Stikstof verandert soortengemeenschappen van vlinders en bijen
Voor het eerst hebben onderzoekers de invloed van stikstofdepositie op soortgemeenschappen dagvlinders en bijen op de lange termijn geanalyseerd. Herstel van stikstofgevoelige soorten blijkt mogelijk, maar de vermindering van stikstofbelasting sinds 1990 is nog onvoldoende voor herstel op grote schaal.
In het nieuw verschenen artikel in Ecography zijn de veranderingen in soortengemeenschappen van dagvlinders en bijen in Nederland over een periode van 80 jaar geanalyseerd. Daarbij zijn ook de planten onderzocht waar deze insecten als larve van afhankelijk zijn. Alle soorten zijn getypeerd naar de mate van specialisatie op stikstofminnende of stikstofmijdende plantensoorten. Bij vlinders is bijna de helft van de soorten afhankelijk van stikstofarme milieus, bij bijen is dat één op de vijf soorten. De veranderingen in voorkomen van soorten zijn geanalyseerd over vier perioden van twintig jaar, tussen 1930 en 2010.
De rijkdom aan planten die gebonden zijn aan stikstofarme milieus, was in de periode 1950-1970 op lokale schaal sterk afgenomen met de toenemende stikstofbelasting door intensivering van de landbouw. Dit leidde tot een landelijke achteruitgang in de periode daarna. Vanaf 1990 nam de stikstofdepositie af en trad er enig herstel op, mede als gevolg van succesvol natuurbeheer. Maar de stikstofbelasting bleek nog te hoog voor verder herstel.
Vlinders en bijen vertoonden vooral een afname tussen de perioden 1950-1970 en 1970-1990 bij een sterk toenemende stikstofdepositie. Vooral de vlinder- en bijensoorten die afhankelijk zijn van planten uit stikstofarme milieus gingen in deze periode achteruit. Na 1990 nam de stikstofbelasting af en werd lokaal enig herstel zichtbaar bij vlinders en bijen die veel verschillende soorten planten benutten. Van de soorten uit stikstofarme milieus, profiteerden bijen incidenteel van het herstel van specifieke bloemplanten. De vlinders vertoonden een verdere achteruitgang, ongeacht de lokale stikstofdepositie. Voor de soortenrijkdom van planten en bestuivers is het echt nodig om de stikstofuitstoot fors meer omlaag te brengen
Veranderingen in de soortengemeenschappen van vlinders, bijen en de planten waar zij van afhankelijk zijn, vertonen dus een sterke samenhang met stikstofdepositie. Het gedeeltelijke herstel bij planten vertaalde zich in een herstel van de stikstofgevoelige bijen in sommige regio’s, bij de vlinders trad er geen herstel op. Michiel Wallis de Vries, buitengewoon hoogleraar bij de leerstoelgroep Plantenecologie en Natuurbeheer van Wageningen University & Research, werkte mee aan de analyses van de ruim 2 miljoen waarnemingen aan dagvlinders. “Dat de soortenrijkdom aan dagvlinders in Nederland de afgelopen eeuw dramatisch is afgenomen wisten we al,” zegt Wallis de Vries. “Nu hebben we deze afname ook kunnen koppelen aan de invloed van stikstof op hun leefgebied. Dit is belangrijk, omdat vlinders net als bijen belangrijke graadmeters zijn voor bestuivende insecten.”
“Er zijn tekenen van enig herstel door verminderde stikstofbelasting en herstelbeheer,” zegt Wallis de Vries, die ook bij De Vlinderstichting werkzaam is. “Maar de vermindering van stikstofbelasting is nog onvoldoende om een robuust herstel te laten zien. En de vlindermonitoring over de laatste tien jaar laat zien dat deze stagnatie voortduurt. Voor de soortenrijkdom van planten en bestuivers is het dus echt nodig om de stikstofuitstoot fors meer omlaag te brengen”.
In het nieuw verschenen artikel in Ecography zijn de veranderingen in soortengemeenschappen van dagvlinders en bijen in Nederland over een periode van 80 jaar geanalyseerd. Daarbij zijn ook de planten onderzocht waar deze insecten als larve van afhankelijk zijn. Alle soorten zijn getypeerd naar de mate van specialisatie op stikstofminnende of stikstofmijdende plantensoorten. Bij vlinders is bijna de helft van de soorten afhankelijk van stikstofarme milieus, bij bijen is dat één op de vijf soorten. De veranderingen in voorkomen van soorten zijn geanalyseerd over vier perioden van twintig jaar, tussen 1930 en 2010.
De rijkdom aan planten die gebonden zijn aan stikstofarme milieus, was in de periode 1950-1970 op lokale schaal sterk afgenomen met de toenemende stikstofbelasting door intensivering van de landbouw. Dit leidde tot een landelijke achteruitgang in de periode daarna. Vanaf 1990 nam de stikstofdepositie af en trad er enig herstel op, mede als gevolg van succesvol natuurbeheer. Maar de stikstofbelasting bleek nog te hoog voor verder herstel.
Vlinders en bijen vertoonden vooral een afname tussen de perioden 1950-1970 en 1970-1990 bij een sterk toenemende stikstofdepositie. Vooral de vlinder- en bijensoorten die afhankelijk zijn van planten uit stikstofarme milieus gingen in deze periode achteruit. Na 1990 nam de stikstofbelasting af en werd lokaal enig herstel zichtbaar bij vlinders en bijen die veel verschillende soorten planten benutten. Van de soorten uit stikstofarme milieus, profiteerden bijen incidenteel van het herstel van specifieke bloemplanten. De vlinders vertoonden een verdere achteruitgang, ongeacht de lokale stikstofdepositie. Voor de soortenrijkdom van planten en bestuivers is het echt nodig om de stikstofuitstoot fors meer omlaag te brengen
Veranderingen in de soortengemeenschappen van vlinders, bijen en de planten waar zij van afhankelijk zijn, vertonen dus een sterke samenhang met stikstofdepositie. Het gedeeltelijke herstel bij planten vertaalde zich in een herstel van de stikstofgevoelige bijen in sommige regio’s, bij de vlinders trad er geen herstel op. Michiel Wallis de Vries, buitengewoon hoogleraar bij de leerstoelgroep Plantenecologie en Natuurbeheer van Wageningen University & Research, werkte mee aan de analyses van de ruim 2 miljoen waarnemingen aan dagvlinders. “Dat de soortenrijkdom aan dagvlinders in Nederland de afgelopen eeuw dramatisch is afgenomen wisten we al,” zegt Wallis de Vries. “Nu hebben we deze afname ook kunnen koppelen aan de invloed van stikstof op hun leefgebied. Dit is belangrijk, omdat vlinders net als bijen belangrijke graadmeters zijn voor bestuivende insecten.”
“Er zijn tekenen van enig herstel door verminderde stikstofbelasting en herstelbeheer,” zegt Wallis de Vries, die ook bij De Vlinderstichting werkzaam is. “Maar de vermindering van stikstofbelasting is nog onvoldoende om een robuust herstel te laten zien. En de vlindermonitoring over de laatste tien jaar laat zien dat deze stagnatie voortduurt. Voor de soortenrijkdom van planten en bestuivers is het dus echt nodig om de stikstofuitstoot fors meer omlaag te brengen”.
Geen opmerkingen: