De zoektocht naar klimaatbestendige stadsbomen
Bomen in steden zuchten onder hete zomers, lange periodes van droogte en extreme stortbuien. Het onderzoeksteam van Marc Ravesloot, senior onderzoeker agrosysteemkunde, gaat op grote schaal planten testen en classificeren. Het einddoel: een lijst met klimaatbomen die tolerant zijn voor de gevolgen van klimaatverandering. Zo kunnen kwekers en gemeenten de juiste boom op de juiste plek zetten in een hetere, drogere toekomst.
Marc Ravesloot ziet de ingrijpende gevolgen van de klimaatverandering al lang niet meer alleen in computermodellen. Droogte en hitte laten in heel Europa hun sporen na op inheemse en uitheemse bomen. Ze groeien slechter, de schors en de bladeren verbranden, de boomsterfte neemt toe. Daarnaast zijn bomen door het veranderende klimaat kwetsbaarder voor ziektes en plagen, omdat ze minder goed in staat zijn om de bladtemperatuur te reguleren. In steden, waar het gemiddeld 4 tot 5 graden warmer is dan op het platteland, zijn deze problemen een stuk extremer. Daar versterkt de hogere temperatuur bijvoorbeeld het dampdruktekort, de uitdrogende kracht van de lucht, in het groeiseizoen van bomen.
Door deze zorgelijke ontwikkelingen zijn stadsbomen steeds minder in staat om ecosysteemdiensten te leveren. Ze bieden minder schaduw en verkoeling, houden minder water vast tijdens stortbuien, vangen minder fijnstof af en slaan minder CO2 op dan ze in potentie zouden kunnen. Dit zijn allemaal eigenschappen die, ironisch genoeg, in steden juist steeds belangrijker worden om de gevolgen van klimaatverandering op te kunnen vangen. Klimaatadaptatie vraagt om groene steden met vitale bomen die tegen een stootje kunnen.
Marc Ravesloot ziet de ingrijpende gevolgen van de klimaatverandering al lang niet meer alleen in computermodellen. Droogte en hitte laten in heel Europa hun sporen na op inheemse en uitheemse bomen. Ze groeien slechter, de schors en de bladeren verbranden, de boomsterfte neemt toe. Daarnaast zijn bomen door het veranderende klimaat kwetsbaarder voor ziektes en plagen, omdat ze minder goed in staat zijn om de bladtemperatuur te reguleren. In steden, waar het gemiddeld 4 tot 5 graden warmer is dan op het platteland, zijn deze problemen een stuk extremer. Daar versterkt de hogere temperatuur bijvoorbeeld het dampdruktekort, de uitdrogende kracht van de lucht, in het groeiseizoen van bomen.
Door deze zorgelijke ontwikkelingen zijn stadsbomen steeds minder in staat om ecosysteemdiensten te leveren. Ze bieden minder schaduw en verkoeling, houden minder water vast tijdens stortbuien, vangen minder fijnstof af en slaan minder CO2 op dan ze in potentie zouden kunnen. Dit zijn allemaal eigenschappen die, ironisch genoeg, in steden juist steeds belangrijker worden om de gevolgen van klimaatverandering op te kunnen vangen. Klimaatadaptatie vraagt om groene steden met vitale bomen die tegen een stootje kunnen.
Geen opmerkingen: