donderdag 6 november 2025

Universiteit Twente ondertekent manifest voor gezamenlijke klimaattransitie in de academische wereld

De Universiteit Twente heeft samen met andere Nederlandse universiteiten en umc’s het manifest Duurzaam denken, duurzaam doen ondertekend. Met deze stap onderschrijft de UT de oproep van De Jonge Akademie en de Green Young Academy aan kennisinstellingen om meer verantwoordelijkheid te nemen en nauwer samen te werken in de klimaattransitie.

De Universiteit Twente ziet duurzaamheid als een kernelement van haar onderwijs, onderzoek en bedrijfsvoering. Door het manifest te ondertekenen, benadrukt de UT haar ambitie om de klimaattransitie te versnellen – binnen en buiten de universiteit.

“Als universiteit willen wij niet alleen over duurzaamheid praten, maar er ook echt naar handelen”, zegt Machteld Roos, vicevoorzitter van het College van Bestuur van de Universiteit Twente. “Het manifest herinnert ons eraan dat duurzaamheidsambities geen papieren werkelijkheid mogen blijven. Het vraagt om extra aandacht, samenwerking en concrete stappen. We waarderen het dat dit initiatief van onderop komt: vanuit jonge onderzoekers en medewerkers die het verschil willen maken. Dat sluit uitstekend aan bij de manier waarop we als Universiteit Twente werken: samen, met impact.”

Uit de analyse van De Jonge Akademie en de Green Young Academy blijkt dat veel universiteiten al duurzaamheidsplannen hebben, maar dat effectiviteit, samenhang en samenwerking nog beter kunnen. Het manifest roept daarom op tot gezamenlijke actie op vier terreinen:

Onderwijs: veranker duurzaamheid structureel in het curriculum, zodat studenten worden voorbereid op hun rol in de duurzame samenleving.
Onderzoek: stimuleer samenwerking voor maatschappelijk relevante wetenschap en verminder afhankelijkheid van vervuilende industrieën.
Bedrijfsvoering: werk toe naar klimaatneutrale universiteiten met minder compensatie en snellere CO₂-reductie.
Bestuur: geef duurzaamheid een vaste plek in besluitvorming, evaluaties en beloningssystemen.
Duurzaamheid als speerpunt van de Universiteit Twente
De UT werkt al jaren aan het verminderen van haar ecologische voetafdruk en het versterken van duurzaamheid in onderwijs en onderzoek. Voorbeelden zijn het opzetten van het Climate Centre, Green Hub Twente, het Sustainability, Energy & Environment (SEE)-programma, de verduurzaming van gebouwen, en het integreren van duurzaamheidsprincipes in opleidingen en campusbeheer.

woensdag 5 november 2025

EU-landen bereiken akkoord over klimaatdoel voor 2040

De klimaatministers van alle 27 lidstaten van de Europese Unie kwamen na intensieve onderhandelingen vandaag tot een akkoord over een nieuw doel voor het jaar 2040.  

Het afgesproken doel is dat de CO₂-uitstoot in 2040 met 90 % moet zijn verminderd ten opzichte van 1990.   Echter: maximaal 5 % van die reductie mag gerealiseerd worden door zogenaamde koolstofkredieten — compensatie via emissiebesparing elders.  

De belangrijkste details:

    •    Door het inzetten van koolstofkredieten hoeft de EU zelf slechts 85 % reductie te behalen, indien 5 % via kredieten komt.  
    •    Klimatologische wetenschappers hebben hun twijfels bij deze kredieten, omdat het lastig is te garanderen dat de emissiereductie daadwerkelijk plaatsvindt.  
    •    Er is afgesproken dat er om de twee jaar geëvalueerd wordt of het doel de concurrentiekracht van Europa niet tezeer schaadt – en dat er indien nodig aanpassingen kunnen komen.  
    •    Er is een optie opengehouden om nog eens extra 5 % te realiseren via kredieten als andere maatregelen te moeilijk blijken. Ook is de geplande taks op fossiele brandstoffen (ETS-2) uitgesteld van 2027 naar 2028.  

Er waren grote verschillen tussen de lidstaten: landen als Polen en Italië zagen een ambitieus doel als een risico voor de economie, terwijl landen zoals Spanje en Nederland juist stelden dat duidelijkheid en ambitie cruciaal zijn voor bedrijven en huishoudens.   De onderhandelingen verliepen chaotisch en gingen zelfs lang vast. Een doorbraak kwam pas om drie uur ’s nachts.  

Het doel voor 2040 past in de bredere ambitie dat de Europese Unie in 2050 klimaatneutraal wil zijn — zoals vastgelegd in het Parijsakkoord. Het tussendoel van 2040 is belangrijk omdat juist de laatste tientallen procenten reductie richting 2050 relatief moeilijk zijn.  

Het akkoord moet nog goedgekeurd worden door het Europees Parlement, wat naar verwachting volgende week zal gebeuren.  

dinsdag 4 november 2025

PreZero Nederland behaalt voor alle activiteiten en locaties internationaal erkende MVO-certificering

PreZero Nederland heeft niveau 3 behaald op de MVO Prestatieladder, de certificering die organisaties beoordeelt op hun bijdrage aan de internationale Sustainable Development Goals van de Verenigde Naties. Het is de eerste keer dat het bedrijf zich als geheel liet auditen en meteen wist het deze score te behalen. Suzanne Stokman, Manager Duurzaamheid bij PreZero Nederland: “Dit is een bevestiging van onze koers waarin duurzaamheid en maatschappelijke verantwoordelijkheid centraal staan.”

Volgens PreZero Nederland gaat verantwoord ondernemen niet alleen over milieuduurzaamheid. Iets wat van nature al in het DNA van het bedrijf zit. PreZero Nederland koos bij de audit dan ook bewust voor zes diverse thema’s, waaronder gezondheid en veiligheid van medewerkers. “Mensen zijn onze grootste drijvende kracht voor de uitvoering van het werk én voor het verder brengen van innovatie,” zegt Suzanne Stokman. “Daarom investeren we net zo hard in vitaliteit, mentale gezondheid en veiligheid als in circulaire technologieën.”

Dat beleid vertaalt zich in concrete resultaten. Medewerkers worden ondersteund met een leefstijlprogramma dat vitaliteit stimuleert, er is een uitgebreid aanbod aan trainingen om medewerkers de kans te geven zich te blijven ontwikkelen, er zijn vergadervrije dagen ingevoerd om efficiënter te werken en chauffeurs volgen trainingen in veilig én zuinig rijden. Jaarlijks traint PreZero Nederland twintig procent van de chauffeurs in nieuwe rijtechnieken, met positieve effecten op brandstofverbruik, veiligheid en reductie van schades.

De certificering op niveau 3 markeert niet alleen een mijlpaal voor het bedrijf, maar toont ook aan dat maatschappelijke verantwoordelijkheid een economische factor wordt. Voor PreZero Nederland is de certificering vooral een aanmoediging om door te zetten met de transitie naar een circulaire economie. “Klimaatverandering blijft één van de grootste problemen ter wereld. Wij geloven in Zero Waste, in een wereld waarin we minder weggooien en meer hergebruiken. Zo sparen we de grondstoffen van de aarde,” aldus Suzanne Stokman. “Als hergebruik niet lukt, dan maken we er weer nieuwe grondstoffen van. Daar werken we elke dag aan.”

PreZero Nederland is van mening dat duurzaam ondernemen niet alleen noodzakelijk is, maar ook zakelijk gezien de enige weg vooruit vormt. Suzanne Stokman: "Wij willen écht stappen zetten op het gebied van klimaat, duurzaamheid en circulariteit. Maar dat kunnen we niet alleen. Met passende wet- en regelgeving en structurele financiële ondersteuning kan de overheid de noodzakelijke condities scheppen om deze transitie écht mogelijk te maken. We zijn ervan overtuigd dat samenwerken én innovatie de sleutels zijn tot oplossingen voor een duurzame toekomst."
 

maandag 3 november 2025

4 kilo afval meer per inwoner in 2024

In 2024 hebben gemeenten bijna 8,2 miljard kilogram huishoudelijk afval ingezameld. Dat is ruim 456 kilogram per inwoner. In 2023 was dit 452 kilogram per inwoner. De grootste afvalstromen zijn restafval en groente-, fruit- en tuinafval (gft). Er is meer houtafval ingezameld dan in 2023. Steeds meer gemeenten zamelen wegwerpluiers apart in. Dat blijkt uit de nieuwste cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS).

In 2024 is het huishoudelijk restafval toegenomen naar 179 kilogram per inwoner, dat is een kilo meer dan in 2023. Schiermonnikoog, Texel en Vlieland zamelen het meeste restafval in. Dit komt vooral omdat er veel toeristen naar deze Waddeneilanden komen. Ook grote steden, die vaak minder ruimte hebben om afval gescheiden te verzamelen, halen veel restafval op. Land van Cuijk, Horst aan de Maas en Reusel-De Mierden zamelen het minste afval in.

Een mogelijke oorzaak waarom de hoeveelheid huishoudelijk restafval toeneemt, is dat steeds meer gemeenten het restafval laten nascheiden. In 2024 deed ongeveer 60 procent van de gemeenten dit volledig of gedeeltelijk.

Door digitalisering is er minder papier en karton om in te zamelen. In 2024 werd 39,7 kilogram per inwoner ingezameld. In 2023 was dat nog 40,6 kilogram per inwoner. Op Schiermonnikoog, Vlieland en Ameland wordt het meeste opgehaald. Rotterdam, Den Haag en op Texel halen het minste oud papier en karton op.

In 2024 werd 91,7 kilogram gft-afval per inwoner ingezameld, tegen 91,5 kilogram in 2023. De gemeenten waar het meeste gft-afval verzameld wordt zijn Westerveld, Ameland en Land van Cuijk. Van de gemeenten waar gft wordt ingezameld, wordt dat het minst gedaan in Rotterdam, Den Haag en Amsterdam. Vlieland, Terschelling en Schiermonnikoog halen gft niet apart op.

Er werd 28 kilogram per inwoner aan houtafval ingezameld, tegen 25 kilogram in 2023. In Zeeland (56 kilogram per inwoner) en Fryslân (48 kilogram) wordt meer dan gemiddeld ingezameld, in Overijssel (18 kilogram per inwoner) en Gelderland (22 kilogram) juist minder.

In Lopik wordt het meeste hout ingezameld. Van de gemeenten die hout inzamelen, wordt het minste ingezameld in Staphorst, Lingewaard en Voorst. In Ermelo, Nunspeet, Rozendaal en Terschelling wordt hout niet gescheiden opgehaald.

Sinds 2007 bestaat de mogelijkheid om wegwerpluiers gescheiden in te zamelen, zodat de grondstoffen uit de luiers gerecycled kunnen worden. In 2024 kon dit in 119 gemeenten. In 2024 werd 1,2 kilogram luiers per inwoner ingezameld, in 2007 was dit nog 0,9 kilogram.

Noord-Brabant (3,4 kilogram per inwoner) en Gelderland (3,2 kilogram per inwoner) halen de meeste luiers op. In Noord- Holland (0,2 kilogram per inwoner) en Zuid-Holland (0,1 kilogram per inwoner) worden relatief weinig luiers ingezameld. Dat betekent niet dat daar minder luiers worden gebruikt, maar dat luiers in minder gemeenten gescheiden worden ingezameld. In Fryslân worden helemaal geen luiers ingezameld, voor zover bekend bij het CBS.

Van alle gemeenten die luiers gescheiden inzamelen, worden de meeste luiers ingezameld in Berkelland, Baarle-Nassau en Nederweert. Het minst wordt ingezameld in Arnhem, Edam-Volendam en Noordwijk.

vrijdag 31 oktober 2025

Kleurscheiding brengt circulariteit én esthetiek samen in kunststofverpakkingen

In aanloop naar de nieuwe Europese verpakkingswetgeving (PPWR) slaan waste-to-product bedrijf Renewi en verpakkingsproducent Teamplast de handen ineen om een belangrijk obstakel naar een meer circulaire verpakkingsketen te overwinnen: het beschikbaar maken van witkleurige verpakkingen uit 100% gerecycled kunststof. 

Veel bedrijven willen verduurzamen, maar de overstap van virgin naar gerecycled materiaal blijkt in de praktijk lastig. “Onze klanten zijn overtuigd van 100% Post-Consumer Recycled Material (PCR). PCR is materiaal dat afkomstig is uit de gebruikte consumenten- of bedrijfsmarkt, bijvoorbeeld een weggegooide verpakking. Maar door een tekort aan wit gerecycled materiaal dreigde een terugval naar virgin. Dat was onacceptabel”, zegt Robin Koning, partner van Teamplast. 

Renewi reageerde en investeerde in een kleursorteringsinstallatie in Eindhoven, Acht. Deze scheidt witte en neutrale kunststofflakes van andere kleuren, waardoor hoogwaardige PCR beschikbaar komt voor toepassingen waar kleur en kwaliteit cruciaal zijn. 

Het produceren van witte verpakkingen uit gerecycled materiaal is technisch en esthetisch bijzonder uitdagend. Gerecycled materiaal bestaat meestal uit gemengde kleuren, wat resulteert in een grijs of bruin basismateriaal. Daardoor was het moeilijk om witte verpakkingen te maken zonder nieuwe virgin grondstoffen toe te voegen. 

Dankzij Renewi's geavanceerde kleurscheiding ontstaat een zuivere, witkleurige kunststofstroom die geschikt is voor merken in sectoren waar kleur en uitstraling essentieel zijn, zoals cosmetica en verzorgingsmiddelen. 

Waar de markt voorheen vaak moest kiezen tussen circulariteit en esthetiek, maken Renewi en Teamplast het mogelijk om beide te combineren. Zo kunnen merken volledig gerecyclede verpakkingen gebruiken zonder concessies te doen aan uitstraling of prestatie. 

De samenwerking komt op een strategisch moment. De aankomende Europese PPWR-verordening stelt strengere eisen aan het gebruik van gerecycled materiaal. Renewi en Teamplast lopen hierop vooruit en bieden merken een toekomstbestendige oplossing. 

donderdag 30 oktober 2025

De allerrijkste 0,1% stoot meer CO2 uit per dag dan de armste 50% in een heel jaar

Uit het jongste Oxfam-rapport blijkt dat één persoon van de rijkste 0,1% van de wereld per dag meer CO2 uitstoot dan de armste 50% in een heel jaar.

Sinds 1990 is het aandeel van de allerrijkste 0,1% in de wereldwijde CO2-uitstoot met 32 procent gestegen, tegelijkertijd is het aandeel van de armste helft van de mensheid met 3% gedaald.

Gemiddeld stoot iedereen die behoort tot de rijkste 0,1% iedere dag meer dan 800 kg CO2 uit. Iemand die behoort tot de armste 50% stoot gemiddeld slechts 2 kg CO2 per dag uit.

Om de opwarming van de aarde onder de 1,5 °C te houden moet de rijkste 0,1% zijn uitstoot met 99% verminderen. Van 800 kg CO2 per dag naar 8 kg CO2 per dag.

De superrijken stoten niet alleen zelf veel te veel CO2 uit maar investeren ook vaak in vervuilende bedrijven. Bijna 60 procent van hun investeringen zitten in olie- of mijnbouwbedrijven en dragen dus zo fors bij aan de wereldwijde klimaatcrisis. De CO2-uitstoot van de beleggingsportefeuilles van slechts 308 miljardairs is in totaal hoger dan de CO2-uitstoot van 118 landen bij elkaar.

"De klimaatcrisis is een ongelijkheidscrisis. De allerrijkste individuen ter wereld financieren én profiteren van de klimaatcrisis. Een crisis waar wij ook in Nederland steeds vaker mee worden geconfronteerd, ook hier wordt het heter, natter en droger. Maar deze crisis komt vooral op de schouders neer van de allerarmsten door de toename van verwoestende overstromingen, extreme hitte, mislukte oogsten en honger. Vooral vrouwen en meisjes in deze landen zijn extra kwetsbaar .Tegelijkertijd hebben lage-inkomenslanden weinig schuld aan de huidige klimaatcrisis. ” zo stelt Oxfam Novib klimaatexpert Jacqueline Persson.

De superrijken en multinationals gebruiken hun macht om effectief en broodnodig klimaatbeleid tegen te houden en af te breken. Op de vorige VN-klimaattop waren bijna 1800 kolen-, olie- en gaslobbyisten officieel uitgenodigd en actief, meer dan het totale aantal afgevaardigden van de 10 meest klimaatkwetsbare landen bij elkaar.

In aanloop naar de VN-klimaattop in Brazilië roept Oxfam Novib regeringen op:

        Verminder de uitstoot van de superrijken en laat de rijkste en grootste vervuilers betalen voor de wereldwijde klimaatschade. Dit moet door middel van belasting op extreme rijkdom en op extreme winsten van fossiele bedrijven.
        Pak de economische en politieke invloed van de rijksten en multinationals aan door strengere duurzaamheidsregels voor bedrijven en financiële instellingen in te voeren.
        Versterk de deelname van het maatschappelijk organisaties aan klimaatonderhandelingen
        Rijke landen versnelt hun CO2-uitstoot verminderen en voldoende klimaatfinanciering beschikbaar aan ontwikkelingslanden.

woensdag 29 oktober 2025

Stikstof en netcongestie grootste knelpunten woningbouw

Onderzoek van het Interprovinciaal Overleg (IPO) onder de 12 provincies laat zien dat de uitvoering van veel plannen vertraagt, met stikstof en netcongestie als grootste knelpunten. Dit komt overeen met de bevindingen van de provincie Noord-Holland eerder dit jaar, die als onze input dienden voor het IPO-rapport.

Zowel in Noord-Holland als op landelijk niveau zijn stikstof en netcongestie de belangrijkste knelpunten voor woningbouw. In Noord-Holland krijgt maar liefst 99,5 procent van de woningbouwprojecten met stikstof te maken. Hoe dichter de nieuwe woningen bij stikstofgevoelige natuurgebieden liggen, hoe ingewikkelder het is een natuurvergunning te krijgen. Ruim 41 procent van de geplande woningen ligt binnen 5 kilometer afstand van stikstofgevoelige natuurgebieden.  

Ook netcongestie kan vertraging opleveren voor vrijwel elk woningbouwproject. Er is te weinig ruimte op het energienet en hier is op korte termijn geen oplossing voor. Hierdoor zijn de doorlooptijden voor woningbouw erg lang. Niet elk project meldt netcongestie als vertraagreden omdat de lange doorlooptijden inmiddels al in planningen worden meegenomen: netcongestie wordt daardoor vaak onderschat. Er zijn alternatieve manieren om woningen van stroom te voorzien, bijvoorbeeld door een batterij te gebruiken. Dit is echter niet altijd mogelijk door huidige wet- en regelgeving. Er is daarom veel winst te behalen door het verbeteren van deze regels en procedures. 

Naast stikstof en netcongestie komen er in beide onderzoeken twee andere knelpunten naar voren. Als de kosten van een woningbouwproject hoger zijn dan de opbrengsten, dan zijn er onrendabele toppen en wordt er later of niet gebouwd. Het IPO-rapport laat zien dat het vaak gaat om € 10.000 tot € 35.000 per woning en dat het speelt bij meer dan 50% van de woningen. De provincie en het Rijk helpen met subsidies, maar er is meer nodig.  

Andere knelpunten zijn de beperkte investeringscapaciteit van woningcorporaties en het tekort aan menskracht en deskundigheid bij gemeenten. Denk aan planeconomen en projectleiders. Vooral de kleine gemeenten hebben hier last van. Om gemeenten te helpen heeft de provincie een Loket Versnellen woningbouw opgezet. Dit team bestaat uit ervaren gebiedsontwikkelaars, projectleiders en specialisten die gemeenten ondersteunen. Daarnaast wil de provincie een provinciaal of regionaal projectbureau opzetten. Door experts aan te nemen kunnen gemeenten worden ontlast bij de aansturing en planvoorbereiding van projecten.   

dinsdag 28 oktober 2025

Deze luchtfilter kan elk gebouw omtoveren tot een CO₂-stofzuiger

Stel je voor: elk kantoorpand, elke school en zelfs je huis zuigt continu CO₂ uit de lucht. Dankzij nieuw onderzoek van de University of Chicago komt deze droom wat dichterbij. Onderzoekers ontwierpen een luchtfilter dat eenvoudig in bestaande ventilatiesystemen kan worden ingebouwd. Terwijl lucht langs de filter stroomt, houdt deze CO₂-moleculen vast — net zoals gewone filters stofdeeltjes vasthouden, maar dan voor broeikasgassen.

De werking is bijzonder: de filter bestaat uit ultradunne koolstofvezels — zo’n duizend keer dunner dan een mensenhaar — bedekt met een chemische laag die fungeert als een ‘moleculaire spons’. Ook bij lage CO₂-concentraties (enkele honderden deeltjes per miljoen) kan het filter effectief zijn.

Een groot pluspunt is dat de filters herbruikbaar zijn. Verhit je ze tot ongeveer 80 °C, dan geven ze bijna al het opgevangen CO₂ terug vrij. Dat gas kan vervolgens opgevangen, opgeslagen of ingezet worden als grondstof voor andere toepassingen.

Als dit systeem op grote schaal in gebouwen zou worden toegepast, zou het kunnen bijdragen aan het verwijderen van zo’n 596 miljoen ton CO₂ per jaar — wat neerkomt op bijna 2 % van de wereldwijde uitstoot (volgens de onderzoekers). Bovendien hoeft een gebouw dan minder buitenlucht aan te zuigen om een gezonde CO₂-concentratie binnenshuis te behouden, wat energie bespaart bij verwarming en koeling.

De onderzoekers schatten dat de kosten om één ton CO₂ met deze methode te vangen en op te slaan tussen de 209 en 668 dollar bedragen, wat vergelijkbaar is met andere technologieën voor koolstofopvang.

Bacterie die oude batterijen opeet kan helpen bij recycling

Onderzoekers hebben een bijzondere bacterie ontdekt die oude batterijen kan afbreken en waardevolle metalen terugwint. De microbe, Acidithiobacillus ferrooxidans, komt van nature voor in zure omgevingen en blijkt in staat om metalen als lithium, kobalt, nikkel en mangaan uit gebruikte batterijen te halen. Daarmee zou ze een milieuvriendelijk alternatief kunnen bieden voor de huidige, chemisch intensieve recyclingmethoden.

De bacterie leeft normaal van ijzersulfaat, maar de wetenschappers ontdekten dat ze ook kan “eten” van puur ijzer of roestvrij staal — precies de materialen waaruit veel batterijbehuizingen bestaan. Terwijl de bacterie het ijzer omzet, produceert ze zuren zoals zwavelzuur. Die zuren lossen vervolgens de metaaldeeltjes uit het batterijmateriaal op. Lithium verdwijnt vrijwel direct in oplossing, terwijl kobalt, nikkel en mangaan eerst chemisch veranderen voordat ook zij vrijkomen.

Een bijkomend voordeel is dat het proces grotendeels zelfvoorzienend is. De bacteriën blijven namelijk zelf zuur produceren, waardoor ze zonder extra chemicaliën kunnen blijven werken. In laboratoriumtests met een veelgebruikte batterij-samenstelling, NMC622, werd tot wel 98 procent van het kobalt, 97 procent van het nikkel, 96 procent van het mangaan en 94 procent van het lithium succesvol teruggewonnen. Dat zijn resultaten die vergelijkbaar zijn met die van conventionele recycling, maar dan met een veel kleinere ecologische voetafdruk.

Hoewel de technologie nog in een experimenteel stadium verkeert, zien onderzoekers grote mogelijkheden voor de toekomst. Als de methode verder wordt opgeschaald, zou deze bacteriële recycling niet alleen helpen om kostbare grondstoffen te behouden, maar ook de milieuschade van batterijafval aanzienlijk kunnen beperken.

maandag 27 oktober 2025

Minder diesels in Arnhem: veilige straten en schone lucht

Veiligere straten voor voetgangers en fietsers en een schonere lucht. Minder uitstoot van CO 2 . Dat is de inzet van de nieuwe regels voor verkeer in en rond de Arnhemse binnenstad, die per 1 juni 2026 worden ingevoerd. Op die datum gaat de zero-emissiezone van start en wordt de bestaande milieuzone aangescherpt.

De zero-emissiezone en de milieuzone zijn officieel twee aparte regelingen, maar gelden voor hetzelfde gebied: alle straten en wegen binnen de centrumring tot aan de Rijnkade. Ook een groot deel van de centrumring zelf valt binnen de zones.

Wethouder duurzame mobiliteit Nermina Kundić: ‘De binnenstad moet een plek zijn waar je veilig kunt lopen en fietsen, waar kinderen kunnen spelen en waar iedereen kan genieten van schone lucht. Nu rijden er dagelijks veel vervuilende bestelbusjes en vrachtwagens door de stad, ook in het voetgangersgebied. Dat zorgt voor onveilige situaties en vervuilt de lucht. Dat moet echt anders. Met de zero-emissiezone en de strengere milieuzone maken we de stad veiliger, gezonder en prettiger.’

De bestaande milieuzone wordt ook strenger. Vanaf 1 juni mogen alleen dieselpersonenauto’s met minimaal emissieklasse 5 (toegelaten vanaf circa 2009) en dieselautobussen met minimaal emissieklasse 6 (toegelaten vanaf circa 2014) de zone nog in. De milieuzone geldt niet meer voor bestelbusjes en vrachtwagens. Deze voertuigen vallen voortaan onder de strengere regels van de zero-emissiezone. De emissieklasse van een voertuig is te vinden op het kentekenbewijs of via de website van de RDW.

vrijdag 24 oktober 2025

Hoe klimaatverandering werken met de zee beïnvloedt

Windenergie, voedselvoorziening en ons verweren tegen het hoge water: we werken veel met de oceaan. We beschermen ons en profiteren er ook maar wat graag van; nu en in de toekomst. Maar klimaatverandering heeft invloed op de oceaan. Wat zijn de gevolgen voor onze samenwerking met de zee? 

In een nieuw Horizon-Europe project, geleid vanuit de TU Delft, werken vele partners aan het inzichtelijk maken daarvan. Ze werken aan een digital twin van de oceaan met een resolutie van wel 2 kilometer. Dankzij geïntegreerde oceaanmodellen kunnen zij belangrijke informatie bieden over de invloed van het klimaat op bijvoorbeeld de kracht van de golven of het zoutgehalte van het water op heel lokale schaal.
 
George Lavidas, projectleider van het EU-INTERCHANGE project en universitair docent Marine Renewable Energies aan de TU Delft: “We krijgen zo inzicht in hoe de biochemie en de golfcondities zich zullen ontwikkelen bij verschillende scenario’s van klimaatverandering. Dit is van groot belang voor een goede balans in de water-food-energy nexus. Zo zijn de temperatuur en het zoutgehalte essentiële informatie voor het starten van aquacultuur, het kweken van voedsel op zee. En is het voor de aanbouw van windmolenparken goed om te weten of de golven veranderen zodat de windmolens hiertegen bestand zijn.”

Het project werkt met een hoge mate van automatisering. Zo wordt het niet alleen mogelijk om de informatie op te halen, machine learning zal direct oplossingen geven. Stel de waterkering of de windmolen is niet bestand tegen de golven in jouw scenario, dan krijgt de gebruiker direct te zien waar dat aan ligt en waar de technische oplossing ligt.

Het is niet de heilige graal, maar Lavidas hoopt dat dit een goede basis vormt voor het nemen van besluiten op basis van de feiten. En stimuleert het hernieuwbare energie, kustveiligheid en voedselproductie.

Binnen het project zullen ook een aantal use cases worden uitgewerkt, waaronder de gevolgen van klimaatverandering voor de Oosterscheldekering, de havens van Brest en Limassol. Ook worden mariene hernieuwbare energiebronnen, zoals wind- en golfenergie, onder de loep genomen, in Alexandroupouli (Griekenland), Hollandse Kust Noor (Nederland), Shabla-Kaliakra (Bulgarije) en wordt de food nexus geëvalueerd met cases in Habranden (Noorwegen), Fellesholmen (Barentszzee) en Kefalonia (Griekeland). De eerste resultaten worden halverwege 2026 verwacht. Het gehele project duurt vier jaar. 

donderdag 23 oktober 2025

Unilever past duurzaamheidsclaims aan na actie ACM

Unilever stopt met het gebruik van onduidelijke duurzaamheidsclaims op de verpakkingen van hun producten. De Consumentenbond beschuldigde het bedrijf deze zomer in een publicatie in de Consumentengids van het gebruiken van in hun ogen misleidende duurzaamheidsclaims. De Consumentenbond vroeg de Autoriteit Consument & Markt (ACM) om hiertegen op te treden. Unilever gebruikt claims zoals “duurzaam geteelde pinda’s”, “duurzaam verbouwde groente” of “duurzame verpakking”. In gesprek met de ACM heeft Unilever aangegeven te stoppen met deze claims.

Concreet betekent dit dat Unilever vanaf 1 januari 2026 de meeste verpakkingen heeft aangepast. Producten met de oude verpakkingen kunnen na 1 januari 2026 nog wel in de winkel liggen omdat supermarkten hun voorraden opmaken. Sommige verpakkingen heeft Unilever al aangepast. De meeste verpakkingen liggen in het eerste kwartaal van 2026 aangepast in de winkel. De ACM blijft met Unilever in gesprek over de manier waarop Unilever kan communiceren over hun duurzaamheidsprogramma’s.

De ACM focust haar onderzoek naar duurzaamheidsclaims dit jaar op de levensmiddelensector. Later dit jaar zal de ACM meer resultaten hiervan melden.

woensdag 22 oktober 2025

Aandacht voor schoon water in Nationaal Park Drentsche Aa

Het belang van schoon water in het stroomgebied van de Drentsche Aa stond vrijdagmiddag 17 oktober 2025 in de belangstelling van de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) en de Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT). Zij brachten een veldbezoek aan Nationaal Park Drentsche Aa, met ook deelname vanuit de Unie van Waterschappen, Rijkswaterstaat en Omgevingsdienst NL.

De provincie Drenthe, Omgevingsdienst Drenthe, Waterbedrijf Groningen en waterschap Hunze en Aa’s hebben gezamenlijk invulling gegeven aan het veldbezoek. Daarbij is ingegaan op het unieke karakter van het gebied en het belang van een goede waterkwaliteit in het stroomgebied van de Drentsche Aa. Specifieke aandacht was er voor de samenwerking in de regio via het Uitvoeringsprogramma Oppervlaktewaterwinning Drentsche Aa. Met een glasheldere boodschap: alleen door samenwerking kunnen we de kwetsbare Drentsche Aa beschermen.

Een bezoek aan het Huis van de Drentsche Aa in Deurze, een rondrit door het gebied en een bezoek aan het innamepunt voor drinkwater bij pompstation De Punt in Glimmen, waren onderdeel van het programma.

Het Drentsche Aa-gebied is van grote waarde. Het landschap is uniek, de natuur bijzonder én het oppervlaktewater is een bron voor drinkwaterproductie. Hiervoor wordt oppervlaktewater uit de Drentsche Aa gewonnen en gezuiverd tot betrouwbaar kraanwater voor honderdduizenden mensen. Het is belangrijk dat de kwaliteit van het water hoog blijft.

dinsdag 21 oktober 2025

Friese Milieu Federatie roept op tot duisternis tijdens Nacht van de Nacht

Op zaterdag 25 oktober vindt de 21e editie plaats van de Nacht van de Nacht, een landelijke actie die oproept tot meer duisternis en minder lichtvervuiling. Op talloze locaties – bij gemeenten, bedrijven en in woningen – gaan dan de lichten uit. 

Tegelijkertijd worden er speciale avondactiviteiten georganiseerd: van nachtelijke wandelingen en vaartochten tot sterrenkijken. Ook wordt de documentaire The Dark Side of Bright Nights in première gebracht. 

In Fryslân zijn er verschillende initiatieven gepland. “We willen laten zien dat duisternis geen bedreiging is, maar juist een kans — voor de natuur, voor rust én voor verwondering,” aldus Rienk Oldersma, projectleider van Nacht van de Nacht Fryslân. Door verlichting zoveel mogelijk uit te schakelen, hopen de initiatiefnemers ruimte te geven aan vogels, vleermuizen en insecten — én willen ze Friezen de pracht van de nacht laten ervaren. 

Kunstlicht lijkt onschuldig, maar het heeft grote gevolgen. Het verstoort ecosystemen, het natuurlijke slaapritme van mensen en het maakt de sterrenhemel moeilijk zichtbaar. Daarnaast verhoogt het energieverbruik. “We raken steeds verder verwijderd van de nacht, terwijl duisternis juist essentieel is,” zegt Annie van de Pas, directeur-bestuurder van de Natuur- en Milieufederaties. Volgens haar laat de Nacht van de Nacht zien hoe mooi de nacht kan zijn én waarom we haar moeten beschermen.  

maandag 20 oktober 2025

Toekomstperspectieven voor klimaatadaptatie

Naarmate het klimaat sneller verandert dan ooit, moeten we ons aanpassen aan nieuwe en onbekende omstandigheden. In Global Environmental Change introduceert een internationaal onderzoeksteam onder leiding van Frances Dunn van de Universiteit Utrecht een nieuw conceptueel model voor klimaatadaptatie. Deze methode helpt te voorspellen hoe aanpassingsopties zich in de toekomst zullen ontwikkelen onder veranderende klimaat- en maatschappelijke omstandigheden, en ondersteunt een proactieve beleidsplanning.

De onderzoekers ontwierpen een model dat laat zien hoe aanpassingsmaatregelen zich in de tijd ontwikkelen, waarbij fysieke, sociaaleconomische, bestuurlijke en juridische dimensies worden meegenomen. Een visuele ‘solution space’ geeft aan hoe de haalbaarheid van deze maatregelen verandert onder wisselende omstandigheden, en maakt zowel kansen als beperkingen en mogelijke knelpunten zichtbaar.

De methode is toegepast op de Vietnamese Mekongdelta en richt zich op drie strategieën om het risico op overstromingen aan de kust te verkleinen: herstel van mangroven, de aanleg van dijken en geplande terugtrekking (ruimte geven aan het water). Mangroven vormen een krachtige natuurlijke verdediging, maar ze kunnen moeite hebben om het tempo van de snelle zeespiegelstijging bij te houden, tenzij de grondwaterwinning wordt verminderd en de aanvoer van sediment toeneemt. Dijken werken goed, maar zijn kostbaar. Geplande terugtrekking kan op de lange termijn een haalbare oplossing zijn, mits er voldoende financiële en maatschappelijke steun is. “Ons model helpt dit soort beperkingen tijdig te signaleren,” aldus Dunn.

Het raamwerk stelt beleidsmakers en andere betrokkenen in staat om mogelijke knelpunten te herkennen voordat ze optreden, en om adaptieve strategieën te ontwikkelen die kunnen meebewegen met veranderende omstandigheden. Volgens Dunn benadrukt het onderzoek hoe belangrijk het is om maatschappelijke en biofysische factoren te integreren in adaptatieplanning. Alleen met zo’n geïntegreerde aanpak kunnen samenlevingen op lange termijn veerkracht opbouwen tegen het veranderende klimaat.

vrijdag 17 oktober 2025

Europees klimaatkeurmerk voor Rotterdam

Waardering en erkenning voor de Rotterdamse klimaatplannen. Dat bleek deze week toen de Europese Commissie bekend maakte dat Rotterdam een officieel missielabel kijgt toegekend, als keurmerk voor de kwaliteit van haar klimaatplannen. Hiermee behoort Rotterdam tot 1 van de 100 Europese steden die beschikt over dit label.

Het missielabel geeft Rotterdam toegang tot speciale faciliteiten die de Europese Unie voor deze steden beschikbaar stelt. Zoals ondersteuning van diverse kennisinstellingen, toegang tot financiële netwerken zoals de Europese Investeringsbank (EIB), directe ingangen tot Europese samenwerkingen én een voorkeurspositie bij subsidies die speciaal voor deze steden zijn ontwikkeld.

Volgens de Europese Commissie onderscheidt het Klimaatactieplan Rotterdam zich onder andere door de aanpak van energiearmoede, ondersteuning van het MKB bij verduurzaming en het terugdringen van moeilijk te reduceren emissies in de industrie, het transport en de binnenvaart. Ook heeft de stad sterke samenwerkingen en innovatieve ideeën die bijdragen aan een klimaatneutrale stad.

Rotterdam behoort tot de Europese kopgroep van steden die werkt aan de vermindering van uitstoot. De kennis die wordt opgedaan binnen deze kopgroep wordt ook gedeeld met andere Nederlandse gemeenten, zodat nog meer steden kunnen versnellen in de aanpak naar een klimaatneutrale stad.

donderdag 16 oktober 2025

Podcast: 'Verpakkingswet laat zien dat Europese milieuwetgeving wel succesvol kan zijn'

Europese milieuwetgeving staat steeds meer onder druk. Veel bedrijven vinden die wetgeving te ingewikkeld en vanuit de internationale gemeenschap lijkt er steeds meer tegengas gegeven te worden. Gevolg: de belangrijke 'plastictop' viel in het water en steeds meer internationale bedrijven stoppen met duurzame investeringen.

Toch gaan er ook dingen goed: want een belangrijke verpakkingswet komt er wel. In de podcast Verstand van vandaag spreekt Leontien Hasselman, Impact Buying, met Frank Boer over de belangrijke oorzaak waarom het daar wel lukt.

Luister via Spotify

Luister via Apple Podcasts

Luister via Podimo

U kunt deze aflevering of delen hiervan gebruiken op uw kanalen.

woensdag 15 oktober 2025

Tunnelbedrijf van Elon Musk overtrad al 800 maal de milieuregels

Elon Musks tunnelbedrijf, The Boring Company, heeft inmiddels al zo’n achthonderd keer de milieuwet overtreden. Dat blijkt uit documenten van de milieudienst in de Amerikaanse staat Nevada. Het bedrijf, dat tunnels graaft om onder meer verkeer ondergronds te verplaatsen, werkt in Las Vegas aan het zogeheten LVCC Loop-project: een netwerk van tunnels dat het conventiecentrum verbindt met andere delen van de stad, zoals de Strip en de luchthaven.

Volgens de autoriteiten heeft The Boring Company daarbij herhaaldelijk afspraken geschonden die eerder waren gemaakt om het bedrijf in overeenstemming te brengen met de milieuregels. Vijf jaar geleden kreeg het al een boete omdat het zonder vergunning grondwater had geloosd. Destijds werd een schikking getroffen om te zorgen dat het bedrijf zich aan de regels zou houden, maar uit recente controles blijkt dat dit nauwelijks effect heeft gehad. Sindsdien zijn er bijna honderd nieuwe overtredingen vastgesteld en zou het bedrijf 689 verplichte inspecties niet hebben uitgevoerd.

De milieudienst van Nevada had voor deze overtredingen ruim drie miljoen dollar aan boetes kunnen opleggen, maar beperkte dat bedrag uiteindelijk tot 242.800 dollar. Volgens de toezichthouder was het doel om een straf op te leggen die “afschrikkend maar redelijk” zou zijn. Critici stellen echter dat het lage boetebedrag voor een bedrijf als The Boring Company nauwelijks pijn doet en weinig zal bijdragen aan beter naleven van de regels.

Elon Musk heeft in het verleden al vaker laten blijken weinig geduld te hebben voor bureaucratische procedures. Hij zou bereid zijn boetes te betalen als dat betekent dat zijn projecten sneller vooruitgaan. Toezichthouders waarschuwen inmiddels dat de bouw mogelijk stilgelegd kan worden als de overtredingen doorgaan, al is niet duidelijk of dat daadwerkelijk zal gebeuren. Ondertussen melden interne rapporten dat sommige werknemers gezondheidsklachten hebben opgelopen door het werk in vervuild water en blootstelling aan chemicaliën die vrijkomen bij het boorproces.

dinsdag 14 oktober 2025

Hapert de rem op de opwarming van de aarde?

De Wetenschappelijke Klimaatraad (WKR) signaleert dat bossen en bodems in zwaar weer zitten, dit is zorgelijk omdat ze onmisbaar zijn voor klimaatbeleid, ons dagelijks leven en de economie. De laatste jaren worden bossen en bodems extra hard geraakt door klimaatverandering én menselijk handelen, klimaatverandering versnelt en de biodiversiteit gaat hard achteruit. Tegelijkertijd wordt er steeds meer van ze gevraagd. We rekenen in het klimaatbeleid sterk op de cruciale bijdrage van bossen en bodems voor het opnemen van koolstof en het leveren van biomassa voor bio-energie of biobased materialen. Bossen en bodems beter beschermen is nodig om hun bijdrage aan het halen van klimaatdoelen veilig te stellen. De WKR zet in de signalering “Bossen en bodems in zwaar weer” op een rij wat er aan de hand is, welke gevolgen dit heeft voor klimaatbeleid en bovenal: denkrichtingen over wat we kunnen doen om bossen en bodems te beschermen. 
Onmisbaar 

Bossen en bodems vormen een belangrijke pijler in ons klimaatbeleid: in nationale plannen leunen we enorm op de positieve rol die ze hebben om klimaatverandering tegen te gaan. Ze halen 30% van de menselijke koolstofuitstoot uit de lucht, zonder deze bijdrage was de aarde al meer dan 1,5 graden opgewarmd. Door verdamping en verkoeling zijn ze onmisbaar voor de samenleving en helpen ze ons om te gaan met droogte en hittegolven. Aan het aardoppervlak houden ze regen- en rivierwater vast, beperken ze uitspoeling van (vruchtbare) grond, en verkleinen ze zowel verdroging- als overstromingsrisico’s. Bossen en bodems leveren belangrijke grondstoffen die nodig zijn voor een klimaatneutrale economie. 
 
Tot voor kort lieten bossen en bodems wereldwijd gemiddeld een groeiende koolstofopname zien. De afgelopen jaren laten veel metingen echter zien dat bossen en bodems minder CO2 vasthouden. Met als dieptepunt 2023 en 2024: toen reageerden bossen en bodems onverwacht sterk op warmere weersomstandigheden en er werd vrijwel geen koolstof opgenomen. Bossen en bodems lijken gevoeliger voor de stapeling van weersextremen dan eerst werd gedacht. Hoewel het te vroeg is om te zeggen of dit structureel is, laat het wel zien dat ze structureel gebukt gaan onder de gevolgen van ontbossing, de toenemende vraag naar hout en verlies van biodiversiteit.
 
Het gevaar is dat we onaangenaam verrast worden als we de recente wetenschappelijke inzichten niet meenemen in klimaatvoorspellingen en in klimaat- en natuurbeleid. Als bossen en bodems minder CO2 opnemen en vasthouden, is het halen van klimaatdoelen moeilijker en wordt de beschikbaarheid van duurzame biomassa onzekerder, terwijl de vraag toeneemt.  Bovendien vraagt het herstellen van de natuur meer inzet in een veranderend klimaat, terwijl juist gezonde natuur beter bestand is tegen klimaatverandering. 

Keuzes in klimaat- en landbouwbeleid, ruimtelijke ordening en biomassagebruik bepalen de toekomst van bossen en bodems. Juist natuurherstel kan als vliegwiel dienen: gezonde ecosystemen die intact zijn, slaan meer koolstof op en zijn rijk aan biodiversiteit. Schade aan deze ecosystemen is dubbel slecht nieuws voor het klimaat: er komt CO₂ vrij én hun vermogen om CO2 op te nemen en vast te houden wordt aangetast.  Bescherming en herstel van natuur kan in Nederland door onder meer duurzame landbouw, veenweidegronden natter laten worden en door ruimtegebruik dat past bij water, bodem en klimaat. Maar ook buiten Nederland kunnen we veel bereiken, omdat onze voetafdruk wereldwijd heel groot is. Minder soja, palmolie, en niet-duurzaam geproduceerd hout importeren, gebruiken en exporteren zou veel tropisch bos helpen beschermen. Daarmee is zowel het klimaat als de biodiversiteit geholpen.  
 

maandag 13 oktober 2025

'De overheid moet inzetten op vergroenen van wagenpark, niet op vertragen'

De nieuwe heffing op fossiele leaseauto’s is bedoeld om vervuiling minder aantrekkelijk te maken, maar de uitvoering kan onbedoelde gevolgen hebben. De kans is groot dat bedrijven overstappen op mobiliteitsbudgetten voor hun medewerkers, wat de aankoop van goedkopere tweedehands benzineauto’s stimuleert. Daardoor kan de CO₂-uitstoot juist toenemen en de verduurzaming van het wagenpark vertragen in plaats van versnellen. Stelt adviesbureau Windkracht.

Nederland liep jarenlang voorop in elektrisch rijden, met stimuleringsmaatregelen, een sterk laadnetwerk en innovatieve bedrijven. Nu positieve prikkels worden afgebouwd en de nadruk verschuift naar belastingmaatregelen, dreigt dat tempo te stokken.

Elektrische voertuigen kunnen bovendien een bredere rol spelen in de energietransitie. Auto’s die energie kunnen terugleveren aan het net helpen, bij het verminderen van netcongestie en dragen bij aan een stabieler energiesysteem. Zo worden ze niet alleen een schoon vervoermiddel, maar ook een schakel in het energienet van de toekomst.

De roep om de vervuiler te laten betalen is terecht, maar effectief klimaatbeleid vraagt om meer dan hogere belastingen. Het gaat om slim ontwerp: beleid dat niet alleen vervuiling beprijst, maar ook gewenst gedrag beloont. Voorkom dat mensen uitwijken naar fossiele tweedehandsauto’s en maak elektrisch rijden vanzelf aantrekkelijker, door lagere gebruikskosten, goede laadinfrastructuur en eerlijke beprijzing van uitstoot. Zo versnellen we de overgang naar schoon vervoer met doordacht beleid dat Nederland vooruitbrengt richting een slim en toekomstbestendig mobiliteitssysteem.

vrijdag 10 oktober 2025

Chloorgas vrijgekomen bij mengen schoonmaakmiddelen in zwembad De Lunet Naarden

Dinsdagochtend 7 oktober 2025 is er bij sportcentrum De Lunet in Naarden chloorgas vrijgekomen. Dit gebeurde bij het mengen van schoonmaakmiddelen. Het gevaar van het chloorgas beperkt zich tot de installatieruimte. Het zwembad en het naastgelegen kinderdagverblijf zijn ontruimd. De kinderen zijn geëvacueerd naar het zorgcentrum aan de overkant.

De brandweer en andere hulpdiensten werken aan een plan om het gebouw veilig te ventileren. De Amersfoortsestraatweg is uit voorzorg afgezet. Het zwembad en het kinderdagverblijf zijn gesloten. Alle geplande zwemlessen voor vandaag kunnen niet doorgaan.

Chloorgas zorgt voor irritatie aan de ogen en luchtwegen. Als het gas in aanraking komt met de huid kan het brandwonden veroorzaken.

donderdag 9 oktober 2025

Onderzoekers weten purschuim te recyclen

Onderzoekers van de Universiteit Twente hebben een methode ontwikkeld om purschuim uit matrassen en meubels, maar ook bijvoorbeeld sponsjes te recyclen. Ze deden dit veilig, zonder gebruik van giftige stoffen. De ontdekking biedt een circulaire oplossing voor miljoenen tonnen moeilijk te verwerken afval.

Pur, het schuim dat we terugvinden in matrassen, meubels en talloze andere producten, belandt na gebruik meestal op de vuilnisbelt of in de verbrandingsoven omdat het nauwelijks herbruikbaar is. Tot nu toe konden alleen delen van het schuim worden teruggewonnen, of moest er een zeer giftige stof aan te pas komen om de bouwstenen vrij te maken. “Het gebruik van fosgeen, een dodelijke stof, was lang de enige manier om de componenten van dit schuim te kunnen hergebruiken,” zegt Jurriaan Huskens, projectleider van het onderzoek. “Dat is natuurlijk onacceptabel als je recycling echt op grote schaal wilt inzetten.”

De Twentse onderzoekers hebben nu een manier gevonden om het schuim volledig uit elkaar te halen in de oorspronkelijke bouwstenen, zonder gevaarlijke chemicaliën. Met een relatief veilige en milieuvriendelijke stof wordt het schuim netjes ontleed in bruikbare grondstoffen, die weer als basis kunnen dienen voor nieuw schuim. “Wij laten zien dat je zowel het zachte deel als het harde deel van het schuim terug kunt winnen,” vult Jean-Paul Lange aan. “Daarmee wordt het voor het eerst mogelijk om pur echt circulair te maken.”

De methode blijkt te werken op verschillende soorten schuim, van matrassen en meubels tot sportzolen en medische toepassingen. Deze brede toepasbaarheid vergroot de kans dat de techniek snel aansluiting vindt bij de industrie. “Dat maakt deze vondst zo krachtig,” zegt promovendus Ege Hosgor, eerste auteur van de studie. “We hebben geen kunstmatig zuiver schuim gebruikt in het lab, maar gewoon schuim zoals dat in de praktijk voorkomt.”

Deze aanpak is een mooie stap naar een circulaire economie voor kunststoffen en zorgt voor een flinke vermindering van afval. De onderzoekers willen de methode nu verder ontwikkelen en opschalen, zodat recycling op industriële schaal mogelijk wordt. “Het mooie is dat dit proces niet alleen veiliger is, maar ook echt perspectief biedt voor de miljoenen tonnen schuim die wereldwijd worden weggegooid,” aldus Huskens.

woensdag 8 oktober 2025

Opeenvolgende hitte zorgt voor meer verlies van voedselproductie

Bij klimaatverandering bedreigen opeenvolgende hitte-extremen de voedselproductie in Europa en de VS, maar de meeste verliezen kunnen worden voorkomen door de opwarming van de aarde te beperken tot 1,5 °C, blijkt uit een onderzoek van ETH Zürich, Vrije Universiteit Amsterdam en het International Institute for Applied Systems Analysis (IIASA).

Door de opwarming van het klimaat komt extreem weer steeds vaker achter elkaar voor. Een nieuwe studie in Environmental Research Letters, geleid door de VU Amsterdam, ETH Zürich en het International Institute for Applied Systems Analysis (IIASA), samen met co-auteurs van instellingen in heel Europa en de Verenigde Staten, laat zien dat zulke hitte-extremen een ernstige bedreiging vormen voor de wereldwijde voedselproductie.

De studie toont aan dat hitte aan het begin van het seizoen het opbrengstpotentieel kan verhogen, maar gewassen juist kwetsbaarder maakt voor daaropvolgende hittegolven tijdens de bloeiperiode. Bij maïs, sojabonen, tarwe en gerst in de VS en Europa zorgt hitte in het voorjaar voor 5 tot 55 procent meer opbrengstverlies door hitte in de zomer, vergeleken met jaren waarin het lenteweer gemiddeld is.

"Vroege hitte heeft twee kanten", zegt milieuwetenschapper Carmen B. Steinmann (ETH Zürich). "Hoewel het in het begin het opbrengstpotentieel kan verhogen, maakt het gewassen veel kwetsbaarder wanneer de zomerhitte toeslaat", legt klimaatwetenschapper Raed Hamed (VU Amsterdam) uit.

Tegen het einde van de eeuw kunnen opeenvolgende hittegebeurtenissen tot tien keer vaker voorkomen als de emissies hoog blijven. Als rekening wordt gehouden met deze interactie, zullen de verwachte opbrengstverliezen met 2 tot 44 procent toenemen, waardoor de mogelijke voordelen van warmere lentes teniet worden gedaan.

Als we de opwarming van de aarde beperken tot 1,5 graden Celsius, nemen de verwachte verliezen af tot slechts 1 tot 6 procent. "Dit onderstreept hoe cruciaal snelle klimaatactie is om maatschappelijke gevolgen van steeds complexere klimaatrisico's te voorkomen," benadrukt Kai Kornhuber, klimaatonderzoeker bij IIASA.

Het onderzoek laat zien dat het noodzakelijk is rekening te houden met samengestelde klimaatextremen om de veerkracht van voedselsystemen te versterken. Door gedetailleerde fysiologische inzichten uit laboratoriumexperimenten te combineren met grootschalige statistische analyses, biedt het ook richtlijnen voor klimaatadaptatieplanning.

dinsdag 7 oktober 2025

Klimaatcentrum overdrijft rol, donoren misleid

Het door Nederland opgezette klimaatcentrum Global Center on Adaptation (GCA) zou jarenlang zijn eigen prestaties hebben opgeblazen om meer subsidie binnen te halen. Dat stelt een onderzoek van de NOS vast, gebaseerd op interviews met ruim zeventig betrokkenen en tientallen documenten. 

GCA beloofde donateurs heldhaftige resultaten, zoals het verbeteren van het leven van tientallen miljoenen mensen in Afrika. In realiteit bleek het centrum slechts een bescheiden rol te spelen in projecten die grotendeels worden betaald door de African Development Bank of de Wereldbank. 

Daarnaast claimde GCA ten onrechte betrokken te zijn bij een ontwikkelingsproject van 100 miljoen dollar. In officiële documenten van de Wereldbank is van die betrokkenheid echter geen spoor terug te vinden.  

Klimaatfinancieringsexperts, zoals Pieter Pauw van de TU Eindhoven, zeggen dat GCA pronkt met andermans veren. De organisatie zou investeringen van anderen toerekenen als eigen prestaties.  
Verschillende oud-medewerkers bevestigen dat leidinggevenden druk uitoefenden om resultaten op te blazen. “Dat was de reden dat ik vertrok,” aldus één van hen. 

GCA erkent dat haar rol in sommige projecten klein is en dat er verwarring over resultaten kan zijn ontstaan. Het centrum zegt dat de communicatie inmiddels is aangepast om misverstanden te voorkomen.  

maandag 6 oktober 2025

Nieuwe blusmethode elektrische auto’s lijkt veelbelovend, wel aandacht nodig voor milieuschade

Een elektrische auto die in brand staat, is moeilijk te blussen. Dit komt onder andere omdat de behuizing van de batterij waterdicht is. Het ultrahogedruk (UHD) snij- en blussysteem lijkt een veelbelovende nieuwe methode om de brandende batterij te bereiken. Wel blijkt uit metingen van het RIVM dat bij deze methode het bluswater sterk vervuild raakt. Het opvangen van vervuilende stoffen kan gevaarlijke situaties voor mens en milieu voorkomen. Het RIVM adviseert daarom deze methode nog door te ontwikkelen. 

Er komen steeds meer elektrische auto’s. Daardoor komt het vaker voor dat er brand in de batterij ontstaat. Omdat batterijen van elektrische auto’s waterdicht zijn, is blussen van buitenaf erg moeilijk. De brandweer zet daarom nu vaak het hele voertuig in een grote container onder water of laat het gecontroleerd uitbranden.

Om het blussen beter mogelijk te maken is het ultrahogedruk (UHD) snij- en blussysteem ontwikkeld. Hiermee kan door de auto heen worden gesneden, zodat het bluswater de brandende batterij kan bereiken. Om deze nieuwe methode te testen heeft het Nederlands Instituut Publieke Veiligheid (NIPV) in 2024 samen met een aantal partners twee brandexperimenten gedaan. Het RIVM heeft met metingen onderzocht welke gevaarlijke stoffen uit de batterij in de rook en het bluswater terechtkomen.  

Uit de metingen blijkt dat bij de UHD-methode meer schadelijke stoffen uit de batterij kunnen vrijkomen dan bij andere blusmethoden. Het gaat dan met name om zware metalen zoals kobalt en nikkel. Dit zijn Zeer Zorgwekkende Stoffen die via het bluswater in de omgeving van het voertuig terecht kunnen komen. 

De bodem kan daardoor zo sterk vervuild raken dat sanering nodig is. Zware metalen zijn ook schadelijk wanneer ze via het riool in het oppervlaktewater terechtkomen. In zeldzame gevallen kunnen mensen huidletsel krijgen als ze met de vervuiling in contact komen. Dat kan gebeuren als de bodem na het gebruik van het UHD-systeem niet wordt schoongemaakt en schadelijke stoffen achterblijven. In de praktijk zal dit vooral een rol spelen bij branden van grote batterijsystemen. 

Het UHD-blussysteem blijkt een effectieve methode om brand in de batterij van elektrische voertuigen te blussen. Een keerzijde van deze techniek is de grote hoeveelheid schadelijke stoffen die met name in het bluswater terechtkomen. Het RIVM beveelt daarom aan onderzoek te doen naar manieren om dit bluswater op te vangen. Ook adviseert het RIVM om de gevolgen voor het milieu mee te wegen in de keuze van de blusmethode. Zo kunnen gevaarlijke situaties voor mensen en vervuiling van het milieu voorkomen worden.  

vrijdag 3 oktober 2025

Limburg kiest koers in stikstofdossier

De Provincie Limburg presenteert het Limburgs Offensief Stikstof (LOS), een Limburgse visie op het weer op gang brengen van de vergunningverlening en het versnellen van natuurverbetering. Met het LOS wil de provincie aantonen dat economische voorspoed en natuurverbetering hand in hand kunnen gaan. Ook moet een oplossing voor PAS-melders die al 6 jaar in onzekerheid leven, dichterbij komen.

Het stikstofprobleem heeft de ontwikkeling van Nederland en Limburg grotendeels op slot gezet. Boeren krijgen geen vergunningen om te innoveren, inwoners wachten langer op een woning en bedrijven kunnen niet uitbreiden. Tegelijkertijd is de Limburgse natuur kwetsbaar en is een andere koers noodzakelijk om het woon-, werk- en leefklimaat in de provincie veilig te stellen voor toekomstige generaties. Daarom is het LOS ontwikkeld: een breed gedragen denklijn, gericht op daadkrachtige en duurzame vooruitgang, in combinatie met ruimte voor economische en maatschappelijke ontwikkeling. De provincie neemt zelf het voortouw, in goed contact met ondernemers, agrariërs, buitenland en industrie.

De uitwerking van het LOS vindt plaats via gebiedsprocessen, met speciale aandacht voor vier focusgebieden: De Peel, Sarsven en de Banen, Maasduinen en het Geuldal/Mergelland. In deze gebieden worden maatwerkmaatregelen getroffen om natuurherstel en economische ontwikkeling slim te combineren. Hierbij valt te denken aan vrijwillige beëindiging of extensivering van veehouderijen, schonere stallen, behoud van grasland, innovatiesteun voor boeren en grondruil ten behoeve van natuur. Maatregelen zijn vrijwillig en moeten worden ondersteund door financiering en lokale samenwerking. Deze aanpak moet leiden tot een significante stikstofreductie, natuurverbetering én meer ruimte voor vergunningverlening. Daarnaast staan ook industrie en mobiliteit aan de lat voor hun bijdrage aan een oplossing. Ondertussen blijft Limburg hameren op goede samenwerking met de buurlanden, omdat een aanzienlijk deel van het in Limburg aanwezige stikstof uit het buitenland komt.

donderdag 2 oktober 2025

Daling fossiele handel in Nederland: niet alleen de energietransitie, maar klimaat en geopolitiek als drijvende krachten

De Nederlandse handel in fossiele brandstoffen heeft het afgelopen halfjaar een flinke terugslag gekregen. Volgens nieuwe cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) daalde de importwaarde met 11 procent en de exportwaarde zelfs met 15 procent in vergelijking met dezelfde periode vorig jaar. Op het eerste gezicht lijkt dit een logisch gevolg van de energietransitie, maar volgens Ronald Huisman, hoogleraar Sustainable Energy Finance aan Erasmus School of Economics, ligt de werkelijkheid genuanceerder.

‘Het is niet zo dat de opmars van duurzame energie alleen leidt tot een afname in fossiele handel,’ zegt Huisman. ‘Het gebruik van alternatieve energieën en de daling van fossiele import en export lopen samen op, maar er zijn ook andere oorzaken.’

Jarenlang gold aardgas in Nederland als een schoner alternatief voor kolen. Daarmee werd het gepresenteerd als stapsteen in de transitie naar een duurzamer energiesysteem. Inmiddels is dat beeld veranderd. Het gebruik van gas loopt terug, terwijl wind- en zonne-energie juist aan terrein winnen. Volgens Huisman is die groei vooral te danken aan doelgerichte investeringen en internationale klimaatverplichtingen.

Nederland heeft zich via het Klimaatakkoord van Parijs verbonden aan de ambitie om in 2050 klimaatneutraal te zijn. ‘Wind- en zonne-energie stoten natuurlijk minder CO₂ uit. Investeren in deze bronnen is een relatief eenvoudige manier om de energiemix te verduurzamen,’ legt Huisman uit. ‘Het is niet zo dat we minder gas gebruiken en daardoor overstappen op duurzame energie; het is precies andersom. Door te investeren in zon en wind neemt het gebruik van gas automatisch af.’

Naast het klimaat speelt geopolitiek een niet te onderschatten rol. De Russische invasie in Oekraïne in 2022 bracht de afhankelijkheid van Russisch gas duidelijk aan het licht. De Europese Unie legde sancties op, waardoor de gasstromen vanuit Rusland drastisch werden ingeperkt. Volgens Huisman heeft deze ontwikkeling de verduurzamingsslag versneld. ‘Investeren in duurzame energie begon vanuit klimaatdoelen, maar de wens om minder afhankelijk te zijn van buitenlandse leveranciers heeft die beweging kracht bijgezet,’ zegt hij. ‘In een handelsoorlog wil je niet dat je energievoorziening volledig leunt op geïmporteerd gas.’

Toch zijn er volgens de hoogleraar ook beperkingen aan de huidige route van de energietransitie. Wind en zon leveren niet altijd stabiele energie. ‘Het is natuurlijk niet elke dag zonnig of winderig. De vraag is: wat doe je op een windstille, bewolkte dag?’

Kernenergie wordt vaak genoemd als alternatief, maar Huisman waarschuwt voor overschatting. ‘Het is duur en het duurt jaren voordat nieuwe centrales operationeel zijn. Het is geen snelle oplossing.’

De kern van zijn betoog is dat Nederland niet moet inzetten op één enkel alternatief, maar juist moet streven naar een flexibele energiemix. ‘Als je ervoor zorgt dat je toegang hebt tot verschillende vormen van energie, dat je consumptie beter afstemt op het aanbod uit wind en zon en dat er meer opslagcapaciteit is, dan ben je op de goede weg,’ aldus Huisman.

De recente cijfers van het CBS laten zien dat fossiele brandstoffen een minder prominente plek innemen in de Nederlandse economie. Toch is de afname volgens Huisman niet simpelweg een verhaal van de energietransitie. Het is het resultaat van een complex samenspel van klimaatambities, geopolitieke spanningen en strategische investeringen in duurzame energie.

woensdag 1 oktober 2025

Dordrecht pakt afvaloverlast harder aan met bestuurlijke boetes

Vanaf 1 januari riskeren inwoners van Dordrecht stevige bestuurlijke boetes als zij afval verkeerd aanbieden of op straat dumpen. Tot nu toe konden de kosten voor het opruimen al op de veroorzakers worden verhaald, maar daar komt nu een extra sanctie bij. Het gaat om een proef waar de gemeenteraad nog mee moet instemmen.

De bedragen liegen er niet om. Wie huishoudelijk afval verkeerd aanbiedt, kan rekenen op een boete van 110 euro. Voor het dumpen van vuilniszakken of grofvuil op straat loopt dat op tot 170 euro. Deze boetes komen bovenop de opruimkosten van 181,96 euro. Bij herhaaldelijke overtredingen kunnen de bedragen bovendien verdubbeld worden.

Volgens wethouder Marc Merx (handhaving/leefbaarheid/stadsbeheer) is dit de volgende stap in de strijd tegen afvaloverlast. Eerdere maatregelen, zoals afvalcoaches, campagnes en verbeterde inzamelvoorzieningen, hadden slechts tijdelijk effect. 

Een eerder experiment met containers die zonder afvalpas toegankelijk waren, mislukte: in Crabbehof Noordwest leidde dit juist tot méér gedumpte zakken en grofvuil. In 2024 werden 124 boetes uitgedeeld voor het verkeerd aanbieden van afval; in 2023 waren dat er 151. Die werden echter via het CJIB geïnd, waardoor de inkomsten in de staatskas verdwenen. Met de nieuwe aanpak vloeit het geld direct terug naar de gemeente, al benadrukt het college dat het doel vooral een schonere stad is.

dinsdag 30 september 2025

De Kiesmannen lanceren Woonkieskompas én Klimaat- en EnergieKieskompas

Op 30 september van 16.00 tot 17.00 uur presenteren De Kiesmannen het Woonkieskompas en het Klimaat- en EnergieKieskompas tijdens hun Grote Verkiezingsshow op De Haagse Hogeschool. 30 september kan heel Nederland de kieskompassen invullen. De Kiesmannen nemen studenten die voor het eerst mogen stemmen mee in belangrijke thema’s als wonen en klimaat. Door 27 stellingen in te vullen, komen kiezers erachter hoe hun eigen meningen zich verhouden tot de standpunten van politieke partijen. De kieskompassen geven geen stemadvies, maar helpen meningen te vormen en geven mensen inzicht in hun positie in het politieke landschap op deze thema’s.

De stellingen in het Woonkieskompas gaan over allerlei onderwerpen uit het woonbeleid. Wat vinden mensen van de huurverhogingen? Hoeveel sociale huurwoningen of koopwoningen moeten er gebouwd worden? Hoe kijkt men aan tegen het al dan niet aanpassen van de hypotheekrenteaftrek? Krijgen nieuwe huizen voorrang bij aansluiting op het energienet? Moeten huiseigenaren die woningen leeg laten staan daarvoor een boete krijgen?

De stellingen van het Klimaat- en EnergieKieskompas gaan over diverse aspecten van de energietransitie en het klimaatbeleid. Wat is energieonafhankelijkheid ons waard? Hoe kijken partijen aan tegen een betaalbare energierekening voor burgers en bedrijven? Welke vormen van duurzame opwek zitten in onze toekomstige energiemix? Hoeveel dwang mag de overheid uitoefenen?

Na het invullen van de stellingen ziet de kiezer waar hij of zij staat ten opzichte van de politieke partijen die nu al in de Kamer zitten of op minstens één zetel gepeild worden. Alle posities van de politieke partijen zijn gecheckt aan de hand van officiële partijdocumenten en/of standpunten. De stemhulpen zijn ontwikkeld door Kieskompas, een onafhankelijk onderzoeksinstituut, met een wetenschappelijke achtergrond. 

Olof van der Gaag, voorzitter Nederlandse Vereniging Duurzame Energie (NVDE): “Zeker sinds de Oekraïnecrisis gebeurt er ontzettend veel rond energie, waar burgers en bedrijven veel van merken. Politieke keuzes rond energieonafhankelijkheid, betaalbaarheid en vergroening van de economie hebben een grote impact op ons dagelijks leven.” Het Klimaat- en EnergieKieskompas is een initiatief van de Nederlandse Vereniging Duurzame Energie (NVDE), Energie-Nederland, Gasunie, Element NL, Netbeheer Nederland en het Nationaal Klimaat Platform.

Het Woonkieskompas is een initiatief van woningcorporatievereniging Aedes, Vereniging Eigen Huis en de Woonbond. Cindy Kremer, Algemeen Directeur Vereniging Eigen Huis zegt namens de drie partijen: “Het aanpakken van de wooncrisis beloven alle politieke partijen. En allemaal willen ze veel woningen bouwen, dat doel staat niet echt ter discussie. Maar de manier om daar te komen verschilt van partij tot partij. Welke woningen moeten we bouwen, op welke plekken bouwen we die, en hoe financieren we bouw en infrastructuur? Wie wonen een belangrijk thema vindt, vult het Woonkieskompas in om uit te vinden welke partijen het meest aansluiten bij eigen prioriteiten.”

De Kiesmannen maken meeslepende lesprogramma’s en theatershows om mensen te activeren rondom maatschappelijke thema’s. Rond verkiezingen lanceren ze grote producties om jongeren naar de stembus te trekken.

maandag 29 september 2025

Intentieverklaring voor vergroening Tata Steel getekend

De Nederlandse staat, de provincie Noord-Holland en Tata Steel werken samen toe naar de verduurzaming van de staalproductie in IJmuiden. Dat is maandag vastgelegd in een Joint Letter of Intent (JLoI). Het doel is om de leefomgeving van omwonenden fors te verbeteren, gezondheidsrisico’s te verkleinen en de CO2-uitstoot verregaand te verminderen, schrijven demissionair minister Hermans (Klimaat en Groene Groei) en demissionair staatssecretaris Thierry Aartsen (Openbaar Vervoer en Milieu) aan de Tweede Kamer.

De Joint Letter of Intent is een overeenkomst tussen Tata Steel Nederland, het moederbedrijf Tata Steel Limited, de Nederlandse staat, de provincie Noord-Holland en bevat inspanningsverplichtingen om te komen tot een bindende maatwerkafspraak, voor de transitie naar groenere, schonere en meer circulaire staalproductie in de IJmond. De ondertekening is een belangrijke tussenstap naar bindende maatwerkafspraken over het vergroenen en schoner maken van het productieproces. 

Om het productieproces te verduurzamen is het plan dat Tata Steel één van de twee op kolen gebaseerde fabrieken vervangt door moderne, schonere installaties die op aardgas gaan draaien. Het plan omvat ook  CCS (CO2 -opslag) en het vervangen van aardgas door biomethaan en/of groene waterstof. Dit leidt dit tot een uitstootreductie van circa 5,4 Mton CO2 per jaar; en kan oplopen tot circa 7,2 megaton CO2. Deze reductie is qua omvang ongeveer gelijk aan 5 procent van de totale Nederlandse uitstoot. 

Met de nieuwe fabriek wordt ook een flinke stap gezet in de reductie van de uitstoot van schadelijke stoffen, fijnstof, stikstof en geluidshinder, waardoor gezondheidsrisico’s voor omwonenden fors verkleind worden. Zo  worden er tussen 2027 en 2029 windschermen en een aantal overkappingen gebouwd bij de grondstofvelden. Hierdoor wordt de voornaamste bron van gezondheidsrisico’s, fijnstof, in totaal met bijna 35 procent gereduceerd. Daarnaast wordt 68 procent minder lood uitgestoten en 44 procent minder stikstof.

Demissionair minister Sophie Hermans (Klimaat en Groene Groei): “De ondertekening van deze intentieverklaring is goed nieuws en een stap in de goede richting. Het behoud van grote bedrijven zoals staalfabrikant Tata Steel is belangrijk. Want zo kunnen we als Nederland op eigen benen blijven staan en worden we in deze snel veranderende wereld minder afhankelijk van het buitenland. Daarom is onze maatwerkaanpak belangrijk. Zware industrie die verduurzaamt en oog heeft voor de leefomgeving, heeft in Nederland toekomst.”

Demissionair staatssecretaris Thierry Aartsen (Openbaar Vervoer en Milieu):”Met deze ondertekening zetten we een belangrijke stap richting een gezonde, schonere en veilige leefomgeving voor de mensen die nabij Tata wonen. Hiermee brengen we concrete verbeteringen voor de gezondheid en leefbaarheid dichterbij. Ik ben blij dat we hen met deze stap meer duidelijkheid kunnen bieden over een gezondere en schonere toekomst van Tata Steel. We brengen de gezondheidsrisico’s voor omwonenden omlaag terwijl het bedrijf op een verantwoorde manier staal kan blijven maken in de IJmond.”

De overeenkomst tussen de Nederlandse staat en Tata Steel is onderdeel van de maatwerkaanpak waarbij de Rijksoverheid bedrijven ondersteunt bij verduurzaming en vermindering van de impact op de leefomgeving. De afgelopen maanden zijn de plannen van Tata Steel door deskundigen getoetst op onder andere de haalbaarheid en zijn onderhandelingen gevoerd over mogelijke ondersteuning vanuit de staat. De totale investering bedraagt tussen de 4 - 6,5 miljard euro. De staat is voornemens hier maximaal 2 miljard euro aan bij te dragen. Tata Steel is verantwoordelijk voor het overige deel van de investering. De steun van de staat wordt pas verstrekt na het sluiten van een definitieve maatwerkafspraak.

De concept-JLoI is ter advies voorgelegd aan de Adviescommissie Maatwerkafspraken Verduurzaming Industrie (AMVI). Vanwege het feit dat de maatwerkafspraak met Tata Steel één integrale afspraak is om de gezondheid te verbeteren én CO2 te reduceren, is de Expertgroep Gezondheid IJmond (de “Expertgroep”) uitgenodigd door de AMVI om gezamenlijk tot één integraal advies te komen. Het advies van de AMVI en de Expertgroep is meegenomen in de Joint Letter of Intent. Ook is met de Europese Commissie gesproken over de eventuele staatssteun.

Er zal op korte termijn een publieke consultatie starten op basis van de JLoI. De reacties daarop zullen de komende periode worden meegenomen in de uitwerking in de bindende maatwerkafspraak.

Nederland stopt financiering van Global Center on Adaptation

Nederland trekt de stekker uit de geldkraan voor het prestigieuze, maar omstreden, Global Center on Adaptation (GCA) in Rotterdam. Na dit jaar wordt de financiering stopgezet. Acht jaar geleden werd dit centrum met hoge verwachtingen binnengehaald als internationale organisatie die landen helpt zich aan te passen aan klimaatverandering. In de praktijk was het GCA vooral actief in Afrika. 

Donorlanden als het Verenigd Koninkrijk trekken zich eveneens terug. En binnen grote geldschieters zoals de Gates Foundation rijzen de vraagtekens over voortzetting van steun. Nederland plus deze grote donoren waren goed voor ongeveer de helft van de jaarlijkse bijdragen aan het GCA. 

Het GCA heeft in Nederland en daarbuiten te maken gehad met kritiek, vooral vanwege de nauwe banden van directeur Patrick Verkooijen met de Keniaanse president Ruto. Tijdens een staatsbezoek van het koninklijk paar sprak Verkooijen lovende woorden over Ruto, iets dat intern grote irritatie wekte.  

Ook speelt de kwestie van Verkooijen’s dubbelfunctie: hij werd bestuurder aan de Universiteit van Nairobi, terwijl het GCA juist die universiteit opdrachten gaf. Er zijn zorgen over mogelijke belangenverstrengeling. Verkooijen zegt dat alles volgens de regels verliep. 

Met het stoppen van de Nederlandse subsidies dreigt het GCA te verhuizen naar Nairobi, Kenia. De organisatie stelt dat zonder hernieuwde steun uit Nederland het kantoor in Rotterdam zal sluiten en alle activiteiten verplaatst zullen worden. 

De Nederlandse ministeries van Infrastructuur & Waterstaat en Buitenlandse Zaken laten weten dat lopende projecten uit het GCA dit jaar aflopen en om bezuinigingsredenen niet verlengd worden. Ze geven aan dat de organisatie “officieel geen overwegende reden” hebben om in dit besluit de controverse rondom GCA mee te wegen, al spelen achter de schermen spanningen. 

Rotterdam, dat ooit de huisvesting won, deed voor het GCA grote investeringen, waaronder de bouw van een drijvend kantoorpand in Katendrecht. De stad was beloofd dat het pand beschikbaar zou zijn tot 2030. Met de mogelijke verhuizing ziet de gemeente een deel van die investering mogelijk verloren gaan.  

vrijdag 26 september 2025

Rechters wereldwijd voorzichtig met wetenschappelijk bewijs in klimaatprocedures tegen overheden

In klimaatrechtszaken die overheidsfalen aanvechten zijn rechters vaak terughoudend in het gebruiken van wetenschappelijk bewijs, om te voorkomen dat ze hun rol overschrijden. Dat is een centrale bevinding in het proefschrift 'Courts, science, and climate justice' van Juliana de Augustinis, dat zij op 1 oktober 2025 verdedigt aan de Universiteit van Tilburg. Het onderzoek van De Augustinis stelt de aanname ter discussie dat rechters zich steeds activistischer zouden opstellen.

Hoe beïnvloeden empirische gegevens en wetenschappelijk bewijs over klimaatverandering de rechterlijke besluitvorming in klimaatrechtszaken tegen het overheidsbeleid? Juliana de Augustinis beantwoordde deze vraag door 49 klimaatzaken over emissiereducties in 14 landen wereldwijd tussen 2015 en 2022 te analyseren, waaronder Nederland. Met behulp van inhoudelijke analyse, statistische analyse en diepgaand onderzoek naar rechterlijke redeneringen, levert haar onderzoek drie belangrijke inzichten op:

Rechters verwezen veel minder vaak naar wetenschappelijke inzichten dan verwacht, niet omdat zij twijfelden aan de betrouwbaarheid ervan, maar omdat zij bezorgd waren hun rol ten opzichte van wetgevers en overheden te overschrijden. Dit toont aan dat rechtbanken geen activistische ‘juristocratieën’ zijn die het klimaatbeleid overnemen — zoals critici beweren — maar instellingen die behoedzaam omgaan met hun bevoegdheden. Het onderzoek ondermijnt de aanname dat rechtbanken sinds de beroemde Urgenda-uitspraak in Nederland, waarin een rechter de overheid voor het eerst verplichtte haar broeikasgasuitstoot tot een specifiek niveau en binnen een bepaalde termijn te reduceren, steeds activistischer zouden optreden.

Toch bleek uit het onderzoek dat wanneer rechters wél wetenschappelijk bewijs betrokken bij hun oordeel — met name in Noord-Amerika — eisers aanzienlijk meer kans hadden op succes. In de relatief schaarse gevallen waarin rechtbanken emissiereducties oplegden, stond wetenschappelijk bewijs over reductieroutes vrijwel altijd centraal.

Om in de toekomst beter gebruik te maken van wetenschappelijk bewijs in klimaatrechtszaken, hebben rechtbanken mogelijk nieuwe strategieën nodig ter bescherming van de scheiding der machten. De Augustinis stelt het opleggen van structurele samenwerking tussen rechtbanken en overheden voor, waarbij rechtbanken bijvoorbeeld bepalen dat klimaatplannen in overeenstemming moeten zijn met een maximale opwarming van 1,5 °C, de meest recente bevindingen van het IPCC en internationale verplichtingen, en dat overheden in overleg met experts en belanghebbenden gedetailleerde maatregelen moeten ontwerpen die onder rechterlijk toezicht op de uitvoering staan.

Volgens De Augustinis is het begrijpen van de spanningen rondom de scheiding der machten essentieel voor rechtbanken om effectiever bij te kunnen dragen aan klimaatrechtvaardigheid — zeker sinds de Klimaatoma’s-uitspraak van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens in april 2024. Daarin werd bepaald dat overheden hun klimaatdoelstellingen moeten baseren op de best beschikbare wetenschap.