TNO wil luchtkwaliteit in operatiekamers optimaliseren
Sinds eind 2014 zijn nieuwe richtlijnen van kracht die scherpe eisen stellen aan de luchtkwaliteit in operatiekamers. Sinds begin dit jaar toetst en handhaaft de Inspectie voor de Gezondheidszorg hierop. Ziekenhuizen moeten aan de geformuleerde prestatie-eisen voldoen, maar deze hebben ook gevolgen voor de fabrikanten, leveranciers en installateurs van luchtbehandelingssystemen. TNO ondersteunt bedrijven in de sector met de nieuwste kennis op het gebied van contaminatie control in de zorg.
Dat gebeurt in nauwe samenwerking met de brancheorganisatie Vereniging Contamination Control Nederland. Met een groep van tien VCCN-leden vormde TNO een zogeheten technologiecluster om tot nieuwe inzichten te komen en alternatieve meetmethoden te ontwikkelen. Die moeten efficiënter (beter en tegen lagere kosten) vaststellen of de luchtkwaliteit in de ok aan de prestatie-eisen voldoet en welke maatregelen nodig zijn.
“Door de nieuwe meetmethodiek die we gezamenlijk hebben ontwikkeld zijn de prestaties rond de luchtkwaliteit veel duidelijker vast te stellen”, vertelt TNO-expert Stefan van Heumen. “Vroeger bevatte een richtlijn als deze heel precieze technische voorschriften. Nu ligt het accent juist op de uiteindelijke prestatie van het systeem. Het is een gedeelde verantwoordelijkheid van leverancier en ziekenhuis om aan de prestatie-eisen te voldoen.”
Ziekenhuizen moeten aantonen hoe het met de luchtkwaliteit is gesteld en op welk niveau de operatiekamer is geclassificeerd. Afhankelijk van het type ingreep geven de wetenschappelijke verenigingen van medisch specialisten aan op welk niveau de ok’s geclassificeerd moeten zijn om specifieke ingrepen te mogen uitvoeren. Hierbij speelt het zogeheten ‘beschermde gebied’ een belangrijke rol. Dat is een afgebakend gebied binnen de ok waarin zich de operatietafel, de steriele instrumenten en het chirurgisch team bevinden. De metingen volgens de nieuwe methodiek stellen vast hoe groot dit beschermde gebied is en of het aan de prestatie-eisen voldoet.
Dat gebeurt in nauwe samenwerking met de brancheorganisatie Vereniging Contamination Control Nederland. Met een groep van tien VCCN-leden vormde TNO een zogeheten technologiecluster om tot nieuwe inzichten te komen en alternatieve meetmethoden te ontwikkelen. Die moeten efficiënter (beter en tegen lagere kosten) vaststellen of de luchtkwaliteit in de ok aan de prestatie-eisen voldoet en welke maatregelen nodig zijn.
“Door de nieuwe meetmethodiek die we gezamenlijk hebben ontwikkeld zijn de prestaties rond de luchtkwaliteit veel duidelijker vast te stellen”, vertelt TNO-expert Stefan van Heumen. “Vroeger bevatte een richtlijn als deze heel precieze technische voorschriften. Nu ligt het accent juist op de uiteindelijke prestatie van het systeem. Het is een gedeelde verantwoordelijkheid van leverancier en ziekenhuis om aan de prestatie-eisen te voldoen.”
Ziekenhuizen moeten aantonen hoe het met de luchtkwaliteit is gesteld en op welk niveau de operatiekamer is geclassificeerd. Afhankelijk van het type ingreep geven de wetenschappelijke verenigingen van medisch specialisten aan op welk niveau de ok’s geclassificeerd moeten zijn om specifieke ingrepen te mogen uitvoeren. Hierbij speelt het zogeheten ‘beschermde gebied’ een belangrijke rol. Dat is een afgebakend gebied binnen de ok waarin zich de operatietafel, de steriele instrumenten en het chirurgisch team bevinden. De metingen volgens de nieuwe methodiek stellen vast hoe groot dit beschermde gebied is en of het aan de prestatie-eisen voldoet.
Geen opmerkingen: