Ads Top

Sterke afname restlozingen stikstof en fosfor sinds 1990

In 2020 bedroeg de restlozing van fosfor door rioolwaterzuiveringsinstallaties 1,64 miljoen kilogram, 7 procent minder dan een jaar eerder en 74 procent minder dan in 1990. Bij fosforverbindingen zijn de rioolwaterzuiveringsinstallaties na de landbouw de belangrijkste bron en dragen voor een kwart bij aan de totale belasting van het oppervlaktewater.

De afname van de totale belasting van het oppervlaktewater met stikstof en fosfor is het gevolg van Europese en nationale regelgeving ter verbetering van de rioolwaterzuiveringsinstallaties, beperking van bemesting, sanering van industriële lozingen en beperking van de luchtemissies.

Bijna 30 procent van de stikstof in het gezuiverde rioolwater werd in 2020 geloosd op de grote rivieren. Kleine rivieren en beken ontvingen circa 25 procent zodat uiteindelijk meer dan de helft van de stikstof in gezuiverd rioolwater in stromend water terechtkomt. De rest ging voor het merendeel naar kanalen (25 procent), polderwater (14 procent) en zout kustwater (8 procent).

Stilstaande wateren zijn gevoeliger voor eutrofiëring dan stromende. Waterschappen zorgen er daarom voor dat rioolwaterzuiveringsinstallaties die lozen op polderwater en meren gemiddeld een hoger zuiveringsrendement hebben voor stikstof; achtereenvolgens zo’n 87 tot 89 procent. Bij lozing op de grote rivieren wordt 81 procent verwijderd; bij lozing op zout kustwater is dat gemiddeld 83 procent. Door de grote verdunning is bij deze wateren het effect van de restlozing op de waterkwaliteit veel lager.

Bij fosfor geeft de verdeling van de restlozing over de verschillende watertypen en het verschil in zuiveringsrendement per watertype waarop geloosd wordt, vrijwel hetzelfde beeld als bij stikstof.

Geen opmerkingen:

Mogelijk gemaakt door Blogger.