In 2030 overschrijden de CO2-emissies van rijkste 1% 30 keer de grens van 1,5°C
De CO2-voetafdruk van de rijkste 1 procent van de wereldbevolking is in 2030 naar schatting 30 keer te groot, om de 1,5 °C-doelstelling van het Parijse klimaatakkoord te halen. De rijkste 1 procent – dat zijn minder mensen dan de totale bevolking van Duitsland – neemt in 2030 naar schatting 16 procent van de totale wereldwijde CO2-uitstoot voor zijn rekening. Dit blijkt vandaag uit nieuw onderzoek in opdracht van Oxfam Novib.
In 2015 stemden regeringen in Parijs in met het doel om de opwarming van de aarde te beperken tot 1,5°C. Maar de huidige toezeggingen om de uitstoot te verminderen blijven ver achter bij wat nodig is. Om deze doelstelling te halen, mag elke persoon op aarde tegen 2030 gemiddeld 2,3 ton CO2 per jaar uitstoten - dit is ongeveer de helft van de gemiddelde CO2-uitstoot per jaar van ieder persoon op aarde vandaag.
De buitensporige uitstoot van de rijkste 1 procent van de bevolking zal naar schatting alleen maar verder groeien in de komende jaren, meent Oxfam.
Als er geen verdere stappen worden genomen, zou alleen al de uitstoot van de rijkste 10 procent van de wereldbevolking ons de komende negen jaar boven de afgesproken limiet van 1,5 graad Celsius kunnen brengen.
In de nieuwe studie, in opdracht van Oxfam, en uitgevoerd door het Institute for European Environmental Policy (IEEP) en het Stockholm Environment Institute (SEI), wordt berekend hoe de CO2-voetafdruk van de wereldbevolking wordt beïnvloed door de toezeggingen die regeringen nu hebben gedaan in aanloop naar de top in Glasgow. De studie berekende dat tegen 2030:
Het Klimaatakkoord van Parijs lijkt wel enige impact te hebben op de emissies van de middelste 40 procent van de wereldbevolking. Dit is een groep die grotendeels bestaat uit burgers in middeninkomenslanden zoals China en Zuid-Afrika Tussen 2015 en 2030 wordt in deze groep per hoofd een emissiereductie gehaald van 9 procent, Dit terwijl de uitstoot van deze groep juist het snelst groeide tussen 1990 en 2015.
De geografie van de wereldwijde CO2-ongelijkheid gaat ook veranderen, waarbij een groter deel van de uitstoot van 's werelds rijkste 1 procent en 10 procent gekoppeld zal zijn aan burgers in middeninkomenslanden. Tegen 2030 zullen Chinese burgers verantwoordelijk zijn voor bijna een kwart (23 procent) van de wereldwijde uitstoot van de rijkste 1 procent, Amerikaanse burgers voor een vijfde (19 procent) en Indiase burgers voor een tiende (11 procent).
In 2015 stemden regeringen in Parijs in met het doel om de opwarming van de aarde te beperken tot 1,5°C. Maar de huidige toezeggingen om de uitstoot te verminderen blijven ver achter bij wat nodig is. Om deze doelstelling te halen, mag elke persoon op aarde tegen 2030 gemiddeld 2,3 ton CO2 per jaar uitstoten - dit is ongeveer de helft van de gemiddelde CO2-uitstoot per jaar van ieder persoon op aarde vandaag.
De buitensporige uitstoot van de rijkste 1 procent van de bevolking zal naar schatting alleen maar verder groeien in de komende jaren, meent Oxfam.
Als er geen verdere stappen worden genomen, zou alleen al de uitstoot van de rijkste 10 procent van de wereldbevolking ons de komende negen jaar boven de afgesproken limiet van 1,5 graad Celsius kunnen brengen.
In de nieuwe studie, in opdracht van Oxfam, en uitgevoerd door het Institute for European Environmental Policy (IEEP) en het Stockholm Environment Institute (SEI), wordt berekend hoe de CO2-voetafdruk van de wereldbevolking wordt beïnvloed door de toezeggingen die regeringen nu hebben gedaan in aanloop naar de top in Glasgow. De studie berekende dat tegen 2030:
Het Klimaatakkoord van Parijs lijkt wel enige impact te hebben op de emissies van de middelste 40 procent van de wereldbevolking. Dit is een groep die grotendeels bestaat uit burgers in middeninkomenslanden zoals China en Zuid-Afrika Tussen 2015 en 2030 wordt in deze groep per hoofd een emissiereductie gehaald van 9 procent, Dit terwijl de uitstoot van deze groep juist het snelst groeide tussen 1990 en 2015.
De geografie van de wereldwijde CO2-ongelijkheid gaat ook veranderen, waarbij een groter deel van de uitstoot van 's werelds rijkste 1 procent en 10 procent gekoppeld zal zijn aan burgers in middeninkomenslanden. Tegen 2030 zullen Chinese burgers verantwoordelijk zijn voor bijna een kwart (23 procent) van de wereldwijde uitstoot van de rijkste 1 procent, Amerikaanse burgers voor een vijfde (19 procent) en Indiase burgers voor een tiende (11 procent).
Geen opmerkingen: