Milieu-economische verkenning toerismesector
De Nederlandse toerismesector droeg in de periode 2010-2015 gemiddeld ongeveer 3 procent bij aan de totale toegevoegde waarde van de Nederlandse economie en 5 procent aan de werkgelegenheid. De toerismesector is tegelijkertijd verantwoordelijk voor 7 procent van het netto binnenlands energieverbruik en 10 procent van het totale leidingwaterverbruik. Bij het energieverbruik speelt de luchtvaart een grote rol, bij het leidingwaterverbruik de horeca en recreatie.
De sector produceert daarnaast relatief weinig afval en de uitstoot van zware metalen naar water is naar verhouding laag.
De toerismesector stoot per euro toegevoegde waarde relatief veel broeikasgassen uit. De uitstoot van broeikasgassen door de toerismesector nam in de periode 2010-2015 met ongeveer 11 procent toe. Deze groei hangt vooral samen met de groei van luchtvaartactiviteiten gerelateerd aan het toerisme; het aantal vliegbewegingen nam toe.
De toename in broeikasgasemissies is kleiner dan de groei van de toegevoegde waarde van de sector in die periode (+21,5 procent). Er is sprake van een relatieve ontkoppeling van de economische groei van het toerisme en de uitstoot van broeikasgassen. Emissie-extensieve activiteiten zoals reisbemiddeling zijn harder gegroeid dan emissie-intensieve activiteiten zoals de luchtvaart; vliegtuigen stoten immers meer uit dan reisbureaus.
Geen opmerkingen: