Rubbergranulaat op kunstgrasvelden milieubelastend
Het gebruik van rubbergranulaat op kunstgrasvelden kan schadelijk zijn voor het milieu in de directe omgeving van de velden. Uit de rubberkorrels kunnen stoffen lekken die terecht komen in de grond om de velden heen (de bermgrond) en in de bagger in sloten. Dat is slecht voor het ecosysteem omdat het de biodiversiteit aantast. Spelende kinderen en huisdieren die per ongeluk bermgrond binnenkrijgen lopen geen gevaar. Om het milieu te beschermen, beveelt het RIVM maatregelen aan om te voorkomen dat rubberkorrels op de bermgrond terechtkomen, en dat stoffen via het drainagewater weglekken naar sloten.
Slootwater en grondwater in de natuurlijke ondergrond zijn niet verontreinigd door het rubbergranulaat op de velden. Dit water kan naar verwachting zonder bezwaar gebruikt worden, bijvoorbeeld om moestuinen mee te besproeien.
Dit blijkt uit onderzoek van het RIVM rond 10 kunstgrasvelden van voetbalclubs in Nederland die zijn ingestrooid met rubbergranulaat van oude autobanden. In het onderzoek is de kwaliteit van het milieu rondom de velden vergeleken met de milieukwaliteit rondom echte grasvelden. Op diverse locaties overschrijden de concentraties zink, kobalt en minerale olie de geldende normen voor bodem en waterbodem (Besluit bodemkwaliteit). Het milieu is vooral gevoelig voor hoge concentraties zink. Voor de mens vormt zink geen gezondheidsrisico.
De schade voor het milieu ontstaat doordat rubbergranulaatkorrels door mensen of bijvoorbeeld bladblazers worden verplaatst naar de bermgrond. Daarnaast lekken stoffen uit de korrels weg naar het drainagewater: dat is regenwater dat via de sportvelden in de bodem terechtkomt. Van daaruit wordt het drainagewater via buizen afgevoerd naar een sloot. In het slootwater worden de concentraties zoveel verdund dat ze geen schade veroorzaken. Wel binden de meeste stoffen zich in het water aan deeltjes die neerslaan als bagger op de slootbodem. In die bagger zijn dus wel effecten gemeten.
Kobalt, zink en minerale olie die uit rubbergranulaat weglekken, kunnen zich ook ophopen in de technische onderlagen van het kunstgrasveld. Vandaaruit kunnen ze, op korte of lange termijn, verder weglekken naar de omgeving. Dat bleek uit onderzoeken van verschillende gemeentes, die het RIVM als onderdeel van deze studie heeft geëvalueerd.
De conclusies uit dit onderzoek worden grotendeels bevestigd door een studie van de Stichting Toegepast Onderzoek Waterbeheer (STOWA). Dat is het kenniscentrum van regionale waterbeheerders in Nederland. In dat onderzoek zijn bij een aantal monsters van drainagewater en waterbodem effecten op levende organismen gevonden.
Om het milieu te beschermen, beveelt het RIVM maatregelen aan om te voorkomen dat rubberkorrels op de bermgrond terechtkomen en dat stoffen via het drainagewater weglekken naar sloten.
Slootwater en grondwater in de natuurlijke ondergrond zijn niet verontreinigd door het rubbergranulaat op de velden. Dit water kan naar verwachting zonder bezwaar gebruikt worden, bijvoorbeeld om moestuinen mee te besproeien.
Dit blijkt uit onderzoek van het RIVM rond 10 kunstgrasvelden van voetbalclubs in Nederland die zijn ingestrooid met rubbergranulaat van oude autobanden. In het onderzoek is de kwaliteit van het milieu rondom de velden vergeleken met de milieukwaliteit rondom echte grasvelden. Op diverse locaties overschrijden de concentraties zink, kobalt en minerale olie de geldende normen voor bodem en waterbodem (Besluit bodemkwaliteit). Het milieu is vooral gevoelig voor hoge concentraties zink. Voor de mens vormt zink geen gezondheidsrisico.
De schade voor het milieu ontstaat doordat rubbergranulaatkorrels door mensen of bijvoorbeeld bladblazers worden verplaatst naar de bermgrond. Daarnaast lekken stoffen uit de korrels weg naar het drainagewater: dat is regenwater dat via de sportvelden in de bodem terechtkomt. Van daaruit wordt het drainagewater via buizen afgevoerd naar een sloot. In het slootwater worden de concentraties zoveel verdund dat ze geen schade veroorzaken. Wel binden de meeste stoffen zich in het water aan deeltjes die neerslaan als bagger op de slootbodem. In die bagger zijn dus wel effecten gemeten.
Kobalt, zink en minerale olie die uit rubbergranulaat weglekken, kunnen zich ook ophopen in de technische onderlagen van het kunstgrasveld. Vandaaruit kunnen ze, op korte of lange termijn, verder weglekken naar de omgeving. Dat bleek uit onderzoeken van verschillende gemeentes, die het RIVM als onderdeel van deze studie heeft geëvalueerd.
De conclusies uit dit onderzoek worden grotendeels bevestigd door een studie van de Stichting Toegepast Onderzoek Waterbeheer (STOWA). Dat is het kenniscentrum van regionale waterbeheerders in Nederland. In dat onderzoek zijn bij een aantal monsters van drainagewater en waterbodem effecten op levende organismen gevonden.
Om het milieu te beschermen, beveelt het RIVM maatregelen aan om te voorkomen dat rubberkorrels op de bermgrond terechtkomen en dat stoffen via het drainagewater weglekken naar sloten.
Geen opmerkingen: