'Klimaatakkoord: twee klimaattafels goed op weg, drie blijven achter'
Natuur & Milieu, Greenpeace, Milieudefensie en de Natuur en Milieufederaties vinden de voorstellen voor de hoofdlijnen van het Klimaatakkoord nog niet voldoende om de klimaatdoelen uit het Parijs-akkoord te halen: 'Deze voorstellen gaan ons niet in Parijs brengen, we zijn pas in Antwerpen', aldus de milieuorganisaties in een eerste reactie.
De organisaties zijn blij met de gemaakte keuzes voor elektriciteit en de gebouwde omgeving. 'Die tafels zijn aardig ver gekomen en bieden veel aanknopingspunten om op verder te gaan. Maar andere blijven teleurstellend vaag. Dit najaar zullen óók industrie, landbouw en mobiliteit keuzes moeten maken voor structurele verandering.'
Het hoofdlijnenakkoord dat nu op tafel ligt, zal het komende half jaar verder uitgewerkt worden. Belangrijkste zorgpunten voor de organisaties zijn de focus op CO2-opslag, te veel gebruik van biomassa en het uitblijven van een duurzaam landbouwsysteem. 'Komende half jaar moet ook invulling worden gegeven aan de opdracht van het kabinet om voorstellen te doen die leiden tot 55 procent CO2-reductie in 2030. Dat is een cruciaal element van dit broodnodige akkoord in de strijd tegen catastrofale klimaatverandering.'
De organisaties willen ook meer duidelijkheid over wie de maatregelen gaat betalen. 'De burgers dreigen op te draaien voor de kosten van het klimaatbeleid zolang grote vervuilers nauwelijks klimaatbelasting betalen en tegelijk wel subsidies eisen. Dat is oneerlijk en moet echt beter.'
Het meest tevreden zijn de organisaties over de afspraken over elektriciteit. 'Bij de opwekking van duurzame energie zijn gelukkig wel ambitieuze afspraken voor de lange termijn gemaakt.'
In het akkoord wordt de ambitie uitgesproken om in 2030 70 tot 80 procent van de energie duurzaam op te wekken. Bij genoeg vraag kan het tempo voor de uitrol van wind op zee verdrievoudigd worden. Afspraak is om natuurbelangen hierbij goed mee te nemen. Daarnaast is afgesproken dat de helft van de nieuwe installaties voor zon- en windenergie in lokale handen moet komen.
De industrie heeft nog een lange weg te gaan. De technieken zijn op een rij gezet, maar er zijn nog geen keuzes gemaakt. 'Wij plaatsen nog steeds grote vraagtekens bij nut en noodzaak van CO2-opslag onder de grond. De industrie heeft daar begrip voor. Daarom gaan we nu de risico’s van CO2-opslag samen goed onder de loep nemen en afzetten tegen duurzame alternatieven via een gezamenlijk onderzoekstraject.'
Er is weinig concreet over de financiering van de plannen in de industrie. De milieuorganisaties bepleiten dat de kosten van de verduurzaming van de industrie niet alleen bij de burger belanden. Positief in dit voorstel is de afspraak om onderzoek te doen naar het beprijzen van de CO2-uitstoot van de industrie.
De organisaties zijn blij met de gemaakte keuzes voor elektriciteit en de gebouwde omgeving. 'Die tafels zijn aardig ver gekomen en bieden veel aanknopingspunten om op verder te gaan. Maar andere blijven teleurstellend vaag. Dit najaar zullen óók industrie, landbouw en mobiliteit keuzes moeten maken voor structurele verandering.'
Het hoofdlijnenakkoord dat nu op tafel ligt, zal het komende half jaar verder uitgewerkt worden. Belangrijkste zorgpunten voor de organisaties zijn de focus op CO2-opslag, te veel gebruik van biomassa en het uitblijven van een duurzaam landbouwsysteem. 'Komende half jaar moet ook invulling worden gegeven aan de opdracht van het kabinet om voorstellen te doen die leiden tot 55 procent CO2-reductie in 2030. Dat is een cruciaal element van dit broodnodige akkoord in de strijd tegen catastrofale klimaatverandering.'
De organisaties willen ook meer duidelijkheid over wie de maatregelen gaat betalen. 'De burgers dreigen op te draaien voor de kosten van het klimaatbeleid zolang grote vervuilers nauwelijks klimaatbelasting betalen en tegelijk wel subsidies eisen. Dat is oneerlijk en moet echt beter.'
Het meest tevreden zijn de organisaties over de afspraken over elektriciteit. 'Bij de opwekking van duurzame energie zijn gelukkig wel ambitieuze afspraken voor de lange termijn gemaakt.'
In het akkoord wordt de ambitie uitgesproken om in 2030 70 tot 80 procent van de energie duurzaam op te wekken. Bij genoeg vraag kan het tempo voor de uitrol van wind op zee verdrievoudigd worden. Afspraak is om natuurbelangen hierbij goed mee te nemen. Daarnaast is afgesproken dat de helft van de nieuwe installaties voor zon- en windenergie in lokale handen moet komen.
De industrie heeft nog een lange weg te gaan. De technieken zijn op een rij gezet, maar er zijn nog geen keuzes gemaakt. 'Wij plaatsen nog steeds grote vraagtekens bij nut en noodzaak van CO2-opslag onder de grond. De industrie heeft daar begrip voor. Daarom gaan we nu de risico’s van CO2-opslag samen goed onder de loep nemen en afzetten tegen duurzame alternatieven via een gezamenlijk onderzoekstraject.'
Er is weinig concreet over de financiering van de plannen in de industrie. De milieuorganisaties bepleiten dat de kosten van de verduurzaming van de industrie niet alleen bij de burger belanden. Positief in dit voorstel is de afspraak om onderzoek te doen naar het beprijzen van de CO2-uitstoot van de industrie.
Geen opmerkingen: