Nieuwe concentratie- en depositiekaarten Nederland
Het RIVM heeft de grootschalige concentratie- en depositiekaarten over 2021 gepubliceerd. Met deze kaarten kan de ontwikkeling van de luchtkwaliteit en de stikstofdepositie in Nederland gevolgd worden. De concentraties van luchtvervuilende stoffen dalen al jaren. In 2020 en 2021 was deze daling iets groter door coronamaatregelen.
De concentratiekaarten laten vervuilende stoffen in de lucht zien zoals stikstofdioxide, ammoniak en fijnstof. De depositiekaarten laten zien hoeveel stikstof uit de lucht op de bodem neerslaat.
Het RIVM maakt ook verwachtingen voor de jaren 2025 en 2030. Deze verwachtingen worden vergeleken met het basisjaar 2018. De verwachtingen in dit rapport gaan uit van beleidsmaatregelen die op 1 mei 2020 geldig waren. Maatregelen voor klimaat, luchtkwaliteit en stikstof die na die tijd zijn ingevoerd, konden nog niet meegenomen worden.
De concentratie stikstofdioxide in de lucht was in 2021 iets lager dan in 2020 en 2019. In deze jaren was er minder wegverkeer door coronamaatregelen. Ook neemt elk jaar het aantal schonere auto’s toe. De concentraties stikstofdioxiden zullen naar verwachting in 2030 ongeveer 40 procent lager zijn dan in 2018.
De concentraties fijnstof waren in 2021 ongeveer hetzelfde als in 2020 maar veel lager dan in 2019. Deze concentraties zullen naar verwachting in 2030 ongeveer 17 procent ( PM10 (fijnstof)) en 30 procent ( PM2,5 (fijnstof)) lager zijn dan in 2018.
De gemiddelde stikstofdepositie was in 2021 rond de drie procent hoger dan in 2020. Dit is een relatief klein verschil. In eerdere jaren waren de verschillen groter als gevolg van specifieke weersomstandigheden.
De stikstofcijfers zijn allemaal gebaseerd op dezelfde gegevens, metingen en rekenmodellen. Ze gebruiken de uitstoot van stikstof tot en met 2020 uit de Emissieregistratie en de emissieramingen voor 2025 en 2030 uit de Klimaat- en Energieverkenning (KEV) 2020. Wel worden de berekeningen gedaan met een ander doel. Daarmee verschillen ook de uitgangspunten.
De concentratiekaarten laten vervuilende stoffen in de lucht zien zoals stikstofdioxide, ammoniak en fijnstof. De depositiekaarten laten zien hoeveel stikstof uit de lucht op de bodem neerslaat.
Het RIVM maakt ook verwachtingen voor de jaren 2025 en 2030. Deze verwachtingen worden vergeleken met het basisjaar 2018. De verwachtingen in dit rapport gaan uit van beleidsmaatregelen die op 1 mei 2020 geldig waren. Maatregelen voor klimaat, luchtkwaliteit en stikstof die na die tijd zijn ingevoerd, konden nog niet meegenomen worden.
De concentratie stikstofdioxide in de lucht was in 2021 iets lager dan in 2020 en 2019. In deze jaren was er minder wegverkeer door coronamaatregelen. Ook neemt elk jaar het aantal schonere auto’s toe. De concentraties stikstofdioxiden zullen naar verwachting in 2030 ongeveer 40 procent lager zijn dan in 2018.
De concentraties fijnstof waren in 2021 ongeveer hetzelfde als in 2020 maar veel lager dan in 2019. Deze concentraties zullen naar verwachting in 2030 ongeveer 17 procent ( PM10 (fijnstof)) en 30 procent ( PM2,5 (fijnstof)) lager zijn dan in 2018.
De gemiddelde stikstofdepositie was in 2021 rond de drie procent hoger dan in 2020. Dit is een relatief klein verschil. In eerdere jaren waren de verschillen groter als gevolg van specifieke weersomstandigheden.
De stikstofcijfers zijn allemaal gebaseerd op dezelfde gegevens, metingen en rekenmodellen. Ze gebruiken de uitstoot van stikstof tot en met 2020 uit de Emissieregistratie en de emissieramingen voor 2025 en 2030 uit de Klimaat- en Energieverkenning (KEV) 2020. Wel worden de berekeningen gedaan met een ander doel. Daarmee verschillen ook de uitgangspunten.
Geen opmerkingen: