Onderzoek naar klimaatontwerp in steden krijgt een Nederlandse én een Europese prijs
Yasin Toparlar, die in april 2018 cum laude promoveerde bij de faculteiten Bouwkunde en Technische Natuurkunde, mag twee prijzen in ontvangst nemen voor zijn proefschrift in het vakgebied stromingsleer. Hij krijgt de KIVI Hoogendoorn Award en in september de Europese ECCOMAS Award, voor zijn proefschrift naar het modelleren van het hitte-eilandeffect op energiegebruik van gebouwen.
Gebouwen zijn verantwoordelijk voor ongeveer 40 % van de wereldwijde energieconsumptie. Een energie-efficiënt gebouw wordt typisch ontworpen door het gebouw zelf te veranderen. Toparlar ontwikkelde in zijn promotieonderzoek een model dat daarnaast ook rekening houdt met het klimaat in de stad en hoe dat invloed heeft op het gebouw. Door die kennis toe te passen tijdens de stadsplanning, kan veel energie bespaard worden. Toparlars model kan helpen om steden met optimale microklimaten te ontwerpen, waar gebouwen zo energie-efficiënt mogelijk zijn.
De energieconsumptie van gebouwen is afhankelijk van verschillende factoren, zoals gedrag van bewoners, gebouwinstallaties en de materialen. Voor gebouwen in steden is er een extra factor: het hitte-eilandeffect (UHI-effect) in de stad. Door het UHI-effect is de temperatuur in een stad doorgaans hoger dan in de omliggende landelijke gebieden. Dat leidt tot een hoger energieverbruik voor koeling in de zomer.
In zijn onderzoek gebruikte Toparlar numerieke benaderingen zoals computational fluid dynamics (CFD) en building energy simulation (BES) om het huidige en toekomstige klimaat van steden te simuleren. Hij berekende het energieverbruik voor koeling, rekening houdend met wind, convectie en straling. Toparlar heeft zijn model getest in Rotterdam en Antwerpen en daar bleek het erg nauwkeurig te zijn ten opzichte van gemeten temperaturen.
Toparlar ontvangt vandaag op 22 mei tijdens het Burgerssymposium de KIVI Hoogendoorn Award. De Charles Hoogendoorn Award is een jaarlijkse Nederlandse prijs voor het beste proefschrift op het gebied van stromingsleer. In 2014 werd de prijs voor het eerst uitgereikt. Toen won TU/e-alumnus Güneş Nakiboğlu de prijs.
Gebouwen zijn verantwoordelijk voor ongeveer 40 % van de wereldwijde energieconsumptie. Een energie-efficiënt gebouw wordt typisch ontworpen door het gebouw zelf te veranderen. Toparlar ontwikkelde in zijn promotieonderzoek een model dat daarnaast ook rekening houdt met het klimaat in de stad en hoe dat invloed heeft op het gebouw. Door die kennis toe te passen tijdens de stadsplanning, kan veel energie bespaard worden. Toparlars model kan helpen om steden met optimale microklimaten te ontwerpen, waar gebouwen zo energie-efficiënt mogelijk zijn.
De energieconsumptie van gebouwen is afhankelijk van verschillende factoren, zoals gedrag van bewoners, gebouwinstallaties en de materialen. Voor gebouwen in steden is er een extra factor: het hitte-eilandeffect (UHI-effect) in de stad. Door het UHI-effect is de temperatuur in een stad doorgaans hoger dan in de omliggende landelijke gebieden. Dat leidt tot een hoger energieverbruik voor koeling in de zomer.
In zijn onderzoek gebruikte Toparlar numerieke benaderingen zoals computational fluid dynamics (CFD) en building energy simulation (BES) om het huidige en toekomstige klimaat van steden te simuleren. Hij berekende het energieverbruik voor koeling, rekening houdend met wind, convectie en straling. Toparlar heeft zijn model getest in Rotterdam en Antwerpen en daar bleek het erg nauwkeurig te zijn ten opzichte van gemeten temperaturen.
Toparlar ontvangt vandaag op 22 mei tijdens het Burgerssymposium de KIVI Hoogendoorn Award. De Charles Hoogendoorn Award is een jaarlijkse Nederlandse prijs voor het beste proefschrift op het gebied van stromingsleer. In 2014 werd de prijs voor het eerst uitgereikt. Toen won TU/e-alumnus Güneş Nakiboğlu de prijs.
Geen opmerkingen: