Kwijnende eiken en beenbrekende mezen door verzuring
Het gaat niet goed met de gezondheid van de Nederlandse bossen op droge zandgronden. Verschillende recente onderzoeken laten dit zien. De bodems van deze arme gronden verzuren in rap tempo, een proces dat al jaren speelt, maar nu is de rek uit het systeem verdwenen. De belangrijkste oorzaak is de hoge ammoniakdepositie. De gevolgen voor bos, heide en graslanden zijn groot, zowel voor flora als fauna. Jonge mezen zijn verre van gezond, sperwers zijn ondervoed en eiken sterven af.
Onderzoekers Arnold van den Burg (bureau Biosphere), Henk Siebel (Natuurmonumenten), Roland Bobbink (Radboud Universiteit), Henk Siepel (Radboud Universiteit), Theo Verstrael (SOVON), Frank Berendse (Wageningen Universiteit) en Wim de Vries (Wageningen Environmental Research) trekken nu aan de bel met een serie artikelen in enkele Nederlandse en buitenlandse tijdschriften.
Het wetenschappelijke tijdschrift Landschap komt met een themanummer over de verzurings- en vermestingseffecten in het droge zandlandschap. De artikelen in dit nummer beschrijven de oorzaken en gevolgen van de ontstane onbalans in voedingsmineralen. De centrale vraag is: hoe herstellen we dit ooit aanwezige gradiëntrijke landschap, waarin kenmerkende soorten duurzaam kunnen overleven? Drie grote thema’s komen daarbij aan bod: bodem en vegetatie (Roland Bobbink e.a.), gevolgen voor de fauna (Arnold van den Burg e.a.) en inzicht in de strategische aanpak op landschapsschaal (Henk Siepel e.a.). De bodemverzuring als complex probleem (Henk Siebel e.a.) en de mogelijke praktische aanpak ervan (Theo Verstrael e.a.) geven context. Het geheel wordt afgesloten met een review door Frank Berendse. Zijn conclusie, dat de grenzen van natuurherstel in zicht zijn gekomen, en dat nu allereerst de dramatische effecten van de intensieve veehouderij moeten worden teruggebracht tot aanvaardbare proporties, is glashelder.
In onderzoek dat is uitgevoerd door Wageningen Environmental Research (Wim de Vries e.a.) voor het ministerie van Economische Zaken, is gekeken naar duurzame houtoogst voor de Nederlandse bosbouwpraktijk. Hieraan zouden wellicht beperkingen kunnen of moeten worden gesteld. Het verstorende effect van het afvoeren van nutriënten, via houtoogst, op de bodemvruchtbaarheid speelt vooral op arme zandgronden. Uit ander onderzoek van Wageningen Environmental Research, in opdracht van de Vereniging van Bos- en Natuurterreineigenaren (VBNE) bleek dat van veel voedselarme bosbodems de buffercapaciteit de afgelopen decennia sterk is gedaald. Dit is alarmerend, omdat hieruit ook blijkt dat het natuurlijke herstelvermogen van arme zandgronden aanzienlijk is aangetast. De resultaten van beide studies zullen in het septembernummer van het Vakblad Natuur Bos Landschap verschijnen.
Al in juni van dit jaar stond in het Vakblad Natuur Bos Landschap een artikel over de dramatische broedresultaten van koolmezen op de Zuidwest-Veluwe. In dit stuk schrijft Arnold van den Burg dat koolmezen hier geen gezonde eieren en jongen meer kunnen voortbrengen. Eischalen zijn te dun, jongen breken hun botten in het nest. Een belangrijke oorzaak is kalkgebrek als gevolg van bodemverzuring.
In juni verscheen ook een themanummer over de effecten van ammoniakdepositie op het ecosysteem in het wetenschappelijke tijdschrift Biological Conservation, met vele bijdragen uit Nederland. Deze artikelen zijn op de website van Biological Conservation te vinden.
Het wetenschappelijke tijdschrift Landschap komt met een themanummer over de verzurings- en vermestingseffecten in het droge zandlandschap. De artikelen in dit nummer beschrijven de oorzaken en gevolgen van de ontstane onbalans in voedingsmineralen. De centrale vraag is: hoe herstellen we dit ooit aanwezige gradiëntrijke landschap, waarin kenmerkende soorten duurzaam kunnen overleven? Drie grote thema’s komen daarbij aan bod: bodem en vegetatie (Roland Bobbink e.a.), gevolgen voor de fauna (Arnold van den Burg e.a.) en inzicht in de strategische aanpak op landschapsschaal (Henk Siepel e.a.). De bodemverzuring als complex probleem (Henk Siebel e.a.) en de mogelijke praktische aanpak ervan (Theo Verstrael e.a.) geven context. Het geheel wordt afgesloten met een review door Frank Berendse. Zijn conclusie, dat de grenzen van natuurherstel in zicht zijn gekomen, en dat nu allereerst de dramatische effecten van de intensieve veehouderij moeten worden teruggebracht tot aanvaardbare proporties, is glashelder.
In onderzoek dat is uitgevoerd door Wageningen Environmental Research (Wim de Vries e.a.) voor het ministerie van Economische Zaken, is gekeken naar duurzame houtoogst voor de Nederlandse bosbouwpraktijk. Hieraan zouden wellicht beperkingen kunnen of moeten worden gesteld. Het verstorende effect van het afvoeren van nutriënten, via houtoogst, op de bodemvruchtbaarheid speelt vooral op arme zandgronden. Uit ander onderzoek van Wageningen Environmental Research, in opdracht van de Vereniging van Bos- en Natuurterreineigenaren (VBNE) bleek dat van veel voedselarme bosbodems de buffercapaciteit de afgelopen decennia sterk is gedaald. Dit is alarmerend, omdat hieruit ook blijkt dat het natuurlijke herstelvermogen van arme zandgronden aanzienlijk is aangetast. De resultaten van beide studies zullen in het septembernummer van het Vakblad Natuur Bos Landschap verschijnen.
Al in juni van dit jaar stond in het Vakblad Natuur Bos Landschap een artikel over de dramatische broedresultaten van koolmezen op de Zuidwest-Veluwe. In dit stuk schrijft Arnold van den Burg dat koolmezen hier geen gezonde eieren en jongen meer kunnen voortbrengen. Eischalen zijn te dun, jongen breken hun botten in het nest. Een belangrijke oorzaak is kalkgebrek als gevolg van bodemverzuring.
In juni verscheen ook een themanummer over de effecten van ammoniakdepositie op het ecosysteem in het wetenschappelijke tijdschrift Biological Conservation, met vele bijdragen uit Nederland. Deze artikelen zijn op de website van Biological Conservation te vinden.
Geen opmerkingen: