Wat zijn de belangrijkste milieuvragen van de toekomst?
“De gevolgen van het gebruik van chemische middelen in het milieu, zowel voor de volksgezondheid als voor natuur en milieu, moeten niet worden onderzocht voor ieder middel afzonderlijk, maar voor de combinatie van middelen en andere stressfactoren waaraan ons milieu wordt blootgesteld.” Dat is de hoofdconclusie die een groep Europese wetenschappers heeft getrokken uit hun inventarisatie van de ‘belangrijkste milieuvragen’ die het wetenschappelijk onderzoek moet beantwoorden.
Ook moeten deze interacties tussen stressfactoren niet alleen bestudeerd worden voor individuele soorten maar juist ook voor hogere biologische niveaus zoals het gemeenschaps- en ecosysteem-niveau. Alleen dan kunnen de effecten van chemische middelen realistisch worden ingeschat.
Hoofdauteur van de publicatie hierover in het wetenschappelijke tijdschrift Environmental Toxicology and Chemistry is Paul van den Brink van Wageningen Universiteit: “In het kader van de discussie over de Sustainable Development Goals (SDG’s) hebben we met zo’n 40 wetenschappers de invloed van chemische middelen op het bereiken van de doelstellingen van de SDG’s geïnventariseerd. Dat mondde uit in een lijst van maar liefst 22 essentiële onderwerpen waarvan we nog onvoldoende weten. In deze lijst van Priority Research Questions staat de invloed van veelgebruikte combinaties van middelen op het ecosysteem op nummer 1. We hebben veel te lang studies gedaan naar de invloed van een bepaald middel op een bepaalde soort, zonder te weten wat de effecten zijn van combinaties van deze middelen en andere stressfactoren op het ecosysteem, zoals bijvoorbeeld droogte of opwarming.”
Om de doelstellingen van de SDG’s te halen is het volgens de onderzoekers noodzakelijk dat we het onderzoek naar de invloed van chemische middelen op het ecosysteem, en dus de toelating van chemische middelen voor bijvoorbeeld land- en tuinbouw, op een andere manier moeten organiseren. En gezien het feit dat er honderden, zo niet duizenden chemische middelen tegelijkertijd over ons milieu worden uitgestort, doet onderzoek naar afzonderlijke middelen op afzonderlijke soorten geen recht aan de complexiteit van de realiteit. Zij pleiten dan ook voor meer focus in het wetenschappelijk onderzoek, en dus ook in de financiering ervan, op de onderzoekvragen die er beleidsmatig echt toe doen.
“Het gaat daarbij niet alleen om beter onderzoek naar de effecten van combinaties van middelen op gemeenschappen en ecosystemen,” zegt Paul van den Brink, “maar ook om het voorspellen van de werking ervan bij veranderende milieu-omstandigheden, op verschillende ruimtelijke en tijdschalen, welke maartregelen wel en welke niet effectief zijn, en welke ecosysteemdiensten het belangrijkste zijn om te beschermen. Kortom, we hebben twee voetbalelftallen vol vragen geformuleerd, die volgens wetenschappers dringend om beantwoording vragen.”
De hier genoemde studie is onderdeel van een veel grootschaliger studie onder coördinatie van de Society for Environmental Toxicology and Chemistry. Vergelijkbare studies worden op dit moment uitgevoerd in Noord-Amerika, Latijns Amerika, Afrika, Azië en Australië en Nieuw-Zeeland. Tezamen moeten zij richting geven aan het wereldwijde onderzoek naar het effect van chemische middelen op ons milieu.
Ook moeten deze interacties tussen stressfactoren niet alleen bestudeerd worden voor individuele soorten maar juist ook voor hogere biologische niveaus zoals het gemeenschaps- en ecosysteem-niveau. Alleen dan kunnen de effecten van chemische middelen realistisch worden ingeschat.
Hoofdauteur van de publicatie hierover in het wetenschappelijke tijdschrift Environmental Toxicology and Chemistry is Paul van den Brink van Wageningen Universiteit: “In het kader van de discussie over de Sustainable Development Goals (SDG’s) hebben we met zo’n 40 wetenschappers de invloed van chemische middelen op het bereiken van de doelstellingen van de SDG’s geïnventariseerd. Dat mondde uit in een lijst van maar liefst 22 essentiële onderwerpen waarvan we nog onvoldoende weten. In deze lijst van Priority Research Questions staat de invloed van veelgebruikte combinaties van middelen op het ecosysteem op nummer 1. We hebben veel te lang studies gedaan naar de invloed van een bepaald middel op een bepaalde soort, zonder te weten wat de effecten zijn van combinaties van deze middelen en andere stressfactoren op het ecosysteem, zoals bijvoorbeeld droogte of opwarming.”
Om de doelstellingen van de SDG’s te halen is het volgens de onderzoekers noodzakelijk dat we het onderzoek naar de invloed van chemische middelen op het ecosysteem, en dus de toelating van chemische middelen voor bijvoorbeeld land- en tuinbouw, op een andere manier moeten organiseren. En gezien het feit dat er honderden, zo niet duizenden chemische middelen tegelijkertijd over ons milieu worden uitgestort, doet onderzoek naar afzonderlijke middelen op afzonderlijke soorten geen recht aan de complexiteit van de realiteit. Zij pleiten dan ook voor meer focus in het wetenschappelijk onderzoek, en dus ook in de financiering ervan, op de onderzoekvragen die er beleidsmatig echt toe doen.
“Het gaat daarbij niet alleen om beter onderzoek naar de effecten van combinaties van middelen op gemeenschappen en ecosystemen,” zegt Paul van den Brink, “maar ook om het voorspellen van de werking ervan bij veranderende milieu-omstandigheden, op verschillende ruimtelijke en tijdschalen, welke maartregelen wel en welke niet effectief zijn, en welke ecosysteemdiensten het belangrijkste zijn om te beschermen. Kortom, we hebben twee voetbalelftallen vol vragen geformuleerd, die volgens wetenschappers dringend om beantwoording vragen.”
De hier genoemde studie is onderdeel van een veel grootschaliger studie onder coördinatie van de Society for Environmental Toxicology and Chemistry. Vergelijkbare studies worden op dit moment uitgevoerd in Noord-Amerika, Latijns Amerika, Afrika, Azië en Australië en Nieuw-Zeeland. Tezamen moeten zij richting geven aan het wereldwijde onderzoek naar het effect van chemische middelen op ons milieu.
Geen opmerkingen: