarde verlaagt. Een zure bodem vermindert de beschikbaarheid van essentiële mineralen zoals calcium en magnesium, die cruciaal zijn voor de gezondheid van planten en dieren.

Om de verzuring tegen te gaan, worden verschillende maatregelen overwogen: Het toevoegen van kalk aan de bodem kan de pH-waarde verhogen en de beschikbaarheid van mineralen verbeteren. Het verminderen van stikstofuitstoot door landbouw en verkeer is essentieel om verdere verzuring te voorkomen. Het aanplanten van kalkminnende planten kan helpen bij het stabiliseren van de bodem.

De situatie op de Utrechtse Heuvelrug benadrukt de noodzaak van geïntegreerde milieubeheerstrategieën om de gezondheid van ecosystemen te behouden.

woensdag 21 mei 2025

Nieuw kabinetsplan leidt nog niet tot snelle emissiereductie

In april presenteerde het kabinet nieuwe maatregelen om de stikstofuitstoot te verminderen. De kabinetsplannen bestaan uit een ‘startpakket’, dat moet voorzien in een nieuwe structuur voor vergunningverlening in combinatie met emissieverlaging en natuurherstel.

Om in kaart te brengen wat de kosteneffectiviteit is van verschillende maatregelen in de melkveehouderij heeft ABN AMRO een update gepubliceerd van het onderzoek ‘Pragmatische aanpak stikstofcrisis’ dat zij in 2022 liet verrichten door het CLM onderzoek en advies. Hierin concludeert zij dat een combinatie van maatregelen nodig is om een beoogde reductie van 42 tot 46 procent van de stikstofuitstoot ten opzichte van 2019 te bereiken.

Op donderdag 22 mei bespreekt de Tweede Kamercommissie voor Landbouw het principe van doelsturing, waarbij stikstofdoelen naar bedrijfsniveau worden vertaald.
 
Veel melkveehouders kunnen relatief eenvoudig stikstofemissies reduceren door slimme aanpassingen in de bedrijfsvoering. ABN AMRO heeft de kosteneffectiviteit van stikstofreductie per categorie maatregelen in kaart gebracht. Zo kosten managementmaatregelen, zoals weidegang, eiwitarmer voeren of minder jongvee aanhouden, relatief weinig geld. Bovendien kunnen zulke aanpassingen zonder overheidssteun worden uitgevoerd.

Er is echter één nadeel, benadrukt ABN AMRO. Zolang de juridische inbedding van deze maatregelen ontbreekt, bieden ze voor melkveehouders geen zekerheid. Pas wanneer de overheid inzet op doelsturing en reductie juridisch erkent, kunnen deze maatregelen perspectief bieden. Op dit moment zijn technische innovaties ‘second best’ en breed inzetbaar. Voorbeelden hiervan zijn mestvergisting, de LelySphere1 of het CowToilet. De reductiekosten bij zulke innovaties bedragen tussen de 5 en 31 euro per kg stikstof per jaar. Wel blijft ook hier de juridische erkenning van sommige innovaties een uitdaging. Erg kostbaar voor het Rijk, maar wel een zeker slot op de emissiedeur (43 tot 49 euro per kg stikstof per jaar) is het opkopen van bedrijven. Omdat het om een kleine groep bedrijven gaat, is de totale impact hiervan echter beperkt, verwacht ABN AMRO.

In de praktijk is op bedrijfsniveau een combinatie van maatregelen het meest kansrijk om tot de gewenste reductie van stikstofemissies te komen, aldus Pierre Berntsen, directeur Agrarische Bedrijven van ABN AMRO. “Een op maat gesneden combinatie van maatregelen kan een grote bijdrage leveren aan stikstofreductie in de melkveehouderij. Boeren zijn vindingrijk en weten vaak zelf het beste wat past bij hun bedrijf. Zo is een slimme mix van technische innovaties en managementmaatregelen het meest kostenefficiënt voor melkveehouders en overheid”, benadrukt Berntsen. “Het is belangrijk dat het kabinet met een beleidskader komt waarmee verbeteringen worden gestimuleerd en juridisch geborgd. Zodat melkveehouders kansrijke maatregelen zonder terughoudendheid kunnen treffen. Met het juiste stimuleringsbeleid is een stikstofreductie van 30 procent realistisch - zonder dat het de sector honderden miljoenen euro per jaar hoeft te kosten. Op gebiedsniveau kan dit beleid, indien noodzakelijk, worden aangevuld met structuurmaatregelen.”
 
Veel melkveehouders kampen met onzekerheid over hun vergunning en toekomst. ABN AMRO denkt met hen mee over oplossingen, biedt financiële ondersteuning en helpt bij de verdere ontwikkeling van het bedrijf, onder andere op het gebied van verduurzaming, verbreding, bedrijfsopvolging of de afbouw van de onderneming. Hierbij wordt het belang van ondernemers, de samenleving en de invloed van wet- en regelgeving zorgvuldig tegen elkaar afgewogen.

dinsdag 20 mei 2025

NVWA neemt 70.000 verboden vloeistoffen voor vapes in beslag

De Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) heeft bij een importeur uit Gelderland 70.000 flesjes met verboden vloeistoffen voor het navullen van vapes in beslag genomen. De vloeistoffen hebben zoete smaakjes en mogen daarom in ons land niet in de handel worden gebracht. De importeur deed dat toch. Hij krijgt een bestuurlijke boete. De flesjes worden op zijn kosten vernietigd.

Het is in Nederland verboden om vapes en e-liquids met een andere smaak dan tabak in de handel te brengen. Dat verbod geldt ook voor speciaal ontwikkelde vloeistoffen waarmee consumenten zelf een zoet smaakje kunnen geven aan een neutrale vape-vloeistof. Omdat inspecteurs aanwijzingen hadden dat de importeur zich niet aan het verbod hield, controleerden ze zijn voorraad in een magazijn in Zuid-Holland. Daarbij troffen ze zo’n 200 dozen aan met daarin flesjes vloeistoffen die smaken hebben als aardbei, watermeloen en limonade.

Door vapes en navullingen met zoete smaakjes te produceren, importeren en verkopen, maken producenten, importeurs en verkopers verboden producten beschikbaar die extra aantrekkelijk zijn voor jongeren. Vapes zijn verslavend en schadelijk voor de gezondheid. Met toezicht en handhaving draagt de NVWA bij aan de beperking van de beschikbaarheid van tabak en vapes voor jongeren. Zo ondersteunt de NVWA de doelstelling van het Nationaal Preventieakkoord waarin wordt toegewerkt naar rookvrije generatie in 2040.

Om het gebruik van vapes onder jongeren terug te dringen, is naast handhaving ook voorlichting aan jongeren en hun ouders van groot belang. Het is zaak om dit maatschappelijke probleem samen aan te pakken en jongeren zo te beschermen tegen deze aantrekkelijke, maar zeer verslavende en schadelijke producten. Daarom loopt de campagne “Nee tegen vapen”.

maandag 19 mei 2025

Leeuwarden doet mee aan de Week Zonder Afval

Van 19 t/m 25 mei doet de gemeente Leeuwarden mee aan de landelijke Week Zonder Afval, een week die draait om het stimuleren van duurzaam gedrag bij inwoners. Het thema van dit jaar is “minder afval, meer hergebruik en bewuste keuzes in het dagelijks leven.” In deze week worden inwoners aangemoedigd om niet alleen hun plasticverbruik te verminderen, maar ook om duurzame keuzes te maken die hun ecologische voetafdruk verkleinen.

Het plasticverbruik in Nederland blijft maar toenemen, terwijl we tegelijkertijd steeds meer spullen weggooien. De Week Zonder Afval richt zich daarom op preventie: minder kopen, meer delen en hergebruiken. Gedurende de week krijgen inwoners van Leeuwarden praktische tips over het voorkomen van voedselverspilling, het kopen van tweedehands producten, en hoe ze hun plasticverbruik kunnen verminderen.

Als hoogtepunt van de week kunnen inwoners deelnemen aan de Zero-Waste Wandeling. Klimaatburgemeester Lieneke van de Wal neemt deelnemers mee langs duurzame plekken in de stad. De wandeling biedt een unieke kans om meer te leren over winkels die producten in bulk verkopen, groenteboeren, tweedehands winkels en andere duurzame initiatieven in Leeuwarden. Lieneke deelt haar favoriete adressen en geeft praktische tips om het gebruik van plastic te verlagen.

Ben jij nieuwsgierig naar hoe je jouw eigen afval kunt verminderen? Schrijf je dan in voor de Zero-Waste Wandelingen in Leeuwarden! De wandelingen vinden plaats op donderdag 5 juni en zaterdag 19 juni. De plaatsen zijn beperkt, dus wees er snel bij!

De Week Zonder Afval is een initiatief van Zero Waste Nederland, in samenwerking met Milieu Centraal, Kringloop Nederland, en andere organisaties die zich inzetten voor duurzaamheid. De campagne wordt ondersteund door partners als HVC en Klean Kanteen.

vrijdag 16 mei 2025

Selibon recyclet ruim 220 ton karton: duizenden bomen bespaard

Afvalverwerker Selibon heeft bekendgemaakt dat het meer dan 220 ton karton heeft ingezameld en geëxporteerd voor recycling. Daarmee wil het bedrijf de inwoners van Bonaire bewust maken van het belang van afvalscheiding en hergebruik.

Volgens Selibon staat deze hoeveelheid gerecycled karton gelijk aan het behoud van zo’n 3.740 bomen. Die berekening is gebaseerd op cijfers van de Amerikaanse milieudienst EPA, die stelt dat het recyclen van één ton karton gemiddeld 17 bomen spaart.

De ingezamelde kartonnen dozen zijn verzameld op het afvalverwerkingscentrum bij Lagun, waar ze tot grote balen zijn geperst en in containers zijn geladen. De export vindt momenteel plaats richting Nederland, maar Selibon meldt dat er ook gesprekken lopen over verscheping naar Latijns-Amerikaanse landen. Daarnaast wordt binnenkort een pilot gestart om karton lokaal in het Caribisch gebied te hergebruiken.

donderdag 15 mei 2025

Amsterdam gaat Romeins afval verbranden: milieuwinst of schijnoplossing?

Sinds april verbrandt het Afval Energie Bedrijf (AEB) in Amsterdam wekelijks zo’n 900 ton huisvuil uit Rome. Het afval wordt per trein naar Nederland vervoerd. Volgens AEB is deze aanpak gunstiger voor het milieu, mede omdat de verbranding energie oplevert. De vraag blijft echter of dit daadwerkelijk duurzamer is.

Volgens Italiaanse media heeft de vuilophaaldienst van Rome met de gemeente Amsterdam een overeenkomst gesloten ter waarde van ongeveer 180.000 euro per week.

Rome kampt al jaren met een ernstig afvalprobleem. Voormalig Italië-correspondent Eveline Rethmeier vertelt: “Toen ik in een wijk in Noord-Rome woonde, nabij een groot park, kwamen er geregeld wilde zwijnen naar de stad om vuilnis te eten. Voor deze dieren werd afval een eenvoudigere voedselbron dan hun natuurlijke habitat.”

Nederland beschikt over relatief veel capaciteit voor afvalverbranding. Afvaldeskundige Ton Daamen verklaart dit doordat hier zo’n 60% van het afval gescheiden wordt ingezameld en gerecycled. Daardoor blijft er relatief weinig restafval over, waardoor verbrandingsinstallaties ruimte over hebben.

De verbranding van afval is volgens afvalverwerkingsexpert Erik van Dijk milieuvriendelijker dan storten, zoals dat in Italië vaker gebeurt. “Op stortplaatsen ontstaat methaan – een broeikasgas dat 28 keer krachtiger is dan CO₂,” legt hij uit. “Met name het storten van huishoudelijk en organisch afval draagt aanzienlijk bij aan het broeikaseffect.”

woensdag 14 mei 2025

NG: Tweederde bedrijven verwacht de verduurzamingsinspanningen in 2025 te versnellen

Nederlandse bedrijven verwachten hun verduurzamingsinspanningen in 2025 te versnellen. Ook de investeringen in verduurzaming nemen toe. Tegelijkertijd zijn er zorgen over de haalbaarheid van verduurzaming als gevolg van politieke veranderingen wereldwijd, met name door de veranderde houding in de VS ten opzichte van verduurzaming sinds het aantreden van president Trump. Bijna de helft van de managers denkt dat het presidentschap van Trump een grotere impact zal hebben op hun bedrijfsvoering dan het beleid van de Nederlandse regering. Een derde daarvan verwacht ook minder zaken te gaan doen met de VS. Het ondernemersklimaat in Nederland is intussen duidelijk verbeterd ten opzichte van vorig jaar. Dit blijkt uit het verduurzamingsonderzoek van ING onder het management van Nederlandse bedrijven met een omvang van 50 tot 1.000 werknemers.
 
Het ondernemersklimaat in Nederland wordt door ruim de helft (53%) van de managers als goed tot uitstekend beoordeeld, een duidelijke stijging ten opzichte van vorig jaar, toen slechts 37% dat vond. De houding binnen bedrijven ten opzichte van duurzaamheid is ook weer positiever. 83% zegt dat dit positief tot zeer positief is, waarmee het percentage na een dip in 2024 (76%) weer op het niveau van eerdere jaren staat. Hetzelfde geldt voor de noodzaak tot verduurzaming binnen bedrijven; 76% van de managers vindt dit (heel erg) noodzakelijk. Ruim twee derde (66%) verwacht dat in 2025 een versnelling van de verduurzaming binnen de eigen onderneming zal plaatsvinden, vergeleken met zo goed als de helft (49%) vorig jaar. Een kwart van de bedrijven heeft het afgelopen jaar de verduurzamingsinvesteringen vergroot. Het budget voor de komende twee jaar als percentage van de omzet is 25%. In 2024 was dat17%. De helft van de bedrijven stelt dit jaar duurzaamheidseisen aan hun toeleveranciers, vorig jaar was dat nog 38%.

Politieke veranderingen en internationale ontwikkelingen spelen een steeds belangrijkere rol bij de verduurzaming en bedrijfsvoering van Nederlandse ondernemingen. 40 procent van de managers maakt zich zorgen over de haalbaarheid van verduurzaming door politieke veranderingen, vooral door het beleid van president Donald Trump (21%) en de veranderingen bij Amerikaanse bedrijven met betrekking tot verduurzaming (17%). Het presidentschap van Trump wordt door 47% van de managers gezien als de belangrijkste invloed op de bedrijfsvoering, terwijl 33% het beleid van de Nederlandse regering als de grootste invloed beschouwt. De oorlog in Oekraïne staat op de derde plaats met 25%. Van de bedrijfsmanagers die verwachten dat Trump een grote invloed zal hebben op hun activiteiten, zegt 29% dat ze verwachten minder zaken te gaan doen met de VS. Men denkt minder te exporteren naar de VS (21%) en minder te importeren (20%). Deze daling wordt gecompenseerd door meer importen uit Europa (22%) en meer export binnen Europa (20%).
 
Tegelijkertijd denkt maar liefst 65% van de managers dat de veranderende relatie met de VS en de oorlog in Oekraïne ervoor zorgen dat de verduurzaming binnen Europa gaat versnellen omdat er een grotere urgentie is om tot energie-onafhankelijkheid te komen. De oplopende geopolitieke spanningen zullen volgens 69% van de managers zorgen voor een stijging van de inflatie (2024: 57%). Daarnaast verwacht 63% van de managers dat de rente zal stijgen (2024: 56%). Deze ontwikkelingen zullen gevolgen hebben voor de financiering van verduurzaming binnen bedrijven, zo verwacht men.

Het Nederlandse overheidsbeleid heeft het afgelopen jaar een grotere rol gespeeld in de verduurzaming van bedrijven. 64% geeft dat aan, het hoogste percentage sinds ING zes jaar geleden met het onderzoek begon. Volgens 36% van de bedrijfsmanagers is het opstellen en uitvoeren van consistent beleid essentieel voor verduurzaming. Daarnaast geeft de helft van de respondenten aan dat subsidies de belangrijkste stimulans zijn. Het Nederlandse duurzaamheidsbeleid wordt door 45% als effectief beschouwd, een duidelijke toename ten opzichte van de 32% van de afgelopen twee jaar. De Milieu-investeringsaftrek en de Energie-investeringsaftrek worden gezien als de meest stimulerende regelingen. Consistentie vanuit de overheid is ook cruciaal als er wordt gevraagd wat er nodig is om verder te verduurzamen. 25% beaamt dat, terwijl 29% vindt dat het verminderen van regeldruk noodzakelijk is.

Steeds meer bedrijven streven ernaar volledig van het gas af te gaan. In 2025 wil 11% van de managers dit realiseren en in 2026 stijgt dit percentage naar 26%. De belangrijkste redenen hiervoor zijn het verduurzamen van het bedrijf (44%) en de verwachting dat de gasprijs langdurig hoog blijft (28%). Ook het verplicht zakelijk elektrisch rijden neemt toe. In 2025 en 2026 zal bijna de helft (48%) van de ondernemingen dit verplicht stellen voor medewerkers, terwijl een kwart (24%) het niet verplicht, maar wel mogelijk maakt. Verduurzaming wordt in toenemende mate gezien als iets dat bijdraagt aan het succes en de continuïteit van het bedrijf, zo bespaart het kosten (34%) en biedt het kansen in de markt (31%). Tweedere verwacht dat verduurzaming een positief effect heeft op het bedrijfsresultaat.

dinsdag 13 mei 2025

Staalslakken gevonden in Eindhoven

Binnen de gemeentegrenzen van Eindhoven bevinden zich zeven zogeheten staalslakken – steenachtige restproducten afkomstig uit de staalindustrie. Deze materialen worden vaak gebruikt om grond mee op te hogen, maar experts waarschuwen dat ze schadelijk kunnen zijn voor het milieu.

Dat blijkt uit onderzoek van Nu.nl en platform voor onderzoeksjournalistiek Investico. Belangrijk om te benadrukken: het gaat hier niet om een invasieve diersoort, maar om harde brokken die metalen kunnen bevatten. Deze stoffen kunnen de bodem vervuilen en daarmee schade toebrengen aan de leefomgeving. De exacte milieugevolgen zijn nog niet volledig in kaart gebracht.

De zeven staalslakken in Eindhoven bevinden zich op verschillende locaties, waaronder twee in Blixembosch. Andere vindplaatsen zijn de Achtse Barrier, het Philips de Jonghpark, de Sliffertsestraat en begraafplaats De Roostenhof in het zuiden van de stad.

maandag 12 mei 2025

Kabinet kiest voor nieuwe aanpak geluidsoverlast Schiphol: balans tussen geluidsreductie en beheerste groei

Met het afronden van de balanced approach-procedure heeft het kabinet opnieuw een belangrijke stap gezet in het terugdringen van geluidsoverlast rondom Schiphol. De uitkomsten worden vandaag vastgelegd in het Luchthavenverkeerbesluit (LVB). Deze publicatie gaat gepaard met een nieuwe aanpak voor het terugdringen van de nu nog resterende geluidsoverlast. Minister Madlener past het geluidsdoel aan, zodat ook alle nieuwe en stillere vliegtuigen vanaf november 2025 kunnen gaan meetellen bij het behalen van deze doelstellingen.

Op deze manier wordt niet alleen geluidshinder aangepakt, maar ontstaat ook ruimte voor beheerste groei van Schiphol in de toekomst. Als na het behalen van de  afgesproken 20 procent opnieuw nieuwe geluidsruimte ontstaat, bijvoorbeeld door stillere vliegtuigen, wordt deze geluidsruimte 50-50 verdeeld tussen de luchthaven en omwonenden.

De balanced approach-procedure heeft geleid tot een maximum van 478.000 vluchtbewegingen per jaar vanaf 1 november 2025, waarvan maximaal 27.000 nachtvluchten. Hiermee heeft het kabinet een belangrijke stap gezet in het terugdringen van geluidsoverlast en de balans tussen het economisch belang van Schiphol en de geluidshinder die rondom de luchthaven wordt ervaren.

Door de gekozen beleidswijziging voor zowel het resterende deel van de geluidsafspraken als de periode daarna kunnen alle investeringen van de luchtvaartsector na november 2025 bijdragen aan het behalen van de geluidsdoelstellingen. Het kabinet geeft hiermee invulling aan de wens van de Kamer (motie De Groot, VVD). De beleidswijziging zal ook aan de Europese Commissie worden gemeld.

Het maximaal aantal vliegbewegingen dat voortkomt uit de balanced approach-procedure wordt vastgelegd in het Luchthavenverkeerbesluit (LVB). Deze tussenstap is nodig om de maatregelen in november in te kunnen laten gaan. Dit stelt Schiphol in staat de capaciteitsverdeling van de luchthaven voor het komende winterseizoen vast te stellen. De volgende stap in het versterken van de balans tussen Schiphol en de leefomgeving is een meer uitgebreide wijziging van de LVB. Als dat is gebeurd, kan het anticiperend handhaven worden beëindigd. Daardoor wordt de rechtspositie van omwonenden hersteld.

Het kabinet blijft zich committeren aan een geluidsreductie van in totaal 20 procent. Voor de eerste 15 procent is de Europese balanced approach-procedure doorlopen en inmiddels afgerond. Het kabinet heeft vandaag een belangrijke vervolgstap genomen om de rechtspositie van omwonenden rondom Schiphol te versterken en daarnaast de luchtvaartsector toekomstperspectief voor bieden. Ten slotte worden ook bindende afspraken gemaakt met de luchtvaartsector over de inzet van stillere toestellen in de nacht, minder nachtvluchten en vlootvernieuwing.

vrijdag 9 mei 2025

Vertrouwelijk rapport: Amsterdam juridisch kwetsbaar voor klimaatzaken

Hoewel Amsterdam zich profileert als een groene koploper, blijkt de stad juridisch kwetsbaar voor klimaatrechtszaken. Op eigen verzoek liet de gemeente advocatenkantoor NautaDutilh onderzoeken waar haar juridische verantwoordelijkheden en risico’s liggen rond klimaatbeleid. De uitkomsten zijn echter zo gevoelig dat het rapport intern wordt gehouden en niet buiten de ambtelijke organisatie is verspreid. Dat bevestigen bronnen rond het stadhuis aan De Telegraaf.

Het rapport stelt dat Amsterdam wettelijk verplicht is om burgers te beschermen tegen de gevolgen van klimaatverandering. Als de gemeente hierin tekortschiet, loopt zij het risico in strijd te handelen met het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens. “Amsterdam moet aantoonbaar bijdragen aan klimaatmaatregelen,” benadrukt NautaDutilh in het rapport.

De juridische analyse schetst volgens De Telegraaf meerdere scenario’s waarin Amsterdam mogelijk voor de rechter kan worden gedaagd. Burgers of belangengroepen kunnen bijvoorbeeld via procedures afdwingen dat de gemeente extra maatregelen neemt of specifieke vergunningen heroverweegt. Ook de rijksoverheid zou de stad tot actie kunnen verplichten. In beide gevallen waarschuwt het rapport voor aanzienlijke reputatieschade en financiële risico’s.

De verplichtingen van de gemeente beperken zich niet tot eigen duurzaamheidsbeleid, maar omvatten ook toezicht op vervuilende activiteiten binnen de stadsgrenzen. Daarmee wordt het speelveld aanzienlijk breder — en juridisch risicovoller.

donderdag 8 mei 2025

LUMC en Elkerliek starten met realtime en automatische pollenmetingen voor Nederland

Een belangrijke innovatie in de strijd tegen hooikoortsklachten is deze week van start gegaan: in Nederland zijn de eerste twee automatische, real-time pollensamplers in gebruik genomen. Deze geavanceerde systemen, geplaatst op het dak van het Leids Universitair Medisch Centrum (LUMC) in Leiden en het Elkerliek ziekenhuis in Helmond, maken het mogelijk om binnen één seconde pollen in de lucht te detecteren.

Hooikoorts is een wijdverspreid probleem in Nederland: bijna één op de vier Nederlanders ervaart jaarlijks klachten als gevolg van boom- en graspollen. Al ruim 50 jaar worden pollen handmatig geteld op beide locaties, maar deze metingen hebben altijd een vertraging van circa een week. Dankzij de nieuwe technologie kan de monitoring nu aanzienlijk sneller en efficiënter plaatsvinden.

De real-time pollenmonitor gebruikt holografische beeldvorming in combinatie met metingen van optische eigenschappen, zoals fluorescentie en lichtverstrooiing. Met behulp van kunstmatige intelligentie wordt de verzamelde informatie vervolgens geanalyseerd om de specifieke pollensoort te bepalen.

Hoewel de technologie veelbelovend is, bevinden de systemen zich nog in een testfase. De komende twee jaar wordt onderzocht in hoeverre de automatische identificaties betrouwbaar zijn voor de specifieke Nederlandse situatie, die af kan wijken van andere landen waar deze algoritmes zijn ontwikkeld. Zodra de resultaten voldoende accuraat zijn, zullen de real-time gegevens beschikbaar worden gesteld aan het publiek.

Voor hooikoortspatiënten betekent dit straks directe en actuele informatie over de aanwezige pollen in de lucht. Hierdoor kunnen zij sneller verband leggen met hun klachten en beter inspelen op de situatie, bijvoorbeeld door het aanpassen van hun medicatie of activiteiten. Bovendien kunnen deze gegevens bijdragen aan nauwkeurigere pollenverwachtingen in de toekomst.

woensdag 7 mei 2025

Consumenten kunnen zelf nagaan of PFAS in hun make-up zit

PFAS zitten niet alleen in eten, maar ook in veel producten die consumenten dagelijks gebruiken. Behalve op koekenpannen, waarop soms 'PFAS-vrij' staat, vermelden producten niet of ze PFAS bevatten. Consumenten die hun blootstelling aan PFAS willen verminderen, hebben het daardoor lastig. Toch kunnen consumenten zelf controleren of hun cosmetica PFAS bevatten.

Op cosmetica moeten de namen van de stoffen vermeld worden. PFAS is echter geen enkele stof, het is de naam voor een groep stoffen. Op het etiket zijn de PFAS-stofnamen te herkennen aan 'fluoro' in de naam. Zo werd vroeger polytetrafluoroethylene (PTFE) soms gebruikt in mascara.

Nederland werkt samen met andere landen aan een voorstel voor een algeheel verbod op PFAS. Als dit verbod er komt, mogen fabrikanten geen PFAS meer in consumentenproducten verwerken. De cosmetica-industrie heeft besloten vanaf eind 2025 geen PFAS meer in cosmetische producten te gebruiken. Op dit moment kun je PFAS daar nog wel tegenkomen.

Consumenten die willen weten of een specifiek product PFAS bevat, kunnen dit aan de leverancier vragen. Een leverancier moet die informatie binnen 45 dagen verstrekken. Dit geldt niet voor persoonlijke verzorgingsproducten (cosmetica). Bij die producten staan altijd alle ingrediënten die in het product zitten op het etiket.

PFAS zijn in het nieuws vanwege zorgen over PFAS in de bodem en voedsel. We worden niet alleen via eieren en ander voedsel aan PFAS blootgesteld, maar ook via consumentenproducten.

PFAS is een groep chemische stoffen met water- en vuilafstotende eigenschappen. Fabrikanten gebruiken PFAS daarom bij het maken van regenkleding, buitensport- en skikleding. Ook gebruiken ze PFAS bij het maken van pannen met een anti-aanbaklaag en om papier water- en vetafstotend te maken, zoals bij bakpapier en pizzadozen.

Vaak zitten de PFAS vastgebonden aan of in het materiaal van het product. In dat geval kunnen PFAS in heel kleine hoeveelheden vrijkomen uit producten. PFAS komen gemakkelijker vrij uit producten als ze los in een product zitten. Dit geldt bijvoorbeeld voor blusschuim, ski-wax, waterafstotend impregneermiddel voor textiel en leer, of smeermiddel (in de vorm van PTFE spray).

dinsdag 6 mei 2025

Drone voert klimaatonderzoek uit boven Brasschaats bos De Inslag

Een unieke drone van de Universiteit Antwerpen vliegt voortaan dagelijks autonoom boven het Brasschaatse bos De Inslag. Vanop de drone voeren zeven geavanceerde instrumenten voor klimaatonderzoek gelijktijdig metingen uit, een wereldwijde primeur.

Wetenschappers van de Universiteit Antwerpen krijgen zo een inkijk in de gezondheid van de bomen, de effecten van klimaatverandering en de interacties tussen planten en hun omgeving.

Boven het bos De Inslag in Brasschaat (Antwerpen) vliegt vanaf mei 2025 een gloednieuwe onderzoeksdrone. De drone legt een vast traject van 30 minuten af, enkele tientallen meters boven het bladerdek. De combinatie van de autonoom vliegende drone en de klimaatsensoren is uniek in de wereld en werd speciaal voor dit project ontwikkeld door UAntwerpen, in samenwerking met het Limburgse bedrijf DroneMatrix en met de steun van het Fonds Wetenschappelijk Onderzoek (FWO).  

De drone meet onder andere de temperatuur van de boomkruinen, registreert met hoge precisie de bladkleur en meet hoeveel licht de bomen uitstralen. Tijdens elke vlucht voeren alle sensoren volledig automatisch en gelijktijdig metingen uit. Deze data geven onderzoekers inzicht in de aanwezige boomsoorten, de fotosynthese, de gezondheid, het watergehalte en de droogtestress van alle bomen in het bos, iets wat tot nu nooit eerder is gerealiseerd.

vrijdag 2 mei 2025

Stikstofvervuiling maakt hooikoorts erger

Stikstofvervuiling heeft niet alleen gevolgen voor het milieu, maar kan ook onze gezondheid rechtstreeks beïnvloeden. Nieuw onderzoek van KU Leuven en Sciensano, gepubliceerd in The Lancet Planetary Health, toont aan dat graslanden bemest met stikstof tot zes keer meer stuifmeel produceren. Bovendien blijkt dat dit stuifmeel bij hooikoortspatiënten sterkere allergische reacties uitlokt.

Pollenallergie of hooikoorts treft wereldwijd steeds meer mensen en gaat gepaard met uiteenlopende gezondheidsklachten. Behalve de persoonlijke gevoeligheid aan pollen, speelt ook de milieublootstelling een belangrijke rol voor patiënten. Onderzoekers van KU Leuven, Sciensano en UAntwerpen onderzochten of stikstofvervuiling – afkomstig van bijvoorbeeld verkeer en landbouw – ook bijdraagt aan de ernst van allergieën.

De onderzoekers hebben pollen verzameld uit graslanden in België, zowel met als zonder stikstofbemesting. Graslanden die met stikstof waren verrijkt, produceerden niet alleen zes keer meer stuifmeel, maar dat stuifmeel lokte ook sterkere immuunreacties uit bij hooikoortspatiënten.

Om de impact van stikstof op pollen en allergische reacties in kaart te brengen, vergeleek het onderzoeksteam vijftig Belgische graslanden: telkens een met en een zonder stikstofbemesting. In elk van deze gebieden werd pollen verzameld en geanalyseerd. Vervolgens werden de stuifmeelstalen getest bij twintig volwassen hooikoortspatiënten. Daarbij werd onder andere gekeken naar hoe sterk hun afweercellen reageerden op het pollen, en hoeveel antistoffen ze in hun bloed hadden. “Dankzij deze opzet – waarbij dezelfde patiënten werden blootgesteld aan verschillende pollenstalen – konden we nauwkeurig bepalen welk stuifmeel het meest allergisch maakt, los van andere invloeden”, legt professor Raf Aerts (KU Leuven & Sciensano) uit.

Het is al langer bekend dat stikstof een negatieve impact heeft op de biodiversiteit maar dit onderzoek toont voor het eerst de mogelijke directe impact op de volksgezondheid. “De studie belicht een aspect van stikstofvervuiling dat tot nu toe onbekend was en toont nieuwe, negatieve gevolgen van stikstofverrijking”, aldus professor Tobias Ceulemans (UAntwerpen & KU Leuven).

donderdag 1 mei 2025

RIFT introduceert ijzerbrandstoftechnologie in Vlissingen: CO2-vrije industriële warmteproductie

RIFT Development BV (RIFT) lanceert de Iron Fuel Boiler in de provincie Zeeland. Dit innovatieve project markeert een belangrijke mijlpaal in de implementatie van ijzerbrandstoftechnologie bij een toonaangevend productiebedrijf in Vlissingen.

Door het gebruik van ijzerpoeder als circulaire, koolstofvrije brandstof biedt dit systeem een duurzame oplossing voor industriële warmteproductie. Het helpt om de uitstoot van CO₂ en schadelijke stoffen zoals stikstofoxiden aanzienlijk te verminderen.
 
Het project onderzoekt de mogelijkheid om een Iron Fuel Boiler-systeem in te zetten. Dit systeem verbrandt ijzerpoeder om duurzame warmte te produceren voor industriële toepassingen, zoals heet water, stoom of hete lucht. Het restproduct, roest, kan met waterstof weer worden omgezet naar ijzer, dat vervolgens opnieuw gebruikt kan worden in het systeem. Dit circulaire proces biedt een duurzame oplossing voor industriële warmteproductie. Op basis van voorlopige berekeningen kan de toepassing van deze technologie jaarlijks ongeveer 10.000 ton CO₂ besparen en de uitstoot van stikstofoxiden (NOₓ) met circa 66% verminderen ten opzichte van conventionele gasgestookte boilers.

Dankzij ondersteuning vanuit het gesubsidieerde Boost The Energy Transition Challenge-traject van Dockwize en Stichting Zeeuwse Publieke Belangen wordt het investeringsrisico voor zowel RIFT als het productiebedrijf in Vlissingen verkleind. Om dit project tot een succes te maken, werkt RIFT samen met verschillende partners. SPIE Nederland ondersteunt met Engineering, Procurement & Construction (EPC) en onderhoudsdiensten voor de industrie en voert de eerste technische voorbereidingen uit. Daarnaast onderzoeken Metalot en ZLTO – in samenwerking met RIFT en SPIE – hoe de ontwikkelde oplossing breder kan worden toegepast binnen de land- en tuinbouw en industrie, zowel binnen als buiten Zeeland.