'De Maas dringend beschermen tegen lozingen van afvalwater'
Het wil maar niet lukken om meer grip te krijgen op afvalwaterlozingen. Dit blijkt uit het jaarrapport 2024 van RIWA-Maas. De waterkwaliteit van de Maas voldoende beschermen tegen schadelijke stoffen is een basisvoorwaarde voor de productie van drinkwater. Ondanks diverse initiatieven om meer grip op afvalwater te krijgen, moeten drinkwaterbedrijven nog te vaak de inname van Maaswater staken vanwege verontreiniging.
De Maas is een cruciale bron van drinkwater voor ruim 7 miljoen inwoners in Nederland en België. Lozingen van stoffen die niet afbreken, moeilijk te zuiveren zijn en schadelijk zijn voor mens en milieu, zetten de drinkwatervoorziening onder druk. Maarten van der Ploeg, directeur van RIWA-Maas: “Vooral als de rivier weinig water afvoert is de Maas extra kwetsbaar voor lozingen van schadelijke stoffen. Lage rivierafvoeren zullen door het veranderende klimaat naar verwachting vaker en langduriger voorkomen. Juist dan is extra bescherming nodig.” Of deze bescherming adequaat in lozingsvergunningen is opgenomen heeft RIWA-Maas recent laten onderzoeken.
Uit dit onderzoek blijkt dat de methode die Nederland gebruikt om rivierwater tegen lozingen te beschermen in de praktijk niet toereikend is. De methode gaat ervan uit dat een lozing 90% van het jaar aan de milieukwaliteitseisen voor oppervlaktewater voldoet; tijdens lage rivierafvoeren - gedurende 10% van het jaar - hoeft dit dus niet. In de praktijk blijkt echter dat tijdens droge zomers deze lage afvoeren gedurende veel langere perioden optreden. Lozingen kunnen zo een grotere en langdurigere negatieve invloed op de waterkwaliteit hebben dan in de vergunning is voorzien. Vanuit het drinkwater-perspectief is dat absoluut onwenselijk. RIWA roept op tot herziening van deze methode en een gedegen aanscherping van de methode ten aanzien van schadelijke stoffen.
De Maas is een cruciale bron van drinkwater voor ruim 7 miljoen inwoners in Nederland en België. Lozingen van stoffen die niet afbreken, moeilijk te zuiveren zijn en schadelijk zijn voor mens en milieu, zetten de drinkwatervoorziening onder druk. Maarten van der Ploeg, directeur van RIWA-Maas: “Vooral als de rivier weinig water afvoert is de Maas extra kwetsbaar voor lozingen van schadelijke stoffen. Lage rivierafvoeren zullen door het veranderende klimaat naar verwachting vaker en langduriger voorkomen. Juist dan is extra bescherming nodig.” Of deze bescherming adequaat in lozingsvergunningen is opgenomen heeft RIWA-Maas recent laten onderzoeken.
Uit dit onderzoek blijkt dat de methode die Nederland gebruikt om rivierwater tegen lozingen te beschermen in de praktijk niet toereikend is. De methode gaat ervan uit dat een lozing 90% van het jaar aan de milieukwaliteitseisen voor oppervlaktewater voldoet; tijdens lage rivierafvoeren - gedurende 10% van het jaar - hoeft dit dus niet. In de praktijk blijkt echter dat tijdens droge zomers deze lage afvoeren gedurende veel langere perioden optreden. Lozingen kunnen zo een grotere en langdurigere negatieve invloed op de waterkwaliteit hebben dan in de vergunning is voorzien. Vanuit het drinkwater-perspectief is dat absoluut onwenselijk. RIWA roept op tot herziening van deze methode en een gedegen aanscherping van de methode ten aanzien van schadelijke stoffen.
Geen opmerkingen: