CO2-emissie glastuinbouw in 2017 na jarenlange daling beperkt gestegen
De totale CO2-emissie van de glastuinbouw nam in 2017 met 0,2 Mton toe naar 5,9 Mton. Dit kwam vooral door toename van het energiegebruik per m2 en een stijging van de verkoop van elektriciteit. Daarnaast heeft de glastuinbouw in 2017 twee keer zoveel duurzame elektriciteit ingekocht. De CO2-emissie ligt in 2017 1,3 Mton boven het doel voor 2020 en 1,1 Mton (14%) onder het niveau van 1990. De glastuinbouw loopt daarmee voor op de landelijke ontwikkeling. De verwachting is dat de CO2-emissie verder daalt maar dat de doelstelling voor 2020 waarschijnlijk niet wordt gehaald. Dit blijkt uit de Energiemonitor
De CO2-emissie na temperatuurcorrectie is in 2015 en 2016 licht gedaald en in 2017 beperkt gestegen. De vraag of dit een trendbreuk is, kan op basis van een jaar met een voorlopig resultaat nog niet worden beantwoord. In de periode 2010-2014 daalde de CO2-emissie substantieel. Dit kwam vooral door krimp van het areaal, minder verkoop elektriciteit en vermindering van het energiegebruik per m2 kas. Bij het energiegebruik per m2 nam het elektriciteitsgebruik toe door meer groeilicht en nam het warmtegebruik af door energiebesparing.
In de periode 2014-2017 was na correctie voor de buitentemperatuur de CO2-emissie min of meer stabiel. In deze periode nam de CO2-emissie hoofdzakelijk af door krimp van het areaal en meer duurzame energie. Door vooral meer verkoop elektriciteit en toename van het energiegebruik per m2 nam de CO2-emissie toe. De stijging van de verkoop van elektriciteit komt voort uit de marktvraag naar elektriciteit. Het energiegebruik per m2 nam toe door toename van zowel het elektriciteitsgebruik per m2 als het warmtegebruik per m2. Beiden komen voort uit de marktvraag naar energie-intensievere glastuinbouwproducten geteeld met groeilicht in de winterperiode, in combinatie met de verbeterde economische groei.
Om het CO2-doel in 2020 te realiseren dient de CO2-emissie met nog 1,3 Mton te worden gereduceerd. Op basis van de ontwikkelingen in de achterliggende jaren en een quick scan van de actuele inzichten in de nabije toekomst wordt verwacht dat door minder krimp van het areaal, een hoger energiegebruik per m2 kas en een gelijkblijvende verkoop van elektriciteit de CO2-emissie juist groter zal zijn dan eerdere verwachtingen. Tegelijkertijd zal door extra inkoop van elektriciteit de CO2-emissie kleiner zijn. Dit heft echter de extra stijging van de emissie niet op. Dit betekent dat het CO2-doel voor de glastuinbouw voor 2020 waarschijnlijk niet volledig gerealiseerd zal worden.
Het aandeel duurzame energie groeide in 2017 met 1,1 procentpunt naar 6,5%. Het absolute gebruik steeg met bijna een kwart naar 6,7 PJ. De groei zat bij inkoop duurzame elektriciteit en aardwarmte. De inkoop duurzame elektriciteit verdubbelde in 2017. In 2017 voorzag aardwarmte in 44% van de toegepaste duurzame energie, gevolgd door inkoop duurzame elektriciteit (29%), zonne-energie (12%), biobrandstoffen (11%), inkoop duurzame warmte (4%) en inkoop duurzaam gas (1%). Het aandeel duurzame energie van de glastuinbouw is bijna gelijk met het Nederlands aandeel van 6,6%. Het aandeel duurzame energie groeit in de glastuinbouw wel sneller.
De index van de energie-efficiëntie bleef in 2017 gelijk en kwam uit op 44% ten opzichte van basisjaar 1990. De glastuinbouw gebruikte daarmee 56% minder primair brandstof per eenheid product dan in het basisjaar. Het resultaat van 2017 komt door toename van het primair brandstofverbruik per m2 in combinatie met toename van de fysieke productie per m2.
In 2017 werd op circa 62% van het areaalglastuinbouw door tuinders warmtekrachtkoppeling toegepast. Hiermee produceerde de glastuinbouw ruim 9 miljard kWh elektriciteit en dekte daarmee bijna 8% van de nationale consumptie. Door de inzet van wkk werd op nationaal niveau 1,6 Mton CO2-emissie vermeden.
De elektriciteitsconsumptie vertoont al jaren groei door meer groeilicht en bedroeg in 2017 circa 6,5 miljard kWh. Dit komt overeen zo’n 5,5% van de nationale consumptie.
De hoeveelheid ingekochte warmte nam vanaf 2014, na vele jaren van teruggang weer toe. Dit kwam door groei van het areaal dat is aangesloten op warmtenetten. Inkoop warmte had in 2017 een aandeel in het totale energiegebruik van de glastuinbouw van zo’n 3,5%.
De CO2-emissie na temperatuurcorrectie is in 2015 en 2016 licht gedaald en in 2017 beperkt gestegen. De vraag of dit een trendbreuk is, kan op basis van een jaar met een voorlopig resultaat nog niet worden beantwoord. In de periode 2010-2014 daalde de CO2-emissie substantieel. Dit kwam vooral door krimp van het areaal, minder verkoop elektriciteit en vermindering van het energiegebruik per m2 kas. Bij het energiegebruik per m2 nam het elektriciteitsgebruik toe door meer groeilicht en nam het warmtegebruik af door energiebesparing.
In de periode 2014-2017 was na correctie voor de buitentemperatuur de CO2-emissie min of meer stabiel. In deze periode nam de CO2-emissie hoofdzakelijk af door krimp van het areaal en meer duurzame energie. Door vooral meer verkoop elektriciteit en toename van het energiegebruik per m2 nam de CO2-emissie toe. De stijging van de verkoop van elektriciteit komt voort uit de marktvraag naar elektriciteit. Het energiegebruik per m2 nam toe door toename van zowel het elektriciteitsgebruik per m2 als het warmtegebruik per m2. Beiden komen voort uit de marktvraag naar energie-intensievere glastuinbouwproducten geteeld met groeilicht in de winterperiode, in combinatie met de verbeterde economische groei.
Om het CO2-doel in 2020 te realiseren dient de CO2-emissie met nog 1,3 Mton te worden gereduceerd. Op basis van de ontwikkelingen in de achterliggende jaren en een quick scan van de actuele inzichten in de nabije toekomst wordt verwacht dat door minder krimp van het areaal, een hoger energiegebruik per m2 kas en een gelijkblijvende verkoop van elektriciteit de CO2-emissie juist groter zal zijn dan eerdere verwachtingen. Tegelijkertijd zal door extra inkoop van elektriciteit de CO2-emissie kleiner zijn. Dit heft echter de extra stijging van de emissie niet op. Dit betekent dat het CO2-doel voor de glastuinbouw voor 2020 waarschijnlijk niet volledig gerealiseerd zal worden.
Het aandeel duurzame energie groeide in 2017 met 1,1 procentpunt naar 6,5%. Het absolute gebruik steeg met bijna een kwart naar 6,7 PJ. De groei zat bij inkoop duurzame elektriciteit en aardwarmte. De inkoop duurzame elektriciteit verdubbelde in 2017. In 2017 voorzag aardwarmte in 44% van de toegepaste duurzame energie, gevolgd door inkoop duurzame elektriciteit (29%), zonne-energie (12%), biobrandstoffen (11%), inkoop duurzame warmte (4%) en inkoop duurzaam gas (1%). Het aandeel duurzame energie van de glastuinbouw is bijna gelijk met het Nederlands aandeel van 6,6%. Het aandeel duurzame energie groeit in de glastuinbouw wel sneller.
De index van de energie-efficiëntie bleef in 2017 gelijk en kwam uit op 44% ten opzichte van basisjaar 1990. De glastuinbouw gebruikte daarmee 56% minder primair brandstof per eenheid product dan in het basisjaar. Het resultaat van 2017 komt door toename van het primair brandstofverbruik per m2 in combinatie met toename van de fysieke productie per m2.
In 2017 werd op circa 62% van het areaalglastuinbouw door tuinders warmtekrachtkoppeling toegepast. Hiermee produceerde de glastuinbouw ruim 9 miljard kWh elektriciteit en dekte daarmee bijna 8% van de nationale consumptie. Door de inzet van wkk werd op nationaal niveau 1,6 Mton CO2-emissie vermeden.
De elektriciteitsconsumptie vertoont al jaren groei door meer groeilicht en bedroeg in 2017 circa 6,5 miljard kWh. Dit komt overeen zo’n 5,5% van de nationale consumptie.
De hoeveelheid ingekochte warmte nam vanaf 2014, na vele jaren van teruggang weer toe. Dit kwam door groei van het areaal dat is aangesloten op warmtenetten. Inkoop warmte had in 2017 een aandeel in het totale energiegebruik van de glastuinbouw van zo’n 3,5%.
Geen opmerkingen: