Ecologen Radboud werken mee aan onderzoek plasticvervuiling na containerramp Schiermonnikoog
In de nacht van 1 op 2 januari 2019 zijn boven de Waddeneilanden bijna 300 containers overboord geslagen van het vrachtschip MSC Zoe. Intussen is veel troep aangespoeld, waaronder piepschuim en fijne HDPE-plastickorrels. Met name het aanspoelen van die korrels is een potentiële ecologische ramp waarvan de gevolgen nog niet te overzien zijn. Ecologen van de universiteiten van Groningen, Wageningen en de Radboud Universiteit en het instituut voor zee-onderzoek NIOZ gaan hier onderzoek naar doen.
Omdat de aangespoelde plastickorrels mogelijk grote ecologische gevolgen hebben voor de kwetsbare waddennatuur, met name op en rond Nationaal Park Schiermonnikoog, voert de Rijksuniversiteit Groningen een eerste basisinventarisatie uit om in kaart te brengen wat er nu eigenlijk ligt op dat eiland - en wat na de storm van 8 januari waarheen gewaaid is.
Om de verspreiding van de kleinere plastickorrels echt goed in kaart te brengen, gaat een team van onderzoekers aan de slag. Wat de beste methode is om dat te doen, moet werkenderwijs nog worden uitgevonden. Marien ecoloog Laura Govers: 'We proberen verschillende methodes uit, ook om te kijken of we toekomstig onderzoek met ‘citizen-science’ (inzet vrijwilligers) verder zouden kunnen uitvoeren.'
Omdat de aangespoelde plastickorrels mogelijk grote ecologische gevolgen hebben voor de kwetsbare waddennatuur, met name op en rond Nationaal Park Schiermonnikoog, voert de Rijksuniversiteit Groningen een eerste basisinventarisatie uit om in kaart te brengen wat er nu eigenlijk ligt op dat eiland - en wat na de storm van 8 januari waarheen gewaaid is.
Om de verspreiding van de kleinere plastickorrels echt goed in kaart te brengen, gaat een team van onderzoekers aan de slag. Wat de beste methode is om dat te doen, moet werkenderwijs nog worden uitgevonden. Marien ecoloog Laura Govers: 'We proberen verschillende methodes uit, ook om te kijken of we toekomstig onderzoek met ‘citizen-science’ (inzet vrijwilligers) verder zouden kunnen uitvoeren.'
Geen opmerkingen: