Klimaatverandering brengt ongewenste kever dichter bij Nederlandse honingbij
Als het klimaat zich volgens de bekende scenario’s blijft ontwikkelen, is de kans groot dat onze honingbij er de komende jaren een vijand bij krijgt. De toekomstige stijgende temperaturen zijn namelijk ideaal voor de kleine bijenkastkever, een invasieve soort die in korte tijd een bijenvolk kan uitroeien.
Dit blijkt uit een recent onderzoek van een internationaal onderzoeksteam onder leiding van Bram Cornelissen (Wageningen University & Research). De wetenschappers onderzochten het risico van een invasie van de kleine bijenkastkever aan de hand van verschillende klimaatscenario’s tussen nu en 2080. Het onderzoek is onlangs gepubliceerd in Global Change Biology.
De kleine bijenkastkever komt van nature alleen voor in sub-Sahara-Afrika, maar heeft zich de laatste 30 jaar over bijna de hele wereld weten te vestigen. Dit komt onder meer door de internationale handel in was, honing en in bijenvolken. In 2014 is de kever in Italië aangetroffen waar het een populatie wist te vestigen. Het effect van de kever op bijenvolken is desastreus. De kevers planten zich snel voort waarbij de larven een bijenvolk binnen twee weken volledig kunnen verwoesten.
Bram Cornelissen werkte mee aan het onderzoek naar de opkomst van de kever: ‘Invasieve soorten duiken geregeld op in ons land en richten daarbij grote schade aan onze natuur en landbouw aan. Door de klimaatverandering zou het probleem nog wel eens veel groter kunnen worden dan het nu is. De komst van de kleine bijenkastkever zou een nieuwe uitdaging zijn voor de bijenstand in Nederland. Dit is zorgelijk. Als we nu geen maatregelen nemen om de introductie van deze keversoort te voorkomen, betekent dit dat we op termijn de rekening betalen. Zo zou het een enorme investering voor de bijenhouders zijn om hun werkwijzen aan te passen aan de komst van de kever.’
Aan de hand van een model op basis van bestaande data en satellietgegevens, kwamen de onderzoekers erachter onder welke bodemtemperatuur en -vochtigheid de kevers zich het meest comfortabel voelen.
Cornelissen: ‘De kleine bijenkastkever verpopt in de grond. Waar ze binnen bij het bijenvolk bescherming hebben tegen klimaat- en weersomstandigheden, hebben ze dat tijdens het verpoppen niet. We hebben daarom onderzocht wat voor effect bodemtemperatuur en -vochtigheid heeft op de overleving en duur van de verpopping. Dit hebben we gedaan door het analyseren en combineren van eerder gepubliceerde data en eigen experimentele data.’
Uit het onderzoek komt naar voren dat naarmate grote delen van het noordelijk halfrond opwarmen, dus ook Nederland, in de toekomst geschikt zijn voor verpopping en dus vestiging van de kleine bijenkastkever. Daar komt bij dat met een toenemende bodemtemperatuur dat de kever mogelijk meer generaties per jaar kan voortbrengen, wat de impact vergroot. Mocht de kever echter op dit moment naar ons land komen, is het echter nog maar de vraag of het lukt om zich hier te vestigen en te overleven.
Dit blijkt uit een recent onderzoek van een internationaal onderzoeksteam onder leiding van Bram Cornelissen (Wageningen University & Research). De wetenschappers onderzochten het risico van een invasie van de kleine bijenkastkever aan de hand van verschillende klimaatscenario’s tussen nu en 2080. Het onderzoek is onlangs gepubliceerd in Global Change Biology.
De kleine bijenkastkever komt van nature alleen voor in sub-Sahara-Afrika, maar heeft zich de laatste 30 jaar over bijna de hele wereld weten te vestigen. Dit komt onder meer door de internationale handel in was, honing en in bijenvolken. In 2014 is de kever in Italië aangetroffen waar het een populatie wist te vestigen. Het effect van de kever op bijenvolken is desastreus. De kevers planten zich snel voort waarbij de larven een bijenvolk binnen twee weken volledig kunnen verwoesten.
Bram Cornelissen werkte mee aan het onderzoek naar de opkomst van de kever: ‘Invasieve soorten duiken geregeld op in ons land en richten daarbij grote schade aan onze natuur en landbouw aan. Door de klimaatverandering zou het probleem nog wel eens veel groter kunnen worden dan het nu is. De komst van de kleine bijenkastkever zou een nieuwe uitdaging zijn voor de bijenstand in Nederland. Dit is zorgelijk. Als we nu geen maatregelen nemen om de introductie van deze keversoort te voorkomen, betekent dit dat we op termijn de rekening betalen. Zo zou het een enorme investering voor de bijenhouders zijn om hun werkwijzen aan te passen aan de komst van de kever.’
Aan de hand van een model op basis van bestaande data en satellietgegevens, kwamen de onderzoekers erachter onder welke bodemtemperatuur en -vochtigheid de kevers zich het meest comfortabel voelen.
Cornelissen: ‘De kleine bijenkastkever verpopt in de grond. Waar ze binnen bij het bijenvolk bescherming hebben tegen klimaat- en weersomstandigheden, hebben ze dat tijdens het verpoppen niet. We hebben daarom onderzocht wat voor effect bodemtemperatuur en -vochtigheid heeft op de overleving en duur van de verpopping. Dit hebben we gedaan door het analyseren en combineren van eerder gepubliceerde data en eigen experimentele data.’
Uit het onderzoek komt naar voren dat naarmate grote delen van het noordelijk halfrond opwarmen, dus ook Nederland, in de toekomst geschikt zijn voor verpopping en dus vestiging van de kleine bijenkastkever. Daar komt bij dat met een toenemende bodemtemperatuur dat de kever mogelijk meer generaties per jaar kan voortbrengen, wat de impact vergroot. Mocht de kever echter op dit moment naar ons land komen, is het echter nog maar de vraag of het lukt om zich hier te vestigen en te overleven.
Geen opmerkingen: