donderdag 31 juli 2025

HVC denkt dit jaar 200.000 kilo aluminium koffiecups uit het huishoudelijk afval te halen

 

Milieu‑ en energiebedrijf HVC uit Alkmaar is dit jaar begonnen met het sorteren van koffiecapsules uit huishoudelijk restafval, zowel aluminium als plastic. Door een samenwerking met de Vereniging Koffiecapsule Recycling (KCR) Nederland en technische verbeteringen aan de nascheidingsinstallatie kan HVC nu kleine aluminium- en plasticdeeltjes effectiever afscheiden voor recycling.

De nascheidingsfaciliteit verwerkt afval van zo’n 500.000 huishoudens in Noord-Holland en daarbuiten. In gemeenten met bronscheiding (waar PMD en gft gescheiden worden ingezameld) kan afval ook aan de bron gescheiden worden aangeboden. In gebieden zonder bronscheiding neemt HVC de sortering zelf voor zijn rekening.

HVC verwacht dit jaar ongeveer 200.000 kilo (oftewel 200 ton) aluminium koffiecapsules uit het restafval terug te winnen. De hoeveelheid plastic capsules is vooralsnog niet goed in te schatten, omdat meetmethoden ontbreken  . Naast koffiecups kunnen dankzij de optimalisaties ook andere kleine plasticitems zoals yoghurtdoppen, waxinelichtjes en pillenstrips worden teruggewonnen voor recycling.

Deze stap van HVC maakt deel uit van een bredere inzet binnen Nederland om koffiecapsule‑recycling te verbeteren. Jaarlijks gebruiken Nederlanders circa 1,9 miljard koffiecups, waarvan veel nog in het restafval belandt en verbrand wordt. Met initiatieven als die van HVC en KCR wordt ingezet op een circulaire aanpak, waarin waardevolle grondstoffen behouden blijven en recycling wordt bevorderd.

woensdag 30 juli 2025

Meer inzet en maatregelen om stoffen uit water te halen

Vervuilingsbronnen sneller opsporen, toelatingsregels voor gewasbeschermingsmiddelen actualiseren, bedrijven sneller informeren wanneer hun activiteiten leiden tot normoverschrijdingen, lozingsvergunningen sneller KRW-proof maken… Minister Robert Tieman (Infrastructuur en Waterstaat) laat weten welke aanvullende maatregelen worden genomen om sneller te voldoen aan de Europese waterkwaliteitsdoelen (de Kaderrichtlijn Water, KRW).

Het Nederlandse water wordt steeds schoner. Toch bleek eind 2024 uit de tussenevaluatie dat er nog aanzienlijke opgaven resteren om in 2027 aan de KRW te voldoen. Daarom hebben het Rijk, de waterschappen, de provincies, de gemeenten én het bedrijfsleven de handen ineen geslagen en samen verschillende maatregelen afgesproken.

Om te zorgen dat er minder chemische stoffen in het water zullen zitten, presenteert het ministerie een aanpak van 15 punten. Daaronder vallen bijvoorbeeld:

Nieuwe analyses om vervuilingsbronnen op te sporen: Er zijn zowel nationale als regionale initiatieven om de bronnen van KRW-overschrijdingen beter in beeld te brengen.
Toelatingsregels voor gewasbeschermingsmiddelen actualiseren: De toelating van de elf meest schadelijke gewasbeschermingsmiddelen uit de landbouw wordt aangepast. Deze gewasbeschermingsmiddelen bevatten stoffen die te veel in het water zitten en waarvan bewezen is dat de grootste bron afkomstig is uit de landbouw. Begin 2026 komt de interim-methodiek beschikbaar, in 2027 wordt de definitieve methodiek beschikbaar.

Meetgegevens sneller terugkoppelen aan bedrijven: Het ministerie en de waterschappen zorgen dat meetgegevens snel bij agrariërs terechtkomen. Zo kunnen zij nog tijdens het groeiseizoen het gebruik van bijvoorbeeld gewasbeschermingsmiddelen aanpassen, lozingsvergunningen sneller KRW-proof maken of festen bij rioolwaterzuiveringsinstallaties.

In het water zitten verschillende stoffen die eruit moeten, zoals metalen en geneesmiddelen. De grootste risico’s voor de KRW liggen op het gebied van nutriënten (mest) en gewasbeschermingsmiddelen. Het 8e actieprogramma Nitraatrichtlijn moet eind dit jaar stappen zetten in de goede richting voor wat betreft nutriënten, de vandaag aangekondigde maatregelen focussen deels op de gewasbeschermingsmiddelen.

Geen enkel land ligt momenteel op koers om in 2027 alle KRW-doelen te halen. Dat geldt ook voor Nederland, ondanks bovengenoemde extra maatregelen. Wel voldoet Nederland op dit moment aan ruim 80% van de doelen, dit percentage zal de komende jaren toenemen.

dinsdag 29 juli 2025

Rotterdam investeert €2,5 miljoen in duurzame innovaties voor toekomstbestendige economie

Twaalf Rotterdamse bedrijven krijgen samen €2,5 miljoen subsidie om hun verduurzamingsplannen te realiseren. De subsidies komen uit het Duurzaamheidstransitiebudget (DTB) van de gemeente Rotterdam en richten zich op waterstof- en circulaire innovaties. Met deze investeringen wil Rotterdam de energietransitie versnellen, innovatie stimuleren en zorgen voor nieuwe banen en bedrijvigheid in de stad.

Voor waterstofprojecten is €2 miljoen beschikbaar gesteld. De gemeente ontving negen aanvragen, waarvan zes zijn gehonoreerd. Deze projecten versterken Rotterdam als internationale waterstofhub:

eFuels Rotterdam (Power2X): haalbaarheidsstudie naar een fabriek voor duurzame vliegtuigbrandstof (e-SAF) uit groene methanol op het terrein van Advario.
HYER Entropy: ontwikkeling van flexibele waterstoftechnologie en slimme software om verduurzaming in de haven te versnellen.
LH² Bunkerbarge: ontwerp van een innovatief bunkerschip voor vloeibare waterstof, om schepen in de haven te kunnen bevoorraden.
LH2 Loading Arm: ontwikkeling van een laadarm voor de veilige en efficiënte overslag van vloeibare waterstof.
Mana Hydrogen Hotel Load: studie naar mogelijkheden om kustvaartschepen deels op waterstof te laten varen.
Flexolyser (BatolyseR): haalbaarheidsstudie naar een flexibele elektrolyser die optimaal werkt bij wisselende stroomprijzen.

Ook voor circulaire innovaties was de belangstelling groot: 27 bedrijven deden een aanvraag, waarvan zes projecten subsidie ontvangen. In totaal is hiervoor €480.000 toegekend. De gehonoreerde projecten richten zich o.a. op het hergebruik van materialen en biobased innovaties.

Foamlab: onderzoek naar brandwerendheid en vochtbestendigheid van isolatieschuim op basis van bacterieel nanocellulose.
Blue Circle Olefins: haalbaarheidsonderzoek voor een fabriek die groene methanol omzet in bouwstenen voor duurzame plastics.
Re:first: ontwikkeling van een pilotlijn om glasvezelversterkt composiet uit o.a. windmolenbladen te hergebruiken in de infrastructuur.
Byewaste: test van logistieke en digitale oplossingen om hergebruik van boeken op grote schaal makkelijker te maken.
Symbiomatter: haalbaarheidsstudie naar een composteerbaar schuimmateriaal als alternatief voor fossiele schuimen.
Green Hub Zuid Holland: ontwikkeling van een verwerkingshub voor regionale biobased reststromen, zoals bermmaaisel.

maandag 28 juli 2025

Ecologische impact van AI blijft onderbelicht

Ondanks de snelle opmars van generatieve AI blijft de milieubelasting ervan opvallend onbesproken. Dat blijkt uit het rapport “AI & the Environment: breaking through the information fog” van Sopra Steria, Europees technologiebedrijf en voorvechter van verantwoorde AI. Het rapport roept op tot eenduidige, transparante meetmethoden om de volledige levenscyclus van AI in kaart te brengen – van ontwikkeling tot toepassing.

Uit het onderzoek blijkt dat slechts 0,56% van de online gesprekken over AI ook het klimaat noemt. In de media gaat het om 2,4% van de artikelen. Tegelijkertijd groeit de CO₂-uitstoot van grote techbedrijven sterk – bij Microsoft en Google respectievelijk met 30% en 48% in de afgelopen jaren – vooral door het toenemend gebruik van AI en de bijbehorende rekencapaciteit.

Het rapport, opgesteld in samenwerking met Opsci.ai, is gebaseerd op een analyse van ruim 800.000 socialmedia-berichten en bijna 22.000 mediapublicaties. Daaruit komt een groeiende polarisatie naar voren: aan de ene kant techno-optimisten die AI als dé oplossing zien, aan de andere kant sceptici die technologische vooruitgang volledig afwijzen. De wetenschappelijke stem blijft vaak buiten beeld.

Volgens Sopra Steria belemmert het gebrek aan betrouwbare meetdata een open en feitelijk debat. Bovendien maken de uiteenlopende rekenmodellen en afwezigheid van geharmoniseerde normen het lastig om verantwoord beleid te voeren of AI-systemen onderling te vergelijken.

Sopra Steria pleit voor Europese afstemming van meetstandaarden en het structureel toepassen van transparante, controleerbare indicatoren. 

vrijdag 25 juli 2025

Reclame Code Commissie verwerpt grotendeels klacht van Nederlandse Haarden- en Kachelbranche

De Reclame Code Commissie (RCC) heeft uitspraak gedaan in de klacht van de Nederlandse Haarden- en Kachelbranche (NHK) tegen de houtstookcampagne van Milieu Centraal. Milieu Centraal mag als kenniscentrum het Nederlandse publiek informeren over de negatieve gevolgen van houtstook en mensen bewegen minder hout te stoken. NHK wilde dit tegenhouden gezien hun commerciële belangen. Dat wijst de RCC af. 

De RCC heeft Milieu Centraal op vijf van de zeven punten in het gelijk gesteld waardoor Milieu Centraal kan doorgaan met de bewustwordingscampagne ‘Eerlijk over Houtstook’. Op onderstaande punten heeft Milieu Centraal gelijk gekregen. 

Milieu Centraal hoeft niet expliciet te melden dat moderne kachels minder fijnstof uitstoten dan oudere type houtkachels. Milieu Centraal mag uitgaan van de gemiddelde situatie in Nederlandse huishoudens met een houtkachel of open haard

De Reclame Code Commissie heeft het taartdiagram van Milieu Centraal gecontroleerd en bevestigt dat dit is gebaseerd op Emissieregistratie-cijfers. Het is correct dat 23% van de fijnstofuitstoot (deeltjes kleiner dan 2,5 micrometer) in Nederland afkomstig is van houtstoken binnenshuis.

Milieu Centraal kan op basis van de uitspraak de boodschap van de bewustwordingscampagne blijven uitdragen. De Reclame Code Commissie geeft Milieu Centraal op twee punten een vrijblijvend advies, waarbij de organisatie op twee plaatsen op de website meer duiding zal geven. Namelijk dat het weckpotje met fijnstof een visuele representatie van fijnstof uit de schoorsteen is. Ook zal worden aangegeven dat er nog meer onderzoek nodig is naar de effecten van houtrook op de volksgezondheid.

Echter, het feit blijft dat er veel fijnstof vrijkomt bij het verbranden van hout. Van fijnstof is aangetoond dat het tot gezondheidsklachten kan leiden zoals: hart- en vaatziekten, luchtwegklachten, longkanker en chronische bronchitis bij langdurige blootstelling. Hier blijft Milieu Centraal het Nederlandse publiek op attenderen.

donderdag 24 juli 2025

Hoogste rechtbank ter wereld: landen verplicht klimaatschade te voorkomen en herstellen

Woensdag gaf het Internationaal Gerechtshof in Den Haag het historische advies dat vervuilende landen verplicht zijn om in actie te komen om klimaatschade te voorkomen en herstellen om basale mensenrechten zoals recht op leven, voedsel en een schoon leefmilieu te waarborgen. Vanuatu, een eilandstaat in Oceanië dat dreigt te verdwijnen door de stijgende zeespiegel, heeft met steun van 132 andere landen om dit advies gevraagd. De drijvende kracht achter deze belangrijke stap naar de hoogste rechtbank van de wereld zijn de studenten, jongeren activisten van Pacific Islands Students Fighting Climate Change en de World Youth For Climate Justic, met steun van Oxfam Novib.

Hilde Stroot, klimaatexpert Oxfam Novib: “Dit historische advies had niet op een beter moment kunnen komen. Wereldwijd lappen overheden, zoals ons eigen inmiddels afgetreden kabinet, de klimaatafspraken aan hun laars. Afspraken die zijn gemaakt ter bescherming van mensenlevens: om te zorgen voor onder andere meer schone lucht, veilig drinkwater en het tegengaan van natuurrampen. Maar ook afspraken die moeten zorgen voor meer rechtvaardigheid, zoals dat klimaatkwetsbare landen ondersteuning krijgen van vervuilende landen bij het aanpassen aan klimaatverandering. Het Internationaal Gerechtshof geeft vandaag, met dit advies, al die landen die tegenstribbelen een ferme juridisch tik op de vingers voor hun nalatigheid om mensen te beschermen.”

Het advies van het Hof baseert zich onder andere op het recht van ieder mens op leven, voedsel, gezondheid en een schoon milieu. Elk land, en met name de grote uitstoters zoals Nederland, moeten volgens de uitspraak fossiele brandstoffen per direct uitfaseren, emissies verminderen en hun financiering aan landen in het globale zuiden ophogen om de schade te repareren die zij hebben veroorzaakt. Het Hof is duidelijk: bescherm mensen wereldwijd tegen klimaatschade en klimaatverandering.

Ook Europa wordt geteistert door bosbranden, overstroming en andere levensbedreigende natuurrampen. Deze week nog stelde de Raad voor Volksgezondheid en Samenleving dat klimaatverandering een bedreiging vormt voor de gezondheid van Nederlanders. Stroot: “Dus ook hier lopen we gevaar, maar de politiek blijkt niet in staat of zelfs onbereid om ons te beschermen. Om de politieke fouten van de laatste anderhalfjaar te herstellen, hebben we het internationaal recht hard nodig. Want als de politiek geen gehoor geeft, dan blijft de juridische weg voor landen zoals Vanuatu de enige levensreddende optie die overblijft. Maar ook burgers treffen hun eigen overheden steeds vaker in rechtzalen, omdat de veiligheid van mensen op het spel staat. Daarom is het extra belangrijk dat iedereen in de wereld, met het advies van vandaag op zak, juridisch sterker staat om klimaatactie af te dwingen.”

woensdag 23 juli 2025

Klimaat-armoede dreigt: miljoenen woningen in Nederland niet klimaatproof

Miljoenen woningen in Nederland kunnen de veranderingen van het klimaat niet aan. Hittegolven, droogte, wateroverlast en schimmelvorming zorgen voor directe gezondheidsrisico’s en miljarden aan schade. Tegelijkertijd hapert de noodzakelijke renovatie. Zo waarschuwt kredietverzekeraar Allianz Trade in het woningrapport The market alone won’t fix it'.

Johan Geeroms, Director Risk Underwriting Benelux van Allianz Trade: “Op allerlei manieren blijkt dat een groot deel van de Nederlandse woningen de klimaatdruk niet aan te kunnen. Op de eerste plaats veroorzaakt de nationale woningvoorraad 11% van de directe CO₂-uitstoot in Nederland. Dat is aanzienlijk. Tel je daar de effecten van woningbouw, -renovatie en -sloop bij op, dan kom je op 22%. Onze huizen vormen daarmee een significant klimaatprobleem dat dringend aangepakt moet worden met het oog op de internationale klimaatafspraken die zijn gemaakt.”

Het rapport van de kredietverzekeraar wijst ook op andere klimaateffecten die de roep om renovatie versterken. Geeroms: “Steeds vaker hebben we te maken met hittegolven waarbij de binnentemperaturen oplopen tot boven de 30 graden. Kwetsbare groepen lopen hierdoor verhoogde gezondheidsrisico’s. Daarnaast neemt door langdurige regenperiodes ook de luchtvochtigheid toe. Door gebrekkige ventilatie kampt inmiddels 1 op de 5 woningen met schimmelproblemen. Ook dit veroorzaakt gezondheidsproblemen zoals longaandoeningen.”

Om klimaatdoelen te halen en om huizen klimaatbestendig te maken is volgens het rapport een versnelde renovatiegolf nodig. Geeroms: “Maar dat gebeurt dus niet. 92% van de huizenbezitters geeft aan dat ze geen geld hebben voor de vereiste grondige renovatie. Hierdoor stijgt het risico op ‘klimaatarmoede’: woningen die té duur zijn om te verwarmen, te slecht om in te leven en niet bestand tegen het weer van morgen.” Geeroms wijst onder meer op droogte en bodemdaling die grote schade veroorzaken aan houten funderingen, vooral in West-Nederland. “Herstel hiervan kost gemiddeld €60.000 per woning.”

dinsdag 22 juli 2025

'Kortzichtige blik overheid leidt tot inconsistent klimaatbeleid en stilstand samenleving'

Klimaatmaatregelen die deels worden teruggedraaid of afgeschaft laten volgens de Wetenschappelijke Klimaatraad (WKR) zien dat er met een kortzichtige blik naar de toekomst van Nederland wordt gekeken. Die blik levert niet alleen inconsistent klimaatbeleid op maar brengt ook de samenleving tot stilstand door de onrust en onduidelijkheid die het teweeg brengt bij mensen, bedrijven en sectoren. Ze durven bijvoorbeeld geen plannen meer te maken of te dromen over de toekomst. Dit is niet het klimaatbeleid dat Nederlanders verder helpt. Of dat zorgt voor een veilige, gezonde en leefbare omgeving, want klimaatdoelen raken alleen maar verder uit het zicht.

Tegelijkertijd wordt de roep een toekomstvisie op klimaat die verder kijkt dan de komende jaren steeds luider. Burgers, bedrijven en medeoverheden moeten weten waar ze aan toe zijn, voor hun onderneming en investeringen. De WKR roept een nieuw kabinet dan ook op om Nederland verder te helpen en houvast en perspectief te bieden. Volgens de raad is lange termijn consistent klimaatbeleid geholpen met een Klimaatvisie die geborgd is in de beleidscyclus en een toekomstcommissie die erop toe ziet dat in de Tweede Kamer vaker over de lange termijn gaat. Dit staat in een nieuw advies van de WKR “Vaart maken met visie”. 
  
Door een gebrek aan betrouwbaar en consistent overheidsbeleid, vertragen bedrijven die vooroplopen in duurzaam ondernemen hun tempo of vallen zelfs om. Burgers willen wel bijdragen aan verduurzaming, maar weten niet wat van hen wordt verwacht of waar ze goed aan doen. Ook kunnen ze voor onaangename verrassingen komen te staan, bijvoorbeeld als een duurzame investering in zonnepanelen of elektrisch rijden onverwacht tot hogere kosten leidt. De WKR heeft de roep tot visie in de samenleving onderzocht en concludeert dat de huidige overheidsvisies te wispelturig zijn en te veel gericht op de korte termijn. Dit geldt zowel voor mitigatiebeleid als adaptatiebeleid. Veel beleidsstrategieën - zoals het Klimaatplan - kijken slechts tien tot twintig jaar vooruit. De focus lijkt te liggen op het terugdringen van de uitstoot van broeikasgassen met 55% in 2030, maar het is de vraag of de willekeurige maatregelen daartoe leiden. Bovendien lijken de maatregelen weinig samenhang te hebben. 

De WKR pleit daarom voor een toekomstvisie op de klimaatneutrale en klimaatbestendige samenleving in 2050. Deze klimaatvisie;  schetst een toekomstbeeld van de samenleving over minimaal 25 jaar, met een doorkijk tot 100 jaar; maakt het mogelijk om uit te zoomen en zo kansen en knelpunten tussen klimaat- en andere beleidsdoelen te zien die je met een kortetermijnblik over het hoofd ziet; biedt duidelijkheid en perspectief aan burgers, bedrijven en medeoverheden en maakt de voordelen van een klimaatneutrale, klimaatbestendige samenleving invoelbaar.  
 
Het is belangrijk dat de samenleving wordt betrokken bij de visieontwikkeling, om tot een breed gedragen beeld te komen van wat gewenst is in de toekomst. Het gebruik van verhalen en verbeelding helpen hierbij. Om de samenhang met verschillende maatschappelijke opgaven te zien - zoals bijvoorbeeld woningbouw, stikstof of netcongestie – moeten meerdere ministeries betrokken zijn. Het is bovendien noodzakelijk dat een Klimaatvisie doorwerkt in het ontwerpen, uitvoeren en evalueren van beleid. Het opstellen van de Klimaatvisie moet voorafgaand aan het Klimaatplan gebeuren en verankerd worden in de klimaatbeleidscyclus. De minister voor Klimaat moet het voortouw nemen in het realiseren van de Klimaatvisie, in samenspraak met andere departementen, het parlement én de samenleving.  
 
Aanbevelingen van de WKR in het kort: 
Laat de klimaatminister het opstellen van de Klimaatvisie coördineren.  
Richt een parlementaire commissie voor de toekomst op die de Klimaatvisie bespreekt 
Maak de ambtelijke top verantwoordelijk voor interdepartementale afstemming van de Klimaatvisie 
Betrek burgers bij het opstellen van de Klimaatvisie. 
Zorg voor doorwerking van de Klimaatvisie in het ontwerpen, uitvoeren en evalueren van beleid.

maandag 21 juli 2025

Vernieuwde spelregels voor inleveren lachgascilinders vanaf 1 juli

Nog steeds anoniem, maar met milieupas en daglimiet. De inzamelingsactie voor lachgascilinders in Twente loopt inmiddels al meer dan een jaar en wordt nog steeds goed gebruikt. Om de veiligheid te waarborgen en beter zicht te houden op de inlevering, worden per 1 juli 2025 enkele spelregels aangescherpt.

Vanaf die datum kunnen inwoners van Twente Milieu-gemeenten hun lachgascilinders nog steeds veilig en anoniem inleveren, maar alleen op vertoon van hun Twente Milieu afvalpas. Het pasnummer wordt gedeeltelijk geregistreerd, zodat de inlevering anoniem blijft. Per pas mag maximaal één keer per dag worden ingeleverd, met een maximum van 10 cilinders per keer. We willen voorkomen dat mensen grote aantallen of meerdere keren op één dag komen inleveren. Met deze aanpassing houden we de actie werkbaar en garanderen we dat de lachgascilinders uit de regio komen.

Inwoners van de Twentse gemeenten waar Twente Milieu actief is – Almelo, Borne, Enschede, Haaksbergen, Hengelo, Hof van Twente, Losser, Oldenzaal of Wierden – kunnen hiervan gebruik maken. Lachgascilinders zijn ook in te leveren bij de andere lokale Twente Milieu-afvalbrengpunten; je ontvangt hiervoor geen retourpremie.

Sinds het verbod op lachgas (opgenomen in de Opiumwet, 2023) worden lege en halfvolle cilinders steeds vaker gedumpt in het restafval. Dit leidt tot explosies in verbrandingsinstallaties, met hoge schade en gevaarlijke situaties tot gevolg. De inzamelactie – een samenwerking tussen Twente Milieu en Twence – is bedoeld om deze gevaarlijke situaties te voorkomen en tegelijkertijd bij te dragen aan een schonere en veiligere leefomgeving.

vrijdag 18 juli 2025

Heet water, schone straten

Onkruid verwijderen zonder chemische middelen én met een forse CO₂-besparing: dat is vanaf nu de nieuwe standaard in acht van de gemeenten van publiek energie- en afvalbedrijf HVC. In Alkmaar is vandaag het nieuwe warmwaterstation officieel geopend. Het maakt gebruik van restwarmte van de afvalenergiecentrale. Hiermee zorgt HVC voor verzorgde straten én een duurzamere toekomst.

De energietransitie vraagt om doorzettingsvermogen en slimme oplossingen. Dit warmwaterstation is daar een mooi voorbeeld van: het combineert bestaande energiebronnen met milieuvriendelijke onkruidbestrijding, zónder extra uitstoot van schadelijke stoffen.

De beheerders van openbare ruimten van HVC bestrijden in diverse gemeenten onkruid met heet water van 96 graden. Tot nu toe werd dit water verhit met houtgestookte ketels. Met de komst van het warmwaterstation stappen we over op een schonere warmtebron: restwarmte uit de afvalenergiecentrale in Alkmaar. 

“Het is een dubbel duurzame oplossing,” legt directeur Gertjan de Waard uit. “We vervangen houtverbranding door restwarmte en vergroten tegelijk onze capaciteit. Zeker in het groeiseizoen – wanneer de vraag naar heet water het hoogst is – is dit een uitkomst.”

Het station heeft een buffertank van 400 kuub heet water en kan tot 19 tankwagens per dag vullen. Via nieuwe ondergrondse leidingen kunnen de wagens snel laden. Daarmee kunnen de teams het hele seizoen door efficiënt onkruid bestrijden zonder schadelijke middelen.

donderdag 17 juli 2025

Zandvoort voert campagne tegen zwerfafval

Elk jaar blijven er duizenden kilo’s afval achter op het strand en in het dorp Zandvoort. Dat is slecht voor dieren, vervuilt de zee en zorgt voor een rommelige omgeving. In de zomer van 2025 werken we samen met inwoners, ondernemers en bezoekers aan een schonere badplaats.

Al dit afval draagt bij aan het probleem van zwerfafval in het hele dorp en zorgt voor extra werk voor onze gemeentelijke diensten. Ook trekt het nog meer afval aan: een schoon gebied blijft makkelijker schoon. Plastic afval dat in zee terecht komt bedreigt het bestaan van zeedieren, omdat hun leefgebied ernstig wordt vervuild

In de zomer van 2025 voert Zandvoort een campagne uit om mensen bewust te maken en organiseren we verschillende acties met partners zoals Stichting De Noordzee en lokale ondernemers.

Een schoon Zandvoort is beter voor iedereen. Afval dat op straat of op het strand blijft liggen, komt via de wind of regen vaak in zee of natuur terecht. Daar richt het schade aan: dieren raken erin verstrikt of eten het op. Bovendien maakt zwerfafval de openbare ruimte minder prettig voor bewoners en bezoekers.

woensdag 16 juli 2025

Mobiele luchtmeetstations in Roosendaal en Bavel blijven langer staan

De twee mobiele luchtmeetstations van de provincie blijven langer in Roosendaal en Bavel staan. De resultaten van de periode januari tot en met april dit jaar lieten op beide meetlocaties relatief hoge meetresultaten zien voor met name fijnstof. De hogere resultaten zijn ook op andere meetstations in de provincie zichtbaar. Mogelijk is het extreem droge weer van het eerste halfjaar van 2025 hiervan de oorzaak. Om de luchtkwaliteit op beide locaties goed te kunnen duiden is besloten de meetperiode te verlengen naar een jaar.

In Roosendaal heeft de gemeente behoefte aan meer inzicht in de luchtkwaliteit, mede door de woningbouwopgave die daar speelt. In Bavel (gemeente Breda) sluit een luchtkwaliteitsmeting aan op een van de pijlers uit de toekomstvisie: de leefomgeving in Bavel verbeteren. De luchtmeetstations blijven nog tot en met december 2025 op beide locaties staan. De resultaten van deze meetperiode worden in maart 2026 verwacht.

Zowel de provincie als de gemeente Roosendaal en de gemeente Breda zijn deelnemer aan het Schone Lucht Akkoord (SLA). Deelnemende partijen streven hierin samen naar een gezondheidswinst van minimaal 50 procent in 2030 ten opzichte van 2016.

De mobiele luchtmeetstations zijn door Gedeputeerde Staten in 2022 aangeschaft om uitvoering te geven aan de twee moties ‘Gezonde Lucht’ en ‘Meer Meetpunten’ van Provinciale Staten. Deze stations meten gedurende vijf jaar op verschillende plekken in Brabant de luchtkwaliteit en zitten nu in de zevende en achtste meetperiode. Er is veel belangstelling voor het mogen plaatsen. Voorheen stonden ze al in onder andere Geertruidenberg, Lierop en Bergen op Zoom.

Immense hoeveelheid plastic zweeft als nanodeeltjes in de oceaan

De totale hoeveelheid plastic die als deeltjes van minder dan 1 micrometer per stuk in de Noord-Atlantische Oceaan zweeft, bedraagt naar schatting 27 miljoen ton. Dat blijkt uit een uitgebreid onderzoek van het Koninklijk Nederlands Instituut voor Onderzoek der Zee, NIOZ en de Universiteit Utrecht. De resultaten zijn op 9 juli gepubliceerd in het wetenschappelijk tijdschrift Nature.

Voor dit onderzoek werkte de Utrechtse masterstudent Sophie ten Hietbrink vier weken lang aan boord van het onderzoeksschip RV Pelagia. Op een tocht van de Azoren naar het continentaal plat van Europa nam zij op twaalf locaties watermonsters waar zij alles dat groter was dan één micrometer uitfilterde. “Door het achterblijvende materiaal later te drogen en te verhitten, konden we in het laboratorium in Utrecht, met behulp van massaspectrometrie de karakteristieke moleculen van verschillende soorten plastics meten”, vertelt Ten Hietbrink.

Het onderzoek van NIOZ en Universiteit Utrecht geeft voor het eerst een schatting van de hoeveelheid nanoplastics in de oceanen. 

Door de resultaten van verschillende locaties te extrapoleren naar de Noord-Atlantische Oceaan, komen de onderzoekers tot de immense hoeveelheid van 27 miljoen ton nanoplastics. Een schokkende hoeveelheid”, vindt Ten Hietbrink. “Maar daarmee hebben we wel een belangrijk antwoord op de paradox van het missende plastic.” Tot op heden kon niet al het geproduceerde plastic op de wereld worden teruggevonden. Een groot deel blijkt nu dus als minuscule deeltjes in het water te zweven.

De nanoplastics kunnen langs verschillende wegen het water bereiken. Deels gebeurt dit doordat grotere deeltjes onder invloed van zonlicht uiteenvallen. Een ander deel stroomt waarschijnlijk als nanoplastics met rivierwater mee. Het blijkt ook dat nanoplastics via de lucht de oceanen bereiken, doordat zwevende deeltjes met regenwater mee naar beneden vallen of doordat ze als ‘droge depositie’ uit de lucht op het wateroppervlak vallen.

De consequenties van al die nanoplastics in het water kunnen groot zijn, benadrukt Niemann. “Het is al bekend dat nanoplastics diep in ons lichaam kunnen doordringen. Ze worden zelfs in hersenweefsel gevonden. Nu we weten dat ze zo alomtegenwoordig zijn in de oceanen, ligt het ook voor de hand dat ze in het hele ecosysteem doordringen; van bacteriën en andere micro-organismen tot vissen en top-predatoren zoals de mens. Wat de invloed is van die vervuiling op het ecosysteem moet verder worden onderzocht.”

Niemann en collega’s gaan verder onderzoek doen naar bijvoorbeeld de verschillende typen plastics die nu nog niet werden gevonden in de fractie van 1 micrometer of kleiner. “We hebben bijvoorbeeld geen polyethyleen of polypropyleen gevonden onder de nanoplastics. Het kan goed zijn dat die in het onderzoek werden gemaskeerd door andere moleculen. Ook willen we weten of er in de andere oceanen net zo veel nanoplastics voorkomen. Het valt te vrezen van wel, maar dat moet nog wel worden aangetoond.”

dinsdag 15 juli 2025

Provincie Noord-Holland onderzoekt gebruik staalslakken

De provincie gaat onderzoeken waar in het verleden staalslakken zijn toegepast in provinciale wegen. Ook stopt de provincie tijdelijk met de toepassing van staalslakken in ophogingen en asfaltdeklagen van wegen, waarvoor de provincie opdrachtgever is.

Aanleiding voor deze acties van de provincie zijn de zorgen rondom het gebruik van staalslakken en de mogelijke risico's voor gezondheid en milieu, met name wanneer deze niet op zorgvuldige wijze worden toegepast. 

Staalslakken zijn restmaterialen die vrijkomen bij de productie van staal. Na bewerking kunnen deze slakken worden hergebruikt als bouwstof, bijvoorbeeld in funderingen, ophogingen of asfaltconstructies van wegen.

Het Rijk is verantwoordelijk voor de landelijke wet- en regelgeving over staalslakken. De provincie volgt deze landelijke regelgeving en ziet toe op de naleving daarvan. Het beleid van het Rijk gaat er voor alsnog vanuit dat zolang staalslakken op een veilige en verantwoorde manier worden toegepast, ze een belangrijke bijdrage aan de circulaire economie vormen aangezien het een restproduct is van de staalindustrie. 

De landelijke overheid is het gebruik van staalslakken opnieuw aan het overwegen. In afwachting van de uitkomsten, staat de provincie de toepassing van staalslakken bij de aanleg van provinciale wegen in ophogingen en asfaltdeklagen tijdelijk niet toe. 

Het onderzoek naar de toepassing van staalslakken richt zich op ophogingen en asfaltdeklagen in provinciale wegen. Het gaat om situaties waarbij het wegennet is uitgebreid vanaf 2014. Er zijn bij de provincie op dit moment geen zorgen bekend rondom het gebruik van staalslakken op een specifieke locatie, waarvoor de provincie de verantwoordelijkheid draagt als wegbeheerder of bevoegd gezag.

maandag 14 juli 2025

Kabinet komt met wetsvoorstel om stikstofdoelen te vervangen

Het kabinet vervangt de stikstofdoelen in de Omgevingswet door emissiedoelen die worden vastgelegd in een wettelijk verplicht programma. In dat programma worden ook de maatregelen opgenomen om die doelen te bereiken. Op die manier verlegt het kabinet de focus van het sturen op stikstofneerslag naar het sturen op stikstofuitstoot, en kiest het kabinet voor stabiele doelen. De internetconsultatie voor het wetsvoorstel loopt van 14 juli 2025 tot en met 24 augustus 2025. 

Minister Wiersma (LVVN): “Ik ben heel blij met dit wetsvoorstel, want hiermee maken we de omslag van sturen op stikstofneerslag, naar sturen op stikstofuitstoot. Op dit moment hebben we te maken met bewegende doelen, en daar kan je heel moeilijk beleid op maken. Wat je uitstoot, dáár heb je grip op. Daarom gaan we over op emissiebeleid. Want als ondernemer heb je regie op wat je uitstoot, niet op wat er neerslaat”.

In de Omgevingswet zijn doelen opgenomen voor het verminderen van de stikstofneerslag. Deze doelen zijn gebaseerd op de kritische depositiewaarde (KDW). De KDW is de wetenschappelijk bepaalde grens waarboven stikstofneerslag schadelijk kan zijn voor de natuur. Die grens is per type natuur verschillend.

Het kabinet wil af van de KDW als omgevingswaarde in de wet omdat het een ‘te bewegelijk’ doel is. De opgave die uit deze doelen voortvloeit is de afgelopen jaren aanzienlijk toegenomen. Het kabinet benadrukt dat het onmogelijk is om consistent en langjarig beleid te voeren als de omvang van de opgave tussentijds wijzigt. De huidige doelen worden door het kabinet niet langer als haalbaar beschouwd, mede vanwege de sociale, maatschappelijke, financiële en economische gevolgen van de stikstofmaatregelen. Door de focus te verleggen van neerslag naar uitstoot ontstaat er meer grip op de opgave.

In het regeerprogramma is de afspraak opgenomen om de KDW-doelen uit de wet te halen en te vervangen door een juridisch houdbaar alternatief. Het kabinet kiest als alternatief emissiedoelen, die in een wettelijk verplicht programma worden opgenomen. Het wettelijke programma zal daarnaast ook maatregelen bevatten om aan die doelen te voldoen. Een programma zorgt ervoor dat maatregelen goed op elkaar afgestemd zijn en dat er wordt bijgestuurd als dat nodig is.

Ook de huidige wettelijke doelen hebben een bijbehorend programma, namelijk het Programma Stikstofreductie en Natuurverbetering (PSN). Het wettelijke programma zal een aanvulling en actualisatie zijn van het huidige PSN en zal de maatregelen bevatten waartoe de MCEN besloten heeft om Nederland weer van het stikstofslot te krijgen. Daarbij wordt ook rekening gehouden met de Europese afspraken.

De internetconsultatie loopt van 14 juli 2025 tot en met 24 augustus 2025.  Na verwerking van de reacties van de internetconsultatie zal het wetsvoorstel, via een besluit in de ministerraad, zo spoedig mogelijk voor advies naar de Afdeling advisering van de Raad van State worden gestuurd. De verwachting is dat het wetsvoorstel eind 2025 naar de Tweede Kamer wordt verzonden voor behandeling. Zodra de Tweede en Eerste Kamer hebben ingestemd én de wet is gepubliceerd, is de nieuwe wet van kracht.

Parallel aan de internetconsultatie wordt het wettelijk verplicht programma verder uitgewerkt, waardoor ook toekomstige besluitvorming van de MCEN kan worden meegenomen.

vrijdag 11 juli 2025

Nederlandse partners starten bouw klimaat satelliet TANGO

ISISPACE, TNO, SRON en KNMI zijn gestart met de bouw van de Twin Anthropogenic Greenhouse gas Observers (TANGO). Dit is een satellietsysteem van de European Space Agency (ESA) dat wereldwijd broeikasgasemissies van CO2 en methaan meet op bronniveau. TANGO bouwt voort op de succesvolle TROPOMI satellietmissie. TANGO gaat een grote stap verder: bronnen verantwoordelijk voor zo’n 70% van de broeikasgasemissies worden in kaart gebracht, TROPOMI brengt slechts 5% in beeld en meet van de broeikasgassen alleen methaan. TANGO meet de broeikasgasuitstoot van individuele bronnen zoals energiecentrales, vuilnisbelten en fabrieken. 

TANGO bestaat uit twee wendbare satellieten van ieder 25 kg die samen om de aarde draaien. Eén satelliet meet CO2- en methaanuitstoot en de andere stikstofdioxide. Op deze manier meet TANGO elke vier dagen de uitstoot van 150 tot 300 grote, industriële faciliteiten en energiecentrales. Dit levert beelden op van emissiepluimen met een resolutie van 300 x 300 meter.

TANGO is een ESA-missie die is ontwikkeld door een Nederlands consortium. ISISPACE leidt de implementatie en is verantwoordelijk voor de satellieten, lancering en operaties van de twee satellieten. TNO ontwikkelt en bouwt de instrumenten die de metingen van CO2, methaan en NO2 verzorgen en werkt aan een emissieatlas voor broeikasgasuitstoot. SRON en KNMI hebben de wetenschappelijke leiding over het project en ontwikkelen de algoritmen voor het afleiden van de gasconcentraties. SRON ontwikkelt detectorelektronica en het grondsegment voor de operationele dataverwerking. TANGO is een ESA Scout-missie, ontwikkeld binnen het FutureEO-programma van ESA. Nederland draagt als ESA-lidstaat bij aan TANGO door financiering vanuit het Ministerie van Economische Zaken. Dit is een direct resultaat van advies en uitvoering van het ruimtevaartbeleid door het Netherlands Space Office. 

Nederland heeft al meer dan 40 jaar een sterke internationale positie op het gebied van aardobservatie en satellietmissies. Met de ontwikkeling van TANGO wordt dit bewezen. De bouw en lancering van TANGO bieden niet alleen kansen voor de Nederlandse industrie maar zorgen er ook voor dat Nederland zijn internationale toppositie in aardobservatie van de atmosfeer verder kan uitbouwen en een unieke positie opbouwt in het aanleveren van klimaatdata. Het contract voor TANGO tussen ESA en hoofdaannemer ISISPACE is op 26 juni ondertekend in Wenen tijdens het ESA Living Planet Symposium.

 

donderdag 10 juli 2025

'Met schrappen CO2-heffing beloont overheid oude, fossiele industrie'

Dat de industrie voorlopig toch geen CO2-heffing hoeft te betalen voor de uitstoot die de bedrijven veroorzaken, is alsof de overheid de klimaatdoelen bij het vuilnis zet.

Voor de oude, fossiele industrie is dit een cadeautje. Het haalt de prikkel om te veranderen weg. De heffing treft vooral de bedrijven die te traag overstappen op schone alternatieven. Het schrappen komt dus vooral ten goede aan bedrijven die hun verduurzaming niet of nauwelijks aanpakken. Het is onzin dat het om allemaal hoogstaande, innovatieve industrie zou gaan. De industrie die wel verduurzaamt raakt het voordeel dat het hen zou opleveren kwijt.

Er lag een goed klimaatpakket vanaf 2019, met lange termijn focus dat nu zomaar van tafel verdwijnt. Dat is een typisch voorbeeld van een onbetrouwbare overheid, vooral naar de partijen die wel druk aan het verduurzamen zijn. En nu moeten er nieuwe klimaatmaatregelen worden verzonnen om de klimaatdoelen alsnog te halen. Je kunt niet maatregelen schrappen en beweren dat de doelen blijven staan. Daarbij komt ook nog eens dat de opbrengsten van de heffingen, honderden miljoenen, in verduurzaming gestoken konden worden. Dat geld is nu verdwenen.

Ook de industrie zelf is niet onverdeeld blij als de CO2-heffing van tafel gaat. Zij snappen dat de verduurzaming van de industrie moet doorgaan. Een brede maatschappelijke alliantie, inclusief de industrie en VNO-NCW, pleitte vorige week nog voor voortzetting van het huidige beleid. Met het schrappen van de heffing wordt daar geen gehoor aan gegeven. Daarnaast zorgde de CO2 heffing voor meer druk op innovatie en het zoeken naar productiemethoden die minder vervuilend zijn.

Suikercoöperatie Cosun, die de komende jaren driekwart van de uitstoot gaat terugdringen, is een voorbeeld van hoe het zou moeten gaan. Bedrijven die veel uitstoot produceren, moeten niet jammeren, maar zo snel mogelijk omschakelen naar andere productiemethoden. Nu hebben de achterblijvers weer een reden om weinig haast te maken.

woensdag 9 juli 2025

Tata Steel dient Milieueffectrapport Groen staal in bij Provincie Noord-Holland

Tata Steel heeft een verzoek voor een projectbesluit en het Milieueffectrapport (MER) voor het project Heracless-Groen staal ingediend bij de provincie Noord-Holland en de Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied (OD NZKG).

De indiening markeert een mijlpaal in de voorbereiding van de verduurzaming van het staalbedrijf. Nu begint de fase waarin het bevoegd gezag, dat is de provincie Noord-Holland, de Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied en Rijkswaterstaat (RWS), de plannen voor Groen staal en effecten daarvan op de leefomgeving zal beoordelen.

In het verzoek voor een projectbesluit onderbouwt Tata Steel de planologische wijzigingen van de huidige omgevingsplannen om het project mogelijk te maken.

In het MER brengt Tata Steel de milieugevolgen van het project en de impact daarvan op de leefomgeving in beeld.

De provincie, OD NZKG en Rijkswaterstaat beoordelen of alle informatie in het MER is opgenomen om het ontwerpprojectbesluit en de ontwerpvergunningen op te stellen. De provincie heeft Tata Steel eerder geadviseerd om het gezondheidsaspect een centrale plek in het MER te geven en zal hier op letten in haar beoordeling.

Voor de beoordeling van het MER vraagt de provincie aan de Commissie mer te toetsen en te beoordelen of alles wat belangrijk is voor het project ook is beschreven. Het advies van de Commissie mer zal zij publiceren op haar website. Het bevoegd gezag betrekt dit advies in haar eigen beoordeling van het MER. Het streven is om deze beoordeling aan het eind van het derde kwartaal van 2025 af te ronden.

Gedeputeerde staten (GS) van de provincie nemen uiteindelijk het projectbesluit. Het ontwerpprojectbesluit is bedoeld voor wijzigingen van de huidige omgevingsplannen om de bouw van de nieuwe fabrieken en installaties mogelijk te maken. Het ontwerpprojectbesluit zal op zijn vroegst in het eerste kwartaal van 2026 ter inzage worden gelegd met de mogelijkheid voor het indienen van zienswijzen. Iedereen heeft de mogelijkheid om in deze periode te reageren.

De provincie heeft bij de start van het complexe project in maart 2023 aangegeven dat haar uitgangspunt is dat zij als bevoegd gezag vanaf formele indiening van de documenten, onder voorwaarde van een goede kwaliteit van de aangeleverde informatie, een jaar nodig heeft om de plannen en de effecten op de leefomgeving zorgvuldig te beoordelen en tot definitieve besluiten te komen.
 

dinsdag 8 juli 2025

Radicale ontdekking maakt écht goud uit afval — zonder vervuiling, mogelijk einde aan giftige goudwinning

Onderzoekers hebben een revolutionaire techniek ontwikkeld waarmee puur goud kan worden gewonnen uit elektronisch afval — volledig zonder giftige chemicaliën. Dit zou een groot alternatief vormen voor de traditionele, vervuilende goudwinning.

Door gebruik te maken van gereduceerd grafeenoxide (rGO), kunnen goudionen uit een oplossing direct worden gereduceerd tot metallisch goud op het oppervlak van grafeenvellen. Dit gebeurt in enkele minuten, zonder extra chemicaliën of energieinput.

De methode is extreem selectief: het grafeen vangt vrijwel uitsluitend goud, terwijl andere metalen ongemoeid blijven — zelfs in spoorkoncentraties van slechts één miljardste van een procent.

Slechts 1 gram grafeen kan bijna 2 gram puur goud produceren. Aangezien grafeen goedkoop is (minder dan $0,10 per gram), maakt dit proces economisch erg aantrekkelijk.

Er is geen sprake van vervuiling door gevaarlijke stoffen zoals cyanide en kwik, die wel worden gebruikt bij conventionele gereedschappen in de mijnbouw.

Elektronisch afval bevat vaak meer goud per ton dan natuurlijke ertsen — denk aan 150 gram goud uit een ton printplaten — en toch wordt slechts een klein deel daarvan momenteel gerecycled.

maandag 7 juli 2025

Renewi opent nieuwe recyclinglijn voor boilers in Frankrijk

Renewi E-waste en de inzamelorganisatie ecosystem openden onlangs in Lesquin, Frankrijk, officieel een recyclinglijn die zich richt op de ontmanteling en verwerking van afgedankte elektrische boilers, waaronder ook apparaten uit Nederland. Deze innovatieve lijn draagt bij aan de bescherming van het klimaat door het veilig extraheren van broeikasgassen uit het isolatieschuim. Bovendien vormt het, door het terugwinnen van waardevolle materialen voor hergebruik, een belangrijke stap richting een meer circulaire economie.

Elektrische boilers zorgen voor warm water en comfort, maar aan het einde van hun levensduur vormen ze een risico voor het milieu. Dat komt door het isolatieschuim aan de binnenkant van deze apparaten, dat krachtige broeikasgassen bevat. Die gassen zijn vele malen schadelijker voor het milieu dan CO₂. Zolang ze opgesloten blijven in het schuim, vormen ze geen direct gevaar. Maar zodra de boilers verkeerd worden verwerkt en vergruisd, komen deze ozonafbrekende gassen vrij, met potentieel ernstige gevolgen voor het milieu en de volksgezondheid.

Om dat te voorkomen, lanceerde ecosystem een oproep voor de verwerking van elektrische boilers in een afgesloten omgeving. Renewi E-waste kreeg het vertrouwen om deze technologie in de regio Hauts-de-France te implementeren.

Renewi E-waste kon voor deze lijn bouwen op jarenlange expertise in de duurzamere verwerking van koelkasten, die technisch gezien sterk lijken op elektrische boilers. De bestaande infrastructuur op de site in Lesquin werd uitgebreid met een waslijn en een voorbreker, die zorgen voor een optimale terugwinning van achtergebleven water en kalk, en de componenten in kleinere stukken breekt voor een efficiënte handmatige of automatische sortering. Vervolgens maakt de koelkastlijn het mogelijk om de gassen, het polyurethaan (PUR) en de metalen correct terug te winnen, zodat ze zoveel mogelijk opnieuw kunnen worden ingezet in productieprocessen in verschillende industrieën.

Renewi E-waste verwacht jaarlijks zo’n 15.500 ton aan afgedankte boilers te recyclen waaronder enkele duizenden ton uit Nederland.

vrijdag 4 juli 2025

Eerste landelijke onderzoek naar PFAS in bloed

Iedereen in Nederland heeft verschillende soorten PFAS (Per- en polyfluoralkylstoffen ) in het bloed. Bij vrijwel iedereen is de hoeveelheid PFAS hoger dan de gezondheidskundige grenswaarde. Dat blijkt uit onderzoek van het RIVM met bloedmonsters uit 2016 en 2017.

Dat mensen meer PFAS (Per- en polyfluoralkylstoffen ) in hun bloed hebben dan de gezondheidskundige grenswaarde, wil niet zeggen dat mensen meteen ziek  worden door PFAS. Het betekent wel dat PFAS effect kan hebben in het lichaam. Het immuunsysteem kan bijvoorbeeld minder goed gaan werken. De effecten zijn afhankelijk van de hoeveelheid PFAS, de duur van de blootstelling en iemands persoonlijke gezondheidssituatie.

Dit eerste landelijke onderzoek heeft als doel om te meten hoeveel PFAS in het lichaam zit van mensen in Nederland. Het RIVM onderzoekt hiervoor ook bloedmonsters uit 2025. Met deze kennis kunnen we in de toekomst volgen of maatregelen om de blootstelling te verlagen effect hebben.

PFOS (perfluoroctaansulfonaten) en PFOA (perfluoroctaanzuur ) meest gevonden
Het RIVM keek naar 28 verschillende PFAS in bijna 1.500 bloedmonsters. Dit geeft een goed beeld van de situatie in Nederland. In bijna alle bloedmonsters zijn minimaal zeven verschillende PFAS gevonden (PFOA, PFNA, PFDA, PFUnDA, PFHxS, PFHpS en PFOS). Vijf van de onderzochte stoffen  werden bij niemand aangetroffen. PFOS is het meest gevonden in het bloed, gevolgd door PFOA. 

Daarnaast keek het RIVM met extra aandacht naar de regio’s Dordrecht en rond de Westerschelde, omdat deze in de buurt liggen van fabrieken waaruit PFAS in de omgeving is terechtgekomen.  

Bij inwoners uit de regio Dordrecht werd met name meer PFOA gevonden dan gemiddeld in Nederland. Rond de Westerschelde was met name de hoeveelheid PFOS hoger.

Het RIVM berekende in 2021 en 2023 dat mensen in Nederland uit voedsel en drinkwater te veel PFAS binnenkrijgen. De resultaten van het onderzoek in bloed bevestigen dat. Hoewel PFAS erom bekend staan dat ze moeilijk afbreken, kunnen ze wel langzaam uit het lichaam verdwijnen. Om de hoeveelheid PFAS op termijn onder de gezondheidskundige grenswaarde te laten komen, is het nodig dat mensen minder PFAS binnenkrijgen. 

Mensen kunnen contact met PFAS bijna niet voorkomen. Deze stoffen komen in heel Nederland voor in de bodem, en in voedsel en drinkwater. Het Voedingscentrum adviseert om gevarieerd te eten om minder PFAS binnen te krijgen. Mensen kunnen zelf wel opletten of er PFAS zitten in producten, zoals antiaanbaklagen, cosmetica en regenjassen. 

Vooral bedrijven en overheden kunnen maatregelen nemen, zodat mensen minder PFAS binnenkrijgen. Nederland werkt daarvoor vaak samen met andere Europese landen. In 2008 is de stof PFOS verboden en sinds 2020 ook de stof PFOA. Om vervanging van de ene PFAS met een andere te voorkomen, heeft Nederland samen met andere landen een voorstel gedaan voor een Europees verbod op alle PFAS. Dit voorstel ligt nu ter beoordeling bij Europese wetenschappelijke commissies.   

Voor het huidige onderzoek zijn bloedmonsters gebruikt uit 2016 en 2017. Voor een meer recent beeld gaat het RIVM nog onderzoek doen met bloedmonsters uit 2025. Ook in deze monsters worden verschillende soorten PFAS gemeten en vergeleken met de gezondheidskundige grenswaarde. De resultaten van dit onderzoek worden in 2026 verwacht. 

donderdag 3 juli 2025

Nieuwe nicotinesticks bevatten schadelijke hoeveelheden nicotine

Het RIVM onderzocht de hoeveelheid nicotine die komt uit nicotinesticks zonder tabak. Bij deze producten lag de hoeveelheid nicotine 18 tot 25 keer hoger dan de waarde die het RIVM adviseert. Boven deze waarde zijn er schadelijke effecten van nicotine te verwachten.

Nicotinesticks lijken qua uiterlijk op kleine sigaretten. Ze bevatten geen tabak, maar wel nicotine. Ook zijn smaakstoffen toegevoegd. Het is een vrij nieuw product: in 2024 werden deze sticks voor het eerst op de Nederlandse markt gezien. Na verhitting met een bijbehorend verhittingsapparaat komen de stoffen vrij en worden door de gebruiker geïnhaleerd.

Nicotine is schadelijk voor de gezondheid. Daarom wil de Nederlandse overheid dat er eisen aan nicotineproducten zonder tabak voor inhalatie worden gesteld, zoals een maximum voor de hoeveelheid nicotine. Deze eisen zijn er nog niet. Door het ontbreken van tabak vallen deze producten namelijk buiten de Europese Tabakswet. Het RIVM is door het ministerie van VWS (Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport) gevraagd om advies te geven over de maximale hoeveelheid nicotine die uit het product mag komen. Boven deze waarde zijn bij gebruik gezondheidseffecten te verwachten, zoals een hogere hartslag en irritatie van de luchtwegen. Het RIVM vond dat de nicotine in vier onderzochte varianten nicotinesticks veel hoger ligt dan de advieswaarde.

Naast onderzoek naar de schadelijke effecten die door nicotine of tabak ontstaan, doet het RIVM ook onderzoek naar de aantrekkelijkheid van tabaks- en of nicotineproducten. Zoals het onderzoek naar smaakjes in e-sigaretten (vapes) op basis waarvan door VWS een verbod op deze smaakjes werd ingesteld. Eerste onderzoek naar het effect van dit verbod liet recent zien dat 40 procent het gebruik van e-sigaretten heeft verminderd.

woensdag 2 juli 2025

Onderzoek: Afvalstoffenheffing op de Waddeneilanden het hoogst

Afval weggooien kost geld. Hoeveel precies? Dat blijkt in Nederland sterk te verschillen per gemeente. Verpakkingsspecialist Profipack deed onderzoek naar de kosten per gemeenten en hieruit blijkt dat huishoudens op de Waddeneilanden in 2025 het meeste voor hun afvalstoffenheffing betalen. Hier zitten uitschieters tot maar liefst 469 euro per jaar tussen. Ter vergelijking: in de goedkoopste gemeente is dat slechts 14 euro.

De afvalstoffenheffing is een belasting die gemeenten gebruiken om het ophalen en verwerken van huisvuil te bekostigen. Omdat elke gemeente haar eigen beleid voert, kunnen de tarieven flink uiteenlopen. Op de Waddeneilanden zijn de kosten het hoogst, dit komt onder andere door de extra logistieke uitdaging van afvaltransport per boot. Ook in andere delen van Nederland zijn de verschillen groot. Een gemiddeld huishouden in Vlieland betaalt ruim twee keer zoveel als een inwoner van Aalten. Profipack zocht de grootste verschillen per gemeente in 2025 uit. 

Grootste verschillen in 2025

Top-5 duurste gemeenten per huishouden:
Vlieland: €469,-
Ameland: €395,- 
Schiermonnikoog: €394,- 
Texel: €245,- 
Terschelling: €230,- 
Top-5 goedkoopste gemeenten per huishouden:
Maasdriel: €14,- 
Nijmegen: €23,- 
Asten: €66,- 
Bladel: €72,- 
Aalten: €72,-

Een belangrijke factor in de hoogte van de heffing is de manier waarop afval wordt gescheiden. In bijna driekwart (73%) van de gemeenten zijn inwoners zelf verantwoordelijk voor het scheiden van afval. In grotere steden, zoals Amsterdam, Den Haag en Utrecht is dat minder gebruikelijk, daar wordt afval vaak in één bak verzameld en later door machines gescheiden. Dit zogenoemde nascheiden is makkelijker voor bewoners, maar levert uiteindelijk vaak hogere kosten op.

Afval gaat niet alleen over geld, maar ook over wat het met het milieu doet. Elk jaar komt er naar schatting 50 miljoen kilo zwerfafval in de Nederlandse natuur terecht. Vooral plastic, metaal en glas blijven extreem lang liggen, plastic vergaat pas na 450 tot 1.000 jaar, metaal doet er tientallen tot honderden jaren over en glas vergaat zelfs helemaal niet. Ook textiel levert problemen op, omdat het microvezels in water achterlaat. Materialen als papier en GFT-afval zijn een stuk vriendelijker, want deze breken relatief snel af. Goed scheiden en bewust omgaan met afval maakt dus écht verschil!

dinsdag 1 juli 2025

Klimaatraad: Durf onze ruimte fundamenteel anders in te richten en maak de samenleving weerbaar


In de slag om de ruimte is durf nodig om te kiezen hoe welke ruimte in Nederland moet worden ingericht om mee te veranderen met het klimaat. We zullen moeten leren leven met klimaatverandering en het klimaat verandert sneller dan verwacht en wordt grilliger. Hitte, droogte en extreme neerslag komen vaker voor, vaker tegelijkertijd en duren langer. Ondertussen stijgt de zeespiegel sneller. Nederland heeft veel ervaring met aanpassen. Maar om Nederland veilig, gezond, leefbaar en de samenleving weerbaar te houden is nog grootser toekomstdenken nodig. Er zijn richtinggevende keuzes nodig op twee vlakken: ruimtelijk en maatschappelijk. 

Dit staat in het advies ‘Meeveranderen met het klimaat - Ruimtelijke en maatschappelijke keuzes voor klimaatadaptatie’ van de Wetenschappelijke Klimaatraad (WKR).

Keuzes over ruimte zijn nu nodig omdat we zelfs met extra maatregelen het huidige ruimtegebruik niet overal kunnen behouden. Soms is het te duur, is er geen ruimte of er ontstaat een gebrek aan zoetwater. Het verhogen van dijken of het doorspoelen van polders tegen verzilting is niet meer voldoende. ​Dan is het nodig om het gebied een andere functie te geven, passend bij het bodem- en watersysteem. Bijvoorbeeld het accepteren van verzilting of het verplaatsen van woningen, infrastructuur en industrie. Door het ene gebied anders in te richten kunnen in andere gebieden, met extra maatregelen, functies behouden blijven. 

Dit is bovendien het juiste moment om hier keuzes over te maken omdat Nederland in de komende jaren behoorlijk wordt verbouwd vanwege andere grote opgaven zoals woningbouw, veranderingen in de landbouw, natuurherstel, duurzame energie en investeringen in de infrastructuur. De WKR doet de volgende aanbevelingen:​ 

Bepaal op nationaal niveau in welke gebieden nu moet worden getransformeerd. Werk dit regionaal uit. Begin op plekken waar de urgentie het grootst is: in verziltende kleigebieden, verdrogende zandgebieden, dalende veenweidegebieden en opwarmende steden.

Voer bij grote investeringen, zoals voor infrastructuur, woningbouw en industrie, een klimaatadaptatietoets uit die tenminste 100 jaar vooruitkijkt. Wat we nu bouwen, bepaalt de adaptatieopgave in de toekomst.

Creëer meer ruimte voor de publieke financiering van adaptatie om transformatie van gebieden mogelijk te maken. Bijvoorbeeld om meer ruimte voor de rivieren en meer verkoelend groen in de stad te maken.​

Zorg dat kosten voor adaptatie bij gebiedsontwikkeling niet worden afgewenteld op de samenleving.​

De overheid kan ons niet altijd volledig beschermen tegen de gevolgen van extreem weer. Ook burgers en bedrijven moeten in actie komen. Dit doen ze trouwens nu ook al: het is zaak de acties van overheden, burgers en bedrijven op elkaar af te stemmen zodat die elkaar niet in de wielen rijden of zelfs tegenwerken. Bijvoorbeeld als er te weinig water beschikbaar is in tijden van droogte, kan het beregenen van akkers door boeren niet onbegrensd doorgaan, dan ontstaat een watertekort voor andere functies zoals infrastructuur (huizen, kades, dijken) en natuur. 

De WKR adviseert om ook de maatschappelijke kant van adaptatie beter te organiseren:

Stimuleer en coördineer adaptatie door burgers en bedrijven en doe dat op een manier die zorgt dat iedereen weerbaar wordt en in staat wordt gesteld mee te doen.

Maak informatie over klimaatrisico’s van woningen voor iedereen toegankelijk. Zo kunnen mensen betere keuzes maken en kunnen banken en verzekeraars deze risico’s verantwoord meewegen. 

Bescherm kwetsbare groepen tegen onbedoelde gevolgen, zoals huurwoningen die niet aangepast worden om ze minder kwetsbaar te maken.

Maak voor iedereen duidelijk wie wanneer welke klimaatrisico’s draagt met een ‘klimaatschadeladder’.

Ontwikkel een nationale adaptatiemonitor om inzicht te geven in risico’s, maatregelen en maatschappelijke effecten – nu en in de toekomst.​