Onderzoek toont chroom-6 aan in oudere provinciale bruggen en sluizen
In iets minder dan de helft van de oudere verflagen van 50 beweegbare bruggen en sluizen in Noord-Holland zit chroom-6. Dit blijkt uit een quick scan die de provincie Noord-Holland heeft laten uitvoeren naar aanleiding van de vondst van chroom-6 in de Sint Maartensvlotbug in februari dit jaar. De provincie laat passende maatregelen nemen om eventueel gevaar bij werkzaamheden te voorkomen. Hiervoor is naar schatting 4,6 miljoen euro nodig.
Een oudere verflaag wil zeggen: verflagen die vóór 2000 zijn aangebracht. In 2017 kwam er een Europees verbod op het gebruik van chroom-6 in verf. Vooruitlopend op dit verbod heeft de markt al vanaf 2000 geen chroomverf meer gebruikt.
De aanwezigheid in vaste vorm van chroom-6 op zich vormt geen gevaar voor de volksgezondheid. Er is dan ook geen saneringsplicht. Wel moeten beschermende maatregelen worden genomen als chroom-6 als stof vrijkomt, wat het geval kan zijn bij onderhoudswerkzaamheden. Denk hierbij aan werkzaamheden aan verflagen, zoals slijpen, spuiten, schuren, verhitten of zagen.
Chroom-6 is onder meer geconstateerd in de Beatrixbrug en de Kogerpolderbrug. Dat zijn in de planning de eerste bruggen die voor onderhoud in aanmerking komen. Er vinden op dit moment geen verfwerkzaamheden plaats aan provinciale bruggen waarin chroom-6 verf is aangetroffen. De provincie gaat in overleg met de aannemer een aanpak opstellen, waarbij het protocol van ProRail wordt gehanteerd. Dit protocol is landelijk het enige wat beschikbaar en toepasbaar is. Bij de uitvoering gelden de door het RIVM voorgeschreven veiligheidsprocedures.
Verder worden omwonenden en andere belanghebbenden bij werkzaamheden tijdig geïnformeerd. Uitgangspunt is dat chroom-6 zich niet verspreidt in de directe omgeving, zodat zich geen gezondheidsrisico voordoet voor omwonenden, gebruikers en degenen die de onderhoudswerkzaamheden verrichten. De provincie laat overigens altijd preventief onderzoek uitvoeren bij werkzaamheden aan objecten waar gevaarlijke stoffen kunnen worden aangetroffen.
Een oudere verflaag wil zeggen: verflagen die vóór 2000 zijn aangebracht. In 2017 kwam er een Europees verbod op het gebruik van chroom-6 in verf. Vooruitlopend op dit verbod heeft de markt al vanaf 2000 geen chroomverf meer gebruikt.
De aanwezigheid in vaste vorm van chroom-6 op zich vormt geen gevaar voor de volksgezondheid. Er is dan ook geen saneringsplicht. Wel moeten beschermende maatregelen worden genomen als chroom-6 als stof vrijkomt, wat het geval kan zijn bij onderhoudswerkzaamheden. Denk hierbij aan werkzaamheden aan verflagen, zoals slijpen, spuiten, schuren, verhitten of zagen.
Chroom-6 is onder meer geconstateerd in de Beatrixbrug en de Kogerpolderbrug. Dat zijn in de planning de eerste bruggen die voor onderhoud in aanmerking komen. Er vinden op dit moment geen verfwerkzaamheden plaats aan provinciale bruggen waarin chroom-6 verf is aangetroffen. De provincie gaat in overleg met de aannemer een aanpak opstellen, waarbij het protocol van ProRail wordt gehanteerd. Dit protocol is landelijk het enige wat beschikbaar en toepasbaar is. Bij de uitvoering gelden de door het RIVM voorgeschreven veiligheidsprocedures.
Verder worden omwonenden en andere belanghebbenden bij werkzaamheden tijdig geïnformeerd. Uitgangspunt is dat chroom-6 zich niet verspreidt in de directe omgeving, zodat zich geen gezondheidsrisico voordoet voor omwonenden, gebruikers en degenen die de onderhoudswerkzaamheden verrichten. De provincie laat overigens altijd preventief onderzoek uitvoeren bij werkzaamheden aan objecten waar gevaarlijke stoffen kunnen worden aangetroffen.
Geen opmerkingen: