'Belastingplan blokkeert vergroening voedingsmiddelenindustrie'
Mengen, malen, (in)koken, bakken, roosteren: wie dit weekend in de keuken stond, heeft vast één of meer van deze energie-intensieve handelingen verricht. Handelingen om onze boodschappen te veranderen in heerlijk eten en drinken. En dit is precies wat voedingsbedrijven ook doen, maar dan op grotere schaal. Door productie op grote schaal en door slimme processen kun je energiezuinig produceren. Duurzamer produceren. Dit vergt grote investeringen in innovaties en procesvernieuwing. Door deze investeringen is jarenlang de benodigde hoeveelheid energie om te produceren sterk gedaald.
Pally Biscuits en Royal Cosun zijn twee voorbeelden van koplopersbedrijven die jarenlang niet aflatend hebben geïnvesteerd in energiebesparingen. Zij zijn voorbeelden van bedrijven die worden getroffen door de verhoging van de Opslag voor Duurzame Energie (ODE) waar de Eerste Kamer morgenavond over debatteert. Het kabinet wenst burgers te ontlasten in hun energierekening en de industrie zwaarder te belasten. En aan dat principe wil de voedingsmiddelenindustrie niet tornen. Maar, de voorgenomen ODE voorkomt nu juíst waar deze bedrijven zo goed in zijn: innoveren én investeren in verdere reductie van CO2-uitstoot. Want alleen met grote investeringen zal verdere CO2-reductie mogelijk zijn.
Martijn Koenders, eigenaar en algemeen directeur van Pally Biscuits, stelt dat duurzaamheid een van de kernwaarden van Pally is. “Bij elke investering wordt energieverbruik meegewogen. We zijn veel energie-efficiënter dan producenten in de landen waar Pally heen exporteert, zelfs als je het benodigde transport daarbij meerekent. De snelle en abrupte stijging van de ODE verstoort ernstig onze concurrentiepositie en bedreigt daarmee de werkgelegenheid. Martijn Koenders stelt wel dat Pally koersvast blijft. “Wij zijn overtuigd van onze strategie en de noodzaak tot verduurzaming in een hoog tempo. Dit wordt moeilijker met deze plotse en forse stijging van de lasten maar wij gaan door op de ingeslagen duurzame weg.”
Royal Cosun is het moederbedrijf van onder andere Aviko en Suiker Unie. Volgens Albert Markusse, CEO van Cosun, heeft het bedrijf hoge ambities en plannen om veel te investeren in reductie van CO2. Zijn grote frustratie zit echter in het feit dat de voedingsmiddelenindustrie nu vijf keer zoveel ODE-belasting per ton CO2 moet betalen als de grote CO2-uitstoters, zoals de (petro)chemische industrie. Blijkbaar heeft dit kabinet het principe “de vervuiler betaalt” losgelaten. “Het is niet uit te leggen aan de burger dat dat grote bedrijven die hun ketels stoken op kolen of aardolie géén ODE-belasting betalen. De belastingmaatregel is totaal uit balans.” Verder is er zorg over de concurrentiepositie met de omringende landen. “Dertig kilometer over de grens wordt er suiker geproduceerd op basis van bruinkool, die wel gewoon de Nederlandse markt op kan. Dit maakt het sowieso al moeilijk concurrerend te blijven.”
Marian Geluk, directeur van de Federatie Nederlandse Levensmiddelen Industrie: “wij ondersteunen het Parijs-akkoord en de ambitie van de Nederlandse overheid om een reductie te bewerkstelligen van 49% minder CO2-uitstoot in 2030. Waar we eerst dachten ‘hoe dan!?” zijn inmiddels allerlei plannen ontwikkeld. De Nederlandse levensmiddelenindustrie wil koploper blijven, ook op het gebied van de CO2-reductie. Maar dit gaat niet vanzelf. Verre van zelfs. Hiervoor is een stabiel en concurrerend investeringsklimaat nodig.”
Op de klimaattop in Madrid wordt minister-president Rutte geprezen om het Nederlandse klimaatbeleid. Een uitgekiend systeem van wortels en stokken om de transitie in Nederland te stimuleren? Ongetwijfeld is het goed bedoeld, maar de ODE-verhoging is een dusdanige disproportionele maatregel dat koploperbedrijven als Pally en Cosun juist door overheidsingrijpen hun koploperpositie verliezen. De balans tussen wortels en stokken is volledig zoek. Politiek: houd draagvlak onder ondernemers voor uw progressief klimaatbeleid en zorg voor een evenwichtige en proportionele belasting.
Pally Biscuits en Royal Cosun zijn twee voorbeelden van koplopersbedrijven die jarenlang niet aflatend hebben geïnvesteerd in energiebesparingen. Zij zijn voorbeelden van bedrijven die worden getroffen door de verhoging van de Opslag voor Duurzame Energie (ODE) waar de Eerste Kamer morgenavond over debatteert. Het kabinet wenst burgers te ontlasten in hun energierekening en de industrie zwaarder te belasten. En aan dat principe wil de voedingsmiddelenindustrie niet tornen. Maar, de voorgenomen ODE voorkomt nu juíst waar deze bedrijven zo goed in zijn: innoveren én investeren in verdere reductie van CO2-uitstoot. Want alleen met grote investeringen zal verdere CO2-reductie mogelijk zijn.
Martijn Koenders, eigenaar en algemeen directeur van Pally Biscuits, stelt dat duurzaamheid een van de kernwaarden van Pally is. “Bij elke investering wordt energieverbruik meegewogen. We zijn veel energie-efficiënter dan producenten in de landen waar Pally heen exporteert, zelfs als je het benodigde transport daarbij meerekent. De snelle en abrupte stijging van de ODE verstoort ernstig onze concurrentiepositie en bedreigt daarmee de werkgelegenheid. Martijn Koenders stelt wel dat Pally koersvast blijft. “Wij zijn overtuigd van onze strategie en de noodzaak tot verduurzaming in een hoog tempo. Dit wordt moeilijker met deze plotse en forse stijging van de lasten maar wij gaan door op de ingeslagen duurzame weg.”
Royal Cosun is het moederbedrijf van onder andere Aviko en Suiker Unie. Volgens Albert Markusse, CEO van Cosun, heeft het bedrijf hoge ambities en plannen om veel te investeren in reductie van CO2. Zijn grote frustratie zit echter in het feit dat de voedingsmiddelenindustrie nu vijf keer zoveel ODE-belasting per ton CO2 moet betalen als de grote CO2-uitstoters, zoals de (petro)chemische industrie. Blijkbaar heeft dit kabinet het principe “de vervuiler betaalt” losgelaten. “Het is niet uit te leggen aan de burger dat dat grote bedrijven die hun ketels stoken op kolen of aardolie géén ODE-belasting betalen. De belastingmaatregel is totaal uit balans.” Verder is er zorg over de concurrentiepositie met de omringende landen. “Dertig kilometer over de grens wordt er suiker geproduceerd op basis van bruinkool, die wel gewoon de Nederlandse markt op kan. Dit maakt het sowieso al moeilijk concurrerend te blijven.”
Marian Geluk, directeur van de Federatie Nederlandse Levensmiddelen Industrie: “wij ondersteunen het Parijs-akkoord en de ambitie van de Nederlandse overheid om een reductie te bewerkstelligen van 49% minder CO2-uitstoot in 2030. Waar we eerst dachten ‘hoe dan!?” zijn inmiddels allerlei plannen ontwikkeld. De Nederlandse levensmiddelenindustrie wil koploper blijven, ook op het gebied van de CO2-reductie. Maar dit gaat niet vanzelf. Verre van zelfs. Hiervoor is een stabiel en concurrerend investeringsklimaat nodig.”
Op de klimaattop in Madrid wordt minister-president Rutte geprezen om het Nederlandse klimaatbeleid. Een uitgekiend systeem van wortels en stokken om de transitie in Nederland te stimuleren? Ongetwijfeld is het goed bedoeld, maar de ODE-verhoging is een dusdanige disproportionele maatregel dat koploperbedrijven als Pally en Cosun juist door overheidsingrijpen hun koploperpositie verliezen. De balans tussen wortels en stokken is volledig zoek. Politiek: houd draagvlak onder ondernemers voor uw progressief klimaatbeleid en zorg voor een evenwichtige en proportionele belasting.
Geen opmerkingen: