Minder stikstofuitstoot in Flevoland
Ook Flevoland moet de uitstoot van stikstof terugbrengen. Met de Flevolandse Aanpak Stikstof werkt de provincie aan de doelen die zijn opgenomen in de ‘Wet Stikstof en Natuur’ om de Flevolandse bijdrage in de neerslag van stikstof in dichtbijgelegen stikstofgevoelige Natura 2000-gebieden terug te brengen. Die neerslag wordt naar 2030 verminderd in de stappen en met de percentages zoals die landelijk zijn afgesproken.
Vorig jaar sprak de provincie aan drie gebiedstafels met diverse organisaties, agrarische en niet-agrarische bedrijven, over hoe we onze aanpak het beste kunnen uitvoeren. In die gesprekken vroegen de meeste deelnemers om te kiezen voor een aanpak die zowel voor de natuurgebieden waarom het gaat (de Weerribben en de Wieden in Overijssel), als voor de bedrijven in Flevoland zo effectief mogelijk is. Uit berekeningen van de provincie kwam al eerder naar voren dat de Flevolandse bijdrage goed te halen is met een reductie van de uitstoot van ammoniak in het deel van de Noordoostpolder dat grenst aan de Weerribben-Wieden in combinatie met een beperktere vermindering van de uitstoot bij de bedrijven in de rest van de provincie.
Op 15 maart 2022 namen Gedeputeerde Staten (GS) een besluit over de reductiepercentages die nodig zijn om de doelen van de provincie te halen in 2030. In de oostrand van de Noordoostpolder (NOP) streven GS naar een reductiepercentage van 50 tot 70 procent en in de rest van de provincie naar circa 20 procent.
De komende tijd gaat de provincie met de betrokken ondernemers in de oostrand van de NOP in gesprek over de mogelijkheden en kansen om dit percentage te bereiken in het gebiedsproces. Dit start met een bijeenkomst op 30 maart 2022 en door middel van maatwerkgesprekken.
Vorig jaar sprak de provincie aan drie gebiedstafels met diverse organisaties, agrarische en niet-agrarische bedrijven, over hoe we onze aanpak het beste kunnen uitvoeren. In die gesprekken vroegen de meeste deelnemers om te kiezen voor een aanpak die zowel voor de natuurgebieden waarom het gaat (de Weerribben en de Wieden in Overijssel), als voor de bedrijven in Flevoland zo effectief mogelijk is. Uit berekeningen van de provincie kwam al eerder naar voren dat de Flevolandse bijdrage goed te halen is met een reductie van de uitstoot van ammoniak in het deel van de Noordoostpolder dat grenst aan de Weerribben-Wieden in combinatie met een beperktere vermindering van de uitstoot bij de bedrijven in de rest van de provincie.
Op 15 maart 2022 namen Gedeputeerde Staten (GS) een besluit over de reductiepercentages die nodig zijn om de doelen van de provincie te halen in 2030. In de oostrand van de Noordoostpolder (NOP) streven GS naar een reductiepercentage van 50 tot 70 procent en in de rest van de provincie naar circa 20 procent.
De komende tijd gaat de provincie met de betrokken ondernemers in de oostrand van de NOP in gesprek over de mogelijkheden en kansen om dit percentage te bereiken in het gebiedsproces. Dit start met een bijeenkomst op 30 maart 2022 en door middel van maatwerkgesprekken.
Geen opmerkingen: