Nieuwe stap vooruit in kunstmestvervanging
De erkenning van kunstmestvervangers (van dierlijke oorsprong) buiten de stikstofgebruiksnorm voor dierlijke mest is weer een stap dichterbij gekomen.
De Nitraatrichtlijn maakt onderscheid tussen twee soorten meststoffen: dierlijke meststoffen (inclusief verwerkte mest) en chemische meststoffen (geproduceerd via een industrieel proces). De kunstmestvervangers die uit dierlijke mest gewonnen worden, hebben van het Europese onderzoekscentrum Joint Research Centre (JRC) de naam RENURE gekregen.
RENURE staat hierbij voor REcovered Nitrogen from manURE. Het JRC heeft nu een rapport gepubliceerd met voorgestelde criteria voor RENURE, mede door inbreng vanuit LTO Nederland. De Europese politiek is nu aan zet.
De belangrijkste criteria voor RENURE die worden voorgesteld zijn: tenminste 90 procent minerale stikstof ten opzichte van stikstof totaal, of een verhouding organische-koolstof ten opzichte stikstof-totaal kleiner of gelijk aan 3.
Daarnaast gelden maximale gehaltes voor koper en zink. Het maximum voor kwik is mede door gezamenlijke Nederlandse inbreng (Ministerie van LNV, WUR, LTO Nederland) komen te vervallen. Het voorstel is dat bewerkte dierlijke mestproducten die aan de criteria voldoen, kunnen worden aangewend buiten de stikstofgebruiksnorm voor dierlijke mest (170/230/250 kg/ha). Het voordeel voor boeren is dat op deze manier meer stikstof uit dierlijke mest kan worden gebruikt.
De Nitraatrichtlijn maakt onderscheid tussen twee soorten meststoffen: dierlijke meststoffen (inclusief verwerkte mest) en chemische meststoffen (geproduceerd via een industrieel proces). De kunstmestvervangers die uit dierlijke mest gewonnen worden, hebben van het Europese onderzoekscentrum Joint Research Centre (JRC) de naam RENURE gekregen.
RENURE staat hierbij voor REcovered Nitrogen from manURE. Het JRC heeft nu een rapport gepubliceerd met voorgestelde criteria voor RENURE, mede door inbreng vanuit LTO Nederland. De Europese politiek is nu aan zet.
De belangrijkste criteria voor RENURE die worden voorgesteld zijn: tenminste 90 procent minerale stikstof ten opzichte van stikstof totaal, of een verhouding organische-koolstof ten opzichte stikstof-totaal kleiner of gelijk aan 3.
Daarnaast gelden maximale gehaltes voor koper en zink. Het maximum voor kwik is mede door gezamenlijke Nederlandse inbreng (Ministerie van LNV, WUR, LTO Nederland) komen te vervallen. Het voorstel is dat bewerkte dierlijke mestproducten die aan de criteria voldoen, kunnen worden aangewend buiten de stikstofgebruiksnorm voor dierlijke mest (170/230/250 kg/ha). Het voordeel voor boeren is dat op deze manier meer stikstof uit dierlijke mest kan worden gebruikt.
Geen opmerkingen: