PMT gaat door met negen olie- en gasbedrijven
Pensioenfonds PMT gaat door met negen olie- en gasbedrijven uit de eigen aandelenportefeuille. Er is van 40 bedrijven afscheid genomen. De resterende bedrijven zijn voor PMT de meest kansrijke in deze sector. Zij voldoen aan de eisen die PMT eerder heeft gesteld, namelijk het publiekelijk uitspreken van een ambitie voor ‘net zero’ uitstoot per 2050 en het opstellen van voldoende onderbouwde reductie- en actieplannen. PMT heeft vertrouwen in het voortzetten van constructieve engagement met deze bedrijven richting een 1,5 graden wereld.
De sector metaal en techniek maakt het verschil op klimaatgebied door innovatie in de energietransitie. PMT gelooft nog steeds dat praten met bedrijven waarin zij beleggen vaak meer effect heeft dan de aandelen verkopen en uit het bedrijf stappen. De achterban, de werkgevers en deelnemers verwachten ook dat PMT in gesprek blijft en niet zomaar bedrijven of een sector uitsluit.
In november 2021 is PMT gestart met het engagementprogramma energietransitie 2021-2023. Besloten werd om alle bedrijven in de olie- en gassector in de aandelenportefeuille van PMT te vragen zich te committeren aan een 1,5 graden pad en daar tussenliggende doelstellingen aan te verbinden. Nutsbedrijven met een significant aandeel energieopwekking uit kolen werd gevraagd een uitfaseringsplan voor kolen te communiceren in lijn met het IPCC-pad naar 1,5 graden voor de geografische regio waarin het bedrijf opereert.
Van de in totaal 49 bedrijven aan de start van het engagementprogramma is stapsgewijs van 40 bedrijven afscheid genomen die niet voldoen aan de eisen van PMT. Vaak omdat ze onvoldoende hebben aangetoond dat ze bijdragen aan de energietransitie door het ontbreken van een doeltreffende strategie en onvoldoende reductie van CO2-uitstoot. Bovendien zijn sommige bedrijven uitgesloten omdat ze naar verwachting in 2030 meer olie en gas zullen produceren dan in 2019 en daarmee een negatieve bijdrage leveren aan de energietransitie.
Per 1 oktober 2023 zijn er negen olie- en gasbedrijven overgebleven in de aandelenportefeuille waarvan op basis van dertien indicatoren is vastgesteld dat zij een bijdrage leveren aan de energietransitie[1]. Van bedrijven wordt onder andere verwacht dat ze (lange termijn) reductiedoelstellingen hebben die in lijn zijn met een 1,5 graden pad. Daarnaast dienen ze een robuuste strategie te presenteren, inclusief bijbehorende kapitaalinvesteringen, die het bedrijf in staat stelt om deze reductiedoelstellingen te halen en een bijdrage te leveren aan de energietransitie. Ook wordt van geïntegreerde olie- en gasbedrijven verwacht dat zij na 2025 geen nieuwe olievelden meer ontwikkelen. Ondanks dat deze bedrijven nog niet opereren in een pad naar 1,5 graden, zoals de gehele wereldeconomie niet opereert in een 1,5 graden pad, ziet PMT dat zij wel voortgang hebben geboekt gedurende het engagement programma. Daarom kiest het pensioenfonds ervoor om het engagement voort te zetten met de volgende bedrijven: Aker BP ASA, BP PLC, Enbridge Inc, Eni SpA, Equinor ASA, Galp Energia SGPS SA, Neste Oyj, OMV AG en Shell PLC.
De sector metaal en techniek maakt het verschil op klimaatgebied door innovatie in de energietransitie. PMT gelooft nog steeds dat praten met bedrijven waarin zij beleggen vaak meer effect heeft dan de aandelen verkopen en uit het bedrijf stappen. De achterban, de werkgevers en deelnemers verwachten ook dat PMT in gesprek blijft en niet zomaar bedrijven of een sector uitsluit.
In november 2021 is PMT gestart met het engagementprogramma energietransitie 2021-2023. Besloten werd om alle bedrijven in de olie- en gassector in de aandelenportefeuille van PMT te vragen zich te committeren aan een 1,5 graden pad en daar tussenliggende doelstellingen aan te verbinden. Nutsbedrijven met een significant aandeel energieopwekking uit kolen werd gevraagd een uitfaseringsplan voor kolen te communiceren in lijn met het IPCC-pad naar 1,5 graden voor de geografische regio waarin het bedrijf opereert.
Van de in totaal 49 bedrijven aan de start van het engagementprogramma is stapsgewijs van 40 bedrijven afscheid genomen die niet voldoen aan de eisen van PMT. Vaak omdat ze onvoldoende hebben aangetoond dat ze bijdragen aan de energietransitie door het ontbreken van een doeltreffende strategie en onvoldoende reductie van CO2-uitstoot. Bovendien zijn sommige bedrijven uitgesloten omdat ze naar verwachting in 2030 meer olie en gas zullen produceren dan in 2019 en daarmee een negatieve bijdrage leveren aan de energietransitie.
Per 1 oktober 2023 zijn er negen olie- en gasbedrijven overgebleven in de aandelenportefeuille waarvan op basis van dertien indicatoren is vastgesteld dat zij een bijdrage leveren aan de energietransitie[1]. Van bedrijven wordt onder andere verwacht dat ze (lange termijn) reductiedoelstellingen hebben die in lijn zijn met een 1,5 graden pad. Daarnaast dienen ze een robuuste strategie te presenteren, inclusief bijbehorende kapitaalinvesteringen, die het bedrijf in staat stelt om deze reductiedoelstellingen te halen en een bijdrage te leveren aan de energietransitie. Ook wordt van geïntegreerde olie- en gasbedrijven verwacht dat zij na 2025 geen nieuwe olievelden meer ontwikkelen. Ondanks dat deze bedrijven nog niet opereren in een pad naar 1,5 graden, zoals de gehele wereldeconomie niet opereert in een 1,5 graden pad, ziet PMT dat zij wel voortgang hebben geboekt gedurende het engagement programma. Daarom kiest het pensioenfonds ervoor om het engagement voort te zetten met de volgende bedrijven: Aker BP ASA, BP PLC, Enbridge Inc, Eni SpA, Equinor ASA, Galp Energia SGPS SA, Neste Oyj, OMV AG en Shell PLC.
Geen opmerkingen: