DCMR legt sanctie op aan Chemours voor lozing van PFAS-soort
DCMR Milieudienst Rijnmond legt namens het provinciebestuur van Zuid-Holland een sanctie op aan Chemours voor het lozen van de PFAS-soort tetrafluorpropaanzuur (TFPrA). Het chemiebedrijf in Dordrecht heeft geen vergunning om deze stof te lozen. Het moet een dwangsom betalen bij een nieuwe lozing van TFPrA. De dwangsom kan maximaal oplopen tot een bedrag van € 3.750.000.
Bij een onderzoek door Chemours zelf kwam aan het licht dat het de zeer zorgwekkende stof TFPrA loost op het rioolwater. TFPrA is net als TFA een PFAS-soort met een korte keten. De stof ontstaat tijdens productieprocessen in de fabriek. Het bedrijf heeft dit gemeld aan DCMR Milieudienst Rijnmond. Analyses in opdracht van DCMR hebben de aanwezigheid van deze stof bevestigd.
Er is geen acuut milieu- en gezondsheidsrisico dat direct ingrijpen noodzakelijk maakt. Daarom is gekozen voor een last onder dwangsom.
DCMR controleert de lozingen en uitstoot van Chemours met regelmaat. Daarnaast voert Chemours ook zelf metingen uit. Volgens de revisievergunning uit 2022, die nog niet officieel in werking is vanwege een lopende rechtszaak, is Chemours verplicht om zelf te onderzoek te verrichten naar de lozingen van PFAS-stoffen die niet onder de vergunning vallen.
Als blijkt dat het bedrijf nieuwe PFAS-componenten loost, moet Chemours in eerste instantie een vergunning aanvragen. Dat heeft Chemours gedaan. Uit van Chemours verkregen informatie en de vergunningaanvraag van Chemours blijkt dat het bedrijf 1.500 kg TFPrA via het riool wil afvoeren. Het provinciebestuur van Zuid-Holland kan dit niet toestaan. Bovendien blijkt Chemours al eerder op de hoogte te zijn geweest van de aanwezigheid van (grote hoeveelheden) TFPrA in het afvalwater dan Chemours met DCMR gedeeld heeft. Daarom heeft DCMR namens het provinciebestuur een last onder dwangsom opgelegd.
De komende maanden gaat DCMR door met het controleren van het afvalwater op het riool op TFPrA. Een onafhankelijk laboratorium analyseert of er TFPrA in zit, en zo ja, hoeveel. Chemours heeft het recht om bezwaar te maken tegen het dwangsombesluit en kan de rechter vragen het besluit tijdelijk te schorsen.
Bij een onderzoek door Chemours zelf kwam aan het licht dat het de zeer zorgwekkende stof TFPrA loost op het rioolwater. TFPrA is net als TFA een PFAS-soort met een korte keten. De stof ontstaat tijdens productieprocessen in de fabriek. Het bedrijf heeft dit gemeld aan DCMR Milieudienst Rijnmond. Analyses in opdracht van DCMR hebben de aanwezigheid van deze stof bevestigd.
Er is geen acuut milieu- en gezondsheidsrisico dat direct ingrijpen noodzakelijk maakt. Daarom is gekozen voor een last onder dwangsom.
DCMR controleert de lozingen en uitstoot van Chemours met regelmaat. Daarnaast voert Chemours ook zelf metingen uit. Volgens de revisievergunning uit 2022, die nog niet officieel in werking is vanwege een lopende rechtszaak, is Chemours verplicht om zelf te onderzoek te verrichten naar de lozingen van PFAS-stoffen die niet onder de vergunning vallen.
Als blijkt dat het bedrijf nieuwe PFAS-componenten loost, moet Chemours in eerste instantie een vergunning aanvragen. Dat heeft Chemours gedaan. Uit van Chemours verkregen informatie en de vergunningaanvraag van Chemours blijkt dat het bedrijf 1.500 kg TFPrA via het riool wil afvoeren. Het provinciebestuur van Zuid-Holland kan dit niet toestaan. Bovendien blijkt Chemours al eerder op de hoogte te zijn geweest van de aanwezigheid van (grote hoeveelheden) TFPrA in het afvalwater dan Chemours met DCMR gedeeld heeft. Daarom heeft DCMR namens het provinciebestuur een last onder dwangsom opgelegd.
De komende maanden gaat DCMR door met het controleren van het afvalwater op het riool op TFPrA. Een onafhankelijk laboratorium analyseert of er TFPrA in zit, en zo ja, hoeveel. Chemours heeft het recht om bezwaar te maken tegen het dwangsombesluit en kan de rechter vragen het besluit tijdelijk te schorsen.
Geen opmerkingen: