Zeven fracties bereiken akkoord over Klimaatwet
Vandaag presenteerden GroenLinks, PvdA, SP, D66, ChristenUnie, VVD en CDA de Klimaatwet. De klimaatwet legt klimaatdoelstellingen wettelijk vast en introduceert een mechanisme dat ervoor zorgt dat overheid die klimaatdoelen ook moet halen. De vierde donderdag van oktober is voortaan Klimaatdag. Op die dag rapporteert het kabinet over de CO2-reductie en presenteert ze, indien noodzakelijk, extra maatregelen om de klimaatdoelen te halen.
De Klimaatwet bevat drie doelstellingen:
•Een vermindering van de broeikasgasuitstoot tot een niveau dat 95% lager ligt in 2050 dan in 1990
•Streven naar een reductie van 49% van de broeikasgasuitstoot in 2030 (t.o.v. 1990)
•100% CO2-neutrale elektriciteitsproductie in 2050
De doelstelling voor 2030 is aangepast van 55 procent CO2-reductie naar 49 procent CO2-reductie om deze doelstelling in lijn te brengen met het regeerakkoord. In de Klimaatwet is bovendien een doelstelling opgenomen van 95 procent CO2-reductie in 2050.
Eens in de vijf jaar schrijft het kabinet een Klimaatplan. Het klimaatplan bevat de hoofdzaken van het klimaatbeleid voor de komende jaren. Er staat in welke maatregelen worden getroffen om de doelen uit de Klimaatwet te halen. Iedere twee jaar wordt het klimaatplan geëvalueerd en zo nodig aangepast.
Naast Prinsjesdag kent de Tweede Kamer voortaan Klimaatdag op de 4e donderdag in oktober. Op die dag wordt bekeken of Nederland nog op koers ligt om de klimaatdoelen te halen en wordt bekend of, en zo ja welk aanvullend beleid noodzakelijk is.
Dit werkt zoals de begrotingscyclus. Op Prinsjesdag presenteert het Centraal Planbureau (CPB) de Marco-Economische Verkenningen (MEV) en reageert het kabinet daarop met de Miljoenennota. Op Klimaatdag presenteert het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) de Klimaat- en Energieverkenningen (KEV) en reageert het kabinet daarop met de Klimaatnota.
In de Klimaatnota geeft het kabinet aan welke aanvullende maatregelen eventueel nodig zijn en wanneer deze ingaan. De Raad van State geeft een onafhankelijk oordeel over de vraag of het Klimaatplan en de jaarlijkse Klimaatnota voldoende zijn om de doelen uit de Klimaatwet te halen.
De Klimaatwet wordt ingediend door Klaver (GroenLinks), Asscher (PvdA), Beckerman (SP), Jetten (D66), Dik-Faber (ChristenUnie), Agnes Mulder (CDA) en Yesilgöz (VVD). Zoals gebruikelijk bij een omvangrijke nota van wijziging vragen de indieners de Raad van State om opnieuw advies uit te brengen over de Klimaatwet. De parlementaire behandeling kan dan naar verwachting na het zomerreces starten.
De Klimaatwet bevat drie doelstellingen:
•Een vermindering van de broeikasgasuitstoot tot een niveau dat 95% lager ligt in 2050 dan in 1990
•Streven naar een reductie van 49% van de broeikasgasuitstoot in 2030 (t.o.v. 1990)
•100% CO2-neutrale elektriciteitsproductie in 2050
De doelstelling voor 2030 is aangepast van 55 procent CO2-reductie naar 49 procent CO2-reductie om deze doelstelling in lijn te brengen met het regeerakkoord. In de Klimaatwet is bovendien een doelstelling opgenomen van 95 procent CO2-reductie in 2050.
Eens in de vijf jaar schrijft het kabinet een Klimaatplan. Het klimaatplan bevat de hoofdzaken van het klimaatbeleid voor de komende jaren. Er staat in welke maatregelen worden getroffen om de doelen uit de Klimaatwet te halen. Iedere twee jaar wordt het klimaatplan geëvalueerd en zo nodig aangepast.
Naast Prinsjesdag kent de Tweede Kamer voortaan Klimaatdag op de 4e donderdag in oktober. Op die dag wordt bekeken of Nederland nog op koers ligt om de klimaatdoelen te halen en wordt bekend of, en zo ja welk aanvullend beleid noodzakelijk is.
Dit werkt zoals de begrotingscyclus. Op Prinsjesdag presenteert het Centraal Planbureau (CPB) de Marco-Economische Verkenningen (MEV) en reageert het kabinet daarop met de Miljoenennota. Op Klimaatdag presenteert het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) de Klimaat- en Energieverkenningen (KEV) en reageert het kabinet daarop met de Klimaatnota.
In de Klimaatnota geeft het kabinet aan welke aanvullende maatregelen eventueel nodig zijn en wanneer deze ingaan. De Raad van State geeft een onafhankelijk oordeel over de vraag of het Klimaatplan en de jaarlijkse Klimaatnota voldoende zijn om de doelen uit de Klimaatwet te halen.
De Klimaatwet wordt ingediend door Klaver (GroenLinks), Asscher (PvdA), Beckerman (SP), Jetten (D66), Dik-Faber (ChristenUnie), Agnes Mulder (CDA) en Yesilgöz (VVD). Zoals gebruikelijk bij een omvangrijke nota van wijziging vragen de indieners de Raad van State om opnieuw advies uit te brengen over de Klimaatwet. De parlementaire behandeling kan dan naar verwachting na het zomerreces starten.
Geen opmerkingen: