Verbreding maatwerkaanpak CO2-reductie regionale maakindustrie cruciaal voor verduurzaming
Meer bedrijven in de regio laten participeren in maatwerkafspraken voor de industrie over het verminderen van de CO2-uitstoot, vergroot het potentieel van het reduceren daarvan en zorgt voor een versnelling van de verduurzaming. De regionale industrie, verenigd in het zesde cluster, is gezamenlijk het op één na grootste industriecluster van Nederland wat betreft CO2-uitstoot. Meer bedrijven in de regio willen participeren in de maatwerkafspraken, maar komen daar met de huidige voorwaarden niet voor in aanmerking. FNLI roept de Tweede Kamer daarom op om de verduurzaming van de regionale maakindustrie in heel Nederland te faciliteren door de afspraken te verbreden.
Om het grote potentieel van de CO2-reductie binnen het cluster van de regionale maakindustrie te benutten en de mogelijkheden om dit proces te versnellen, zijn volgens FNLI een aantal zaken essentieel. Zo hebben deze bedrijven helderheid en perspectief nodig, bijvoorbeeld over wanneer zij een aansluiting op het elektriciteitsnet krijgen. Het vraagt om een goede coördinatie tussen bedrijven in de regio onderling bij het zoeken naar oplossingen, samen met provincies en netwerkbeheerders. En om oplossingen regionaal te zoeken is het noodzakelijk dat de nationale maatwerkaanpak aangevuld wordt met een regionale insteek. Cluster 6 kan daarbij een belangrijke rol vervullen.
In de voedingsmiddelenindustrie worden over de hele linie stappen gezet om fabrieken te verduurzamen. Omdat er voor veel bestaande productietechnieken nog onvoldoende duurzame alternatieven beschikbaar zijn en randvoorwaarden zoals een goede, versnelde toegang tot energie-infrastructuur ontbreken, is het voor veel ondernemers nog niet altijd mogelijk om productieprocessen te elektrificeren. Daarnaast zal de dreigende verhoging van de energiebelasting op gas, uit de eerder deze week gepresenteerde voorjaarsnota, bedrijven die verder willen verduurzamen hard raken. Zij zijn dan amper nog in staat om duurzaamheidsinvesteringen te doen. Dit werkt averechts voor het behalen van de CO2-reductiedoelen.
Om het grote potentieel van de CO2-reductie binnen het cluster van de regionale maakindustrie te benutten en de mogelijkheden om dit proces te versnellen, zijn volgens FNLI een aantal zaken essentieel. Zo hebben deze bedrijven helderheid en perspectief nodig, bijvoorbeeld over wanneer zij een aansluiting op het elektriciteitsnet krijgen. Het vraagt om een goede coördinatie tussen bedrijven in de regio onderling bij het zoeken naar oplossingen, samen met provincies en netwerkbeheerders. En om oplossingen regionaal te zoeken is het noodzakelijk dat de nationale maatwerkaanpak aangevuld wordt met een regionale insteek. Cluster 6 kan daarbij een belangrijke rol vervullen.
In de voedingsmiddelenindustrie worden over de hele linie stappen gezet om fabrieken te verduurzamen. Omdat er voor veel bestaande productietechnieken nog onvoldoende duurzame alternatieven beschikbaar zijn en randvoorwaarden zoals een goede, versnelde toegang tot energie-infrastructuur ontbreken, is het voor veel ondernemers nog niet altijd mogelijk om productieprocessen te elektrificeren. Daarnaast zal de dreigende verhoging van de energiebelasting op gas, uit de eerder deze week gepresenteerde voorjaarsnota, bedrijven die verder willen verduurzamen hard raken. Zij zijn dan amper nog in staat om duurzaamheidsinvesteringen te doen. Dit werkt averechts voor het behalen van de CO2-reductiedoelen.
Geen opmerkingen: