Duurzaam hout werkt niet altijd
Certificaten voor duurzame houtproductie werken in bepaalde regio’s averechts, waardoor de productie ervan niet meer toeneemt. Dat berekende bio-ingenieur Jan Brusselaers (Universiteit Gent).
Je ziet ze opduiken op papier, hout en zelfs in kledij: labels die aangeven of het hout dat in het product verwerkt is, duurzaam geproduceerd werd. Denk maar aan het FSC-label (Forest Stewardship Council), of het PEFC-label (Programme for Endorsement of Forest Certification Schemes).
Met deze certificaten willen ngo’s er wereldwijd voor zorgen dat het hout dat op de markt komt, zoveel mogelijk uit duurzaam beheerde bossen komt. Dat zou de illegale boskap moeten tegenhouden en de bijhorende risico’s op klimaatverandering verkleinen die ontstaan door ontbossing.
Toch hebben deze inspanningen een averechts effect, zo bleek uit onderzoek van doctoraatsstudent Jan Brusselaers.
“Een groot aandeel van de wereldwijde houtproductie gebeurt in Afrika en Latijns-Amerika”, licht hij toe. “De kosten om een certificaat te krijgen, liggen vrij hoog voor de lokale bosbeheerders daar. Dat komt bijvoorbeeld omwille van de controle: om na te gaan of men voldoet aan alle kwaliteitseisen van het label, moeten de lokale bosbeheerders zelf controleurs betalen. Bovendien liggen de standaarden voor bosmanagement in Afrika lager dan in Europa. Afrikaanse en Latijns-Amerikaanse bosbeheerders moeten dan ook relatief veel investeren om dit certificaat te halen. Spijtig genoeg willen we hiervoor als consument niet mee betalen.”
Je ziet ze opduiken op papier, hout en zelfs in kledij: labels die aangeven of het hout dat in het product verwerkt is, duurzaam geproduceerd werd. Denk maar aan het FSC-label (Forest Stewardship Council), of het PEFC-label (Programme for Endorsement of Forest Certification Schemes).
Met deze certificaten willen ngo’s er wereldwijd voor zorgen dat het hout dat op de markt komt, zoveel mogelijk uit duurzaam beheerde bossen komt. Dat zou de illegale boskap moeten tegenhouden en de bijhorende risico’s op klimaatverandering verkleinen die ontstaan door ontbossing.
Toch hebben deze inspanningen een averechts effect, zo bleek uit onderzoek van doctoraatsstudent Jan Brusselaers.
“Een groot aandeel van de wereldwijde houtproductie gebeurt in Afrika en Latijns-Amerika”, licht hij toe. “De kosten om een certificaat te krijgen, liggen vrij hoog voor de lokale bosbeheerders daar. Dat komt bijvoorbeeld omwille van de controle: om na te gaan of men voldoet aan alle kwaliteitseisen van het label, moeten de lokale bosbeheerders zelf controleurs betalen. Bovendien liggen de standaarden voor bosmanagement in Afrika lager dan in Europa. Afrikaanse en Latijns-Amerikaanse bosbeheerders moeten dan ook relatief veel investeren om dit certificaat te halen. Spijtig genoeg willen we hiervoor als consument niet mee betalen.”
Geen opmerkingen: