Bosbranden Australië toegenomen door klimaatverandering
De opwarming van de aarde door broeikasgassen heeft bijgedragen aan de weersomstandigheden die de catastrofale bosbranden in Zuidoost-Australië mogelijk maakten. Dat blijkt uit onderzoek van World Weather Attribution, een internationaal team van wetenschappers onder leiding van het KNMI en de Universiteit van Oxford.
De belangrijkste factoren achter bosbranden zijn hitte en droogte. Hittegolven zijn in de waarnemingen 1 tot 2,5 ºC warmer geworden sinds het begin van betrouwbare metingen in 1910. Modellen laten echter maar een toename van 1 ºC zien. Dit geldt ook in Nederland, hier is de temperatuur van hittegolven 3 ºC toegenomen terwijl klimaatmodellen 1,5 ºC berekenen.
Omdat de modellen de trends onderschatten is het onmogelijk te berekenen hoe groot dit effect precies is, maar dit soort weer is tenminste 30 procent waarschijnlijker geworden sinds 1900. Het kan echter goed veel meer zijn.
De belangrijkste factoren achter bosbranden zijn hitte en droogte. Hittegolven zijn in de waarnemingen 1 tot 2,5 ºC warmer geworden sinds het begin van betrouwbare metingen in 1910. Modellen laten echter maar een toename van 1 ºC zien. Dit geldt ook in Nederland, hier is de temperatuur van hittegolven 3 ºC toegenomen terwijl klimaatmodellen 1,5 ºC berekenen.
Omdat de modellen de trends onderschatten is het onmogelijk te berekenen hoe groot dit effect precies is, maar dit soort weer is tenminste 30 procent waarschijnlijker geworden sinds 1900. Het kan echter goed veel meer zijn.
Geen opmerkingen: