Conceptueel model beoordeelt blootstelling aan schadelijke stoffen en versnelt risicobeoordeling
In het kader van een samenwerkingsproject hebben TNO en Defensie een conceptueel model ontwikkeld waarmee de mate van blootstelling aan gevaarlijke stoffen kan worden voorspeld. In dit model worden gegevens over werk- en milieugerelateerde emissiebronnen geïntegreerd.
In de toekomst moet de integratie van modellen en meetdata, waarmee zowel de persoonlijke blootstelling via inademing en concentratiekaarten van stoffen in kaart kunnen worden gebracht, de tijdrovende en complexe risicobeoordelingen vervangen.
Mensen worden vrijwel dagelijks blootgesteld aan een complexe mengeling van stoffen in de lucht door allerlei emissiebronnen in de (werk)omgeving. Het gaat hier bijvoorbeeld om inhalatie van schadelijke stoffen als gevolg van luchtvervuiling in steden (verkeer, industrie, etc.), maar ook om blootstelling aan diezelfde gevaarlijke stoffen in de werksituatie. In Nederland worden de risico’s van werk- en milieugerelateerde blootstelling afzonderlijk beoordeeld. En om de mate van blootstelling vast te stellen en te bepalen wat de gezondheidsrisico’s hiervan zijn, wordt er momenteel gebruikgemaakt van allerlei verschillende instrumenten.
TNO en Defensie bedachten een manier om modelschattingen en andere meetgegevens samen te brengen, om zo de totale (cumulatieve) persoonlijke blootstelling te kunnen voorspellen voor uitgezonden Defensie personeel dat zowel via de werk- als leefomgeving aan stof wordt blootgesteld. Het conceptuele model heeft een werk- en milieumodule, en biedt inzicht in de werk- en milieugerelateerde blootstellingsniveaus. In de verkennende fase van het model werd in de milieugerelateerde module het LOTOS-EUROS model toegepast. In de werkgerelateerde module werd de Advanced REACH TOOL gebruikt. In de toekomst moet het model tijdrovende en complexe risicobeoordelingen vervangen. Daarnaast kan het een waardevolle bijdrage leveren aan risicobeheersing.
Deze integratie van gegevens uit het werk- en milieudomein is niet alleen relevant in militaire toepassingen, maar kan ook worden toegepast in bijvoorbeeld een industriële, stedelijke of agrarische omgeving. TNO wil dan ook onderzoeken of het conceptinstrument kan worden aangepast voor gebruik in andere gebieden. Interessant is de mogelijkheid om verschillende blootstellingsbronnen te combineren en toekomstige blootstellingen te voorspellen. Dit kan weer worden gebruikt voor geïntegreerde evaluatie van blootstelling en risicobeheersing. Doordat gegevens afkomstig van verschillende blootstellingsbronnen en verschillende domeinen worden gecombineerd, past deze ontwikkeling binnen het onderzoeksgebied van het exposoom.
In de toekomst moet de integratie van modellen en meetdata, waarmee zowel de persoonlijke blootstelling via inademing en concentratiekaarten van stoffen in kaart kunnen worden gebracht, de tijdrovende en complexe risicobeoordelingen vervangen.
Mensen worden vrijwel dagelijks blootgesteld aan een complexe mengeling van stoffen in de lucht door allerlei emissiebronnen in de (werk)omgeving. Het gaat hier bijvoorbeeld om inhalatie van schadelijke stoffen als gevolg van luchtvervuiling in steden (verkeer, industrie, etc.), maar ook om blootstelling aan diezelfde gevaarlijke stoffen in de werksituatie. In Nederland worden de risico’s van werk- en milieugerelateerde blootstelling afzonderlijk beoordeeld. En om de mate van blootstelling vast te stellen en te bepalen wat de gezondheidsrisico’s hiervan zijn, wordt er momenteel gebruikgemaakt van allerlei verschillende instrumenten.
TNO en Defensie bedachten een manier om modelschattingen en andere meetgegevens samen te brengen, om zo de totale (cumulatieve) persoonlijke blootstelling te kunnen voorspellen voor uitgezonden Defensie personeel dat zowel via de werk- als leefomgeving aan stof wordt blootgesteld. Het conceptuele model heeft een werk- en milieumodule, en biedt inzicht in de werk- en milieugerelateerde blootstellingsniveaus. In de verkennende fase van het model werd in de milieugerelateerde module het LOTOS-EUROS model toegepast. In de werkgerelateerde module werd de Advanced REACH TOOL gebruikt. In de toekomst moet het model tijdrovende en complexe risicobeoordelingen vervangen. Daarnaast kan het een waardevolle bijdrage leveren aan risicobeheersing.
Deze integratie van gegevens uit het werk- en milieudomein is niet alleen relevant in militaire toepassingen, maar kan ook worden toegepast in bijvoorbeeld een industriële, stedelijke of agrarische omgeving. TNO wil dan ook onderzoeken of het conceptinstrument kan worden aangepast voor gebruik in andere gebieden. Interessant is de mogelijkheid om verschillende blootstellingsbronnen te combineren en toekomstige blootstellingen te voorspellen. Dit kan weer worden gebruikt voor geïntegreerde evaluatie van blootstelling en risicobeheersing. Doordat gegevens afkomstig van verschillende blootstellingsbronnen en verschillende domeinen worden gecombineerd, past deze ontwikkeling binnen het onderzoeksgebied van het exposoom.
Geen opmerkingen: